Aan de waterkant PZC Silesian String Quartet zeldzaam mooie ervaring Teveel aplomb bederft de show Rockband Die Hard sterft zonder stem Annemieke Schoon zoet water steeds zeldzamer Van windmolen tot windturbine Keeten, Mastgat, Zijpe Plaatsnaam provincie 7 MAANDAG 21 MAART 1994 ïgui 1 01 BRNEUZEN, GROTE KERK ra( llesian String Quartet, werken van kei mart, Borodin en Sjostakovitch oor Arie Karreman 'en< T I, oor slechts zestig toehoor- ders traden zaterdagavond ier Poolse musici op, die sinds 978 het Silesian String Quartet ormen. Dit ensemble heeft eel snel de top bereikt in de in- irnationale muziekwereld en te gast op de grote festivals. n terecht. Een avondje kwar- 'er0 then met deze zeer geënga- eerde musici is een bijzondere 'aring. Drie werken op het programma, die globaal zo'n honderd jaar na elkaar zijn gecomponeerd. Dus ook drie uiteenlopende stijlen. Van Mozart één van de zes Haydn-kwartetten, die Mozart opdroeg aan Joseph Haydn als eerbewijs aan zijn grote inspira tor. Het kwartet in bes bijge naamd De Jacht is een heel be kende, maar ook een heel mooi kwartet. Het prachtige begin werd door de musici al meteen indrukwekkend neergezet in een heel fraai tempo. Virtuoos, maar altijd met voldoende verfijning, geen dikke wollige klank, maar >Pel IIDDELBURG, TADSSCHOUWBURG anj ilicone Kitty'liedjesprogramma -0 i nn Marlies Helder, begeleid door TeM Odijk (pianolsynthesizer), ~ian Ferwerda (contrabas en slag- i laar) en Pierre van der Linden ügwerk). Kostuums van Noor V! how Wing Zee. Regie-aanwijzingen lil Boudewijn Spitzen. oor Willem Nijssen i-kf - U": 'at bezielt een Nederlands artiest om anderstalige ïzed edjes op het repertoire te ne- len. Engelse? Akkoord, een in- 1 Pu irnationale taal, iedereen doet nlaI et, mode misschien, de uitstra- ng van erbij horen. Franse? en verwijzing naar het gevoe- ge chanson, dat kan niet mis- i. En Duitse dan? Een taal die ijna niemand meer verstaat, wie hem verstaat heeft er aak negatieve associaties bij. c'n ja, de geur van Weil en recht, van het vooroorlogse enadeloos-scherpe cabaret. oor liedjes in alle van die drie Hen in haar programma op te men, naast een paar Neder- ndse teksten, roept Marlies leider inderdaad de schijn op an een 'grande dame', van ie- nd( land die van alle markten toch eer thuis gekomen is. Rijker atuurlijk. En het moet gezegd, e f at het haar niet volledig mis- seaat. Marlies Helder heeft een "kere allure, ze heeft ook een tem waar ze veel mee kan, en n goed orkestje achter zich. aar dat er in 'Silicone Kitty' ok bluf in het spel is, kan haast Ac let verborgen blijven. R! arlies Helder zingt mooie lied- 2 00, s, en bovendien ook nog bijna Uemaal van eigen hand. Eigen ':sten, en eigen muziek (vaak nen met Bas Odijk). Dat is Quj in kwaliteit, de zang een twee- Samen met de presentatie »ch een dikke twee-en-half. Het zou genoeg moeten zijn, één is doorgaans al genoeg. Teksten als in 'Only the wind' of 'Même sans toi' zijn gaaf, de mu ziek dienstbaar droevig-mooi. Voor 'Moderne Frau' („Sex ma- che ich am Telefon, denn Zeit habe ich kaum") en 'Der Einzige' („Deine Nase ein Gebirge, deine Mund eine Kirche") geldt het zelfde, al horen ze tot een totaal ander, brutaal-dynamischer genre. En 'Dames in reclame' heeft net dat vleugje maat schappijkritiek naast die ont spannende zelfspot. Het is eerder het teveel, Marlies Helder bespeelt één partij te veel: het publiek. Het is niet zo zeer de brede smile na het ge slaagde nummer, de