Traditionals van Ambon Messiaen dwingt tot geloven Geen perfecte band, wel een mooie groep Lichtstralen op het Hiernamaals Jan Wolfkamp trompettert op zijn trommels Gorki en het grote succes kunst cultuur vrijdag 21 januari 1994 18 In het Muziekcentrum Vredenburg in Utrecht was gisteren (donderdag) de allereerste uitvoering in Nederland te horen van Olivier Messiaens laatste werk, de elfdelige cyclus Eclairs sur VAu-dela (Lichtstralen op het Hiernamaals). Morgen (zaterdag) klinken de lichtstralen in het Concertgebouw in Amsterdam. Het (versterkte) Radio Symfo nie Orkest staat bij deze gele genheid onder leiding van Rein- bert, de Leeuw. Messiaens weduwe, de pianiste Yvonne Loriod, kwam vanuit Parijs naar Nederland om de dirigent met raad en daad bij te staan. Want anders dan bij eerdere Mes- siaen-uitvoeringen die Reinbert de Leeuw in de afgelopen jaren heeft gedirigeerd en waarmee hij zich een gedegen reputatie als Mes- siaen-interpreet verschafte, kreeg hij de partituur van 's meesters zwanezang pas enkele maanden geleden voor het eerst onder ogen. Yvonne Loriod kent als geen ander het werk van haar in april 1993 ge storven man. Reinbert de Leeuw: „Het was heel ontroerend om te zien hoe die beide mensen aan elkaar ver knocht waren. Ik denk dat Mes siaen heel veel aan Yvonne te dan ken heeft: zij was volledig op zijn werk en zijn gedachten wereld in gesteld. Niet alleen als eminent vertolkster van zijn piano-oeuvre, maar ook als verzorgster van uit gaven van zijn werk, als raadgever en steun en toeverlaat op zijn rei zen. Ongelooflijk hoeveel zij van Messiaen weet." „Nu, na zijn dood, is zij met het werk van haar man nog veel meer verknocht, denk ik. Messiaens kunstzinnige nalatenschap zal me de door Yvonne Loriods inzet er voor. geruime tijd gewaarborgd zijn". „Mijn fascinatie voor Messiaens kunst is eigenlijk pas in 1985 be gonnen. Daarvóór was hij er bij mij natuurlijk al, want wie met de mu ziek van de twintigste eeuw bezig is, kan niet om Olivier Messiaen heen. In dat jaar hield het Konink lijk Conservatorium in Den Haag een studieproject rond Messiaen. Ik dirigeerde toen zijn Turangalila- symfonie." „Je kunt je niet voorstellen wat het voor ons, studenten en mijzelf, be tekende dat de componist zelf in de zaal zat. Enorm inspirerend, ook vanwege zijn altijd buitenge woon helder, direct, maar altijd hoffelijk geformuleerde kritiek. Het werden uitvoeringen die in mijn geheugen gegrift staan." Verbaasd „Alles werkte toen mee: juist op dat moment bestond het conserva toriumorkest uit topmusici, men sen wier namen je tegenwoordig regelmatig tegenkomt op concer taffiches. De aanwezigheid van de meester zelf, een sfeer van volledig engagement tot dat werk en de uit voeringen. Messiaen was heel ver baasd da tjonge musici in staat wa ren om zijn symfonie uit te voeren en op zo'n ontzettend hoog niveau. Dat had hij niet eerder meege maakt." „De ontmoetingen met hem heb ben in die tijd de basis gelegd voor een respectvolle vriendschap. Ik ben sindsdien veel meer van hem gaan dirigeren, waarbij hij als het maar even kon aanwezig was. De laatste keer was toen ik voor de matinee in het Concertgebouw zijn Transfiguration de Notre Seig neur Jesus-Christ dirigeerde. Het zijn onvergetelijke ervaringen: ik heb al zijn opmerkingen minutieus in mijn directiepartituren geno teerd. Het is een soort, van histori sche documentaire eigenlijk, voor later." - De gedachtenwereld van Olivier Messiaen is er een die diep wortelt in het christelijk geloof. Zelfs de ti tel van zijn laatste werk, Lichtstra- De ambassadeur van het Ambonese lied noemen ze hem wel, Ais Lawa- Lata uit Barneveld. „Ik ben geen hitartiest. Ze vragen weieens waarom ik geen Engelse