Op de
drempel van een eigen leven
PZC
Beschermd
Wonen
reportage
23
ZATERDAG 16 APRIL 1994
In de woonkamer fluit Leo's vogel
in zijn kooitje en zwemmen de
vissen in het aquarium van Piet.
„Ieder gaat z'n eigen gang",
constateert Rob tevreden. Hij woont
inZierikzee, onder de hoede van de
Zeeuwse Instelling Beschermd
Wonen. Deze stichting wil ex-
psychiatrische patiënten laten leven
in modale rijtjeshuizen, met buren
die op de koffie komen. De bewoners
doen in het ideale geval alles zelf.
Niet eenvoudig, na een jarenlang
verblijf in inrichtingen. Een beeld
van begeleiders die zichzelf
overbodig moeten maken en mensen
op de drempel naar zelfstandigheid.
Na 24 uur 'beschermd wonen' in Zierik-
zee. wilde Rob vorig jaar niets liever
dan terugkeren naar het psychiatrisch
ziekenhuis (PZZ) in Goes. Daar had hij ze
kerheid. 's Ochtends een vol bakje pillen,
dat 's avonds leeg weer werd opgehaald.
In Zierikzee moest de 24-jarige zelf naar de
apotheek. Doodeng. Zomaar de straat op,
na ontelbare dagen vaste regels en veilige
verzorging. En daarbij dat koffiedrinken
in de woongroep. Stipt om twee uur ston
den de kopjes op tafel. Daar moest wat
achter zitten - wat bedoelden ze daarmee,
om twee uur koffie? Wat wilden ze van
hem?
Hij ging terug naai- het PZZ, naar de ver
trouwde muren die op hem afkwamen en
de woonkamerstoelen waar iedereen rug
pijn van krijgt. Een paar maanden later,
op de dag voor Kerstmis, probeerde hij
het opnieuw. Weer dacht hij in Zierikzee:
ik red het niet, ik ga hier weg. Maar Rob zit
er nog steeds. „Want ik dacht later: ik heb
toch een goede kamer, ik zit hier op m'n
gemak. In het ziekenhuis kleven de spin-
newebben soms aan het plafond. Hier is
het verzorgd."
Rob is één van de 126 ex-psychiatrische
patiënten die leven in een beschermde
woonvorm van de Zeeuwse Instelling Be
schermd Wonen (ZIBW). Naast Zierikzee
zijn er vestigingen in 's-Heerenhoek, Mid
delburg, Vlissingen, Hulst en Oostburg.
Meestal via psychiatrische ziekenhuizen,
waar ze zijn 'uitbehandeld'. stromen men
sen zo'n woonvorm binnen. Daar blijven
ze minstens een jaar of twee. Sommigen
gaan vervolgens volledig zelfstandig le
ven, anderen blijven altijd onder de hoede
van de instelling. De mensen wonen be
schermd. maar wel zo zelfstandig moge
lijk - de instelling spreekt van bewoners,
niet van patiënten. „Wij werken toevallig
hier, maar zij leven hier", zegt Marjan (24).
begeleidster in Zierikzee.
Sociale contacten
ZIBW wil de ex-patiënten net zo huisves
ten als de gemiddelde Nederlander en ze
zoveel mogelijk zelf laten doen. Wanneer
begeleiders zich met de bewoners be
moeien, dan gaat het vooral om prakti
sche zaken. Zeker in het begin. Ab de Jon
ge. hoofd van de Oosterschelderegio van
ZIBW: „In het ziekenhuis wordt veel cen
traal gedaan. Bij ons moeten ze zelf koken,
geldzaken regelen, boodschappen doen of
schoonmaken. Bovendien zijn velen hun
sociale contacten verloren. Die moeten ze
weer opbouwen."
De omstandigheden in Zierikzee zijn in
derdaad 'gewoon'. De vijftien bewoners
zijn onderverdeeld in drie groepen, in
doodnormale rijtjeshuizen in een straat
uit duizenden. Alleen van binnen is het
één en ander vertimmerd. Rob, bleek ge
zicht onder donker haar en monotoon pra
tend. geeft een rondleiding in 'zijn' huis.
