Illegalen steeds meer in het nauw
We hebben al zo veel tranen verloren
PZC
Regering dicht mazen in het net
50000 8 I 4"171%
I 24 023 18 809 17-284 16-788 13 002 1»
reportage
24
V* "V
ZATERDAG 30 APRIL 1994
Bollen pellende illegale
vreemdelingen zijn steeds
moeilijker te vinden. Niet omdat ze
zich beter in de kassen verstoppen,
maar omdat ze geweigerd worden
door huiverige tuinders. Ook de
confectie-ateliers zetten vandaag de
dag liever een legale vreemdeling
achter de naaimachine dan een
illegale. Het zijn de tastbare
bewijzen dat de harde aanpak van de
illegalen en hun werkgevers effect
begint te sorteren. Bovendien
moeten twee extra opvangcentra en
'vliegende brigades' het de illegale
nieuwkomers vanaf mei onmogelijk
maken om ook nog maar één voet
over de grens te zetten.
Ruim twintig jaar zijn ze met rust gela
ten Ze mochten eigenlijk met in Ne
derland zijn, maar ze kregen wel een sofi-
nummer en een uitkering. Ze woonden in
een huis met huursubsidie en ze werkten
op die plekken waar Nederlanders niet
meer wilden werken. Maar nu moeten ze
plaats maken voor de wassende stroom le
gale vreemdelingen.
Hoeveel mensen illegaal in Nederland ver
blijven weet niemand. De schattingen va
riëren van 100.000 tot 200.000 mensen. De
strop om hun nek wordt niettemin steeds
strakker aangehaald. Het aanvragen van
een sofi-nummer of uitkering is al niet
meer mogelijk. Daarbij komt dat de ver
schillende ministeries de opdracht heb
ben gekregen alle loketten die nog voor il
legalen open zijn te sluiten.
Voor 1 mei moeten de voorstellen bij de
ministerraad liggen. Het ministerie van
Vrom bijvoorbeeld wijzigt de Huisves-
tingswet zodanig, dat gemeenten geen
woonvergunningen meer kunnen ver
strekken aan illegalen. Woningbouwver
enigingen en andere verhuurders wordt
het met behulp van de Woningwet onmo
gelijk gemaakt hun huizen nog langer aan
illegalen te slijten. De aangepaste Wet
Huursubsidie zorgt ervoor dat geen cent
meer aan een illegale huurder kan worden
uitgekeerd.
V reenidelingendienst
Eén loket blijft daarentegen altijd open:
dat van het bevolkingsregister. Maar of de
illegaal daar iets mee opschiet is de vraag.
Vanaf 1 mei moet iedereen die zich wil in
schrijven een identiteitsbewijs tonen èn
een geldig verblijfsdocument. Wie dat niet
kan laten zien. wordt met een speciale
aantekening in het register opgenomen.
Een aantekening die linea recta bij de
vreemdelingendienst van de politie te
recht komt.
Aan het eind van dit jaar wordt de ge
meentelijke basisadministratie landelijk
ingevoerd. Dan staat de bevolkingsadmi
nistratie in een computernetwerk, waarop
de vreemdelingendienst, de belasting
dienst, de sociale dienst, de verzekeraars
en de pensioenfondsen zijn aangesloten.
Allemaal kunnen ze op hun gemakje gaan
kijken en gaan bladeren. Met alle gevol
gen vandien.
De gemeente Rotterdam maakt nu al gre
tig gebruik van de bestanden van het be
volkingsregister. En verzamelde zo ruim
duizend adressen waarmee iets loos is.
