Sfeer van pretpark bedreigt oude stad Massatoerisme ZATERDAG 14 AUGUSTUS 1993 vrije tijd Toerisme kan dodelijk zijn voor een stad. Bezienswaardigheden gaan ten onder aan de enorme toestroom van mensen, de leuke plekjes verdwijnen onder het geweld van patatkraam, Wurstbude of pizzatent. De massale horde mensen die -van ver weg of dichtbij- tegelijkertijd op pad gaat, verstopt de steden en maakt ze onleefbaar. Dan is het te laat: de gemeente is geen meester meer van de eigen stad. Elke stad wil graag bezoekers trekken; die bieden immers nieuwe kansen. De middenstand blijft op peil, monumenten worden weer gerestaureerd en zelfs kunnen nieuwe attracties ontstaan. Voor gemeenten en toeristen wordt het tijd de handen ineen te slaan. Hun gemeenschappelijke belang vereist dat de stroom bezoekers in goede banen wordt geleid. Toerisme is goed, maar mag het karakter van de stad niet vernietigen. De Boerenhoek in Enkhuizen ligt er mistroostig bij. In de zomer van 1993 wandelen niet veel bezoekers door deze toch typerende uitleg aan de rand van de oude VOC-stad. De toeristen blijven liever binnen; het Zuiderzeemuseum trekt en ook de middeleeuwse stadskern met win kelcentrum. Een enkeling waagt het erop. Die bewon dert de 17de eeuwse buitenhuisjes van de rijke kooplui, en de nog in opdracht van prins Maurits aangelegde bastions. Het is een historische plek. De bezoeker van dit deel van de stad staat midden in de ge schiedenis van Enkhuizen, van opkomst en teloorgang van de stad. Daarom is het jammer dat maar zo weini gen de hoek bekijken. Dat men liever, als schapen in een kudde, het stadhuis, het weeshuis en de Drommedaris bewondert. Liever het geld achterlaat in een van de talloze souvenirwinkeltjes langs haven en winkelstraat, dan dat kennis wordt geno men van iets typisch Enkhuizens. Door de snelle achteruitgang van de stad werd de Boerenhoek nooit geheel volge bouwd. Het werd een landelijk gebied bin nen de wallen. Nog steeds staat er een en kele stadsboerderij, naast de herstelde ar beiderswoningen en moderne rijtjeshui zen. Het is een deel van de stad waar Enkhui zen trots op kan zijn. Stratenplan, de grachten en de atmosfeer zijn er behouden gebleven. Nog niet veel toeristen hebben deze noordwestelijke hoek van de stad ontdekt. Het is een plek voor de liefheb bers, die vaak onder begeleiding van een WV-gids de wijk verkennen. „Onze wandelingen vallen goed in de smaak. Zelfs voor inwoners van Enkhui zen is het vaak een openbaring wat we la ten zien. Die zeggen na afloop dat ze niet wisten dat dit allemaal in hun stad te zien was," zegt Margreet van der Hoeve. Sinds dit voorjaar verzorgt ze samen met een collega de wandelingen, die zijn ont wikkeld in samenwerking met de histori sche Vereniging Oud-Enkhuizen. Zo wordt ook het typische woningbouwcom plex in het Snouck van Loosenpark aan gedaan. een eerste voorbeeld van sociale woningbouw in de stad. Voor de gidsen is het een nieuw project, een poging de be langstelling voor de geschiedenis van de stad te verbreden. Het weduwenhofje in Elburg uit 1650 wordt nog steeds bewoond. foto Louis Burgers Noodzakelijk Voor Enkhuizen was het initiatief drin gend noodzakelijk. Net als talloze andere steden dreigde de stad aan het toerisme ten onder te gaan. Te veel mensen bezoch ten de binnenstad, er waren te weinig par keerplaatsen en -zeker toen het Zuider zeemuseum nog niet bestqnd- de bezoe kers konden eigenlijk alleen de binnen stad in. Tegenwoordig kunnen toeristen hun au to's kwijt op massale parkeerplaatsen aan de rand van de stad. Door de opening van het museum kunnen velen hun bezoek aan de stad beperken tot een dagje Zuiderzeemuseum en Sprookjeswonder- land. Zij wandelen hooguit via de Drom medaris naar het station of hun auto. Van der Hoeve: „De meeste wandelaars die met ons meegaan, zijn al een beetje on derlegd. Wij kunnen daarom gemakkelijk lijnen leggen naar een bepaalde periode uit de geschiedenis van de stad. De op komst van handel en Verenigde Oostindi- sche Compagnie, de periode van neergang in de 18de eeuw en de bloei die in de 19de eeuw weer ontstond door de bollenteelt." Enkhuizen is cultuur-historisch van be lang. De stad -een beschermd gezicht- kreeg al in 1355 stadsrechten en vormde, samen met