Op de eerste verdieping heeft ieder een ei
gen kamer, achter deuren in een lange,
witte gang. Eén deur is op slot. „De logeer
kamer Voor bezoek", verklaart hij.
Grijnst: „Maar dat komt niet zo vaak."
Nieuw is de hobbykamer: een tafel met
een soldeerbout erop. een bank en een
kast. „We zijn het hier nog aan het inrich
ten", zegt Rob, en vist een handwerkje uit
de kast. „Een korte broek. Ben ik aan het
maken."
De zolder dient als opbergruimte. Een ta
felbiljart ligt te wachten om te worden op
gezet. Beneden in de woonkamer fluit de
vogel van Leo in zijn kooitje en zwemmen
de vissen in het aquarium van Piet. Een
paai- bewoners drinken koffie, anderen zit
ten op hun kamer. „Ieder gaat z'n eigen
gang", constateert Rob.
Zelf zit hij de helft van de dag in de woon
kamer. Praten, lezen, tv kijken, koffie
drinken. Zijn overbuurvrouw Marie (45)
houdt daar niet zo van. Zit veel op haar
eigen plekje, vol bloemetjes, kaarten,
schemerlampjes en kussens. Handwer
ken, dat doet ze graag. En lezen. Of met
Boy wandelen, haar tien maanden jonge
Yorkshire Terrier. „Aan zo'n hondje heb je
meer dan aan sommige mensen."
Evenwichtiger
Marie: „Er zijn er hier die zeggen: ik ga be
neden zitten en ik zie wel. Die zitten daar
hele dagen. Ik heb het daar na een half
uurtje wel gezien. Maar ja. sommigen zien
Beschermd Wonen wil de bewoners zoveel mogelijk zelf laten doen.
hun kamer ook puur als slaapkamer. Ik
kan hier bezoek ontvangen." Marie woont
al een jaar en drie maanden in het huis, na
een paar jaar PZZ. Het gaat steeds beter
met haar. Ze wordt evenwichtiger, heeft
de wil andere dingen te gaan doen. Zoals
haar werk in een winkel, één ochtend per
week. Dat zou ze vaker willen.
Maar het is moeilijk. Zoals vorig jaar. toen
ze schoonmaakwerk deed. „Mensen ken
den mijn verleden. Ze durfden het niet te
zeggen als ik iets verkeerd deed - dachten
ze dat ik in paniek zou raken. Of ze vinden
je zielig op je zit-slaapkamertje. Nou, ik
vind mezelf helemaal niet zielig."
De ZIBW ontkent ten stelligste dat ex-
psychiatrische patiënten niets kunnen en
stimuleert ze juist om cursussen te volgen
of te werken. De aanpak is individuge-
richt, zegt begeleidster Marjan. „We kij
ken hoe snel mensen zich aanpassen en of
ze zich vervelen. En bij de één moetje heel
direct zijn, terwijl je de ander juist heel di
plomatiek moet aanpakken. En Jantje
moetje helpen met koken omdat-ie altijd
naar de frietboer gaat. terwijl Pietje juist
postproblemen heeft, bijvoorbeeld."
Met Rob moet ze voorzichtig zijn. Hij voelt
zich geen bewoner, maar nog steeds pa
tient. zoals hij in het PZZ was. Al denkt hij
daar niet veel meer aan. Wel memoreert
hij de tijd dat hij op een flatje in Vlissingen
woonde. „Ik kwam er niet uit. Hoogstens
een wandelingetje over de boulevard. Snel
heen en terug. Of ik zie weer het uitzicht
vanaf m'n balkon, of m'n moeder die een
keer macaroni kwam brengen. Ik was toen
18,19."
Medicijnen
In het ziekenhuis werd hij behandeld we
gens depressiviteit. Psychologen rakel
den z'n verleden op. Cynisch: „Net zo lang
tot ze er zelf ook genoeg van kregen." Me
dicijnen en gesprekken met medebewo
ners houden hem op de been. Buitenshuis
heeft hij geen sociale contacten. Over de
toekomst: „Ik ga een computercursus
doen. En een typecursus."
