Ontdekkingsreis door
Arnhemse woestijn
Huize Hendrickje gaat met het tij op en neer
Burgers
Desert
komt tot
leven
onderdak
PZC vrije tijd
■■■■Hl ZATERDAG 26 FEBRUARI 1994
In de Desert, de woestijnhal van
Burgers Dierenpark in Arnhem,
zijn de eerste jongen geboren. Twee
halsbandpekari's. De schattige
biggetjes lijken op het kroost van
wilde zwijnen. Maar dan zonder een
streepjespyjama. De koteletjes van
de levende spaarvarkentjes steken in
een simpel effen velletje. De hele dag
zijn ze druk bezig met het
opscharrelen van maiskolven, met
spelen en het pesten van hun ouders.
Het is vertederend om te zien. Maar
pas op. Schijn bedriegt. Krengen zijn
het. „De verzorger moet uitkijken. Ze
vallen onmiddellijk aan. Zeker nu ze
jongen hebben. Pekari's zijn nergens
bang voor. Ze jagen zelfs jaguars de
boom in", zegt drs Joep Wensing,
biologisch coördinator van Burgers.
De geboorte van de twee halsbandpe
kari's vond plaats op een heel ge
schikt moment, namelijk nog voor de offi
ciële opening van de Desert, vorige week
door prins Bernhard. ..Mooier kan toch
niet", glundert drs Joep Wensing. Hij wijst
op een ander meevallertje: de Joshua-tree
staat uitbundig in bloei. Mooi is anders.
De groene bloementros lijkt op het afro-
kapsel van een reggaezanger die na een
onrustige nacht uit bed is gerold. Maar
uniek is het wel. De joekel van een yucca
bloeit namelijk zelden. En dan nog onre
gelmatig ook. doceert de bioloog.
We zitten op het terras aan de rand van de
Desert. Mexicaanse huisjes vormen het
decor voor de Cantina, het restaurant. De
sobere optrekjes hebben de kleur van to
matensoep. Terracotta. Warm en exo
tisch. We eten taco's en grijze cactussoep.
Gieren
Uitgelaten kinderen zorgen voor een ver
baal dessert en rennen gillend over het
terras. Twee kalkoengieren gaan ge
schrokken aan de haal. Majestueus zeil
vliegen de gevleugelde nachtmerries naar
een overhangende rotspunt. Daar gaan de
lijkenpikkers op hun dooie gemak naar de
drukteschoppertjes zitten staren.
Een van de jongetjes kijkt geboeid naar de
luchtshow van de kolossale gieren. „Kijk,
adelaars!", giert hij van onder een som
brero. Maar in de Desert slaan bezoekers
wel vaker de plank mis. „Dat komt door
dat ze een totaal verkeerde voorstelling
van een woestijn hebben", zegt Joep Wen
sing. Een bejaard echtpaar levert prompt
het sprekende b'ewijs. Verbaasd kijken zij
naar de hoge rotsen, droge rivierbedding,
oase, zand- en puinhellingen die de acht-
waarin de schoffelpootpad opduikt. De
engerd krijgt maar weinig tijd om zich
voort te planten, want de poel verdwijnt
als sneeuw voor de zon. Drie weken is 'm
gegund, van paren tot compleet uitge
groeide nakomelingen Na die haastklus
duikt de pad weer een jaar ondergronds.
Tot de volgende plensbui.
„Het is misschien vreemd dat wij dieren
willen uitzetten die je zelden te zien krijgt
Maar ik kan de schoffelpootpad nodig
hebben om bijvoorbeeld een mierenplaag
te voorkomen' In de Desert worden ook
andere dieren als insektenverdelgers ge
mobiliseerd De Mexicaanse roodmus bij
voorbeeld geeft vliegen en msekten geen
schijn van kans tot een plaag uit te
groeien, terwijl kolibries de planten vrij
van luizen-invasies houden.
Ook de aanschaf van zaden, planten, bo
men en struiken zorgde voor het nodige
speurwerk. „Veel cactussoorten zijn ge
woon bij de handel te koop Maar heel
oude cactussen en bladplanten moesten
geïmporteerd worden En dat is niet zo
simpel, want Amerika is gesloten voor de
uitvoer van planten en dieren. Er zijn ont
heffingen, certificaten en loodjes nodig.