single uitbreng. Maar als je ergens van houdt, waarom zou je dan iets anders doen?" Zijn landelijke roem begon met optredens bij Wieteke van Dort, in haar 'Late Late Lien Show'. Samen met haar vormt Lawa-Lata nog steeds een duo. Op 30 januari met een optreden tijdens 'een gezellige middag' in de Houtrusthallen in Den Haag; vanaf half april op de nieuwe, permanente Pasar Makan in Rotterdam. Onlangs verscheen zijn vierde cd: My Maluku'. Met deze plaat, waarop hij zo wel in Maleis als Engels zingt, richt de zanger zich op een wat bre der publiek dan voorheen. Van be gin tot eind ritmische nummers, lekker om op te dansen. „Ik vond het leuk om nu eens niet alleen ro mantische, melancholische liedjes te brengen, maar ook vrolijke. On ze liedjes zijn heel eenvoudig en dat maakt het juist zo sterk." Ook jongeren moeten de cd met plezier willen draaien. Zijn aller eerste cd was nogal melancho lisch, op 'Hello' gaf hij zijn eigen in terpretatie van hits van Ameri kaanse zangers en met Wieteke van Dort samen bracht Lawa-Lata 'The Late Late Lien Evergreen Show', overbekende nummers uit de jaren zestig, met een knipoog gecombineerd tot een grappig ge heel. Op My Maluku maakt hij gebruik van 'traditionals', herkenbare me lodieën voor de eerste generatie. Hij bouwt ze om en vult ze aan met nieuwe refreintjes, om behalve de eerste, ook de tweede en derde ge neratie aan te spreken. „Molukse bandjes spelen ook mijn muziek en ik heb gehoord dat er leuke reacties op komen van jon gelui." En van 'gewone Hollan ders', natuurlijk. „Ik vertegen woordig wel een kleur, een cul tuur". zegt Lawa-Lata, „maar ik bazuin het rond voor iedereeen die het horen wil. Veel mensen reizen naar Indonesië, tegenwoordig. Vervolgens horen zij mij en dan willen ze ook de cd." De zanger vindt dat hij van 'een beetje geluk' mag spreken dat hij nog steeds zonder moeite cd's kan opnemen. „Het is voor iedereen momenteel toch een moeilijke tijd. maar ik word nog steeds ge vraagd." Lawa-Lata's vorige cd 'Far Away' is inmiddels al uitverkocht, een her-release hangt in de lucht. Vol gens hem heeft hij zijn succes on der meer te danken aan de keus van het repertoire. „Niet gebonden aan een hit of een periode. Het is tijdloze muziek." Met de duimen draaien is er dan ook niet bij voor Ais Lawa-Lata. De optredens, het produceren van cd's, het componeren en het opne men van nieuw materiaal: alles heeft hij altijd in zijn vrije tijd, naast zijn werk, gedaan. Proble men heeft hij daar niet mee. Tot vier jaar terug heeft hij dertien jaar lang in de Nederlandse thea ters rondgezworven, zo'n vijftien a twintig avonden per maand. Als voorzanger van de begeleidings groep van Liesbeth List en Ramses Shaffy, met een musical met Jules Hamel en Natascha Emanuels en met de 'Late Late Lien Show'. „Alles watje met plezier doet, gaat makkelijk", zegt Lawa-Lata. Vaak als een evenement of een gebeurte nis iets met Indonesië of de Moluk- ken van doen heeft, wordt de Am bonese muzikant uit Barneveld opgetrommeld. „Dan weten ze mij en Wieteke wel te vinden", zegt hij. „Je hebt vele pasars in Nederland, zoals de Pasar Malam in Den Haag. Dan zijn wij vaste prik." Ida Bromberg Het solo-slagwerk-project Pads AlloudJLive! van drummer Jan Wolfkamp gaat het land in. Vanavond (vrijdag) gaat het programma in Vlissingen in première. Wolfkamp zal niet minder dan zo'n 36 vierkante meter slag werk om zich heen verzamelen. Hij is niet alleen bezeten van het trom melen, maar ook van electronica. Dat is op de cd Pads Alloud goed te horen. Hij maakt gebruik van het duurste dat op electronisch drum- gebied te koop is: een Simmons SDX-Percussion-System. Met zo'n set kan hij werkelijk elk geluid pro duceren, dankzij een daaraan ge