beheerste ontvangst van het applaus. Er hangt over het programma 'Sili cone Kitty' een waas van 'arti- mercie', een doordachte combi natie van artisticiteit en com mercie. Knappe arrangementen die er daarom ingaan als koek, de willekeurige emotie van to taal verschillende liedjes, met te groot gemak en te veel aplomb zomaar naast elkaar gezet. En dat dan gebracht met een licht- irritante zelfverzekerdheid. Marlies Helder heeft absoluut talent, de show bevat boeiende elementen. Meer evenwicht zon der vlak te worden zou het pro gramma goed doen. Als ze de neiging om het publiek te over troeven wat kan intomen, kan de derde (na 'Song of a bitch' en deze 'Silicone Kitty'een heel mooi kindje worden. met de voor Mozart noodzakelij ke helderheid. Wat het luisteren naar dit kwartet zo aangenaam maakt, is het bewust doseren van vibrato als expressiemiddel, waardoor men niet overladen wordt met een opgeblazen strij kersklank, maar eerlijk musice ren hoort, waarin ook nog veel ruimte is voor nuancering. Na een zeer elegant menuet volgde een ontroerend mooi adagio. Chromatiek, die Mozart hier meer gebruikt dan in eerdere werken, draagt hier bijzonder bij aan de expressieve kracht. De musici wisten dit perfect tot le ven te brengen zonder sentimen tele cliché's. Gewoon een eerlij ke Mozart, waarbij het alleen ge nieten was. Alexander Borodin was een bij zonder begaafd mens. Chemi cus, wetenschapper, geneeskun dige en dan ook nog een begena digd musicus. Hij schreef niet veel, maar het weinige dat hij schreef, is allemaal repertoire gebleven. Hij wist samen met zijn andere collega's het Russi sche klankbeeld weer nieuw le ven in te blazen. Zijn tweede kwartet wordt door de cello ge opend met een wat Oriëntaalse thematiek, die veelvuldig uitge wisseld wordt tussen de vier in strumenten, zodat een grote ver wevenheid of intensiteit ont staat. Zo sterk soms, dat het een heel strijkorkest leek. Hevige ex pressie, die steeds weer uit mondt in rust. De Nocturno is genieten. Een cello-solo, die la ter beantwoord wordt door een heel hoog en ijl spelende viool, waarna de klank zich weer ver dicht als of er laag over laag ge legd wordt. Bijzonder knap ge speeld. Na de pauze Sjostakovitch. Zijn Achtste Strijkkwartet was een volslagen verrassing, in 1960 ge schreven en toch is het als of je een soort Kunst der Fuge van Bach hoort. Vier noten met een stijgende en dalende kleine se- cunde worden zo geniaal uitge werkt, dat zich een adembene mende spanning opbouwt met voorzichtige verschuivingen van mineur naar majeur. Dit mondt uit in een dwingend alle gro, waarin weer de vier tonen een grote rol spelen. Langzaam komt het werk weer terug in zijn contrapunt van het begin en zonder erg zijn er plotseling vijf delen voorbij en valt er een stil te. In één woord grandioos ver tolkt. Zelden hoorde ik zo'n uit gebalanceerde klank en ik kan de Bach-liefhebbers aanraden dit Achtste Strijkkwartet van Sjostakovich aan te schaffen op cd en liefst door dit kwartet, want zij hebben mij volledig overtuigd. Annemieke van de Kraats, ex-zangeres van Die Hard, op haar woonboot in Middelburg. Aan haar zijde drummer Collin Hoondert. foto Willem Mieras door Marco van Barneveld Rockband Die Hard uit Middelburg sterft een langzame, pijnlijke dood. Een onmisbaar orgaan van de band - zangeres Anne mieke van de Kraats - is op doktersadvies uit de groep gesneden. Een knobbel op haar stembanden maakt het zingen van hardrock onmo