boomdijk Nederland is echt onveilig PZC reportage 32Ï Geen paniek, wel actie tegen groei criminaliteit ZATERDAG 4 JUNI 1994 Nederland is onveilig en daar moet vooral niet te lichtzinnig over worden gedacht. In zijn positie valt zo'n uitspraak te verwachten, maar prof dr J.J.M. (Jan) van Dijk, hoofd van de Directie Criminaliteitspreventie op het ministerie van justitie en part-time hoogleraar, geldt ook als algemeen erkend paniekschopper. „Maar wat ik jaren geleden heb voorspeld, is allemaal uitgekomen", zegt hij. Met andere woorden: de grote boeven zitten nog steeds niet vast, de buitenlandse jongeren vormen daadwerkelijk een geweldsprobleem en de onwetende overheid doet al lang zaken met de georganiseerde misdaad. Ai! Niets is vager dan het fenomeen 'onvei ligheid', maar Jan van Dijk schroomt niet zijn eigen angst te bespreken om het uit te leggen. „Als ik door een donkere straat loop en verderop staat een groepje jongens, dan steek ik over. Twintig jaar geleden zou ik dat niet hebben gedaan. De kans dat je vandaag de dag in een uit gaansgebied een klap voor je kop krijgt, is redelijk groot." Is Van Dijk, die ooit slachtoffer was van een poging tot bero ving, banger geworden of Nederland on veiliger? „De cijfers geven aan dat de ge weldscriminaliteit is toegenomen. En nog steeds toeneemt. Nederlanders maken zich terecht zorgen over hun veiligheid. En dat wordt te vaak weggepraat. Door bijvoorbeeld te zeggen dat het aan de sfeer en de inrichting van de buurt ligt. Kom nou! Die mensen weten precies wat er écht aan criminaliteit in hun buurt gebeurt." Het is een moeilijk onderwerp, hij geeft het toe, maar Van Dijk wil niet om de hete brij heendraaien. Buitenlandse jongeren, met name de Marokkaanse, nemen het overgrote deel van de overvalcriminaliteit voor hun rekening. „Kijk naar de jeugdge vangenissen; voor het merendeel zitten daar allochtone jongeren." Dat bang zijn voor buitenlanders 'rationeel' gedrag is, zoals van Dijk onlangs in een discussie op merkte, zou hem tien jaar geleden zijn baan hebben gekost. Nu zijn er weliswaar kamervragen gekomen, maar zit-ie er nog. Van Dijk: „Ik maakte die opmerking tij dens een discussiebijeenkomst als reactie op het verhaal dat een pater vertelde. Die stond met een Surinamer in de lift. Toen ze bovenkwamen stapten ze de lift uit en zei die Surinamer: 'Je was bang voor me, hè?' Iemand merkte toen op dat we ons dit soort gevoelens niet mogen toestaan. Dat prikkelde me. Dat bedoel ik nou: die angst is er, die moet je niet wegmoffelen. Ik zeg niet dat kleurlingen crimineel zijn, wel dat kleurlingen bepaalde vormen van crimi naliteit vaker plegen. En de mensen weten dat, rationeel gesproken." Van Dijk weet welke kant het op moet. „Er zijn vijftig scholen in de randstad waarvan we weten dat die jongens daar vandaan komen. Daar moeten we zijn. Twee ste vige, goede conciërges op zo'n school is een begin. En leraren die de middelen krij gen om iets te doen. Het spijbelen harder aanpakken bijvoorbeeld, kortom: stren gere regels. De tijd dat we het accepteer den dat iemand wegens problemen thuis niet naar school kwam, is voorbij." „Het probleem van allochtone kinderen, zeker de Marokkaanse, is dat ze tussen twee culturen zitten. Ze hebben geweldige conflicten met hun vaders thuis. Naar on ze maatstaven stellen die zich in het gezin tiranniek op. Over die problemen is van uit de school geen overleg mogelijk. Een leraar bereikt niets bij die ouders. Daarom moeten we - zoals nu hier en daar al ge beurt - via de religieuze leiders, de imams, werken. We zijn er te lang van uitgegaan dat imams werktuigen waren van de Ma rokkaanse koning Hassan. Dat blijkt niet altijd zo te zijn. En juist de imam heeft het gezag om die vaders iets duidelijk te ma ken." „Let wel: we praten vaak over mensen uit het Marokkaanse Rif-gebergte die nu in Nederland wonen. Je kunt geen langere reis maken dan van dat Rif-gebergte naar een openbare school in Amsterdam. Die mensen kwamen aan in een Nederland waai' een afkeer heerste van discipline, normen, dat soort dingen. Er was anarchie op scholen, we mochten vooral niet be voogdend zijn. Welnu, in dat bevrijdings feest kwamen die mensen binnen... en lie pen vervolgens verloren rond. Nederland kan zichzelf