koppelde ingenieuze computer. Wolfkamp kiest in zijn project voor een combinatie van high tech en oermuziek. Die oermuziek is in zijn computer opgeslagen, wordt met behulp van een welgemikte tik op één van de pads opgeroepen en door de drummer/programmeur in elke gewenste vorm gegoten. De electronica is de basis voor de live voorstelling. Wolfkamp improvi seert daar akoestisch op. Jan Wolfkamp, afkomstig uit Dalf- sen, kan trompet spelen met zijn trommelstokjes. Maar het gaat hem, naar eigen zeggen, niet om het nabootsen van het trompet spel. „Dan kan ik wel een trompet tist inhuren", vindt hij. „Het gaat mij om het geluid van zo'n instru ment. Daarmee wil ik spelen zoals een trompettist dat zelf niet kan." Het is slechts een voorbeeld. Jan Wolfkamp heeft al een behoor lijke reputatie in het theatercircuit achter de rug. Zo speelde hij het vorige seizoen in het combo dat Jenny Arean begeleidde in haar programma 'De dame zet zich schrap'. Dat combo ontving in no vember vorig jaar de Schevenin- gen Begeleidersprijs. Daarnaast drumt Wolfkamp in de ambitieuze Zwolse bigband Body Check. Pads Alloud werd al enige keren li ve gebracht, maar gaat nu voor het eerst op tournee. Het betreft een introductietournee op twaalf po dia, waarbij ook programmeurs van theaters worden uitgenodigd. Dat moet leiden tot een grotere tournee in het volgende seizoen. (NPA) Pads Alloud/Live!': Cultureel Centrum De Piek in Vlissingen om 22 uur; voorts: Het Nieuwe Arsenaal in Vlissingen (25 febr.); Werftheater Brugge (26 mrt). foto NPA wilde met zijn muziek. Als je zijn La Nativité du Seigneur neemt, die orgelcyclus uit de jaren dertig, daarin is hij helemaal aanwezig. De vogels zijn er nog niet, evenmin als andere elementen uit zijn latere werk. Maar het is onmiskenbaar Messiaen watje hoort. Van meet af aan heeft hij een eigen muzikale handtekening gezet." „Ook dat is uniek aan hem: ik ken eigenlijk geen componist die zo rotsvast geloofde in zichzelf als hij, die al zo gauw een volstrekt eigen spoor trok. Zelfs wat betreft zijn cyclus van Neuf Préludes voor piano. Het is eigenlijk een voort zetting van Debussy, maar dan nog merkje er zijn eigen, vaste per soonlijkheid in op. Ook dat maakt hem uniek in de muziekgeschiede nis." - Wat was uw eerste reactie toen u de partituur van Eclairs onder ogen kreeg? Reinbert de Leeuw: „Heel veel no ten, vellen vol noten. Hij had mij zelf al aangekondigd dat het om een orkest in buitengewoon grote bezetting zou gaan. Het werk is ter gelegenheid van het 150-jarig be staan van het New York Philhar monic Orchestra geschreven en die hebben dat geweten: 126 mu sici zaten toen op het podium. De cyclus is in wezen een samenvat ting van wat Messiaen gedurende zijn hele leven voor het orkest ge schreven heeft. Wonderbaarlijk mooie, integere muziek. Alles zit erin. Uniek gewoon!" Rob van der Hilst Olivier Messiaen, Eclairs sur l'Au-dela, Radio Symfonie Orkest onder leiding van Reinbert de Leeuw, morgen (zater dag) in het Concertgebouw in Amster dam. Olivier Messiaen. len op het Hiernamaals, verwijst ernaar. Kunt u daar ivat mee? Reinbert de Leeuw: „Nee natuur lijk. Ik denk ook niet dat het hoeft. Het is zo gebonden aan zijn per soonlijke ontwikkeling. Messiaen had meer inspiratiebronnen. Vo gelgezang vooral, ook Indiase rit miek. Bovendien denk ik dat de zeer duidelijke godsdienstige mot to's die hij aan zijn werken ver bond, eerder uitingen zijn van een hoogst persoonlijke, intieme reli giositeit volgens beproefd rooms- katholiek recept dan dat ze dwin gende aanwijzingen zijn voor goede interpretaties." „Kijk. muziek is al de meest imma teriële kunstvorm die er bestaat, het verwijst altijd boven de werke lijkheid uit. Bij Messiaen is