Pressiegroepen verliezen vaste ingang in politiek V*NS Het einde van de CD A-connectie PZC reportage ZATERDAG 4 JUNI 1994 W- Als het CDA het niet meer voor het zeggen heeft, hoe moet het dan met de belangengroepen die zo nauw met de partij zijn verbonden? Hebben ze straks nog wel iets te vertellen? „Als ze niet naar ons luisteren, voorspel ik oorlog". Bericht over het einde van een historische connectie. Ineens wist iedereen dat-ie jarig was, werd-ie door iedereen gedag gezegd. Terwijl Bert Bakker toch 'slechts' op het secretariaat van D66 werkte. Maai- zijn partij stapte, in 1981 onder leiding van Jan Terlouw, in een kabinet met het CDA. „Ik had het gevoel dat er toen een warme de ken van aandacht over me heen werd ge legd. Heel behaaglijk", zegt Bakker nu, in middels kamerlid voor D66. „Het is dat old boys network waar geen enkele partij zo goed in is als het CDA. Jongens onder elkaar, ons kent ons. Heel informeel, maar in die sfeer werden veel dingen geregeld." Bas de Gaay Fortman, ooit politicus voor de PPR, zegt het nog sterker. „Het defen siebeleid werd gemaakt door de vereni ging van officieren, het onderwijs door de onderwijsorganisaties en het omroepbe leid niet in Den Haag maar in Hilversum. Elke organisatie had zijn eigen vertegen woordiger in de politiek. Het was 'onze man' en hij behartigde de belangen van die specifieke groep." Ir A.J. Latijnhouwers, voorzitter van de Noordbrabantse Christelijke Boerenbond (NCB), maakt er geen geheim van dat de boeren en het CDA vaak twee handen op één buik waren. „Als je de politiek wilt beïnvloeden, dan doe je dat via de partij die het dichtst bij je staat. In ons geval was dat altijd het CDA. We hoorden bij el kaar. Vaak hadden we ook een eigen mi nister. Braks bijvoorbeeld. Hij komt uit een boerenfamilie, net als ik, we hebben samen gestudeerd, we woonden alle twee in Brabant, en Braks is bovendien een aar dige, toegankelijke man." Bondgenoot Dinsdag 3 mei stemde Nederland het CDA uit het centrum van de macht. 'Paars' is nu de zomerkleur, en de christen-demo craten kijken, versuft na een verpletteren de nederlaag, toe. Voor alle maatschappe lijke organisaties die vanwege hun christelijke karakter via het CDA een rechtstreekse toegang hadden tot de rege ringsmacht, is in feite ook een tijdperk af gesloten. Wat moeten die belangenclubs nu hun na tuurlijke bondgenoot het niet meer voor het zeggen heeft? Heerst er paniek in dat 'maatschappelijk middenveld' van bon den, onderwijs-koepels, boeren-circuits, zorgverenigingen voorzover van christe lijke huize? Valt Nederland uit elkaar, wordt het land moeilijker bestuurbaar, omdat het CDA sommige maatregelen niet via de 'eigen' organisaties aan de ach terban kan verkopen? Zoekt de confessio nele lobby zich nu een weg naar de andere partijen? D66'er Bert Bakker: „Er kan een hoop on rust in de samenleving ontstaan, omdat veel organisaties zullen denken: ze luiste ren niet meer naar ons. Maar verstandige clubs hebben de weg naar D66, en andere partijen, natuurlijk al eerder gevonden. Ze moeten hun belangen verdedigen, on geacht welk kabinet er zit. En het is nu ook wel duidelijk dat geen enkele partij ooit meer zo'n machtspositie krijgt als het CDA had, en dus ook geen enkele belan genvertegenwoordiger ooit meer zo'n machtige positie krijgt." Oorlog met boeren Boerenbond-voorzitter Latijnhouwers moet nog meer wennen aan het idee dat de vanzelfsprekendheid van de CDA-macht weg is. Het CDA en de boeren vormden de cennia lang een onverslaanbaar tandem, men sprak eikaars taal. „Als politici van een paars kabinet niet naar ons luisteren, voorspel ik oorlog. De politiek moet aan voelen waar de grenzen liggen, en daar voor heeft ze belangenclubs nodig." Bestuursvoorzitter C. Hovenkamp van de Stichting Philadelphia, die vierhonderd zorglocaties beheert voor mensen met een handicap: „Van de grote partijen draagt het CDA onze