Isv
De lage landen
bieden Maria
warm onthaal
Habsburg
in Holland
kunst cultuur
VRIJDAG 10 SEPTEMBER 1993
stellers van de exposities vertellen met
hulp van bruiklenen uit de musea van met
name Boedapest (Nationaal Museum) en
Madrid (Museo del Prado) het verhaal van
een vrouw, die in het middelpunt van het
bestuurlijk en kunstzinnig leven van de
Nederlanden heeft gestaan.
Het 1.66 meter hoge bronzen beeld van
Maria is - naast de harnassen van Karei V
en Lodewijk II - onmiskenbaar één van de
meest in het oog springende kunstschat
ten. De regentes gaf zelf de opdracht voor
de vervaardiging aan de destijds beroem
de Leone Leoni. Daarmee is meteen iets
gezegd over de gewoonten en zeden van
die tijd. De Habsburgers voelden de be
hoefte zich in al hun luister aan het volk te
vertonen. Schilderijen, munten, beelden,
de keizerlijke familie liet zich op alle mo
gelijke manieren vereeuwigen. De spe
ciaal voor Maximiliaan ontworpen triomf
bogen - waarvan de exposities tekenin
gen laten zien - spreken voor zich. Met
haar bronzen beeld deelde Maria kenne
lijk in de hang naar onsterfelijkheid.
Fortificaties
Ook in het landschap liet ze sporen na. Tij
dens haar regeringsperiode introduceer
den Italiaanse ingenieurs nieuwe verdedi
gingsmethoden. Karei V was zeer gechar
meerd van de nieuwe mode en liet in heel
zijn rijk nieuwe fortificaties bouwen. Ma
ria deed dat in zijn opdracht in de Neder
landen. De naai' haar genoemde verster
king Mariembourg in de omgeving van
Luik wordt als één van haar mooiste ves
tingstadjes beschouwd. Minder bekend is
het fort Rammekens op Walcheren, dat ze
tussen 1547 en 1557 liet bouwen. De ver
sterking, naar een ontwerp van Donati de
Boni, trekt de laatste tientallen jaren de
aandacht als hèt voorbeeld van de 16e-
eeuwse vestingbouw in Noord-Europa.
Maria zwaaide de scepter in een regio, die
in de eerste helft van de 16e eeuw snel aan
belang won. Antwerpen groeide uit tot
epn handelsmetropool, die het kloppend
hart van Noord-Europa werd. Het kostte
haar moeite de rijke steden in het Habs-
burgse gareel te houden. De opstand van
Gent in '1537-1539, dat zich tegen de inning
van belastingen verzette, kon alleen met
wapengeweld worden beteugeld. Karei V
bemoeide zich persoonlijk met de kwestie
en strafte streng: alle stedelijke privileges
werden vernietigd en een grote groep
Gentenaren moest met een strop om de
hals keizer en regentes om vergiffenis vra
gen. Meer noordelijk was Willem van
Kleef, hertog van Gelre. een fervent tegen
stander van de Habsburgse expansiepoli
tiek. Pas in 1543 boog hij het hoofd voor de
legers van keizer Karei.
Die strubbelingen nemen niet weg dat
Maria er meestal in slaagde de tegenstel
lingen binnen haar territorium in de hand
te houden. Ook op religieus gebied koos
zij, ondanks de strenge plakkaten van Ka-
rel, voor een gematigde aanpak. Zij was
goed op de hoogte van het werk van Eras
mus en Luther, 20 goed zelfs dat ze de bij-
.naam 'de Lutherse vorstin' kreeg. Voor de
zuster van een keizer, die het katholieke
geloof te vuur en te zwaard verdedigde,
niet meteen een compliment. De grote
denkers van Europa waren op de hoogte
van Maria's ruimhartige denkbeelden.
Luther schreef haar een troostend woord
na het overlijden van haar man Lodewijk
en Erasmus droeg zijn werk De vidua
Christiana (de christelijke weduwe) aan
haar op.
