vrijheid
kwijt
Polen wil
niet meer
d;
Groeistuipen
van een staat
PZC reportage
AHHF ZATERDAG 9 OKTOBER 1993
te M*
i vans
oonhij
sch.te
:en e®
vg
-■sehiVi
a 18.IS
foto Runa Hellinga
Moord
In het centrum van Lublin is het alsof de
tijd vijftig j aar is blijven stilstaan. Tot aan
de Tweede Wereldoorlog was deze wijk
met zijn middeleeuwse en renaissancege-
bouwen het hart van een bloeiende ortho
dox-joodse gemeenschap. Zoals dat bij
meer voormalige joodse wijken in Polen
het geval is, lijkt het stadscentrum zich
nooit hersteld te hebben van de moord op
zijn inwoners. De straten zijn uitgestor
ven, er is nauwelijks een winkel en de fres
co's waarmee de eeuwenoude huizen zijn
beschilderd, vallen van de muren.
De meeste bewoners van de wijk zijn be
jaarden en mensen aan de rand van de sa
menleving. De buurt is zo arm, vertelt een
vrouw in het Huisvestingsbureau in de
wijk, dat de gemeente bij de laatste ver
kiezingen vanwege de kosten gedwongen
was drie stembureaus samen te voegen
tot een.
Toeristen
Wie door het verval heenkijkt, ziet dat het
centrum van Lublin alles in zich heeft om
een toeristentopper te worden. Maar on
der de communisten heeft de stad nauwe
lijks aandacht gekregen. Te oostelijk, te
dicht bij de Russische grens.
Ook de nieuwe markteconomie heeft Lu
blin nog weinig profijt gebracht. De win
kels zijn beter gevuld dan vroeger en er rij
den meer auto's in de stad. Maar dat telt
nauwelijks in vergelijking met de onzeker
heid die de omwenteling heeft gebracht.
Zoals overal hangt ook boven de staatsin-
dustrieën rond Lublin het spook van
werkloosheid en bedrijfssluitingen. De
binnenstad brokkelt van dag tot dag ver
der af.
„Er zijn mensen die zeggen dat al die hui
zen maar beter tegen de vlakte kunnen",
vertelt een vrouw die ons rondleidt, „Om
al die gebouwen op te knappen, kost veel
meer geld. Een deel heeft nog niet eens rio
lering. En zolang het centrum in deze toe
stand verkeert, steekt geen investeerder
er geld in. Dit soort problemen los je niet
op als je het aan de markt overlaat."
Runa Hellinga
In de voormalige
joodse wijk van
Lublin is niets te
merken van de
hervormingen
van de Poolse
staat.
seld", zegt de ander. „Twee keer een
nieuwe auto", erkent de derde.
En waarvan dan? „Om dat soort dingen te
kopen, moet je zwart bijverdienen. Bijna
iedereen heeft wel een tweede baantje,
want van één inkomen kun je niet leven."
Grijnzend legt een van hen uit hoe ze zelf
aan extra geld komen. „Wij zijn taxichauf
feurs. We beduvelen gewoon de klanten.
We moeten wel", zegt hij er verdedigend
bij.
Met alle gekanker op de hervormingen
zou een buitenstaander haast denken dat
de Polen het communisme weer terug wil
len. Niets is minder waai-. De directe vraag
of het oude systeem terug moet komen,
leidt tot felle reacties.
Er blijkt toch wel iets verworven te zijn
dat mensen niet meer kwijt willen: vrij
heid. Zelfs de enige van de vier taxichauf
feurs die meent dat het communisme wat
hem betreft terug kan komen, zegt erbij
dat hij de vrijheid van vandaag niet meer
kwijt wil. Die toevoeging voorkomt niet
dat de andere drie haast met hem op de
vuist gaan.
Zekerheid
Hij legt uit wat hij bedoelt: de zekerheid
van vroeger, die mist hij. En die missen
veel Polen. De zekerheid dat er werk is,
een pensioen en een misschien niet uitge
breid. maar wel goedkoop pakket aan le
vensmiddelen. De zekerheid van een dak
boven je hoofd, al is het maar in een
piepklein flatje.