Doel is het uitroeien van de illegale pen
sions. Rotterdam telt 150 legale pensions
maar na een eerste onderzoek bleek dat er
al 350 illegale gastenverblijven bij opge
teld kunnen worden. Nadat de bevolking
lucht kreeg van deze actie, werden er trou-
Honderden illegalen stonden onlangs in Amsterdam in de rij voor een verblijfsvergunning, die voor 1000 gulden te koop zou zijn.
foto CeesZorn
Werkgevers in de tuinbouw en de textiel nemen voor het
eerst sinds twintig jaar nog nauwelijks illegale
w erknemers in dienst. Het inhuren van illegalen is sinds kort
een misdrijf en kan werkgevers op maximaal een jaar cel of een
boete van 100.000 gulden komen te staan. Diverse illegalen die
zich recentelijk bij tuinders hebben gemeld, kregen daar tot
hun grote verbazing nul op het rekest.
De steeds strengere kabinetsmaatregelen ten aanzien van
illegalen lijken daarmee effect te sorteren. Volgende maand
komen bovendien nog twee extra opvangcentra en 'vliegende
brigades' bij de grenzen om zoveel mogelijk nieuwe illegalen
tegen te houden. Binnenkort wordt het illegalen tevens
onmogelijk gemaakt een woonvergunning en huursubsidie aan
te vragen. De betrokken ministers moeten hun voorstellen
hiertoe uiterlijk 1 mei inbrengen in het kabinet. Illegalen
krijgen al enige tijd geen sofi-nummer meer en komen niet in
aanmerking voor een uitkering.
Diverse gemeenten overwegen via het bevolkingsregister
illegale pensions op te sporen. Ook denkt men er aan op scholen
te gaan controleren of alle kinderen wel legaal in Nederland
verblijven. Op die manier wil men de ouders achterhalen en ze
vervolgens het land uitzetten.
wens nog honderdtwintig pensions met
een luchtje bij de dienst 'stedebouw en
volkshuisvesting' aangemeld.
De gemeente geeft al deze adressen weer
door aan de vreemdelingendienst. Want
tijdens de inspectie van deze meestal
oude. rotte panden in het centrum worden
niet alleen kakkerlakken en wandluizen
aangetroffen, maar ook kamers vol lege
matrassen en stapels post op de trap. Rot
terdam wil alle illegale pensions dichttim
meren, het gas. water en licht afsluiten en
de kosten ervan op de eigenaar verhalen.
Overigens moeten de illegalen die hun
kinderen netjes op school hebben zitten
óók op gaan passen. Het bestuur van de
havenstad heeft namelijk ook wel oren
naar het doorvlooien van de lijsten met le
gale en illegale leerlingen. Onderwijs is
namelijk een dure zaak.
Kostbaar is ook het leger werklozen in Ne
derland. Zo'n 700.000 werklozen doen een
beroep op de sociale voorzieningen 'En
dat zou veel minder kunnen zijn als de ille
galen niet zo veel banen hadden ingepikt',
zo luidt een in extreem-rechtse kringen
bekende veronderstelling. Het Neder
lands Economisch Instituut heeft recent
nog becijferd dat dit allemaal nog wel mee
valt. De illegalen houden nog geen half
procent van het totale aantal banen bezet.
Het instituut spreekt over plusminus
30.000 arbeidsjaren en het ministerie van
justitie schat dat deze 'arbeidsjaren' wor
den ingevuld door zo'n 70.000 illegale
vreemdelingen. Ze zijn werkzaam in de
sectoren landbouw, textiel, metaal, in
stallatie, horeca, schoonmaak en veilin
gen.
Het inhuren van een illegaal wordt sinds
vorig jaar beschouwd als een misdrijf.
Werkgevers die het erg bont maken krij
gen maximaal een jaar cel of maximaal
100.000 gulden boete. Mogelijk kan de
baas daar dit jaar ook nog de kosten van
de verwijdering van de illegale werknemer
bij optellen. Er heeft nog geen tuinder in
de cel gezeten, maar het effect van de
maatregelen is wel merkbaar. Het valt de
controlerende Dienst Inspectie Arbeids
verhoudingen (DIA) de laatste tijd op dat
tuinders steeds meer terugvallen op mee
werkende familieleden of goedkope ar
beidskrachten uit de EU-staten Ierland en
Griekenland.
