Politici overgeleverd aan waan van de dag ■p CDA Gekissebis en losse flodders GROENLINKS P reportage ZATERDAG 30 APRIL 1994 Qh, ging het vandaag daarover, al menig rondreizend politicus in deze campagne wel eens hebben verzucht na het bekijken van het 8- uur Journaal. Want wat was in het nieuws? Arscop BV, een opiniepeiling, een aanval van Lubbers, weer een peiling, nog maar eens Lubbers, de paarse coalitie, het ministelsel, de werkloosheid, een rel tussen Hirsch-Ballin en Van Mierlo en jawel een opiniepeiling. Gekissebis, losse flodders en mannetjesmakerij. De inhoud van de programma's van de partijen kreeg niet of nauwelijks aandacht. Vroeger was dat toch anders, is het niet? CRATEN Hans van Mierlo als VN-blauwhelm in Sehaarsbergen. foto Koen Suyk/ANP Kok in Utrecht, foto Raymond Rutting/ANP DEMOCRATEN Bolkestein in Alphen aan den Rijn. foto Monique Baan/GPD Brinkman op tournee. foto Monique Baan/GPD ze democratie van oudsher een belangrij ke rol in het recruteren van bestuurders. Maar ook dat is aan het afnemen. „Het le dental daalt pijlsnel en onder de overblij vers is maar een klein deel aan te merken als actief partijlid Uitgerekend is dat mo menteel de bestuurders nog maar gehaald worden uit 0.4 procent van de bevolking." Bij het CDA signaleert Van Praag een enorm gebrek aan zwaarte in de top. In 1989 had je gezaghebbende politici als Lubbers. De Koning. Van den Broek en Ruding. Brinkman ligt onder vuur en ver der zijn er alleen een Van Rooy en Heer- DEMOCRATEN DEMOCRATEN Stipt om half acht moet de CDA-mani- festatie beginnen. Waarom? Omdat Elco Brinkman anders het 8-uur-Journaal niet haalt. Zenuwachtig ijsbeert woord voerder Frits Wester achter in de zaal, de tijd nauwlettend in de gaten houdend. De NOS-verslaggeefster die al twee weken de CDA-bus volgt, maakt zich klaar voor de live-uitzending. Dan is het zover. Na het welkomstwoord van de plaatselijke CDA-voorzitter en de bijbeltekst van de landelijk voorzitster, volgt het verlossende woord voor de jour naalredactie en Brinkmans mannetjes maker. „Straks krijgt u hem uitgebreider te horen, maar nu eerst even onze man: Elco Brinkman." Applaus. Brinkman ratelt drie minuten lang voor de camera. Opgewonden alsol hij de climax van een lange rede heeft be reikt. De verbaasde aanhang ziet zijn voorman daarna weer van het podium af- klauteren. Het is tien voor acht, het Jour naal kan gaan monteren en het CDA-pro- gramma gaat weer rustig verder. De echte toespraak van Brinkman volgt pas later op de avond, te laat voor Journaal-ver slaggeefster Maria Henneman. Zo gaat dat dus, het samenspel tussen journalistiek en politiek. Dat wat wij de campagne noemen. Kok en Rottenberg in Haarlem. De CDA-karavaan in Nijverdal. D66 op tournee in Zeeland. Een housepar ty van GroenLinks. Pronk en Rosenmöl- ler slapen langs de snelweg in Dordrecht. Journalisten hebben nogal de neiging te redeneren: zij doen de campagne, wij doen het verslag. Maar voor de kiezer bestaat de campagne uit dat wat de krantenkop pen en tv-beelden haalt. PvdA-lijsttrek- ker Kok weet dat ook en heeft zijn dagin deling zo gekozen dat hij 's avonds bijna niet in het land optreedt en pas de volgen de dag ondervraagd kan worden over de waan van de dag. Dat geeft hem tijd om na te denken over een adequaat antwoord. Aandacht Uit een onderzoek van de Universiteit van Amsterdam blijkt dat PvdA. CDA, VVD en D66 zich sinds eind februari vooral heb ben gericht op elkaar en een paar andere politieke partijen: meer dan de helft van alle aandacht in de media ging daaraan op. Alleen de VVD zit net onder de 50 pro cent. In de afgelopen week lag het gemid delde over alle vier de partijen zelfs rond de 80 procent. De vakgroep communica