Zo ideaal als de instelling in Zierikzee is
gehuisvest - in doorsnee rijtjeshuizen,
met buren die op de koffie komen - zo
slecht is de situatie in 's-Heerenhoek.
Daar leven twintig bewoners in een kloos
ter, dat schaamteloos spot met de doel
stelling 'wonen als de gemiddelde Neder
lander'. ZIBW wil daar weg en aast op
plekjes voor nieuwbouw in Goes. Ook het
klooster in Hulst en een oud herenhuis in
Middelburg wil de instelling verruilen
voor modernere huisvesting. In Oostburg
en Vlissingen zitten ze goed.
„We zitten hier in de rimboe. Ja. we heb
ben een Chinees en twee schoenwinkels.
Twee. iri zo'n dorp: hoe komen ze d'r bij",
vraagt een bewoonster van het ex-kloos-
ter in 's-Heerenhoek zich vertwijfeld af.
Het komt de door ZIBW graag geziene in
tegratie niet ten goede, leven in een dorpje
als 's-Heerenhoek. Cees Boot. begeleider:
„We hebben weinig contact met de inwo
ners van het dorp. Velen vinden alles dat
een beetje anders is, eng."
Een kwart eeuw geleden begon de Pink
stergemeente met de opvang van ex-psy
chiatrische patiënten in het klooster.
Boot: „Toen was dat goed. Voor zulke
mensen was er in die tijd niks. Die zwier
ven rond, of bleven in inrichtingen han
gen." Siloam heette het tehuis toen. Wat
dat betekent, is Boot onbekend. Maar
dorpsbewoners spreken nog steeds over
'die lui uit Siloam', wanneer ze iemand
van beschermd wonen over straat zien lo
pen. „Terwijl we hier nota bene al jaren
zitten", moppert Boot. die hoopt na een
eventuele verhuizing naar Goes anonie
mer te kunnen opereren. „Hier worden be
woners direct herkend."
Keukens
De kloostergangen zijn smal en hoog, en
voormalige nonnencellen dienen als ka
mers. Een bed. een kast en een stoel pas
sen er precies in. Twee keukens zijn er:
voor elke woongroep van tien mensen één.
„Echte instellingskeukens", meent Boot.
Hij vindt het maar niks. de reuzefornuizen
met reuzeknoppen en uit de krachten ge
groeide kranen. „Niks doorsnee-keuken-
blokkie." De twintig bewoners delen twee
douches. Geluk bij een ongeluk: de bewo
ners zijn oud. Voor sommigen is één keer
per week douchen al een ongekende luxe.
Gerda (69) gaat voor naar haar kamer. Ze
is grijs gekruld, haar voetstappen weer
galmen door het gebouw. Ze passeert het
rommelhok. Tralies achter wat troep ver
raden dat daar in vroeger tijden werd ge
biecht. Ze bestijgt een trap en betreedt
haar kamer: de mooiste en grootste van
iedereen, met wc. Niemand anders heeft
een eigen toilet. „Ja, hier zat vroeger moe
der-overste", verklaart ze de weelde. Des
ondanks is ze niet tevreden. Ze wil eigen
lijk naar het bejaardentehuis in Middel
burg. „Maar daar is een lange wachtlijst.
En moet je je geld opeten. Daar ben je dan
heel je leven zuinig voor geweest. Da's
toch ook niks."
Drie jaar zit ze in het klooster. Haar han
den trillen. „Zenuwen, hè. Vanaf '73 al."
Gerda is ongeduldig en kan niet tegen ver
anderingen Zoals dat met die boodschap
pen „Vroeger gingen twee man bood
schappen halen. Nu is het zo: Wie kookt,
moet ook inkopen doen. Dat kun je toch
niet sjouwen, voor tien man Toch moet ik
het één keer per week doen." Ze heeft nog
een voorbeeld. De limonade en de koffie
„Vroeger schonken ze om half acht koffie.
Dat is nu ineens kwart over zeven. En de
limonade kwam anders om negen uur en
nu al om acht uur. Dat vind ik allemaal
niks Ik word er zenuwachtig van." De
schuld van al die veranderingen heeft de
leiding, meent Gerda.