visie het krachtigst uit. Hoewel andere partijen zeker niet afwij zend tegenover ons staan, biedt alleen het CDA ons honderd procent garantie dat we vanuit een christelijke visie gehandicap tenzorg kunnen verlenen. Als het CDA te lang uit de macht wegblijft, wordt die garantie minder hard." Processies Voor socioloog prof dr R.A. de Moor is de verkiezingsuitslag geen schok, maar slechts het bewijs voor de geleidelijke ver anderingen in de samenleving. De belang rijkste daarvan is de ontkerkelijking. Mensen zijn zich steeds minder verbon den gaan voelen met het geloof en daar mee ook minder met belangenorganisa ties en politieke partijen die voortkomen uit dat geloof. De Moor: „De historische verstrengeling tussen christelijke organisaties en confes sionele politiek wordt nog steeds als machtig gezien. Maar dat is al lang niet meer zo sterk als twintig jaar geleden, toen de bestuurders van confessionele or ganisaties per definitie uit de kring van ARP, CHU of KVP kwamen." Tegenwoordig, constateert de socioloog, handelen en beslissen burgers veel meer aan de hand van hun eigen oordeel dan dat ze zich laten leiden door een geloof of een ideologie. Maatschappelijke organi saties, zoals ziekenhuizen, zijn allereerst zakelijke instellingen met een professio nele instelling. „Vroeger namen boeren deel aan proces sies in een tijd van droogte. Men bad. er waren rituelen, zoals een oogstfeest. Te genwoordig is men ook daar wel zo ver te bedenken dat de configuratie van wolken Belangenorganisaties moeten voortaan nicu we ingang in de poli t iek zoeken Illustratie Edith Buenen bepaalt of het regent. Bij jongere boeren zie je ook dat ze heel zakelijk kijken welke partij ze het meest te bieden heeft. Ze ge dragen zich als moderne ondernemer. En stemmen dus niet meer als vanzelfspre kend op het CDA. Die ontwikkeling gaat door, met of zonder het CDA, dat maakt echt niets meer uit." De Moor, zelf CDA-lid,- herinnert zich hoe hij als belangenbehartiger van de com missie die in 1979 de komst van de Open Universiteit moest voorbereiden, het CDA voor zijn ideeën won. „In het CDA heerste grote twijfel of de universiteiten met confessionele achtergrond concur rentie zouden gaan ondervinden van de Open Universiteit, die een neutrale rijks instelling zou worden. Op dat moment trad het CDA-circuit in werking. Ik stapte naar Deetman. Het wantrouwen werd weggemasseerd, Deetman nam mijn standpunt over en de CDA-fractie ging uiteindelijk om. De Open Universiteit kwam er." Zo vanzelfsprekend is het nog maar zel den vandaag de dag. Zegt voorzitter E.W. de Jong van de Protestants Christelijke onderwijs op christelijke grondslag. „Er ligt een nieuwe wet van PvdA-minister Ritzen die stelt: meer samenwerking in het middelbaar beroepsonderwijs Dat leidt in feite tot het verdwijnen van de bij zondere scholen. We zijn daarover onmid dellijk met de CDA-fractie gaan praten. We hebben gezegd: daar zijn jullie het toch niet mee eens, want er worden instel lingen van de kaart geveegd. Dat heeft niks geholpen!" Steun De PCO-voorzitter is nu al bijna zover dat hij het telefoonnummer van D66-onder- wijsspecialist Aad Nuis in zijn agenda heeft genoteerd. Dat heeft de kiezer begin mei toch maar mooi bereikt. Max van den Berg heeft ongetwijfeld zijn telefoonlijstje up to date. De oud-voorzitter van de PvdA weet wat het is zaken te doen met wisse lende politieke contacten. Als voorzitter van de Novib - toch een aan de sociaal-de mocratie gelieerde club - maakte hij een kabinet mee mét en zonder de PvdA. Was er verschil? „Mensen denken blijkbaar dat het nog zo eenvoudig, zo rechtlijnig is. Dat het steeds handjeklap is tussen PvdA'ers Van-den Berg en Wim Kok Nou, dat is voorbij." Hij belt wel met Kok, maar persoonlijk contact kan bezuinigingen op ontwikke lingshulp niet verhinderen. „Met Pronk, een PvdA-minister van ontwikkelingssa menwerking, hebben we de afgelopen