Amsterdam heeft een bijzonder probleem
wat illegale arbeid betreft. De stad wordt
geteisterd door zo'n 650 illegale naaiate
liers die gezamenlijk een geschatte omzet
hebben van meer dan een half miljard gul
den. De legale produktie van confectie in
Amsterdam is daardoor al behoorlijk op
z'n gat komen te liggen. Eind vorig jaar
begon de politie in samenwerking met de
DIA met wekelijkse invallen. De eerste
miljoenenclaims van de belastingdienst
liggen al bij de eigenaars op de mat. Het
effect daarvan is dat de DIA steeds min
der illegale vreemdelingen op de werk
vloer aantreft. De werkgevers zoeken in
middels voorzichtig contact met de ar
beidsbureaus die meedenken over oplos
singen. Anderen hebben op een andere
manier eieren voor hun geld gekozen en
zijn met bedrijf en al verhuisd naar Tur
kije.
Medaille
De medaille die de overheid zichzelf onge
twijfeld wil opspelden, heeft echter een
keerzijde. De handel in sofï-nummers en
andere documenten, die een illegale
vreemdeling nog de schijn van legaliteit
geven, floreert als nooit tevoren. Vervalste
vestigingsvergunningen zijn 50.000 gul
den waard, een verblijfsvergunning doet
op de markt zo'n 20.000 gulden. Nu Justi
tie fraudebestendige documenten intro
duceert, worden de vervalsingen alleen
maar duurder. Het gevaar dat illegalen af
hankelijk worden van criminele organisa
ties omdat ze veel geld nodig hebben,
neemt daarmee verder toe. Want van te
rugkeren is geen sprake.
Wie er straks in slaagt de 'vliegende briga
des' aan de grens te passeren, duikt on
middellijk onder in de illegaliteit. Het
melden bij de overheid heeft toch geen en
kele zin. Niemand wil het risico lopen dat
hij of zij binnen een dag weer wordt terug
gestuurd. De groep illegalen wordt in de
toekomst dus nog ongrijpbaarder. Het be
wijs daarvan leveren de EG-landen die al
langer de stroom vreemdelingen proberen
in te dammen. Door het strengere toela
tingsbeleid in Duitsland daalt bijvoor
beeld het aantal asielzoekers, maar tege
lijkertijd stijgt het aantal illegalen be
hoorlijk.
Organisaties die zich het lot van de vreem
delingen in ons land aantrekken voorspel
len 'Franse of Italiaanse toestanden'.
Daar zijn de loketten van de overheid
nooit voor illegalen open geweest, waar
door de mensen zonder geldige verblijf-
spapieren volstrekt op zichzelf zijn aange
wezen. Dat weten ze ook, maar ze komen
toch. In het beste geval verkopen ze exoti
sche hebbedingetjes om te overleven. Veel
vaker zoeken ze hun toevlucht tot de al
dan niet georganiseerde misdaad. De
groep illegalen is in Nederland nog altijd
kleiner dan in de omringende landen. Ze
veroorzaken ook veel minder overlast.
Dat heeft niets te maken met het feit dat
Nederland het hoogste percentage uitzet
tingen heeft, maar alles met de weten
schap dat wie naar Nederland kwam tot
voor kort nog een kans maakte op een be
ter en soms zelfs een legaal bestaan.
Karin Swiers
Hij staat op een dodenlijst. „Als ik te
rug ga naar mijn land. word ik ver
moord." Hals over kop vluchtte hij met
zijn vrouw naar Nederland. Hier overle
ven ze, illegaal, met schoonmaken en ba
bysitten, goed voor zo'n zestig gulden
per week. „We eten veel piendakhas."