tiewetenschap zette ook op een rijtje hoe veel de politici in de afgelopen maanden daarnaast op tv. radio en in landelijke kranten nog aan het woord kwamen over andere thema's: WD en PvdA scoorden de hoogste percentages met aandacht voor asielbeleid (respectievelijk 20.8 en 12,4), CDA en D66 met sociale zekerheid (14,2 en 10,5). In deze verkiezingscampagne zijn strijd punten 'opvallend afwezig', zegt sociaal wetenschapper Jan van Dijk van de Uni versiteit van Utrecht. „In het begin leek het er even op dat het buitenlanders- vraagstuk zo'n strijdpunt zou gaan wor den. Dat is helemaal weggezakt. Nu lijkt de campagne te worden bepaald door los se flodders en schoten voor de boeg. 't Is net of de partijen het spoor bijster zijn." Media Voor een deel is dat de schuld van de me dia, die een steeds grotere rol in de cam pagne spelen, zegt Van Dijk. Hij vindt dat televisie, radio en kranten bijdragen aan de 'versplintering' van het campagne. „De media willen het publiek telkens wat nieuws brengen en hebben dus graag elke twee dagen een ander onderwerp." Ook politicoloog Philip van Praag van de Uni versiteit van Amsterdam vindt dat de me dia - vooral het Journaal - in grote mate de agenda van de politiek bepalen. Maar hij ziet het meer als een wisselwerking tussen politiek, journalistiek en publiek. „Het electoraat kan best een inhoudelijke discussie aan. maar zit daar niet avond aan avond op te wachten", zegt Van Praag. „Wanneer wordt er in de zaaltjes het hardst geklapt? Als er leuke polarise rende opmerkingen worden gemaakt." Mensen willen vooral simpele vraagstuk ken. retoriek en een helder vijandbeeld, stelt de politicoloog. De media begrijpen dat maar al te goed, zegt Van Praag. Mannetjesmakers Volgens de wetenschapper komt de kri tiek dat de campagne nergens over gaat elke verkiezingsstrijd terug. „Waarmee wordt bedoeld dat het niet over de inhoud van het beleid gaat maar over de persoon. Het is altijd hetzelfde verhaal over de mannetjesmakers", verzucht hij. Nu wordt er geschreven over Elco Brinkman en zijn adviseur Frits Wester, maar in feite is dat niks nieuws. Al in 1977 publiceerde het opinietijdschrift Vrij Nederland een hele bijlage over dit onderwerp met als ko ningskoppel Den Uyl en zijn 'mannetjes maker' Kees Bode, herinnert Van Praag. „En het gaat wel degelijk over thema's", zegt Van Praag. Het valt hem wel op dat zowel partijen als media zich laten leiden door onderwerpen die in zijn: criminali teit, werkloosheid of sociale zekerheid. Volgens Jan van Dijk draait het om een combinatie van imago en beleid. „De poli tieke inhoud sijpelt als het ware door in de persoon van de lijsttrekker. Bij Brinkman bijvoorbeeld is dat fout gegaan. Daar is geprobeerd de zakelijke, koele bestuurder te presenteren als man van het volk. Je ziet dan dat hetgeen waar iemand voor staat niet zo maar opgerekt kan worden. Bij Kok gaat dat beter. De PvdA buit zijn imago van soberheid, degelijkheid en be trouwbaarheid uit, eigenschappen die het goed doen bij het Nederlandse volk. Daar sluit de presentatie dus beter aan bij de afgelopen vier jaar. Van Dijk geeft echter toe dat deze aanpak meer met beeldvor ming dan met feitelijkheden van doen heeft. „Het is allemaal niet zo duidelijk, je kunt er in lezen watje wil." Ideologie Maar verschilt deze campagne zoveel van de verkiezingsstrijd in de jaren tachtig of zeventig? Jan van Dijk denkt van wel. Vol gens hem verwatert de ideologische ach tergrond van politieke partijen langza merhand, ook al is ze in Nederland nog niet verdwenen. Het is het verschil in maatschappijvisie en levensovertuiging dat de partijen heeft voortgebracht, maar volgens Van Dijk vindt momenteel een 'verzakelijking' plaats. „De