van hetzelfde sprake als bij Bach. Je kunt niet in muziek geloven als je niet in Bach gelooft. Maurizio Ka- gel heeft dat duidelijk gemaakt met zijn Sankt Bach Passion uit 1985, het Bachjaar. Hier is geen twijfel over mogelijk, daar valt vol gens mij niet over te discussiëren. Bij Messiaen geldt hetzelfde: die werkelijk unieke wereld van hem, daar kun je als je van muziek houdt niet omheen, daar ga je in geloven." „Een van de indrukwekkendste as pecten van Messiaen is. dat hij als twintiger een volkomen duidelijk beeld van zichzelf had, van wat hij Dirigent Reinbert de Leeuw. foto Bob Bronshoff In thuishaven België is de band met meer dan vijftigduizend verkochte platen zeer populair. In ons land zullen er nog niet zo gek veel mensen van Gorki gehoord hebben. De eerste twee cd's van de groep zijn hier dan ook niet officieel uitgebracht, maar het eind vorig jaar verschenen derde album Hij leeft is wèl te verkrijgen in ons land. Bovendien zal Gorki, de band van de bescheiden zanger/gitarist Luc de Vos, de komende tijd ook regelmatig in de vaderlandse popzalen te zien zijn. De carrière van Gorki is er eentje waar menig beginnend bandje van droomt. Nog geen jaar bij elkaar werd de groep reeds derde in 'Humo's Rock Rally 1990', de Belgische versie van de Grote Prijs. De band tekende kort daarna een platencontract, bracht enkele goedlopen de singles uit en vervolgens stond zowel de debuut-cd als het daaropvolgende 'un plugged'-album ook garant voor succes. Na het verschijnen van die tweede cd. Bo terhammen in het park, viel de toen nog Gorky geheten groep echter uit elkaar. Nu eens niet vanwege de in deze omstandig heden vaak aangevoerde muzikale me ningsverschillen. maar om puur persoon lijke redenen zette bandleider Luc de Vos z'n toenmalige ritmesectie aan de kant. De zanger/gitarist overwoog zelfs om hele maal met Gorky te stoppen en een solo carrière te beginnen, maar de platenmaat schappij wist op zijn beurt De Vos ervan te overtuigen dat. dat niet zo'n goed plan was. De naam Gorky was tenslotte al ge vestigd in Vlaanderen. De Vos bleek niet ongevoelig voor de argu menten van z'n platenbaas en formeerde vervolgens met vier andere muzikanten een gloednieuwe band. De naam bleef ge handhaafd, maar een subtiel verschil in de spelling markeerde toch de nieuwe start van de groep: Gorky heet vanaf die tijd Gorki. Centrale persoon in Gorki is vanzelfspre kend nog steeds Luc de Vos. De persoon in kwestie draait daar ook beslist niet om heen, maar aan de andere kant wordt tij dens het interview al snel duidelijk dat De Vos een heel bescheiden man is. Beschei denheid die bovendien beslist niet vals lijkt. Zo is de Vlaming zeker blij met het succes in thuishaven Belgie en hij zou ook graag in ons land wel wat platen willen slijten, maar als dat niet lukt dan is er nog geen man overboord. ..Who cares", zo vindt De Vos. „Er zijn er gere dingen om van wakker te liggen. Ik heb beslist niet het streven om bekend of beroemd te worden. Wij maken met Gorki gewoon lekkere muziek en doen bepaald niet aan carrièreplanning." Ook het feit dat Gorki de recente cd heeft opgenomen in Dakar in het Afrikaanse Senegal en daar bovendien bevriend raak te met mega-ster Peter Gabriël is voor Luc de Vos niet iets om interessant over te doen. „Het is allemaal heel toevallig zo ge komen." „Wij wilden Hij leeft opnemen met een an dere producer (de in België bekende Syl vian van Holme) en hij kende een goede studio in Dakar. Het is daar goedkoop en de zon schijnt, dus we zijn daar maar naar toegegaan. Dakar is een hele prettige stad. met mooie mensen en een mooi strand, maar ik had al heel snel heimwee. België is één van de lelijkste landen van de wereld, maar ik ben er toch