Als hij weer een wc heeft schoongemaakt
en in de spiegel kijkt, denkt David wel
eens ben ik dit, ben ik dit? David had
alles, net als zijn vrouw, Sjiva. Lieve ou
ders. welgesteld ook. mooi huis, bedien
den zelfs, een auto. een opleiding. „Zeg
maar gerust: veel luxe." Hij studeerde
voor veearts, zij bekwaamde zich in com
puters. „Onze ouders zijn opgegroeid in
een cultuur waar je alles voor je kinderen
over moet hebben, ze het beste moet ge
ven. zodat ze hun mogelijkheden opti
maal kunnen benutten
David reed in snelle auto's, maar interes
seerde zich toch meer voor politiek. „Ik
vroeg me af: waarom wordt er in mijn
land altijd gevochten?" Hoe meer hij
zich in de problemen verdiepte, hoe meer
hij zich realiseerde: het klopt niet. „Ik ge
loof dat mensen vreedzaam moeten kun
nen samenleven, dat de ene groep niet
achtergesteld mag worden bij de an
dere." Hij droeg dat zo sterk uit. dat hij
op de universiteit werd gekozen tot lei
der van de studenten.
Vanaf die dag liep hij altijd met een pi
stool op zak. „Als ik opstond controleer
de ik mijn wapen, maakte het schoon,
laadde het Het lag altijd onder handbe
reik. Met de dag werd ik alerter, bijna pa
ranoïde. Bij het minste of geringste greep
ik m'n pistool al. Zelfs als er gewoon
maar op de deur werd geklopt. Op het
laatst was ik doodsbang dat ik zomaar
een familielid of een vriend zou neer
schieten. puur uit paniek. Ik had dat
nooit verwacht, want ik was niet zo'n fel
le. ik wil ook altijd proberen mensen tot
elkaar te brengen. Maar in mijn land kan
dat bijna niet- Ook al vind je zelf dat je
neutraal bent. dan zijn er altijd anderen
die je als hun tegenstander beschou
wen."
Schietpartijen
VREEMDELINGEN IN NEDERLAND
Vreemdelingen in Nederland naar land van nationaliteit - 1 januari 1993
212.450
200 000 184.100
8165138 «a»»
150 000
100000 ffl v::
0
Vreemdelingen
in Nederland 1984/1993
gelijk aan
wan Ha f
5% van de
bevolking
v#1
,o^°
Hij werd bedreigd, in brieven, met woor
den. Ze zouden hem wel weten te vinden
als-ie zo doorging. Of zijn vrouw. Of zijn
ouders. Hij kwam in wilde schietpartijen
terecht. „Het was eng, maar op een be
paalde manier hoorde het bij mijn le
ven." Tot een bevriende politieman hem
op een dag een map liet zien. Er zat een
lijst in met negen namen van mensen die
zo snel mogelijk omgebracht moesten
worden. Ergens in het midden stond zijn
naam. Er zaten foto's bij en lijsten met
activiteiten waar hij bij betrokken was
geweest.
Hij schrok niet eens zo heel erg. Maar hij
wist: „Zo snel mogelijk het land uit,
Want morgen of overmorgen zouden ze
me neerschieten, m'n auto opblazen of
gif in m'n thee doen. Die andere bedrei
gingen, daar kon ik nog wel eens luchtig
over doen, maar dit was serieus, héél se
rieus." Vluchten naar buurlanden was te
gevaarlijk, daar zouden ze hem zo heb
ben opgespoord. Hij moest naar Europa.
Maar alle vluchten zaten vol, die week.
Zijn smeekbedes aan de balie van het
vliegveld hadden succes, het meisje
boekte twee passagiers over naar een
vlucht van een week later. Hij kon weg.
met zijn vrouw, die geen moment aarzel
de Het afscheid van hun ouders was
kort. „We wisten van elkaar dat we heel
lang geen contact meer zouden hebben
Zelfs een telefoontje is te gevaarlijk. Bij
iedereen die ik ken wordt de telefoon af
geluisterd. dus ik zou zó kunnen worden
opgespoord. Ik heb geen idee hoe het
met onze ouders gaat, en zij hebben geen
idee waar wij zitten."