gelijk. Invalzanger Guido Goulooze en zijn broer Kim, een gitarist, houden Die Hard nog één seizoen kunstmatig in leven, maar na de zomer gaan de stekkers er definitief uit. „Annemieke was het ge zicht van de band", sipt drummer Collin Hoondert. In haai- woonboot aan de Lon- densekaai staart Annemieke voor zich uit, luisterend naar de bandopname van de ballad Thinkin' of Leaving, haar fa voriete Die-Hardnummer. In getogen klanken van gitarist Jacco Minnaard kabbelen door de boot, gevolgd door ge voelig zangwerk van Anne mieke, die de neiging tot mee zingen - 'dat mag niet meer, hè' - nog net weet te onder drukken. De ballade onder tussen. bereikt een emotio neel hoogtepunt, aangedre ven door drummer Collin en bassist Ronald de Prieëlle. „Please come baaack, please come baaack. please come back to me", schalt het uit de luidsprekers. „Die lage-to- nenstukken. Die waren fu nest", verklaart de ex-zange res, terwijl een scheurende so lo van Minnaard haar woor den doorklieft. Uitmaken Eind vorig jaar al, staken de problemen de kop op. Na op tredens had Annemieke soms dagen geen stem meer. „Lan ger dan ik zeifin de gaten had, was ik al hartstikke schor." Sommige uithalen kwamen haar keel niet meer uit, en een optreden aan de 'overkant' moest worden afgezegd. Col lin tegen Annemieke: „Toen hebben we je naar de dokter gestuurd, in december, maar je durfde niet." Annemieke: „Ik dacht: ik krijg te horen dat ik moet stoppen.Op aan dringen van haar collega bandleden ging ze toch. en in derdaad: de KNO-arts con stateerde een knobbel. „Het was alsof ik m'n verkering moest uitmaken, toen ik de band ging vertellen dat ik moest stoppen." Ook haar werk als onderwijze res op een school in Borsele - 'dat is veel praten' - moest ze tijdelijk staken. Wellicht dat ze in mei weer voor de klas kan. Ze hoopt dan ook weer te kunnen zingen, maar geen hardrock meer. Die muziek mag ze van haar logopedist annex zangpedagoog niet meer ongetraind zingen. „Wellicht ga ik weer blues- rock doen. Dat deed ik vroe ger ook. Eigenlijk ben ik een echte bluesrocker." Anne mieke heeft zich voorgeno men heel streng voor zichzelf te zijn. Bij Die Hard probeer de ze te vaak boven de muziek uit te schreeuwen, maar dat zal niet meer gebeuren. „Ik speel nooit meer nummers bo ven m'n macht." Kappen Annemieke verloor haar in stalment net op het moment dat Die Hard volgens Collin goed begon te draaien. De band - die veel eigen werk speelt, maar ook covers van de Stones of Whitesnake - trad veel op en een cd-opna- me lag in het verschiet. Voor Collin ging de band voor alles. Op de HEAO bleef hij vorig jaar dan ook zitten. Die Hard had een eigen smoel volgens de drummer en de vriend schap tussen de bandleden klonk dwars door de muziek heen. Hij memoreert een op treden van Annemieke. slechts begeleid door Jacco op akoestische gitaar. „Ze speelden Soldier of Fortune van Deep Purple. Het publiek werd doodstil. Prachtig was het. Op zo'n moment draait je hart om. We hebben dan ook steeds gezegd: valt er iemand uit, dan kappen we ermee." door Mieke van der Jagt WereldWaterdag. Het be grip is nog niet zo erg inge burgerd maar de noodzaak wordt alsmaar dringender. Dinsdag doet ook het Milieu- Educatie-Centrum (MEC) in Vlissingen iets extra's om de, door de Verenigde Naties ge wenste, bezinning op de water voorraad op gang te helpen. De tentoonstelling 'het Water en Wij', die tot april in het MEC hangt, is op 22 maart bij uitzon dering ook op dinsdag voor