Begeleider Boot kent haar grieven. Dat ze
de leiding de schuld geeft, verklaart hij uit
haar inrichtingsverleden. „Wij hebben te
gen de bewoners gezegd: kijk zelf maar
wanneer jullie drinken De half-acht-kof-
fieregel was nog van het oude regime, dat
alles geregeld was. De bewoners hebben
het vervroegd en dan geeft iemand als
Gerda ons de schuld. Dat is niet gek. Ze zit
al twintig jaar in het circuit, is gewend dat
alles geregeld is. Dat is voor haar veilig."
Eigenlijk doet Gerda niet veel op een dag.
„Vroeger heb ik veel gebreid. Maar daar
heb ik genoeg van. Zitten. Dat doe ik."
Haar familie ziet ze zo'n beetje één keer
per jaar, op haar verjaardag. Behalve twee
neefjes, die komen vaker. „Laatst kwa
men ze me halen. Zijn we naar Ouddorp
geweest, mijn geboortegrond." Op maan
dagen gaat ze naar activiteitencentrum
het Trefpunt in Goes, evenals op donder
dagavonden, want dan is het bingo. Op
zondag de kerk op Nieuwdorp. Een vrien
din komt haar dan oppikken De kerk in 's-
Heerenhoek, pal naast beschermd wonen,
is katholiek. Veel bewoners hangen echter
een ander geloof aan. Lenie. „Dat is ook
zoiets. Is m'n vriendin op vakantie, dan
kan ik niet naar de kerk."
De gevoelens van Riet i76» staan haaks op
die van Gerda Riet zweert bij beschermd
wonen. „Het eten is prima, de verzorging
is prima, ik kan op m'n kamer een plaatje
draaien als ik wil en m'n kinderen komen
regelmatig." Ze deelt een kamer met een
medebewoonster twee bedden geschei
den door kasten, een ronde tafel met
kleedje en kunstbloemen, oranje-bruine
gordijnen voor de ramen en een portret
tengalerij boven haar bed - foto's van fa
milie „Twaalf kinderen heb ik grootge
bracht. Ik zit hier omdat ik het thuis niet
kon uithouden. De kinderen waren het
huis uit en m'n man stierf. Ik stond alleen,
kon niks doen."
Naar een bejaardentehuis wilde ze niet.
„Hoe die mensen daar leven: 's ochtends
met z'n allen koffiedrinken en dan weer
naar hun kamertje. Vreselijk. En daar
word je zo betutteld. Zo niet in 's-Heeren-
hoek. „Hier doe je watje kan Ik help kof-
fieschenken, ik was af en 's avonds zitten
we gezellig in de huiskamer. Ik voel me
hier vrij, en weer opgenomen in een huis
gezin."
Zakgeld
De beschermde woonvormen zijn AWBZ-
voorzieningen (Algemene Wet Bijzondere
Ziektekosten). De bewoners krijgen 308
gulden per maand zak- en kleedgeld.
Naast deze opvangmogelijkheid, doet de
instelling aan begeleid wonen. Op Tholen
en Schouwen-Duiveland gebeurt dit sinds
begin dit jaar. waarmee heel Zeeland nu
wordt bestreken.
Ex-psychiatrische patiënten huren een
huis van bijvoorbeeld een woningbouw
vereniging In plaats van de 24-uursbege-
leiding die beschermd wonen biedt, komt
één of twee keer per week een begeleider
langs. In heel de provincie leven zo n vijf
tig mensen op deze manier. Ze komen uit
psychiatrische ziekenhuizen, worden
soms doorverwezen via de RIAGG, of heb
ben een paar jaar beschermd wonen ach
ter de rug.
Marleen Man in 't Veld is begeleid-wonen
coördinator van de Oosterschelderegio.
Ook doet ze aan begeleiding. „We helpen
de mensen - zeker in het begin -- met aller
lei sociale vaardigheden. We stimuleren ze
bijvoorbeeld om de buren uit te nodigen
en cursussen te volgen of werk op te pik
ken. We werken met vrijwilligers en sta
giaires en krijgen acht uur per week on
dersteuning van de RIAGG", legt ze uit.