Angst
Ze zitten dus in Nederland, ergens. Nie
mand weet het, niemand kent ze Eigen
lijk bestaan ze niet. Via Luxemburg kwa
men ze hier. bijna een jaar geleden al
weer. Nergens problemen bij de douane.
„We lieten onze paspoorten zien, knikten
netjes en konden zo doorlopen. Studen
ten hè. niks aan de hand." Toch steeds
weer bang. vooral op straat. „In het be
gin dacht ik bij iedere agent die ik zag:
Het is gebeurd, we worden gemarteld en
dan vennoord."
In één week was het geld op. Bij het sta
tion woonden ze onder hun jas: 's och
tends. 's middags, 's avonds, 's nachts.
Gehuild hebben ze. heel veel gehuild.
„No more tears left." Tot die mevrouw
langskwam en vroeg wat ze daar deden.
„Geen keus. lady. Geen keus." Dank zij
haar wonen ze nu in iets wat op een huis
lijkt. Een kamertje met een gaskachel,
een smalle kamer met twee matrassen
op de grond, een keukentje. Pas hebben
ze, met hulp, een derdehands geiser op
gehangen zodat ze nu ook warm water
hebben. Baden doen ze in een plastic
badje van Blokker. Ze hebben de muren
geverfd en gordijnen gemaakt van de
eerste tientjes die ze verdienden. „Het is
óns huis."
De buren zeggen ze gedag, meer niet.
Vrienden hebben ze niet. „Als je vrien
den wilt maken, moet je de waarheid
spreken en dat kan niet. Als de verkeerde
mensen horen wie we zijn, is het met ons
gebeurd." Ze zijn niet zo veel thuis. Om
zes uur staan ze op, steeds op zoek naar
klusjes. Ze pakken alles aan. „Want we
willen niet bedelen en ik houd er niet van
om 'on my billen' te zitten." Soms kun
nen ze ergens schoonmaken, voor een
paar gulden per uur, soms worden ze ge
vraagd om te babysitten, ook voor een
paar gulden per uur. Als het meezit zijn
ze de hele dag bezig, tot 's avonds laat
En dan wil het wel eens gebeuren dat ze
in een week honderd gulden hebben ver
diend Honderd gulden. Dat is feest.
„Meestal is het zestig, zeventig gulden."
Dan pluizen ze de huis-aan-huisbladen
na, op zoek naar aanbiedingen. Ze lopen
van de ene naar de andere supermarkt
om het goedkoopste van het goekoopste
in te slaan. Als er ergens kip in de aanbie
ding is. gaan ze er naartoe en kopen een
kilo. „Kunnen we een paar dagen voor
uit. Kip is het goedkoopste. Ander vlees
is meestal veel te duur." 's Avonds eten
ze goed, daar hebben ze een traditie van
gemaakt. Verder is het 's ochtends een
paar boterhammen met pindakaas en 's
middags meestal niets. „Ja. we eten veel
piendakhas."
Geen junks
Alle inkomsten en uitgaven worden op
geschreven. Wat niet kan, kan niet. Cho
cola is er niet bij. Roken en drinken doen
ze niet. dat scheelt. Ze willen er uitzien
als gewone mensen, dus zoeken ze bij
Brons en Zeeman naar goedkope, maar
nette kleren.
„We zijn geen junks, geen criminelen, en
daar willen we ook niets mee te maken
hebben. We willen niemand tot last zijn.
