Weeskinderen werden satanische vrouwen Beau Hueks restaureren muziek Laurel Hardy Louis Welden Hawkins Hoe leer je fietsen... kunst cultuur VRIJDAG 24 SEPTEMBER 1993 21 Een juweeltje, de kunstenaar ken ik niet, maar ik sta graag stil bij nieuwe talenten", schreef de gezaghebbende criticus Albert Wolff in 1881 in het Franse dagblad Le Figaro Hij doelde op het schilderij De weeskinderen van Louis Welden Hawkins dat nu deel uitmaakt van een expositie met 25 werken in het Van Gogh Museum. Deze lof van Wolff blijkt niet overdreven: het verdriet van de kinderen die elkaar troosten op een verlaten kerkhof is niet sentimenteel, maar juist roerend verbeeld. Ook de andere werken tonen dat Welden Hawkins ten onrechte in de vergeteldheid is geraakt. De schilder deed er zelf veel aan om zijn werk onder de aan dacht te brengen. Zo is bekend dat hij als Amerikaanse verzamelaar bij Parijse kunsthandelaren infor meerde naar het laatste werk van de schilder Welden Hawkins. On danks oprechte blijken van waar dering van beroemde tijdgenoten als de schrijver Mallarmé is hij ook tijdens zijn leven (1849-1910) ech ter nooit echt doorgebroken. Lucas Bonekamp, de samensteller van de tentoonstelling, geeft, als mogelijke verklaring dat Welden Hawkins allerlei stijlen uitpro beerde waardoor hij moeilijk viel in te delen: „Zijn hele carrière lang liet hij vele invloeden op zich in werken. Het resultaat is een oeu vre waaruit blijkt dat hij als kun stenaar steeds opnieuw op zoek was naai' zijn artistieke identiteit." Juist zijn veelzijdigheid maakt de ze tentoonstelling aantrekkelijk: de bezoeker volgt stap voor stap zijn ontwikkeling van realisme naar symbolisme, terwijl later in zijn schilderijen ook impressionis tische invloeden zichtbaar wer den. Dankzij zijn talent maakte de ze artistieke kameleon zich in alle stijlen een grote uitdrukkings kracht eigen. Dat hij geen vernieu wer of voorloper was doet voor de waardering van dit werk helemaal niet ter zake. Decoratief Vanaf 1900 begaf Welden Hawkins zich ook op het terrein van de deco ratieve kunst. Hij ontwierp waai ers en maskers waarbij hij in Art Nouveau-stijl engelachtige vrou wengezichten omringde met sier lijke plantenmotieven en decora- tieve lijnen. Op de expositie zijn daarvan mooie voorbeelden aan wezig. Welden Hawkins was de zoon van een Engelse vader en een Oosten rijkse moeder. Hij groeide op in het Engelse graafschap Middlesex, was korte tijd in dienst bij de Brit se marine, maar trok rond 1870 naar Parijs om schilderlessen te nemen. In 1881 behaalde hij op de Salon des Artistes Francais een medaille met het nog in realisti sche stijl geschilderde tafereel van de treurende weeskinderen. Welden Hawkins schilderde dit werk in Grez-sur-Loing, de kunste naarskolonie ten zuidoosten van Parijs waar Jules Bastien-Lepage de spil vormde. Volgens Bone kamp diende de sprekende wijze waarop Bastien-Lepage de grijzige atmosfeer van Grez weergaf velen tot voorbeeld en gold dat ook voor Welden Hawkins. Zijn werk uit de jaren tachtig kenmerkte zich door verstilde landschappen en een groen-grijs palet. Op zoek naar nieuwe inspiratie bronnen gebruikte Welden Haw kins in de jaren negentig vaak een gouden achtergrond en subtiele pastelkleuren. In navolging van symbolisten en prerafaëlieten ver wees hij daarmee naar de vroege Foto boven: Philippe Rous seau, Stilleven, Pastel, ca. 1865. Foto rechts: Louis Welden Hawkins, De onschuld, Olieverf op doek, 1895. schilderkunst uit het Italiaanse Siena. Het Van Gogh Museum kocht onlangs De onschuld aan, een werk met twee weelderig ge lokte vrouwen waarop deze inspi ratiebron duidelijk zichtbaar is. De onschuld is tevens typerend voor zijn voorliefde voor het thema 'dualisme van de