Medenblik en Hoorn, de wel varende driehoek van West-Friesland. In middels zijn belangrijke monumenten ge restaureerd. hoewel in de loop der jaren ook veel is verdwenen. Tot de typische kenmerken behoort echter nog steeds de bijzondere relatie tussen middeleeuwse kern en de 17de eeuwse Boerenhoek. Het toerisme vormt vooral een bedreiging voor het middeleeuwse deel. De lange, smalle Westerstraat wordt op hoogtijda gen onder de voet gelopen door winkelen de bezoekers. Zij hebben geen oog voor het fraai gerestaureerde voormalige wees huis, en het -overigens uit Dordrecht over gebrachte- 17de eeuwse smeedijzeren hek. Hier kan ervaren worden hoe het toerisme een historische stad bedreigt. De winkel straat wijkt in niets af van Kalverstraat of Haagse Spuistraat. Dezelfde winkels pre senteren zich op dezelfde opdringerige en armoedige manier en doen even grote moeite de doorgang voor de wandelaar te versperren met buiten opgestelde rekken. Een echte 'pretparksfeer' hangt er nog niet, maar wel iets wat daar -in Nederland se omstandigheden- op lijkt. De term werd gelanceerd op een recente studiedag in Deventer. Wat ermee be doeld wordt? In heel Europa worden de cultuur-historisch waardevolle plaatsen bedreigd door het groeiende toerisme. Praag, met zijn 80 miljoen bezoekers in 1992. is maar een voorbeeld. Kermis Al die toeristen die de paar kilometer lan ge weg afleggen van Wenceslasplein naar Karelsbrug... Het is pure kermis. „Mensen kijken niet eens meer naar de gebouwen, ze schreeuwen, en rennen van winkel naar winkel waar helemaal niets authentieks meer te koop is." zegt een frequente bezoe ker. Een andere voorbeeld biedt Florence, dat vanaf mei tot eind oktober overstroomd wordt door bezoekers, die -typisch- in groepen achter vaantjesdragende gidsen aanhobbelen. Of de Nymphenburg in München, en de paleizen Schönbrunn en Versailles, het kasteel van Windsor; ze hebben met elkaar gemeen dat 'iedereen' er geweest wil zijn. Enkhuizen onderkende het gevaar. De po gingen het toerisme te sturen zijn niet on gevaarlijk. Volgend jaar wil de VVV rond vaarten door de grachten en vaarten aan bieden. bedoeld als aanvulling op het pak ket wandelingen. Ze wil oude. platte pol- derboten inzetten, en deze voorzien van elektrische fluistermotoren. Bezoekers moeten even het gevoel krijgen terug te zijn in de 17de en 18de eeuw. Maar zoiets kan ook uit de hand lopen, zoals Amster dam bewijst. „Gelukkig is het karakter van de stad be houden gebleven," zegt VVV-medewerk- ster Thea de Graaf. „Enkhuizen was vijf tig jaar geleden verpauperd. Maar omdat de stad arm was en een veel kleinere be volking had, bleef er nog veel over." „Nu is Enkhuizen een levende stad, er wordt hier gewerkt en gewoond. Er zijn weinig tweede huizen. Natuurlijk veran dert de stad. en niet alles is even goed ge lukt. Maar Enkhuizen is geen aangeharkt stadje, en de Boerenhoek wordt geen mu seaal dorpje. Daar houdt de gemeente ge lukkig rekening mee." Activiteiten Een haast vergelijkbaar geluid klinkt uit Elburg. het oude Hanzestadje op de Ve- luwe. Hier wordt al langer gewerkt aan het 'sturen' van het toerisme. Zelfs biedt de stad de hoogseizoen-toeristen relatief wei nig vermaak. Het normale pakket van ac tiviteiten (midweekmarkt, huifkar- en bottertochten. het havenvertier) trekt al meer dan genoeg bezoekers. Juist in voor- en naseizoen wordt meer ge daan. in een poging het toerisme te sprei den. ..Aan de ene kant zijn we blij met die massa's mensen. Het betekent dat we het netjes doen. Samen met de gemeente pro beren we immers het waardevolle te be houden", zegt Lyda Sneevliet, bestuurslid van de plaatselijke VW Aan de andere kant realiseert zij zich dat de zomerse mensenmassa juist anderen afstoot. „In de zomer zijn we gewoon vol. Maar ook dan proberen wij mensen die rustig willen genieten, goed op te van gen." Er is een stadswandeling op papier, er zijn wandelingen onder leiding van een gids en -net als in Enkhuizen- beschikt de ANWB over een speciale folder. Daar houdt de overeenkomst op. Al veel langer dan Enkhuizen reguleert Elburg de toeristenstroom. In zomer en winter wor den auto's uit de stad geweerd, en naar grote parkeerterreinen verwezen. In het hoogseizoen is een groot deel van het cen trum autovrij. Dat