het verwijt maken dat we ze nooit goed hebben opgevangen. Nu is er geen geld meer voor. Een goed inburge- ringsprogramma is bijna niet te financie ren." Nijpend geld, red.), effectenkantoor Nusse-Brink (idem) en pensioenverzekeraar Vie d Or (geld verdwenen) bewijzen het toch? Cri minelen in een kostuum. Geen incident, maar een ernstig probleem. Ander voor beeld: de gokkasten-bedrijven vormen een bedreiging voor de bonafide horeca. Niet alleen in Amsterdam is het onder zocht, elders ook." Dilemma Gemeenten verlenen al lang opdrachten aan bedrijven die in handen zijn van de georganiseerde misdaad, beweert de cri minoloog. Zonder het te weten. Op het mi nisterie van justitie wordt met man en macht gewerkt aan een regeling om mala fide ondernemingen te weren. „Dat is een heel groot dilemma hier; hoe kun je, zon der schadeclaims te krijgen, voorkomen dat dergelijke bedrijven bij de overheid aan de bak komen?" „In elk geval zal het openbaar ministerie erbij betrokken worden. Daar hebben ze de kennis. Ze weten vaak welke bedrijven niet deugen, waar lieden met hun crimi nele geld in zitten, welke witwasconstruc ties worden gebruikt. Er is alleen vaak te weinig bewijs om ze te veroordelen. Hoe we dat moeten aanpakken, wordt nu be Van Dijk wil niet de paniekhaas zijn, de algemeen erkende omroeper van narig heid. „Het probleem met die Marokkaan se jongeren is van voorbijgaande aard, na tuurlijk. We hebben het gezien met de Mo lukse jongeren die in de jaren zeventig de disco's terroriseerden. Daar hoor je nu toch niets meer van? Het komt vanzelf wel goed, ook met de Marokkanen, alleen is het nu wel een nijpend probleem." Zoals er wel meer problemen zijn. De afde ling van Van Dijk op het ministerie van justitie produceert het ene na het andere sombere statistiekje over de criminaliteit in ons land. Engeland en Nederland sco ren hoog in Europa. Van Dijks grootste te genstander is het „lieflijke zelfbeeld dat we van ons eigen land hebben." Het crimi naliteitsprobleem wordt onderschat, vindt-ie. En niet alleen op het niveau van een messteek. Ook de georganiseerde mis daad wordt nog te fraai gestereotypeerd als de slonzige penose van het televisie drama. Als Van Dijk c.s. hun statistieken over binnendringende misdaad in de 'bo venwereld' publiceren, staat een leger kenners op om dat te relativeren. Zij wil len bewijzen. „Die zijn er ook. De affaires met de Femis-bank (witwassen van drugs Hoofd criminaliteitspreventie Jan van Dijk: „De kans dat je vandaag de dag in een uitgaansgebied een klap voor je kop krijgt, is redelijk groot." foto Roland de Bruin studeerd. Hoe vertéllen we het de burge meester? We denken aan een verplichting voor overheden om hun zakelijke partners te melden. Dat zou binnen het driehoeks overleg (burgemeester, korpschef, hoofd officier van justitie, red.) kunnen gebeu ren." Een andere vorm van penetratie door de georganiseerde misdaad in de 'bovenwe reld' is de infiltratie in de politiek. De Am sterdamse hoofdcommissaris Nordholt heeft daar een aantal maanden geleden al over gerept en dat deed toen heel wat stof opwaaien. Van Dijks afdeling kwam ver volgens in het nieuws toen de Volkskrant meldde dat de Noordwijkse onroerend- goedhandelaar Harry Mens, voormalig kandidaat-lid voor de Tweede-Kamer fractie van de VVD, in een intern rapport werd genoemd als iemand van verdacht allooi. Van Dijk wenst er met geen woord over te reppen. Geen naam, geen partij. Om vervolgens direct aan te geven hoe moeilijk en gevoelig die zaken liggen: „Een zeer groot dilemma: regel je het als overheid, of laat je het aan de verantwoor delijkheid van betrokkenen over?" Untouchables Het is het enige moment waarop hij ui terst behoedzaam en zorgvuldig formu leert. „Het kan u en mij een proces opleve ren en dat wil ik niet." Meer in het alge meen stelt hij met grote zekerheid: „De grote jongens, die ondanks alle inzet van politie en justitie nog steeds niet gepakt worden, zitten als 'untouchables' in het society-leven. We hebben zo onze vermoe dens over bepaalde mensen, ook landelijk bekende lieden. De hoofdverdachten die nu voor de rechter komen, ook topfiguren, zitten daar nog een niveau onder. Daarom is het nodig dat de regeling voor de kroon getuige (klikken in ruil