vrouw': de vrouw wordt voorgesteld als vroom en deugdzaam wezen maar is tegelijk satanisch en kwaadaardig. Rousseau Het Van Gogh Museum verwierf onlangs ook het Stilleven met ha zen van Philippe Rousseau (1816- 1887). Rousseau was gespeciali seerd in stillevens met bloemen, pronkstillevens, jachtstukken en keukenstillevens. Hij putte inspi ratie uit de 17e-eeuwse Hollandse school maar vooral uit zijn 18e- eeuwse Franse voorgangers Jean- Baptiste Oudry en Jean-Baptiste Siméon Chardin. Behalve het werk van Welden Hawkins toont het museum op de derde verdieping ook twee dozijn schilderijen van Rousseau. Wie ooit in de Louvre de stillevens van Chardin met hun bijzondere licht val en kleurnuances zag. zal zich tijdens het bekijken van deze werken maar moeilijk kunnen los rukken van deze herinnering, Chardin was de ware meester, Rousseau schilderde niet onver dienstelijk, maar stond een eeuw later beslist in zijn schaduw. Fran^oise Ledeboer De exposities van Louis Welden Haw kins en Philippe Rousseau in het Van Gogh Museum te Amsterdam duren tot en met 14 november. Het is even een weet en makkelijk zat, want wie wil die kan. Maar toch - hoe leer je fietsen en lezen en hoe moet het met verkering als je nog niet zeker weet dat je ver liefd bent? In Fietsen van Gregie de Maeyer gaat Bet op haar drie wieler met de pedaaltjes aan het voorwiel naar de bakker. Het is vlak voor sluitingstijd en Omamona heeft honger: 'Op en neer gaan haar benen. Op en neer, op en neer. Zo snel dat je nauwelijks haar voeten nog kan zien. Ze strekt haai' nek. Ze steekt haar hoofd vooruit. Haar lippen doen bbbrrr bbbrrroe bbbrrroemmm. Haar mond is een streepje schuim. Het voorste wieltje piept en zig zagt. Brom kreunt en gromt. Bet rijdt zo snel dat ze op twee wieltjes de bocht invliegt. Het karretje kriept. Haar derde wieltje zweeft.' Als haar buurjongen haar op twee grote wielen, zingend zelfs, kaarsrecht voorbijrijdt en ze even later bovendien de bak kerswinkel gesloten vindt, be slist Bet dat de beste oplossing voor haar probleem ook de enige is. Wie zich door de expressieve en wervende omslagillustratie heeft laten inpakken zal waar schijnlijk niet teleurgesteld worden. Het eenvoudige, goed uitgewerkte verhaal laat zich heerlijk voorlezen aan kinde ren vanaf een jaar of vier. Bets verbetenheid te leren fietsen zal hun net zo bekend voorko men als de dooddoeners waar mee Broes de fietsenmaker, coureur Brand en Madame Bo die op een een-wiel-fiets kan rij den haar gemakzuchtig tel kens weer het bos insturen, om dat ze wel wat anders aan het hoofd hebben. Op het achter plat staat vermeld dat begin nende lezertjes met een maand of zes leeservaring in staat zijn het boek zelf te lezen. Die aan beveling kan echter tot niets anders dan ongelukken leiden. De lengte van de zinnen en de moeilijkheidsgraad van veel woorden maken dat je al een eindje in groep vier op weg moet zijn om de tekst de baas te kunnen worden en te kun nen genieten van het verhaal dat Gregie de Maeyer eigenlijk vertelt. Voor wie het kan is lezen en schrijven net zo'n vanzelfspre kende bezigheid als fietsen. Een klein beetje moeilijker na tuurlijk, want je moet er per slot van rekening voor naar school, maar desondanks niet veel meer dan Lezen, tsjadat is gewoon datje naar de let ters kijkt en dan weetje wat het betekent. In Jubelientje leert lezen pro beert een oma haar klein dochter met dat antwoord te vreden te stellen. Maar net als Bet is Jubelientje een volhou- dertje en gelukkig weet ook haar oma dat ze met haar vraag Hoe doe je dat dan, lezen? se rieus genomen wil worden: ze krijgt een prachtig donker blauw opschrijfboekje met lijn tjes en op de buitenkant glan zend gele sterren. Jubelientje leert lezen is na