ka binetsperiode ernstig van mening ver schild. Volgens enquêtes hebben we meer steun onder de bevolking dan onder poli tici, meer zelfs dan onder onze 'eigen' poli tici." Van den Berg wijst erop dat belangenor ganisaties niet langer één stroming in de samenleving vertegenwoordigen. De mi lieubeweging, Greenpeace, Natuurmonu menten. maar ook zijn eigen Novib, heb ben een achterban die niet bestaat uit al leen maar gelovigen, alleen maar sociaal democraten of alleen maar werkgevers. Trouwens, wat te denken van krachtige lobby's als die van de ANWB en de Vereni ging van Nederlandse Gemeenten? Ontkoppeld Volgens De Gaay Fortman staan organi saties die zichzelf hebben losgekoppeld van de politiek er het beste voor. Moderne maatschappelijke organisaties streven niet meer naar eigen zetels in het parle ment, ze kijken wel uit medeplichtig te worden aan een bepaald beleid. De oud- PPR-parlementariër constateert: „Belan genorganisaties zijn nog slechts pressie groepen, waar het algemeen belang vol strekt is weggedrukt door eigenbelang." In de analyse van De Gaay Fortman was het ouderwetse maatschappelijk midden veld gebaseerd op georganiseerd vertrou wen. De achterban kende zijn vaste verte genwoordiger aan wie men de onderhan deling overliet. Maar tegenwoordig is dat middenveld gebaseerd op georganiseerd wantrouwen. „Het protest is tegenwoor dig - mede dankzij de fax - bliksemsnel georganiseerd. Men is het ergens niet mee eens, een demonstratie wordt geregeld, en dan is het weer afgelopen. Het is instabie- ler geworden. Kijk naar de ouderen. Die zitten ook niet meer aan één club vastge bakken. Over vier jaar stemmen ze mis schien weer ergens anders op." Voor kabinetten is de samenleving daar mee stukken minder bestuurbaar gewor den. De afgebrokkelde CDA-macht ver sterkt dit. Die door sommigen zo verfoei de, vloeibare overgang tussen christen democratie en verwante maatschappelij ke organisaties had vroeger immers ook voordelen: het CDA en haar drie christelij ke voorgangers gebruikten soms die 'ei gen' organisaties om maatregelen erdoor te drukken. Gezag Onderwijsvakorganisatie (PCO): „In de afgelopen vier jaar zijn de boeren wel mooi met hun trekkers naar het Binnenhof ge reden. En in het onderwijs hebben wij, als het gaat om arbeidsvoorwaarden, beter zaken gedaan met PvdA dan met het CDA." Ontsteld toont De Jong zich over de CDA- houding met betrekking tot het beroeps- De Gaay Fortman: „Wie heeft nu nog het gezag om maatregelen te verdedigen die moeilijk liggen in de samenleving?" Toch moeten er moeilijke boodschappen ver kocht worden, of er nou draagvlak voor is of niet. Prof de Moor: „Het maatschappe lijk middenveld houdt van nature veran deringen t^gen als die ten nadele zijn van haar achterban. Welke politieke partij gaat daar tegenin als dat stemmen kost? In feite zijn ze eikaars gevangene op een aantal terreinen." De Gaay Fortman: „Het is allemaal be hoorlijk onoverzichtelijk en onvoorspel baar- geworden. Bijvoorbeeld: de energie prijs moet omhoog. Hoe denkt een paars kabinet dit voor elkaar te krijgen zonder een hoop herrie?" Diverse waarnemers gaan er nu ook vanuit dat het CDA ervan moet profiteren als een paarse coalitie im populaire maatregelen zal willen treffen, bijvoorbeeld op het terrein van de sociale zekerheid. Maar ook een eventuele terugkeer van het CDA in het centrum van de macht, maakt het landsbestuur er niet eenvoudiger op. Ook de christendemocraten zullen hun vroegere geestverwanten in het maat schappelijk middenveld steeds vaker lijn recht tegenover zich vinden. De Moor: „Zelfs al zou het CDA terugkomen met een absolute meerderheid, dan nóg geldt: de ontkerkelijking gaat gewoon door. De grote maatschappelijke kwesties gaan niet meer over het verdedigen van een christelijke signatuur." Dick Hofland en Maurice Wilbrink

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1994 | | pagina 31