het publiek geopend. Els Huibregtse, medewerker bij het MEC, vindt dat de expositie goed past in de doelstellingen die aan WereldWaterdag ten grondslag liggen. „De hele we reldbevolking is aangewezen op schoon, zoet water. Slechts een heel klein deel van de watervoor raad op de wereld is zoet en daar van is het grootste deel opgesla gen in gletchers en ijskappen. Van het minieme deel waar we wel over kunnen beschikken, is een groot deel vervuild en dat wordt steeds erger." Schoon, zoet water is dus al een schaars goed en naarmate de voorraad meer wordt bedreigd, zal het schaarser en duurder worden. „Schoonmaken kost geld en levert weer vervuiling op omdat het energie vraagt. De tentoonstelling brengt die nega tieve spiraal duidelijk in beeld en vertelt ook wat we eraan doen kunnen." Juist de consumentgerichte in formatie past, vindt Els Hui bregtse, in het idee van Wereld- Waterdag. „De vervuiling van lucht, bodem en water moet wor den teruggedrongen om de be schikbaarheid van schoon water in de toekomst te waarborgen. Maar de consument kan zelf een steentje bijdragen om de verspil ling tegen te gaan. Met simpele maatregelen als spaardouche koppen, doorstroombegrenzers en zuinige stortbakken, spaar je het milieu en je portemonnee." De tentoonstelling in het MEC in Vlissingen is dinsdag open van 10 tot 17 uur. door Ynte Hoekstra Wat hebben een helikopter en een windmolen met el kaar gemeen? Inderdaad, de wieken. Maar er is meer dat de machines bindt. De techniek bij voorbeeld die nodig is om ze aan de praat te houden. Een moder ne windturbine is veel meer dan de in wit gespoten metaal uitge voerde windmolen van vroeger. Niet alleen de functie is veran derd, ook de kennis die beno digd is om met behulp van de wind energie op te wekken is niet te vergelijken met de we tenschap van het koren malen. Wie op een winderige dag langs windmolens rijdt en de helft er van stil ziet staan, kan er ge voeglijk van uitgaan dat dat ge deelte kapot, in onderhoud of op een andere manier buiten wer king is. De ontwikkelingen in de windtechnologie gaan razend snel. Daardoor zijn turbines die vijf jaar geleden het nieuwste van het nieuwste waren, inmid dels bij wijze van spreken an tiek. „Een betrouwbare windturbine moet minstens 95 procent van de tijd dat er wind staat, be schikbaar zijn", vindt J, Sprin ger van de coöperatieve vereni ging Zeeuwind. De vereniging heeft zelf zeven windmolens in bezit, die volgens Springer alle aan die norm voldoen. Volgens Springer voldoet maar ongeveer de helft van de molens aan de eis die zijn vereniging stelt. „De rest is te storingsgevoelig. De gene ratoren die in de turbines de energie opwekken kunnen maar tot een bepaald wattage per uur komen." Te hard Een moderne windturbine kan vanaf een windkracht van drie Beaufort energie opwekken. Bij windkracht 9 a 10 schakelt de molen zichzelf uit door de wie ken in een andere stand te bren gen. Bij een zo harde storm kan de turbine de windkracht niet goed aan. Volgens Springer mag dat in principe niet veel vaker gebeuren dan het aantal keren dat de stormvloedkering in de Oosterschelde dicht moet, maar is vooral bij de wat oudere wind turbines de techniek niet toerei kend om adequaat in te spelen om de veranderingen in het weer. Springer veronderstelt dat de keuze voor Nederlandse windmolens de ingenieurs op Neeltje Jans parten heeft ge speeld. De Deense windmolens zijn geavanceerder, maar ver moedelijk hebben ook politieke