Neem bijvoorbeeld de saguaro's. Dat zijn
die typische Lucky Luke-cactussen waar
een sombrero aan behoort, te hangen. Ze
kunnen twee eeuwen oud worden en zijn
zwaar beschermd. Maar soms moet er een
tje plaats maken voor een gebouw of een
weg. Er bestaat in Amerika een herplan-
tmgsplicht. Wij hebben voor elkaar gekre
gen dat die herplanting in Arnhem mocht
gebeurden. In de Desert staan nu exem
plaren die 120 tot 130 jaar oud zijn'" De
Saguaro's leunen nog op krukken. Ze heb
ben minstens twee jaar nodig om in de
Arnhemse bodem te wortelen. En al die
tijd staan ze nagenoeg op een droogje.
De officiële opening van de Desert bete
kent niet dat voor Joep Wensing en zijn
collega's de klus geklaard is. Er moet nog
veel gebeuren: onderhoud, inspecties, be
geleiden en het steeds verder invullen van
het unieke ecosysteem, waarmee Burgers
in de wereld van de dierentuinen voorop
loopt. Tegelijkertijd broeden directeur
Anton van 't Hooff en zijn staf op nieuwe
plannen. Want minstens één keer in de vijf
jaar moet een dagattractie- een klapper
aan het verwende publiek presenteren.
Dat is een bikkelharde wet in het toeris
me. Plannen heeft Burgers dierenpark ge
noeg. Een poolgebied bijvoorbeeld, of een
toendra- of gebergtelandschap. Maar
eerst wordt de safari aangepakt. Die krygt
waarschijnlijk een overdekte verbinding
met de Desert en de Bush (de overdekte
oerwoudhal) Bezoekers kunnen dan. on
afhankelijk van de bui die de weergoden
hebben, minstens vier uur onder de pan
nen zijn.
Mijngang
Ook de 143 meter lange mijngang tussen
de Bush en de Desert is zo'n slechtweer-
voorziening. De verbinding is tegelijk met
de Desert officieel geopend. In het tunnel
is van alles te zien: een werkhok van mijn
werkers volgestouwd met gereedschap
pen en dynamiet, een ingestorte zijgang,
watervalletjes, een poel met blinde grot-
vissen, fossielen, flonkerende kristallen,
ertsen, en mineralen. Bezoekers kunnen
naar binnen gluren in de schuilplaatsen
van slangen, uiltjes, stinkdieren, kangoe-
roegoffers, en giftige griezels als schor
pioenen, vogelspinnen, en duizendpoten.
Halverwege is een doolhof voor kinderen
in de rotsen 'uitgehouwen'.
Eén van de hoogtepunten is een druip
steengrot; zo groot als een kathedraal,
compleet met imponerende kalkkegels,
de stalagmieten. en hun tegenhangers, de
stalactieten. In die onderaardse sprook
jeswereld klinkt voortdurend het eento
nige ritme van de druppels die de eeuwig
heid wegtikken ..Niet van echt te onder
scheiden. he", fluistert Joep Wensing
„Dat geldt ook voor de Desert Het is een
avontuur. Als je hier rond loopt is het net
alsof je weg bent uit Nederland. Alsof je op
ontdekkingsreis bent".
Aad Struijs
duizend vierkante meter grote woestijn
hal vullen. Zand. zand en nog eens zand
hadden ze verwacht.
Zand
„Bij een woestijn denken de meeste men
sen aan de Sahara; aan een zandbak waar
in je alleen maar kunt verdwalen en ver
dorsten of overvallen worden. Met een fa
ta morgana, een oase en heel in de verte
een karavaan met kamelen", zo weet Joep
Wensing. „Maar voor onze Desert stonden
drie woestijnen in Noord-Amerika en Me
xico model. Vooral de Sonora Desert, de
rijkste woestijn ter wereld. Er groeien 1800
soorten planten. En waar zoveel planten
groeien, zijn ook veel dieren. In de Sonora
vind je honderden soorten; van insekten,
vleermuizen, hagedissen tot grote zoog
dieren als jaguar, poema, dikhoornschaap
en gaffelantilope. En natuurlijk een uitge
breide groep reptielen".