voor strafvermin dering en bescherming, red.) er komt. An ders krijg je die topfiguren nooit aan het praten over de echte bazen, de mensen die alleen geld beschikbaar stellen voor cri minele doelen en zelf uit de wind blijven." Over georganiseerde misdaad gespro ken... wat vindt Van Dijk van het debacle rond het interregionaal rechercheteam Noord-Holland/Utrecht, waardoor zijn mi nister (Hirsch Ballin) en diens collega Van Thijn van binnenlandse zaken moesten opstappen? Van Dijk. stellig: „Er zijn in alle partijen die bij dat team betrokken waren elementen geweest die om machts redenen uit waren op die chaos. Ik onder schrijf de conclusies van het rapport-Wie- renga volledig." De vraag of er alsnog, maatregelen tegen de Amsterdamse poli tie- en justitietop genomen moeten wor den, beantwoordt hij echter niet. Een bre de lach verraadt de beperking van een ambtenaar. „Daar zeg ik niets over. Dat is niet aan mij." Maai' de affaire ging zo hoog, dat „wie zich er mee bezig hield, dat IRT al snel aan de vingers had kleven." Verslagen Volgens Van Dijk zijn er machinaties werkzaam die doelbewust de aanpak van de georganiseerde misdaad frustreren. „We hadden de eerste concepten van het beleidsrapport over de georganiseerde misdaad hier nog niet uitgetikt, of het was al uitgelekt. Al die betrokken partijen met hun belangen: de politiekorpsen, de ver schillende departementen, het openbaai ministerie, de burgemeesters, andere op sporingsdiensten zoals de Fiod... het was allemaal niet meer te overzien. En het speelt niet alleen in Amsterdam. Ik ber ook niet onder de indruk van de snelheid waarmee die andere vier IRT's werden op gericht. Door de IRT-affaire rond Noord Holland en Utrecht zijn de tegenstellin gen tussen al die geledingen die ik noem de alleen maar aangewakkerd." „Die hele affaire heeft de strijd tegen de georganiseerde misdaad op een jaar ach terstand gezet. De misdaad leest alles mef en lacht zich een kriek. De grootste scha de die de affaire heeft aangericht is dat de overheid voor informanten geen betrouw bare partner is gebleken. Zij zullen in de toekomst minder vertrouwen hebben minder snel met die informatie komen. En natuurlijk heerst er binnen de politiewe- reld een verslagen stemming. Een stem ming van: Waai' werken we nog voor?" Een nieuwe minister van justitie mag dt vastgelopen kar uit de modder trekken Van Dijk lacht opnieuw als hem - tever geefs dus - om een oordeel over zijn ver trokken baas Hirsch Ballin wordt ge vraagd. Later: „Hij stond in ieder geval achter me, anders had ik het hier niet vol gehouden." Als directeur van de afdeling 'preventie' - en voorkomen is nog steeds beter dan genezen - is de criminoloog niet tevreden. „Als er voor 250 miljoen gulden meer cellen moeten komen, beslist het ka binet in tien minuten. Maar met een maand praten krijgt de justitieministei een schijntje van dat bedrag voor preven tie niet vrij." Hij noemt het percentage dal zijn afdeling van de totale politie- en justi tiebegroting opslokt („minder dan één!" aan de lage kant. Met een zuur gezicht me moreert Van Dijk de opheffing, enkele ja ren geleden, van zijn zielekind: de afdelin gen 'voorkoming misdrijven' bij de poli tiekorpsen in Nederland. „Allemaal spe cialistische kennis die in jaren was opge bouwd, werd met één streep weggewerkt Alleen omdat de verantwoordelijkhedec niet bij een ministerie mocht liggen. B heb dat toen ervaren alsof me een arit werd uitgerukt." Pas als tegen de avond vol-automatisct de zonnewering omhoog schuift, stokt het uren durende relaas van Jan van Dijk ovei de Nederlandse criminaliteit. 'Ik ben t< somber', lijkt hij te denken, getuige het vervolg: „In Nederland zijn we bereid het openlijk te bespreken, de zaken aan t< pakken. In landen als België en Frankrijk wordt nogal eens van de georganiseerde misdaad weggekeken, omdat er corrup tiekanten aanzitten, gevoelige business Daar laten ze bepaalde problemen maai liever met rust, anders komt er teveel rot' tigheid naai' boven. Onze regeringsnota over de georganiseerde misdaad is in hei buitenland veel geprezen. 'Die Hollander) erkennen de problemen', zeggen ze daar.' Cees van der Laar en Hans Lebei

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1994 | | pagina 32