overwegingen destijds een rol gespeeld bij de keuze. H. den Boon van het Delftse in genieursbureau Energy Connec tion heeft een andere verklaring voor het feit dat regelmatig vooral op Neeltje Jans turbines buiten gebruik waren. „De toen malige machines hadden vaste rotorbladen. Daardoor konden ze wel optimaal gebruik maken van de wind, maar moesten ze al bij windkracht 7 uitschakelen. Op een dag dat het windkracht 6 is met uitschieters, had je kans dat de turbines uitschakelden en niet meer aan de praat te krij gen waren. Dat lukte pas weel bij windkracht 5. Verschil Volgens Den Boon is sinds de ro tors voorzien zijn van bewegen de bladen, de beschikbaarheid van de turbines veel groter ge worden. „Het kan echter voorko men dat op de korte afstanden tussen de turbines grote windve- randeringen zijn. Daardoor kan het gebeueren dat de ene molen wel draait, en de andere net niet meer." Dat ondanks de eeuwenlange er varing van de Nederlanders op molengebied de wetenschap van de moderne windmolen nog in de kinderschoenen staat, is vol gens Den Boon niet zo merk waardig. „De moderne weten schap is op de aërodynamica uit de vliegtuigindustrie gebaseerd. Met dezelfde wiekdiameter ha len we tien keer zoveel rende ment als vroeger." De windmolens op de Weslerscheldedijk bij Ritthem. foto Lex de Meester door Ad Steketee en Lo van Driel Je zou de wateren bij Schou wen moeten zien, zoals de schrijver Nescio ze liet zien in een van zijn verhalen, waarin verteld wordt over een boot reis omstreeks 1910 van Rot terdam naar Zeeland: 'Vooruit was het water onafzienbaar, vol witte koppen, de schaduw van een groote wolk was een drijvend eiland. Hol liepen de golven met scherpe kam men, groen en blauw en geel en grijs en wit, al naar de diepte en de weerspiegeling van de wolken, nergens en geen oog- enblik 't zelfde. Een klein sleepbootje sleepte een aak en twee tjalken'. Een schitterende manier om Zeeland binnen te komen, via Zijpe, Mastgat en Keeten en zo verder naar Zierikzee en Veere. Het rijtje uit de aardrijkskun deles heeft zich meestal in de omgekeerde volgorde in het ge heugen vastgezet: Keeten, Mastgat, Zijpe. Zoutketen De naam Keeten is in zoverre eigenaardig, dat hier het water zeer waarschijnlijk is genoemd naar een aantal houten keten aan de kust van Duiveland, niet ver van Ouwerkerk. Deze bouwsels moeten voor de schippers een steun bij het na vigeren hebben betekend en zij hebben het zeegat tussen Dui veland en Tholen dus waar schijnlijk Keeten genoemd. Het waren zoutketen, die al sinds de middeleeuwen werden gebruikt voor opslag en ver werking van zoute as, verkre gen door verbranding van der rie of darink. Dit was een tur- fachtige substantie, die meest al onder een deklaagje zeeklei lag. Na het uitgraven werd de darink gedroogd en verbrand. Daarna werd de as uitgeloogd met zeewater, dat na indam ping het begeerde zout oplever de. Dit werd gebruikt om voed sel te conserveren, vlees en vis, maar ook wel boter en kaas. De zoutwinning dateert waar schijnlijk al uit de achtste eeuw. Er is althans in een oor- kondenboek uit die tijd van de Duitse abdij van Lorsch sprake van een schenking van een aantal 'culinas ad sal facien dum', dus een soort keukens waar zout werd bereid. Het Zeeuwse zout van goede kwali teit was eeuwen lang een ge wild exportartikel. Pas toen de aanvoer uit andere streken meer winst opleverde en bo vendien het uitgraven van de derrie werd verboden aange zien al dat gegraaf de