Heel Nederland loopt door de gouden gids U3 Een stukje samenwerking in een verscheurd land Gouden Gi ïPZCvrije tijd zaterdag7augustus 1993 21 Palingpater Kennedy weet raad Een boek voor miljoenen Vissers van Lough Neagh omslag gebannen, om de gids een mooier aanzien te geven. „We gaan de komende jaren nog meer verbeteringen doorvoeren", vertelt Bas Regelmeijer. Hij is een van de vier key- accountmanagers, en vanuit het kantoor in Deventer verantwoordelijk voor de re gio noord-oost-zuid, „zeg maai- van Gro ningen tot Maastricht". De veranderin gen moeten de komende jaren leiden tot dertig procent intensiever gebruik van de Gouden Gids, zo is al becijferd. Voor de volgende uitgaven wordt over wogen om de stadsplattegronden op nieuw in te voeren. „Plattegronden af drukken is een nogal kostbare aangele genheid. Om die reden zijn we er inder tijd mee gestopt. Maar we denken er toch aan om ze weer in de gidsen op te ne men". Voor het doorvoeren van verande ringen is momenteel een budget van vijf tot tien miljoen gulden beschikbaar. Het gaat dan ook goed met de Gouden Gids, maar volgens Regelmeijer kan het altijd nóg beter. Naslagwerk „Verbeteringen dienen er voor te zorgen dat de gids een vaste plaats krijgt in het gebruik. Nu wordt de gids vooral als op- zoekmedium gebruikt, maar het moet ei genlijk een naslagwerk worden. Wat ik daar precies mee bedoel? Nou, iemand die bij voorbeeld een keuken wil kopen, zoekt bij de rubriek Keukens naai- een verkoper. Maar je kunt je ook voorstellen dat er meer informatie over de verkopers en de keukens in de gids staat, bij voor beeld wie in welk merk is gespeciali seerd. Inderdaad, dat betekent dat er meer in de gids geadverteerd zou moeten worden". De Gouden Gids telt dertig edities. En kele jaren geleden waren dat er nog 39, maar sommige edities waren zo dun dat ze zijn samengevoegd. De gidsen ver schijnen telkens een maand na elkaar, de editie Twente in december. - Zitten er onderlinge verschillen in die diverse edities? „In hoofdlijnen niet, in details wel." zegt Regelmeijer. „Buiten de grote steden en het westen komt vaak nog een sterke klantenbinding voor. Ik merk dat ook in mijn gebied. In Amsterdam adverteren veel bakkers, terwijl dat elders niet hoeft. In sommige streken hebben de meeste bakkers een vaste klantenkring. In de Amsterdamse gids staat ook ten minste een pagina escortservice, in de provincie vaak slechts een of twee be scheiden naamsvermeldingen". Zelfheeft Bas Regelmeijer vooral de gro te klanten, die voor een ton of meer ad verteren. in portefeuille. „Met die klan ten moetje een relatie onderhouden. Je kunt niet volstaan met eens per jaar even langskomen. Ook onderhoud ik contac ten met de grote bedrijven die veel filia len hebben, zoals V D. Daar doen we meteen zaken met het hoofdkantoor, want het is voor V D heel irritant als alle vestigingen een vertegenwoordiger van ons op bezoek krijgen, die vervol gens naar het hoofdkantoor wordt door verwezen". Vertegenwoordigers Bij het van oorsprong Amerikaanse be drijf ITT Gouden Gids werken in Neder land 580 mensen. Voor de Gouden Gids gaan dagelijks honderd vertegenwoordi gers op pad. Er zitten ook nog eens hon derd mensen aan de telefoon om klanten te benaderen. Alle bedrijven worden een keer gratis in de gids vermeld. Wie vaker, of in een af wijkend lettertype, genoemd wil worden, moet daarvoor betalen. Dat geldt uiter aard ook voor de advertenties. Het wer ven van adverteerders is vrij intensief werk, want de Gouden Gids werkt met éénjarige contracten. ,,Dat betekent dat telkens de bestaande adverteerders èn nieuwe klanten bezocht moeten worden. Ook worden de bestanden geverifieerd. Al met al hebben we elk jaar contact met tussen