We proberen zo gewoon mogelijk door
dit leven te gaan, en daarvoor moeten we
ons gewoon gedragen en er ook gewoon
uitzien. Onze houding is: gedraag je
nooit als illegalen. Mensen die ons zien,
denken: kijk, een gelukkig stel. Die den
ken niet: wat lopen die mensen er vrese
lijk bij, daar is iets mee. We trekken be
wust constant met elkaar op. Als paai
vallen we niet op. als eenling loopje veel
meer gevaar Veel lotgenoten kunnen
dat niet opbrengen, die worden na een
paar maanden gepakt, omdat ze op
straat zijn gaan slenteren, er verwaar
loosd bijliepen, zijn gaan stelen of aan de
drugs waren geraakt. Dat zal ons niet ge
beuren. Nooit."
Sjiva is al een paar dagen ziek, grieperig.
David komt thuis met Coldrex. Morgen
kunnen ze ergens schoonmaken. „Ze
moet morgen beter zijn, we kunnen der
tig gulden verdienen." Sjiva lacht. Nee,
ze vindt hem niet hard. „Dat is heel veel
geld. dertig gulden. Ik mag niet ziek zijn,
we moeten eten. Life goes on."
Ze leven van dag tot dag. „The days just
go by." Niet te ver vooruit denken. Niet
piekeren over september, als hun huis
wordt afgebroken. Niet denken aan het
verleden, niet denken aan thuis. „We
hebben het geluk dat we nog jong zijn, we
kunnen ons aanpassen. En we zijn ge
traind om na te denken. Dat is ons geluk,
dat we een behoorlijk verstand hebben.
Daardoor kunnen we onze emoties ver
dringen. Het slechtste datje kunt doen,
is in een hoekje gaan zitten en je zielig
voelen. De verleiding om dat te doen is er
wel, natuurlijk wel, maar we doen het
niet. We hebben al zo veel tranen verlo
ren, het is genoeg geweest."
Ze spreken uitstekend Engels en zelfs al
een beetje Nederlands; lezen gaat nog
beter en als je heel langzaam praat, kun
nen ze het ook verstaan. Ze willen dol
graag goed Nederlands leren, want hun
doel is hier te blijven. Voor altijd. Dat zal
niet meevallen. De regels worden strak
ker en strakker, het land waar zij van
daan komen ligt niet in Europa en valt
vooralsnog niet onder de 'onveilige lan
den'. Onbegrijpelijk, vinden David en
Sjiva. Ze weten hier nog niet half wat er
allemaal gebeurt, „Het is een waanidee
om te denken dat het in ons land veilig is.
Elke dag worden er mensen neergescho
ten of opgepakt."
Verbetering moeten we niet verwachten,
de eerste twintig jaar zeker niet, want het
zit diep daar, de haat. Daarom ligt hun
toekomst in Nederland. Zeker Sjiva had
dat niet gedacht. „Toen ik hoorde dat we
naar Nederland zouden vluchten, dacht
ik: oh boy, wat moet ik daar in vredes
naam? Zo ver weg. En koud." Maar dat
denkt ze niet meer. Nederland is gewel
dig, zegt ze. en David knikt. „Eindelijk,
eindelijk hoeven we niet meer bang te
zijn, kunnen we vrij zijn, hoeven we niet
meer steeds over onze schouder te kij
ken. We zijn zo blij dat we in elk geval een
veilig leven kunnen leiden." Het pistool
draagt hij al lang niet meer.
Eén angst is er nog wel: aangehouden
worden. „We leven niet elk moment van
de dag met die angst, want nu we hier al
lang zijn en blijkt dat we kunnen leven
zoals we leven, krijg je vertrouwen. Maar
de kans dat we worden aangehouden
blijft bestaan." David: „Het zou mijn
doodvonnis zijn. Als ik terug ga naar
mijn land word ik vermoord." Daarom
durft hij ook nog geen asiel aan te vra
gen. Want dan moet hij zich bekend ma
ken. En dan weten ze in zijn' gèboorte-
land meteen waar hij zich schuil houdt.
„Met als gevolg dat er overmorgen ie
mand op de stoep staat, die me neerk
nalt."
Dick Hofland
(In verband met de privacy zijn de na
men van de betrokkenen veranderd).