Bibliotheek
Het Catharijneconvent brengt die poli
tieke en religieuze aspecten van haar le
ven in beeld. En meer dan dat. De prachtig
geïllustreerde boekwerken uit haar biblio
theek. waaronder een middeleeuws hand
schrift dat in opdracht van Maria in de
marge werd verlucht, geven een beeld van
een vrouw die de schone kunsten een
warm hart toedroeg. Een ring met de let
ter M is één van de weinige sieraden die
met zekerheid aan haar kan worden toe
geschreven.
In Den Bosch wordt de kunstzinnige Ma
ria ten tonele gevoerd. Naar goed Habs-
burgs gebruik nam ook Maria hofkunste
naars in dienst. Ze wordt niet gezien als
iemand die een krachtig eigen stempel op
haar collectie drukte, ze volgde de heer
sende smaak aan de andere Europese ho
ven. In navolging van haar voorgangster
Margaretha zorgde zij ervoor dat de tapijt
wevers in Brussel goed aan hun trekken
kwamen. Dat ze hen van veel opdrachten
voorzag had waarschijnlijk ook een prak
tische oorzaak: 'de Noordeuropese palei
zen waren kil en vochtig, tapijten aan de
muren waren noodzakelijk om de ergste
kou buiten te houden.
Omdat Maria zich op de hoogte stelde van
de ontwikkelingen aan andere hoven, is zij
voor de Nederlanden de eerste landvoog
des die de Italiaanse renaissance-stijl een
krachtige stimulans gaf. Bernard van Or-
ley was de eerste tien jaar van haar regent
schap de belangrijkste hofschilder en por
tretteerde haar vele malen. Zijn collega
Pieter Coecke van Aelst was behalve
schilder één van de belangrijkste ontwer
pers van wandtapijten. Ook hij gaf in zijn
werk blijk onder de indruk te zijn van de
Italiaanse voorbeelden. Jan Cornelisz.
Vermeyen reisde mee in het gevolg van de
keizer, maar kreeg ook van Maria diverse
opdrachten. De Heilige Familie en Laza-
rus-triptiek behoren tot zijn bekendste
werken.
Tegelijk met Karei V trad Maria in 1555
terug uit het landsbestuur en vertrok het
jaar daarop naar Spanje. Op aandringen
van Philips II overwoog ze in 1558 naar de
Nederlanden terug te keren. Voor het
zover kwam overleed ze op 21 september
aan een hartaanval.
Utrecht en Den Bosch ondernemen een
geslaagde poging om Maria terug te bren
gen bij haar onderdanen. In de uitvoering
toont de dubbelexpositie twee gezichten.
Het Catharijneconvent ademt met de
kleine zalen een intieme sfeer, passend
voor het vertellen van een levensverhaal.
De zaal in Den Bosch is ruimer, lichter,
een ruimte waar 'grote formaten' goed tot
hun recht komen.
Jan van Damme
Expositie Maria van Hongarije, Koningin tus
sen keizers en kunstenaars 1505-1558, Catharij
neconvent Utrecht en Noordbrabants Museum
Den Bosch, van 12 sept. t/m 28 nov., geopend
dinsdag tlm vrijdag 10-17 uur. zaterdag en zon
dag 11-17 uur, maandag gesloten. Catalogus
Uitgeverij Waanders Zioolle, f49,50, geb.
79,50.
Als hoofdmoot van de exposities
een fikse portie geschiedenis
van het Habsburgse rijk. Verder een
toefje royalty, gelardeerd met een
aantal opzienbarende bruiklenen.
Dat alles gerangschikt rond de bijna
vergeten Maria van Hongarije, zuster
van keizer Karei V en van 1531 tot
1555 regentes van de Nederlanden.
Het Catharijneconvent in Utrecht en
het Noordbrabants Museum in Den
Bosch wijden een dubbelexpositie
aan de Habsburgse bewindsvrouwe.
De Oostenrijkse aartshertog Rudolph
van Habsburg opent morgen
(zaterdag) de tentoonstelling Maria
van Hongarije, Koningin tussen
keizers en kunstenaars.
Als verlengstuk van de Habsburgse
machtshonger was ze niet erg geliefd.
Utrecht en Den Bosch bieden alle
gelegenheid Maria alsnog in de
armen te sluiten.