In de Desert is een njke selectie uit de So-
norawoestijn te vinden. Anderhalf jaar is
er aan gewerkt om de dieren en planten bij
elkaar te sprokkelen. Een immense klus.
verzekert Joep Wensing. want de aankle
ding van een woestijnhal koop je niet op
een achternamiddag uit een catalogus. Zo
van: doe u mij maar een stelletje rode lyn
xen, wat Mexicaanse roodmussen, een
half dozijn dikhoornschapen, een stuk of
wat kitvossen, flickerspechten en aar-
deekhoorntjes, en een gros pup-vissen.
„Een aantal soorten hadden we al in de
tuin. zoals bobcats, renkoekoeks. caraca-
ra's. kalkoengieren en pekari's. Dat was
dus gemakkelijk. Maar de rest moesten
we zien te verwerven. Bijvoorbeeld bij col
lega-dierentuinen. Maar het probleem is
dat geen enkele dierentuin in Europa de
biotoop laat zien die wij tonen. Dus heb
ben we ook de handel ingeschakeld die via-
via contacten legde met handelaren in
Amerika. Mexico, en andere landen. Zo
zijn we er bijvoorbeeld uiteindelijk via Ca
nada in geslaagd Californische dikhoorn
schapen te krijgen. Die beesten zijn on
voorstelbaar duur". Prijzen wil Joep Wen
sing niet noemen. Na enig aandringen
zegt hij: „Een dikhoornschaap is net zo
duur als een giraffe" Aan de toon waarop
hij het prijsraadseltje uitspreekt is te ho
ren dat de prijs van een giraffe met kop en
schouders boven een gemiddeld maand
salaris uitsteekt.
Rare kostganger
Ondanks alle inspanningen is Wensing er
nog niet in geslaagd alle gewenste dieren
te bemachtigen. „Maar ik heb hier en daar
mijn verlanglijstje neergelegd", zegt hij.
Op het lijstje prijken bijvoorbeeld spech
ten, vliegenvangertjes, kabouteruiltjes,
woestijnduizendpoten, kangoeroegoffers,
en de schoffelpootpad. Die rare kostgan
ger van Onze-Lieve-Heer komt in de So
nora alleen te voorschijn als een zogehe
ten rainstorm alle sluizen van de Hemel
opent. De plensbui zet de woestijn in een
oogwenk blank. Er vormen zich poeltjes,
Foto boven: De 'dino-hoek' in Burgers
Desert. De kleine in de rotsen uitgehou
wen ingang rechtsboven geeft leidt
naar de nachtdieren. De lange cactus
voor het nachtverblijf is een ruim hon
derd jaar oude Saguaro uit Amerika.
Links onder: Drie volwassen halsband
pekari's met één van de twee pasgebo
renen.
Foto onder: Deze Californische dik
hoornschapen voelen zich thuis in de
Arnhemse woestijn, foto's Ger Geurtsen
Ze hadden ook graag een dochter wil
len hebben, maar het bleef bij twee
zonen. Toch is de naam. die lange tijd
voor een nakomeling van het vrouwelijk
geslacht achter de hand is gehouden,
niet helemaal onbenut gebleven. Nu is de
drijvende woning ermee opgesierd: 'Hen
drickje'.
Een schip dat als Vrouw Hendrickje
staat geregistreerd, daar kijkt niemand
van op. Anders wordt het wanneer er na
men vallen als Noordhinder en Terschei -
lingerbank. Dan begint er een lichtje te
branden en weet iedereen die een beetje
in maritieme zaken is geïnteresseerd, dat
dat lichtschepen zijn. We zijn nu waar we
wezen moeten: de Vrouw Hendrickje is
hetzelfde vaartuig als het vroegere licht
schip Terschellingerbank en heeft ver
der jaren als reserve-Noordhinder op 40
mijl uit de kust van Schouwen tot veran
kerde lichtbaak gediend.