tot woede van de bewo ners van de straten zonder inrijverbod: zij zien het verkeer drastisch toenemen. De veelal kleine winkeltjes trekken vaak een eigen pubhek. zijn daarom niet echt afhankelijk van de toeristen-gulden en blijven zomer en winter open. Aan de an dere kant verzet het gemeentebestuur zich tegen een 'pretparkatmosfeer': disco, squashbaan. overdekt zwembad zullen niet zo gauw een plaats krijgen in de ge meente. ..Dat wil de stad niet, en achteraf weet ik niet of ik er rouwig om moet zijn, of juist blij. In ieder geval houdt het een bepaald soort publiek weg." aldus mevrouw Snee vliet. „Wij willen beslist geen tweede Val kenburg worden. Kijk hoeveel moeite zij daar moeten doen om de kwaliteit te ver hogen." Dat klinkt heel positief, maar Elburg zou toch graag meer avontuurlijke jongeren in de leeftijd van 20 tot 30 jaar trekken. Ouderen genoeg, ook veel dagjesmensen, en jongeren die met hun ouders reizen. Veel moeite om de kapitaalkrachtigste groep bezoekers binnen te halen, doet de gemeente echter niet. „Wij willen geen uit breiding van de horeca hier. De gemeente is bang dat er dan nog meer kroegen bijko men." Het vestingstadje is onder meer zo in trek vanwege de goed bewaarde historische in frastructuur. Deze werd bewaard, doordat de industriële revolutie aan Elburg voor bij ging. Zo kreeg het stadje nooit een sta tion: „Dat is misschien wel de redding ge weest. Anders had de stad veel meer op Harderwijk geleken." Nu wordt de ligging juist economisch inte ressant. zegt mevrouw Sneevliet, met een verwijzing naar het grote bedrijf van Dr Vogel-produkten net buiten Elburg. „Dat trekt zeker nog eens zeker 50.000 bezoe kers per jaar!" Los daarvan moet Elburg het vooral heb ben van wat in de vesting behouden is ge bleven: het stratenplan, de grachten, de bebouwing -van Agnietenklooster tot sy nagoge, en van het Van Kinsbergenhuis tot het Arent Thoe Boecophuis, het vroe gere verblijf van de hertogen van Gelre. Muurhuisjes Er zijn nog restanten van de stadsmuren, met de vroegere muurhuisjes, en natuur lijk de wallen met bastions. Ook deze stammen, net als die van Enkhuizen, uit de tijd van prins Maurits. De ondergronds gelegen kazematten zijn te bezichtigen, en dat is in de zomer van 1993 in Neder land een groot voordeel. Los van alle overeenkomsten maakt een korte wandeling door de toeristische cen tra van Enkhuizen en Elburg duidelijk dat de Veluwse stad compacter gebouwd is. Bezoekers in Elburg hebben dan ook eer der het gevoel dat de stad 'vol' is. De volle terrasjes en winkelstraten maken er een gezellige stad van. De twee steden moeten het naast het be zoek van dagjesmensen vooral hebben van het watertoerisme In Enkhuizen me ren jaarlijks tegen de 40.000 boten aan. en in Elburg zal dat niet veel minder zijn. Het is een kapitaalkrachtig publiek dat veelal een enkele nacht in de haven blijft liggen, maar wel regelmatig terugkomt. Aan de andere kant profiteert vooral Enk huizen van het grote buitenlandse bezoek aan steden als Amsterdam. Marken en Vo- lendam. Buitenlanders, ook die van verre komen, reizen dan gemakkelijk nog en kele tientallen kilometers door om een VOC-stad te bezoeken. Elburg trekt wel wat buitenlands bezoek, maar dat blijft vooral beperkt tot Duitsers en Belgen. Beide steden zijn er goed in geslaagd een dreigende leegstroom en vergrijzing te compenseten. Door het toerisme blijven ze leefbaar, en kan ook de middenstand op peil blijven. Het zijn levende steden geble ven. geen openluchtmusea a la Zaanse Schans. Dat houdt in dat er concessies ge daan zijn. dat de steden ongewenste ont wikkelingen ook wel eens moesten toela ten. Nederland. &ls het land met de meeste cul tuur-historische monumenten per vier kante kilometer in de wereld, is bij lange na niet 'vol', en zeker niet vergeleken met die paleizen en monumenten in het bui tenland, zo valt op. Het is veel meer een kwestie van het juist doseren van toeris ten over de verschillende trekpleisters. Niet voor niets omschrijven deskundigen het land als 'een groot cultuurlandschap, een grote tuin gemaakt door mensen en gelardeerd met water." Alleen jammer dat het zo vaak uit de hemel valt. Louis Burgers

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1993 | | pagina 17