het liefst. Ik hou van dat land. In het buitenland voel ik me altijd beetje ellendig. Eigenlijk ben ik best een huismus." „Dat we Peter Gabriël tegenkwamen was niet zo vreemd, hij woont namelijk daar. Af en toe kwam hij wat rondneuzen in de studio en we zijn ook wel eens met hem een pilsje wezen drinken. Eigenlijk ben ik helemaal geen fan van Gabriel, ik vind hem wat mytisch, maar het is een hele aar dige, bescheiden man. Het is toch raar dat je naast zo'n wereldster in het café een biertje zit te drinken." heen. Toen ik opnieuw met Gorki begon had ik makkelijk de beste studiomuzikan ten in m'n band kunnen krijgen, maar dat zie ik niet zitten. Ik heb gekozen voor een stel oude gabbers. Gorki is geen perfecte band, maar het is wel een mooie groep." Kecks Hoewel Gorki op Hij leeft hier en daar zeer ingehouden, haast kwetsbaar klinkt en de plaat zoals gezegd nogal wat Afrikaanse invloeden bevat, kan de muziek van de band toch zeker worden vergeleken met die van de Tröckener Kecks en The Scene. Met'name met de band van Rick de Leeuw vertoont Gorki zeker overeenkomsten. Bovendien zingt De Vos hier en daar net als z'n Amsterdamse collega. De Vos draait er niet omheen zeer door de Kecks beïnvloed te zijn. „Ik ban al fan van de Kecks vanaf de tijd van 'Souvenir' (of tewel de lp 'Betaalde liefde'), misschien zijn hun platen voor mij wel een recht streekse aanleiding geweest om óók mu ziek te gaan maken. Rick de Leeuw heeft ook meegezongen op 'Boterhammen in het park' en wij hebben een keer samen met de Kecks in Paradiso gespeeld. Het is heel logisch dat men ons met de Kecks of met The Scene vergelijkt." Net als bij deze Nederlandse bands, vor men ook bij Gorki de teksten een belang rijk onderdeel van de muziek. Teksten waarvoor Luc de Vos de inspiratie ge woon uit het leven van alle dag haalt. „Ik ben heel tevreden over de teksten op Hij leeft. Ik heb er dan ook heel erg m'n best voor gedaan. Het gaat erom dat het mezelf ontroert." „De teksten gaan gewoon over dagelijkse dingen, terwijl ik toch eigenlijk heel wei nig beleef. Ik ben maar een gewone Belg en leef heel rustig in Gent. Ik ben geen streber of avonturier. Het gewone leven is al zo'n opgave, zo'n avontuur. Dat is me al gek genoeg." Han Neijenhuis „Ik wilde het er ook helemaal niet opzet ten. maar de platenfirma vond het wel een goed idee om Peter Gabriël op de hoes te bedanken. Het is een bekende naam. maar ik geloof niet dat we er ook maar één plaat meer door hebben verkocht." Invloeden De reis naar Dakar heeft er wel voor ge zorgd dat de muziek van Gorki op Hij leeft hier en daar wat Afrikaanse invloeden be-; vat, dit in tegenstelling tot het wat meer recht-toe-recht-aan debuut. Gorki is op de recente cd dan ook bijgestaan door een ze vental Afrikanen. „Het was niet ons plan om westerse en Afrikaanse genres samen te smelten", al dus De Vos. „Ook dit is heel toevallig ont staan. We hebben letterlijk muzikanten opgepikt van de straat en die hebben wat ingespeeld. Het mooist vind ik wat dat be treft de kora, dat is een Afrikaanse harp." „Door al die invloeden is deze cd veel ex perimenteier dan de vorige. We kunnen het live dan ook niet allemaal brengen. Een nummer als 'Hij leeft' bijvoorbeeld kunnen we onmogelijk spelen. De akoesti sche gitaarpartij is ingespeeld door een Afrikaanse gitaarvirtuoos. zo goed kan ik dat nooit. Maar dat vind ik ook niet zo erg. Een plaat is een plaat en een .optreden is een optreden. Ik had wel gastmuzikanten in kunnen huren voor de concerten, maar daar houd ik niet van", zo bekent Luc. „Ik heb gewoon het liefst vrienden om me Gorki, de Belgische popgroep van Luc de Vos (midden).

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1994 | | pagina 18