Jacht- en scheepsbouwer Henk Doedee
was, toen het schip in 1979 als overbodig
uit de vaart werd genomen, met een be
drag van 56.670,- de hoogste bieder bij
de verkoping door de dienst der domei
nen. Sinds die tijd dient het 42 meter lan
ge en 8 meter brede vaartuig, dat drie
dekken heeft, als royaal uitgevallen wo
ning. Niet eentje in de rij. maar beurte
lings dobberend of op de modderige bo
dem rustend van het rommelige getijha
ventje van Walsoorden, aan de oever van
de Westerschelde.
De officiersmess v.an toen heeft de func
tie van woonkeuken gekregen, in de
vroegere radiohut wordt nu gekookt, het
stuurmans- en machinistenruim wordt
nu als woonverblijf benut en de kapi
teinshut is één van de slaapvertrekken.
Tot grote spijt van de zonen heeft vader
Henk de op het schip gemonteerde en 18
meter boven water uitstekende vuurto
ren verwijderd, want dat had een heel bij
zondere slaapkamer kunnen worden met
een wel heel buitenissig bedlampje. Wal
soorden liep daarmee een opvallend
praathokje voor de bejaarden mis. De
vuurtoren prijkt nu als geleidelicht op de
dam van de jachthaven in Monnicken-
dam.
De huidige woning van de Doedee's is in
het vorige werkzame leven ook een keer
gezonken geweest. Dat had te maken
met de Tweede Wereldoorlog toen het
schip als platform voor luchtdoelge
schut dienst deed in de Scheldemon-
ding. Het water speelt het Walsoordse
gezin de laatste tijd op een andere ma
nier parten. „Vroeger waarschuwden de
elementen voor extreem hoog water",
legt Henk Doedee uit, De bouw van de
stormvloedkering en het uitdiepen van
de Westerschelde hebben daar verande
ring in gebracht. „Nu staat hier in één tij
soms een berg water waar je niet over
heen kunt kijken." Onder die omstandig
heden kan het gezin Doedee slechts per
rubberboot de wal bereiken. Aan de an-
De familie Doedee krijgt op het als woning dienende voormalige lichtschip veel nieuwsgierigen over de vloer. foto Ruben Oreel
dere kant biedt het getijhaventje ook
weer voordelen. Als het water is wegge
trokken kan moeder Marleen van de lijn
gewaaid wasgoed van de bodem opra
pen.
Stormt het dat het een lieve lust is. dan
krijgt de familie Doedee de windkracht
uit de eerste hand. Het maakt ze niet be
nauwd. „Ik voel me op dit schip veiliger
dan in een huisje achter de dijk", zegt hij.
„Wij gaan mee naar boven", vult zij aan.
Een nadeel zou kunnen zijn. dat je - wo
nend op een schip - niet zo bij de gemeen
schap hoort. „Ik zit daar niet op te wach
ten", zegt Henk. „Bovendien maakt het
uitzicht hier veel goed."
Toen de vuurtoren nog op het schip
stond heeft de eigenaar wel eens 'oorlog
moeten voeren' om nieuwsgierigen van
boord te houden. „Ze kwamen gewoon
met de handen op de rug rustig door het
gangboord wandelen. En vroeg ik dan:
wat zoekt u, dan zeiden ze: niks, ik kijk zo
maar. Soms lagen ze op hun buik op het
dek om door de patrijspoorten naar bin
nen te kunnen fotograferen. En dan ke
ken ze nog raar op wanneer ze werden
weggestuurd. 'Ik zie hier nergens een I
bordje verboden toegang' sputterde er I
nog eens een Toen heb ik gezegd: bij u I
thuis toch ook niet?"
Henk Doedee weet niet of hij het in één I
mensenleven kan redden, maar hij heeft I
nog altijd plannen van de 'Vrouw Hen- I
drickje' een charterschip te maken. Het I
heeft de lijnen van een zeilschip. Het I
schip is zelfs al een keer in die rol 'opge
treden' in de film Hollands Glorie. Maar
ook als dat plan niet mocht doorgaan
zullen de Doedee's tevreden mensen blij
ven, „Ze kunnen mij elke riante bunga
low aanbieden", zegt Henk. „Maar ik zou
niet willen ruilen."
Jacques Cats