Vandaag is niets meer zeker. De gezond
heidszorg die gisteren nog gratis was, kan
morgen plotseling geld kosten. Het zuur
verdiende pensioen blijkt vaak net vol
doende voor een dagelijkse maaltijd in de
gaarkeuken. De tramkaartjes die jaren
even duur waren, gaan om de haverklap
omhoog.
Regels worden omgegooid, wetten ver
vangen. Dingen veranderen. Soms ten
goede, zoals in de wijk Wola, waai' dankzij
de financiële injectie in het Poolse tele
foonsysteem plotseling hele woonblokken
tegelijk zijn voorzien van de al jaren be
geerde telefoonaansluiting.
Maar soms ook ten kwade. Niet alleen de
arbeiders in de staatsfabrieken en de ge
pensioneerden merken dat de overheid
geen geld heeft. Praat met een Poolse in
tellectueel en hij klaagt onmiddellijk over
de krappe onderzoeksbudgetten aan de
universiteiten, de krappe subsidies voor
kunst en de teloorgang van het onderwijs
in zijn algemeenheid.
De liberaal georiënteerde regeringen on
der leiding van de Democratische Unie
(een van de vele afsplitsingen van de oude
vakbond Solidariteit) die Polen de afgelo
pen jaren hoofdzakelijk hebben gere
geerd, hebben zich vooral geconcentreerd
op de economische hervormingen. En met
succes, dat moet hen worden nagegeven.
Maar de hele publieke sector, onderwijs,
gezondheidszorg, cultuur en wetenschap
pen zijn geld en aandacht tekort geko
men. Ook de Democratische Unie heeft
dat ingezien. Net als alle andere partijen
stond meer aandacht voor deze sectoren
ook in haar verkiezingsprogramma.
Overdemocratisering
Lang niet alle problemen van de post
communistische samenleving worden
overigens door geldgebrek veroorzaakt.
Er is, zoals de Warschause vice-burge-
meester Andrzej Sapinski het formuleert,
Langs de weg richting Lublin, zuid-ooste
lijk van Warschau, rijgen zich de dorpen
met miniscule boerderijen aan elkaar.
Versplinterde lapjes grond getuigen ervan
dat de communistische landbouwcollec-
tieven hier nooit een voet aan de grond
hebben gekregen. Piepkleine huizen,
soms niet meer dan een enkele kamer, ge
tuigen van de armoede die er geleden
wordt.
nodig want auto's hebben zelf licht. De ge
volgen voor de voetgangers interesseer
den hen niet. Of beter, als wij ons daar als
stadsbestuur zorgen om maakten, moes
ten we de verlichting maar zelf betalen."
Dat wil de stad ook wel, maar daar komt
het probleem van de centen weer om de
hoek kijken. Toch zijn de financiële pro
blemen van Warschau niets vergeleken
met de situatie in andere delen van het
land. Als je echte armoede wil zien, verze
kert iedere Warschauer, moetje niet in de
hoofdstad blijven die het merendeel van
alle investeringen heeft opgezogen. Dan
moetje het platteland op.
ook sprake van een zekere overdemocrati
sering die tot chaotische toestanden heeft
geleid.
De situatie waarin Warschau verkeert, is
daarvan een goed voorbeeld. Tientallen
jaren lang had de stad feitelijk geen en
kele zelfstandigheid en was ze totaal af
hankelijk van beslissingen op staatsni
veau. Nu is Warschau, in een doorgescho
ten poging tot democratische besluitvor
ming, opgedeeld in acht onafhankelijke
gemeenten.
Sindsdien is de chaos compleet. Er is een
centraal stadsbestuur dat verantwoorde
lijk is voor zaken als de vuilnisdienst,
stadsverwarming, elektriciteit en derge
lijke. Maar de acht gemeenten slurpen het
merendeel van de inkomsten van War
schau op, zodat er voor die centrale dien
sten weinig overblijft.