dijken kon ondermijnen, verdween deze nijverheid uit onze stre ken. Mastgat Het Mastgat, vanuit de Keeten iets verder naar het oosten, heeft zijn naam vrij laat gekre gen, pas in de tweede helft van de zeventiende eeuw. Er was daar in 1671 een schip gezon ken, dat nog lange tijd met zijn mast boven water uitstak. Ook hier zal de functie als baken van belang zijn geweest. Vóór die tijd heette wat nu het Mast gat is gewoon Keeten, dat zich dus uitstrekte van de Hoek van Ouwerkerk tot de nauwe door gang tussen Schouwen-Duive- land en Sint Philipsland, het Zijpe. Met dit water is ook iets merk waardigs aan de hand. Er is hier sprake van een naamsver- huizing. Het Zijpe zoals wij dat kennen heette vroeger de Wij- daars. Het oude Zijpe was een ondiep water oostelijk van het huidige Anna Jacobapolder. Dit verlandde in de zeventien de eeuw en toen ging de naam over op de Wijdaars (letterlijk het brede gat). Dit werd dus het nieuwe Zijpe. Aanvankelijk was de Wijdaars een vrij on diepe zeearm tussen Duive land en een schorrenplaat Ru- moord, maar door de uitdie pende werking van de zeestro men is het tegenwoordig onge veer veertig meter diep. En dan te bedenken, dat tijdens de Tachtigjarige Oorlog de Spaanse legeraanvoerder Mon- dragon zich met zijn zeventig jaar oude botten te water begal en wadend aan het hoofd van zijn troepen Duiveland bereik te om kort daarna Zierikzee in te nemen. Sijpelen De naam Zijpe werd al eerder verklaard als een afleiding van het middeleeuwse werkwoord 'sipen', dat sijpelen betekent, het langzaam doorstromen van een kleine hoeveelheid water. In het noorden van Noord-Hol land was vroeger ook zo'n on diepe zeeboezem die Zijpe heette. Tegenwoordig is het een polder in de buurt van Pet ten. Het nieuwe Zijpe werd een be langrijk vaarwater, de beste verbinding tussen de Zuidhol landse en Zeeuwse wateren. Er bestond ook een veerdienst naar 'de vaste wal'. Met de naam Zijpe werd ook de bebou wing aan de Duivelandse oever aangeduid. In de vorige eeuw werd hierover vermeld: 'Het is een zeer vermakelijk oord, waar de stoomboten op Ant werpen en Middelburg aanleg gen, waartoe een aanlegsteiger gebouwd en een straatweg naar Zierikzee aangelegd is, terwijl hier alsdan diligences gereed staan om de reizigers naar de plaats hunner bestem ming te brengen. Deze herberg wordt daarom als uitspan ning nog al door de inwoners van Zierikzee bezocht'. Het bekende veer op Anna Ja cobapolder bestaat niet meer en de gezellige drukte is ook verdwenen. Ook de stoombo ten 'op Antwerpen en Middel burg' laten het afweten. Maar voor wie op een winderige voor jaarsdag daar uitkijkt over het water, met een hemel erboven die af en toe een bleekblauwe opklaring toelaat, leveren de golven nog steeds een boeiend beeld op, met hun schuimkop pen en hun groene tint. En in derdaad geen moment hetzelf de. Nescio wist het wel. De situatie van Keeten, Mastgat en Zijpe in de zeventiende eeuw. De situatie van Keeten, Mastgat en Zijpe na de verlanding van het oude Zijpe. Heeft Gapinge zijn naam ontleend aan een gaperHeeft IJzendijke 'iets met ijs te maken? Wie was die heilige Laurens naar wie dat Walcherse dorp is genoemd? Sommige plaatsnamen hebben een duide lijke betekenis. Andere zijn lastig of zelfs helemaal niet te verklaren. In deze rubriek PLAATSNAAM nemen Lo van Driel en Ad Steketee de namen van Zeeuwse plaatsen en wateren onder de loep.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1994 | | pagina 19