Na een paar maanden is de begeleiding
meer een praatpaalfunctie, volgens Mar
leen. „We helpen dan niet meer met prak
tische zaken."
De d^g van Marleen begint met een telefo
nisch spreekuur van negen tot tien uur. Ie
mand die het 's nachts bijvoorbeeld moei
lijk heeft gehad, kan dan bellen. Daarna
volgen huisbezoeken. Deelnemers beta
len vijfentwintig gulden per maand, om-
der het mom: ze krijgen veel, maar moeten
er zelf ook wat voor doen.
Jennie is sinds anderhalf jaar zo'n deel
neemster. Ze is veertig jaar en woont op
een flatje in Goes. Ze is mager, lacht, praat
en rookt veel. Van haar vijfentwintigste
tot haar achtendertigste heeft Jennie in
de psychiatrie gezeten. „Thuis bij mijn ou
ders - opname - thuis bij mijn ouders -
opname. Heen en weer, heen en weer", ver
telt ze.
Vanaf haar puberteit werd haar leven be
heerst door anorexia en boulemie. Angst
om te eten enerzijds, afgewisseld door
aanvallen van vraatzucht anderzijds. „A-
norexia betekent dat je jezelf niet accep
teert. Je bent bang om volwassen te wor
den, je wilt je klein blijven voelen en eet
daarom niet. Dan ben je veel met je li
chaam bezig, bent broodmager, gaat veel
eten en je braakt alles weer uit. Zo zitje in
een vicieuze cirkel, die veilig is: je bent af
gesloten van alles waar je bang voor
bent."
Grote steun
Nu kan Jennie bijna niet meer begrijpen
dat ze 'zo lang in zo'n toestand heeft ge
leefd'. Het is net of ze opnieuw is geboren,
sinds ze voor het eerst in haar leven zelf
standig woont. Natuurlijk was het. vooral
in het begin, moeilijk. Gas, water, licht, te
lefoon - alles moest ze zelf leren regelen.
Maar begeleidster Marleen is een grote
steun Die komt eén keer per week. „Dan
bespreken we bijvoorbeeld dat ik vast
werk wil gaan doen. Nu doe ik vrijwilli
gerswerk. Fruit plukken op het proefsta
tion voor de fruitteelt in Wilheminadorp.
voor vijf gulden per dagdeel. Vrijwillig
werken is veilig, ik kan stoppen wanneer
ik wil. Vast werken is veel enger."
„Vorig jaar heb ik bijvoorbeeld tien weken
lang halve dagen in loondienst geplukt.
Maar ik kon de druk niet aan, woonde net
op mezelf en kreeg een vriend. Dat was te
veel. ik kreeg een depressie Ik kwam m'n
bed niet uit. Maar Marleen belde elke och
tend en kwam met me praten. Dat was
goed. Ik had in het begin ook moeite om
andere mensen te ontmoeten. Maar op het
proefstation deden ze normaal, ze zeiden
gewoon goeiemorgen."
„M'n lichaam beheerst me nu niet meer,
maar zo af en toe ga ik nog wel op de weeg
schaal staan en zie dan dat ik ben aange
komen. Dan durf ik niet meer zoveel te
eten, en maak dan samen met Marleen
een weekmenu. Maar het gaat tussen ons
niet alleen over problemen, hoor. We gaan
ook wel eens een terrasje pikken, of wan
delen Ik zal d'r nog wel een tijdje nodig
hebben. Een paar jaar. of zo. Het is een
soort vriendin, op de momenten dat ze
komt."
Marco van Barneveld
De namen in dit artikel zijn. op die van De Jonge.
Boot en Man in 't Veld na. omwille van de pri
vacy gefingeerd.
In 's-Heerenhoek biedt Beschermd Wonen onderdak in een oud klooster: We zitten hier in de rimboe. fotografie Lex de Meester
Zelfstandigheid leren: Je doet watje kan.
Beschermd Wonen: Alsof je opnieuw geboren wordt.