Omdat iedere deelgemeente zijn inkom
sten zelf houdt, weet het centrum, het za
kendistrict waar alle nieuwe bedrijven
zich vestigen, van gekkigheid niet meer
wat het met zijn geld moet doen, terwijl
andere wijken en het centrale stadsbe
stuur tegen een lege kas aankijken. Zo
wordt rijk rijker en' arm armer.
Lantaarns
Maar het grootste probleem, legt Sapinksi
uit, is dat er op drie niveaus besluiten wor
den genomen: door de acht gemeenten,
door het stadsbestuur en bovendien ook
door de staat, die officieel nog steeds eige
naar is van de doorgaande wegen en brug
gen in de stad.
„Een tijd geleden dreigde de staat de
straatlantaarns uit te doen", zegt Sapink
si, „De redering was: het zijn onze lan
taarns, en op de autoweg die onder onze
verantwoording valt, is geen verlichting
e klinkende overwinning die links onlangs
behaalde bij de Poolse verkiezingen, kwam
niet uit de lucht vallen. Volgens de statistieken
gaat het weliswaar goed met de economie. Maar
de kloof tussen arm en rijk in de Poolse
samenleving wordt steeds breder. Het platteland
verpietert, terwijl de hoofdstad Warschau
opbloeit.
Gemarineerde paddestoelen, asperge
punten, hamrolletjes en champagne.
De internationale kledingke'ten Betty
Barclay heeft niet op de zloty's gelet bij de
opening van het jongste filiaal in War
schau. Bladen met hapjes vullen ieder
hoek in en achter de winkel: de toonbank,
de trap naar de eerste verdieping, het bu
reau van directrice Elzbieta Wyszogrodz-
ka en de vloer onder de stoelen in haar
kantoortje.
De consumptie van de hapjes loopt traag,
want het loopt nog niet echt storm op deze
eerste dag. Twee duur geklede meisjes
passen een prijzige winterjas. Bij Betty
Barclay kost een blouse toch al snel twee-,
driehonderd gulden, een dik maandsala
ris voor de meeste Polen.
Wie haar klanten zullen zijn? Mevrouw
Wyszogrodzka, in groenblauw mantel
pakje en een kapsel waar geen plukje uit
ontsnapt, zegt het niet te weten. „Mensen
die het zich kunnen permitteren." Dat is
niet de gemiddelde Pool, erkent ze. „Maar
statistieken zijn bedriegelijk. Er zijn in dit
land ook mensen die veertig tot vijftig mil
joen (4000 tot 5000 gulden) per maand ver
dienen. Voor mensen met dat soort inko
mens is goede kleding belangrijk."
Volle schappen in
de Poolse winkels,
maar de meeste
inwoners hebben
geen geld om de
spullen te kopen,
foto Runa Hellinga
Statistieken
Het gaat goed met Polen, zeggen de statis
tieken. Als eerste land van het voormalige
Oostblok zit er een zekere groei in de eco
nomie. De inflatie is tot stilstand gebracht
en voor dit jaar verwacht het Internatio
nale Monetaire Fonds een groei van het
bruto nationaal inkomen van vier pro
cent.
Het gaat slecht met Polen, zeggen de sta
tistieken ook. Het overgrote deel van de
Polen merkt niets van die economische
voorspoed. Die ziet alleen maar de werk
loosheid groeien en de inkomens achter
blijven bij de stijgende prijzen. Veel land
bouwgrond is dit jaar braak blijven liggen,
omdat boeren vaak niet eens meer het
geld hadden om zaaigoed voor het volgen
de seizoen te kopen.
En toch gaat het wel degelijk goed met Po
len, zeggen de statistieken. De prijzen van
levensmiddelen zijn het laatste jaar aan
het dalen. Het overgrote deel van de huis
houdens heeft de afgelopen drie jaar een
kleurentelevisie, een videorecorder of een
auto kunnen aanschaffen. Je hoeft in War
schau maar tijdens de spits de straat op te
gaan om zeker te weten dat die cijfers niet
verzonnen zijn. De stad puilt uit van de
auto's: er rijden er inmiddels evenveel als
de stedebouwkundige planners voor het
jaar 2000 hadden voorzien.