Vóór alles rijzen er vragen. Waarom
Utrecht en Den Bosch, waarom twéé
exposities, waarom Maria van Hongarije?
Om met de laatste kwestie te beginnen:
Nee, deze keer geen geboorte-, sterf- of an
der gedenkwaardig jaar. Het 'toeval' wil
dat een groep wetenschappers zich al en
kele jaren verdiept in de persoon van Ma
ria van Hongarije. Met verschillende doel
einden. Twee onderzoekers hebben haar
als onderwerp voor een proefschrift geko
zen en er wordt gewerkt aan een documen
taire film over de Habsburgse vorstin. De
dubbeltentoonstelling Maria, Koningin
tussen keizers en kunstenaars en niet te
vergeten het gelijknamige boek, dat als de
eerste aan haar gewijde wetenschappelij
ke publikatie mag worden beschouwd,
zijn de bepaald niet onbelangrijke 'bijpro-
dukten' van de Maria-studie geworden.
De twee eerste vragen - waarom Utrecht
en Den Bosch en waarom een dubbelten
toonstelling - laten zich kort beantwoor
den. Brussel, waar Maria in het (in de 18e
eeuw verbrande) paleis op de Coudenberg
resideerde, zou als expositieplaats voor de
hand hebben gelegen. Maar Brüssel wilde
niet, had waarschijnlijk het hoofd al vol
met plannen voor een Habsburgse mani
festatie die volgend jaar moet plaats vin
den. Het Catharijneconvent in Utrecht
had wèl oren naar de expositie, maar
bleek te klein om alle schilderijen, wa
pens, pronkbekers, boeken en beelden te
herbergen. Een deal met het Noorbra
bants Museum in Den Bosch bood uit
komst. ,,Die samenwerking is een experi
ment", licht directrice drs Margriet van
Boven van het Brabantse museum toe.
„Maar zo vreemd is onze deelname niet.
Wij zijn voor Utrecht de band met het
Zuiden, wij voelen ons deel van het her
togdom Brabant en trekken veel bezoe
kers uit België. Ik verwacht dat de musea
dicht genoeg bij elkaar liggen om zo'n ex
positie samen aan te pakken. Een half
uurtje met de trein, dat moet te doen zijn."
Een verdeling van aandachtsgebieden
'r' was noodzakelijk. In Den Bosch wordt
aan de hand van schilderijen getoond dat
Maria van Hongarije als beschermvrouwe
van kunstenaars als Michiel Coxcie, Ber
nard van Orly en Pieter Coecke van Aelst
de introductie van de Italiaanse renais-
l sance-stijl in de Nederlanden heeft gesti-
muleerd. In de Domstad wordt de regen
tes in de Habsburgse tijd geplaatst, met
aandacht voor haar rol in de politieke en
religieuze geschiedenis van Europa in de
r eerste helft van de 16e eeuw.
Persoonlijkheid
De nu al talrijke aanvragen voor combi-
kaarten en rondleidingen wettigen de ver
onderstelling dat de musea met Maria een
publiekstrekker van allure in huis hebben
gehaald. Drs Anite Haverkamp van het
Catharijneconvent, een voormalige abdij,
ziet in de ruime belangstelling haar me
ning bevestigd, dat 'historische vrouwen'
tot de verbeelding spreken. Nu is daar in
het geval van Maria van Hongarije veel
voor te zeggen. Zij is een persoonlijkheid,
die een boeiend verhaal te vertellen heeft.
Met haar voorgangster Margaretha van
Oostenrijk (of van Savoye) en haar op
volgster Margaretha van Parma vormde
zij van 1506 tot 1567 het vrouwelijk be
stuur van de Nederlanden. Zij waren de di
recte vertegenwoordigers van de Habs
burgse keizer en koningen. In een, zeer be
langrijke periode, waarin de lange tijd uit
zelfstandige vorstendommen bestaande
Nederlanden moesten worden omge
vormd tot onderdanige provincies aan de
rand van het rijk waar de zon nooit onder
ging. De dames gingen tactvol tewerk.