Ju belientje en haar liefste oma de tweede bundel van Hans Ha gen over een alleraardigst stel. De voorleesverhaaltjes gaan over van alles en nog wat, maar worden bij elkaar gehouden door elf fotografische afbeel dingen uit Jubelientje's schrijf- schriftje, Precies zo'n schriftje, maar met lege bladzijden werd door de uitgever als een aardig heidje los aan het boek toege voegd. Verliefd Wanneer je verliefd bent, maar niet weet wat je daarmee aan moet, mag je je gelukkig prijzen als je bij je ou dere broer te rade kunt. In Pop- pe en beer van Jos Lammers heeft de oudste van twee broers zich een keer veelbetekenend onverschillig laten ontvallen dat hij verliefd is en dus zeer deskundig. Dat had hij beter voor zich kunnen houden, want nu zijn één jaar jongere broer tje sinds kort op Doortje is wil die alles weten. Poppe gunt zichzelf geen tijd en laat niet af zijn broer om de haverklap las tig te vallen met moeilijke vra gen. Jos Lammers schreef eerder onder meer Vrijen met jezelf. In dat vrijmoedige voorlichtings- boek vertelt hij op jolige toon alles wat pubers willen weten maar niet durven vragen. In Poppe en beer gaat het heel on schuldig toe en draait uiteinde lijk alles om de vriendschap tussen twee broertjes, maar met geforceerd laconieke ver teltrant schiet hij in dit nieuwe boek zijn doel ver voorbij. Pop pe is een jongere uitgave van Adrian Mole en daar hebben kinderen van acht jaar hele maal niks mee. Wat moeten ze met zo'n ventje dat zesenze ventig pagina's lang met zich zelf in gesprek is en daarbij ook nog driendertig keer het woord 'gewoon' en vierendertig keer 'eigenlijk' uit zijn mond laat vallen? Jan Smeekens Gregie de Maeyer: Fietsen met illu straties van de schrijver. Altiora, Averbode; 37 pag.; 21,95. Hans Hagen: Jubelientje leert lezen met tekeningen van Jos Lammers: Poppe en Beer met tekeningen van Philip Hopman. Van Goor, Amster dam; 75 pag.; 22,90. Jos Lammers: Poppe en Beer met te keningen van Philip Hopman. Van Goor, Amsterdam75 pag.; 22,90. 'r' h. Omslagillustratie van Gregie de Maeyer voor haar boek Fietsen. Eigenlijk had hij zich voorgenomen om na het opheffen van het ambitieuze Boulevard Of Broken Dreams geen orkest meer te runnen. Hij had genoeg werk met- zijn combo The Izzies, waarmee hij regel matig voor radio en tv werkt. Maar voor hij er erg in had. zat bassist Gert-Jan Blom weer met een vijftienmans orkest: The Beau Hunks, een gezelschap dat zich richt op de muziek uit Laurel Hardy- films. Net als Boulevard, waar het ging om nostalgie en droef repertoire, is ook dit nieuwe Blom-project een onverwacht doorslaand succes. Eind september, vlak voor het verschijnen van de tweede cd krijgen de Beau Hunks een edison voor de eerste compact disc. De groep zit dan mid den in een Laurel Hardy Film Con certtour door Nederland en België. Kort om, bassist Blom is weer aan het organise ren: „De telefoon is altijd mijn tweede in strument geweest." „Het begon in januari 1992", zegt Gert- Jan Blom. „Ik werd toen gevraagd om met de Izzies in Tuschinski in Amsterdam te spelen op. het feest ter gelegenheid van honderdste geboortedag van Oliver Har dy. Bram Reijnhoudt had ons benaderd naar aanleiding van een radio-uitzending waarin we twee liedjes uit de film Way Out West zongen. Bram is de uitgever van Blotto, een tijdschrift van Laurel Hardy- fanaten en hij was bezig met de organisa tie van die feestelijke dag. Hij vroeg of we op dat feest wat konden doen met muziek uit Laurel Hardy-films. Ik kon de Izzies uitbreiden met een extra sax, trompet en viool en daarmee zouden we een medly spelen van de bekendste thema's. En ver der zouden we die liedjes nog een keer zin gen." Definitieve versie Blom omschrijft het optreden als 'wel aar