En het gaat zo goed met de vei'koop van
elektronica dat de winkel van Philips op
de Marzalkowskastraat zijn winkelruimte
volgend jaar wil verviervoudigen. „Hét
wordt zeer elegant", zegt directeur Marek
Lubicz-Nowicki, „Een van de beste elek
tronicazaken van Europa."
Wat opvalt in de Philipswinkel zijn de prij
zen. De gewone tv-toestellen staan wat
verdekt opgesteld. Blikvangers zijn een
breedbeeld-televisie van 9500 gulden en
geavanceerde, peperdure dictafoon-appa-
raten.
Nowicki weet precies wie de klanten voor
dat soort spullen zijn: de nieuwbakken
'biznizmen'. „Die komen hier met hun
Mercedes of BMW voorrijden, leggen de
950 miljoen zloty voor een breedbeeld-tv
contant op tafel en kopen er meteen nog
een voor in de slaapkamer." De Philips
winkel verkoopt ook op krediet. Maar de
enigen die daar belangstelling voor heb
ben, zijn de kopers van een simpel toestel
van achthonderd gulden.
Polen die geld hebben, laten dat graag
zien en krijgen daar in Warschau tegen
woordig ruim de kans voor. Goedgevulde,
dure winkels, Amerikaanse fastfood ke
tens, luxe restaurants en terrassen heb
ben de grauwheid en de rijen verdrongen
waar de stad vroeger berucht om was.
Maar de armoede van anderen is even
zichtbaar. Op de markt in Praga, een van
de arbeiderswijken van Warschau, zie je
bat af aan de vermoeide en afgeleefde ge
zichten van de voorbijgangers.
Russen
Praga is het soort wijk waar de overwin
ning van links werd klaargestoofd. Het is
ook het soort wijk waar 'zij daarboven' het
nooit goed doen en waar de inwoners van
oudsher gewend zijn hun eigen weg te zoe
ken. Toen onder het communisme de ver
koop van wodka nog beperkt was tot en-
foto GPD
Veel Polen
proberen met
straathandel
extra inkomsten
te verwerven.
Toch zijn de klachten niet helemaal te rij
men met de statistieken. Waarom niet,
wordt duidelijk in een gesprek met vier
klanten van een worstenkraam op de
markt in Praga. „Die daarboven zijn de
enigen die geprofiteerd hebben van de
omwentelingen", meent een van hen.
Twee anderen vertellen dat hun vrouwen
werkloos zijn geworden en nu met een lage
uitkering thuis zitten.
Het is, lijkt het, kommer en ellende in hun
huisgezinnen. Maar op de vraag wie van
hen de afgelopen driejaar een televisie, vi
deo, audioinstallatie of een auto heeft ge
kocht, valt even een pijnlijke stilte. „Een
televisie en een video", zegt de een dan.
„Ik heb vier keer mijn audioset ingewis-
kele uren per dag, was de Brzeska-straat
het centrum van Warschause illegale
drankverkoop. En de plaatselijke vlooien
markt roemde zich erom dat er alles te
krijgen was wat een mens kon begeren, tot
kalasjnikovs aan toe.
Nu wordt de vlooienmarkt vooral bevolkt
door Russen, die er hun spullen aanbie
den en voor de zo verworven zloty's wes
terse importgoederen kopen. Een teken
van de tijd: Polen is voor de Russen nu het
inkoopparadijs, dat het westen ooit voor
de Polen was. Maar de inwoners van Pra
ga hebben voor die verandering weinig
goede woorden over.
„We kunnen al die spullen niet kopen", is
de eeuwige klacht. Dat klopt, bevestigt de
cheffin van een plaatselijke winkelhal. Er
zijn westerse goederen in overvloed te
koop, van stoomstrijkijzers tot Franse
wijn, maar de verkoop van dat soort luxe
goederen loopt achteruit. „Mensen kopen
meer en meer alleen maar de basisproduk-
ten."