grote partijen kruipen steeds meer naar elkaar toe. Ze laten hun programma's doorrekenen door het Centraal Planbureau en ook dat werkt steeds meer overeenkomsten in de hand." Hoe meer overeenkomsten, hoe minder inhoudelijke verschillen, hoe minder dis cussie er mogelijk is over de inhoud van de programma's is de logische redenering. Politicoloog Philip van Praag ziet echter niet zoveel verschillen met vroeger. Vol gens hem worden de Nederlandse verkie zingscampagnes altijd beheerst door twee onderwerpen. Wie gaat met wie regeren en welke partij wordt het grootste Van Praag denkt dat mensen de neiging hebben het verleden te idealiseren. De campagnes van weleer gingen volgens hem net als nu over de personen of speel den in op diepgewortelde emoties en denkbeelden van kiezers, op simpele the ma's. De politicoloog wijst op Den Uyl in 1977 met zijn leus 'Kies de minister-presi dent'. Van een gekozen premier is volgens Van Dijk in feite al sprake. Dat verklaart voor hem de groeiende rol van de lijsttrekkers in campagnes, vooral nu de rol van de pre mier. zeker in d^ Europese politiek, aan gewicht wint. „De premier wordt formeel nog wel niet gekozen, maar wel wordt de leider van de grootste partij meestal for mateur en vervolgens premier. Waar neembaar is al dat dit effect een grote rol is gaan spelen in de verkiezingen en de peilingen. Het 'Wie wordt de grootste?' krijgt steeds meer aandacht." Tegelijkertijd ziet Van Dijk de opkomst van 'mediapersoonlijkheden' „Politici die slecht scoren in de media, krijgen te genwoordig weinig kans. Het gaat hier nog niet zo ver, als in Amerika, dat politici zelf hun campagne-financiering voor el kaar moeten krijgen en meer leunen op hun campagnestaf dan op de partij. Wel maakt zich ook hier de campagnestaf steeds losser van de partijorganisatie. Het ik hier al deze staf die bepaalt hoe de lijst trekker aan de man zal worden gebracht. En dat gebeurt dan door een handvol ad viseurs die soms zelf niet eens lid zijn van de betreffende partij." Van Dijk wijst op het gevaar van de mediagenieke perso nen: „Ze zijn niet altijd goede bestuur ders." Partijen vervullen volgens Van Dijk in on- ma. „Het is illustratief dat kamervoorzit ter Deetman nu zegt dat als de partij hem vraagt als fractievoorzitter, hij daar 'open' naar zal kijken. Een half jaar geleden zou daar nog om zijn gelachen. Quootje Ook voor het snel groeiende D66 is recru- tering nog een hele kluif, maar voorlopig is het hier nog Van Mierlo die volledig het beeld bepaalt. Hij is door de wol geverfd en uiterst alert op de manier waarop hij overkomt. Zo zeer zelfs dat een kort tv-in- terview nog wel eens overgedaan wordt als het niet goed uitvalt. Zo pakte de NOS- cameraman onlangs aan de Universiteit van Amsterdam zijn apparatuur weer uit nadat Van Mierlo zijn twijfels had geuit of wat hij zojuist gezegd had tegen Journaal verslaggever Tim Dekkers, wel goed zou overkomen in de huiskamer. Dekkers was ook niet tevreden „Ik heb eigenlijk nog geen lekker quootje." Van Mierlo had net zijn plannen voor een referendum uiteengezet tegenover een zaal vol rechtenstudenten. Tim Dekkers vroeg hem daarna of hij ook voorstander zou zijn van een referendum over het toe laten van asielzoekers. „Ja. eh nou ja, daar moet ik eigenlijk nog eens over nadenken, eh. ik denk het wel. eh ik weet het eigenlijk niet zo onmiddellijk En nadat de camera was gestopt: „Ik weet niet of je dat nou wel zou moeten uitzenden Tim, ik ben daar ei genlijk niet tevreden over." En dus ging het gesprek over, en werd de campagne gevoed met een krachtiger quootje zonder asielzoekers. Ans Bouwmans en Gert van der Maten

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1994 | | pagina 21