dig'. Maar de directeur van de maatschap pij die alle Laurel Hardy-films op video uitbrengt, zat in de zaal. Hij was enthou siast en vroeg Blom of hij een cd wilde ma ken met die muziek. „Het stond al op ons verlanglijstje. Maar ik wilde het direct wel goed doen. Een Engels orkest had die mu ziek al eens opgenomen en naar mijn idee hadden ze de plank daarmee volkomen misgeslagen. Het was niet erg nauwkeurig gespeeld en men gebruikte elektrische gi taren en een basgitaar. Ik wilde de defini tieve versie van die muziek en niet een produkt dat slechter was dan wat die En gelsen hadden gemaakt. Ik diende een be groting in die tien keer zo hoog was, als aanvankelijk de bedoeling was, maar men ging akkoord." Archeoloog „Bij het reconstrueren voelden we ons meer archeoloog dan musicus. Alle mu ziek die op de achtergrond in Lamel Hardy-films is te horen, is verloren ge gaan. Er zijn geen platen of banden van en de originele bladmuziek is er ook niet meer." Die muziek is indertijd aan de films toege voegd omdat op de geluidsfilms zoveel ruis zat tijdens de dialogen. De muziek was er om de ruis te onderdrukken. Dolby was nog niet uitgevonden. Componist Le- Roy Shield had in die tijd de opdracht ge kregen om uiteenlopende sfeermuziekjes te schrijven. Hij had een politie-thema, een opwindingsthema, diverse domheids thema's, een dronkenmansthema. enzo voort. De meeste van die stukken duur den ongeveer een minuut. En zo werden ze in de films gebruikt. Het was echter een heidens karwei om die muziekjes com pleet krijgen. Piet Schreuders was daar al een jaar of drie mee bezig. Hij reconstrueerde ze uit allemaal verschillende Laurel Hardy- films. Want zo'n muziekje wordt door al lerlei geluiden onderbroken. Dan stort er weer een huis in, of dan valt die dikke weer Gert-Jan Blom, de bassist van de Beau Hunks, foto Marcel Israel door een schoorsteen. De muziek gaat op die momenten wel door, maar er is weinig van te horen. Men gebruikte in al die films dezelfde opnames. Wat LeRoy Shield in één jaar opnam, en waar wij nu twee cd's mee hebben gevuld, is in de jaren dertig gedurende zeven jaar in alle films ge bruikt die uit de studio van Hall Roach kwamen. Piet Schreuders heeft al die films verzameld om daar de 'schone' mu ziek van te kunnen samenstellen, zonder dat er doorheen wordt geschreeuwd, of dat je een piano van een lange trap hoort denderen." „Toen we die cd konden maken heb ik Piet ingeschakeld. Van hem kreeg ik bandjes met muziek, waarvan ik door ar rangeurs transscripties heb laten maken. In de studio hebben we bij de opnames tot hej laatst die originele bandjes er naast gehad. We hebben het tot het laatste mo ment gecheckt." „Het is misschien vreemd om het van je eigen produkt te zeggen, maar ik vind dat het behoorlijk goed gelukt is. Als je die muziek van Shield levend maakt, door het te gaan spelen, dan ervaar je pas goed wat voor een geniale componist hij was. Dan merk je dat er van die muziek een onge-» looflijke kracht uitgaat, die nog steeds mensen kan raken." Ton Ouwehand The Beau Hunks bestaan uit: Menno Daams, Jos Driessen itrompetI, Jilt Jansma Itrombone Ilona de Groot (viool), Tineke de Jong altviool), Eelco Beinema (cello), Robert Veen, Ronald Jansen Heijtmajer, Leo van Oostrom isaxen, klarinet), Jan Robijns (piano), Ton van Bergeijk gitaarbanjo). Peter Stöve (tubal, Louis Debij (drums) en Gert-Jan Blom (bas). Tijdens de tournee worden de films Blotto (1930), Helpmates (1932) en We Faw Down (1928) vertoond. Tournee: Enschede, Twentse Schouwburg (24/9). Rotterdam. Luxor (25/9, 26/ 9). Amsterdam, Nieuwe De La Mar (30/9 t/m 3/ 10). Eindhoven, Muziekcentrum F. Philips (9/ 10),

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1993 | | pagina 21