Niet dat ze zich geliefd maakten, maar het
is - opperen moderne historici - aan hun
'vrouwelijke diplomatie' te danken dat de
dwarse steden en edelen niet veel eerder
in opstand kwamen. Hoe dat ook zij, feit is
dat een jaar na het vertrek van Margare
tha van Parma de Tachtigjarige Oorlog
(1568-1648) begon.
De Habsburgers bouwden in de 15e en 16e
eeuw aan een machtig rijk, de grootste su
permacht sinds de Oudheid. In tegenstel
ling tot de Romeinen namen Maximiliaan
en zijn kleinzoon Karei V niet hun toe
vlucht tot bruut geweld. Zij gaven de voor
keur aan een uitgekiende huwelijkspoli
tiek. Maximiliaan huwde in 1477 Maria
van Bourgondië en bracht op die manier
het Bourgondische Rijk - inclusief de Ne
derlanden - bij Oostenrijk. Zijn twee kin
deren werden daarna belangrijke pionnen
in het machtspolitieke spel, toen hij een
dubbelhuwelijk overeenkwam met Span
je: zoon Philips trouwde met Johanna van
Castilië, later de Waanzinnige genoemd,
en dochter Margaretha kreeg de Spaanse
kroonprins Johan aan haai' zijde. Castilië
en Aragon kwamen zodoende binnen de
Habsburgse invloedssferen.
Ook de kleinkinderen van Maximiliaan
werden zonder probleem op de dynastieke
huwelijksmarkt ingezet. Grootvader
richtte zijn blik oostwaarts en kwam met
Vladislav II, koning van Bohemen en
Hongarije, een tweede dubbelhuwelijk
overeen. Daarmee legde hij het funda
ment voor de later roemruchte Donaumo-
narchie. In dat verband komt Maria in
beeld, om wie het in Utrecht en Den Bosch
de komende maanden allemaal draait.
Hongarije
Maria werd in 1505 in Brussel geboren uit
het huwelijk van Philips en Johanna. Al in
1512 werd zij voorbestemd om te trouwen
met de dan nog niet geboren kroonprins
van Hongarije. Tien jaar later gaf ze inder
daad het jawoord aan Lodewijk II van
Hongarije. Het huwelijk was van korte
duur, de oprukkende Turken onder lei
ding van Suleiman de Grote hakten in
1526 de Hongaarse legers bij Mohacz in de
pan. Lodewijk verdronk tijdens die zeer
bloedige slag en liet Maria als koningin
van Hongarije in rouw achter. Zij nam en
kele jaren de honneurs waar voor haar
broer Ferdinand, die het Habsburgse deel
van Hongarije erfde.
Keizer Karei'V riep haar in 1531 terug naai
de Nederlanden, waar zij in de voetsporen
moest treden van de overleden landvoog
des Margaretha van Oostenrijk. Met frisse
tegenzin toog ze naar Brussel. ,,De keizer
heeft me de strop om de hals gelegd",
schreef ze aan haar broer Ferdinand. Maar
toegewijd als ze was aan de Habsburgse
belangen ontwikkelde ze zich in korte tijd
tot een landvoogdes op wie de keizer kon
vertrouwen. Ze nam haar intrek in het
Brusselse paleis van de hertogen van Bra
bant op de Coudenberg.
Eén van de voorwaarden die ze stelde bij
haar aantreden, was dat de keizer haar
niet zou dwingen opnieuw een huwelijk
aan te gaan. Maria wilde zich in haar
rouwkleding blijven hullen, om de prakti
sche reden dat een weduwe volgens het
toen geldende privaatrecht niet onder de
voogdij van een man viel. Met een keizer
op afstand werd Maria in het lage land een
invloedrijke regentes.
De dubbeltentoonstelling in Utrecht en
Den Bosch geeft een verrassend fris beeld
van die in de Noordelijke Nederlanden be
trekkelijk onbekende vorstin. De samen
Maria van
Hongarije,
Zuidnederlands,
tweede kwart
zestiende eeuw.
Gezicht op het
paleis te Brussel,
Zuidnederlands,
eerste kwart 17e
eeuw.