de 300.000 en 350.000 bedrijven". Regelmeijer werkt inmiddels zeven jaar voor de Gouden Gids. „Het bevalt mij enorm. Het is geen baan van negen tot vijf. Je werkt hier bij een commercieel be drijf waar je soms op je tenen moet lopen. De meest gevleugelde kreet is dan ook dat je 'geel bloed' moet hebben om hier te werken". „Eerder werkte ik onder meer bij de ad vertentie-afdeling van de Zwolse Cou rant, dus ik was al vertrouwd met de re clamewereld. Het leuke van de Gouden Gids vind ik. datje met allerlei branches in aanraking komt. Je krijgt zo een be hoorlijke kijk op het Nederlandse be drijfsleven. In Nederland zijn vier- tot- vijfhonderd branches, en die staan niet stil. Je leert er hier steeds wat bij". Alice Plekkenpol Tweehonderdachttien miljoen keer is er vorig jaar door de Gouden Gids gelopen. In bijna elke woning ligt dan ook wel een exemplaar. De Gouden Gids verschijnt jaarlijks in een oplage van 7,3 miljoen, verdeeld over dertig regionale edities, en wordt gratis huis aan huis verspreid. Letterlijk een boek voor miljoenen. Uit SUMMO-onderzoek is in 1991 ge bleken dat het gebruik van de Gou den Gids een stijgende lijn vertoont. Van de Nederlanders van dertien jaar en ou der haalt 77 procent de gids wel eens te voorschijn. De meeste mensen raadple gen de Gouden Gids voor het vinden van een speciaalzaak. Verder scoren het doen van aankopen en prijsvergelijkin gen goed. Van iedereen die de gids in kijkt, neemt 82 procent contact op met een leverancier. Meestal gebeurt dat te lefonisch. In 79 procent van de gevallen resulteert het raadplegen van de gids in een geslaagde transactie. Bedrijven raadplegen de gids nog vaker. Bijna de helft van hen zoekt dan leveran ciers van produkten of diensten die bij hun eigen branche horen. Het onder zoeksbureau van Maurice de Hond heeft vorig jaar uitgerekend, dat het Neder landse bedrijfsleven jaarlijks via de Gou den Gids een omzet van twintig miljard gulden realiseert. Het naslagwerk kwam in 1965 op de markt als Gele Gids. In 1973 werd de naam in Gouden Gids veranderd, en twee jaar later werd de nog steeds ge bruikte slagzin 'Loop eerst eens door de Gouden Gids' geïntroduceerd. Gegroeid In de bijna dertig jaar van haar bestaan is de gids enorm gegroeid. Tegenwoordig zijn er 535.000 bedrijven, verdeeld over 2000 rubrieken, in opgenomen. De groot ste rubriek omvat 11.000 bedrijven (kwe kerijen). De Gouden Gids verwacht dit jaar met ruim 110.000 adverteerders een omzet te realiseren van 235 miljoen gul den. Vorig jaar bedroeg de omzet 210 mil joen. In de uitgave 1993/1994 zijn voor het eerst fax- en postcodenummers en een alfabe tische telefoonlijst van bedrijven opge nomen. Ook zijn de advertenties van de De reus Finn McCool pakte een handvol aarde uit het Ierse land en smeet die naar zijn rivaal in Schotland. De worp miste en de kluit plonsde in de Ierse Zee en vormde zo het eiland. Man. En het gat in het Ierse land vulde zich met water en met vis en werd genoemd Lough Neagh. Aldus geboren in twist, bleef het meer eeuwen lang een splijtzivam tussen arm en rijk, tussen ka tholiek en protestant, tussen de vissers en hun bazen. Totdat de vissers, moe te worden uitgeknepen, de hulp inriepen van father Kennedy, de plaatselijke priester. Hij wist raad en staat inmid dels aan het hoofd van The Lough Neagh Fishermen's Coopera tive Society Ltd. in Toomébridge. Het Lough Neagh wordt in de zestiende eeuw genoemd als eigen dom van King Charles, die het aan de Graaf van Donegal schenkt. Zijn erfgenamen gunnen de visrechten van het meer aan de private onderneming Shaftesbury Estate. En daarmee is het onrecht geboren. Immers, al zo lang het land bewoond is, vis sen omwonenden er hun dagelijkse kostje bij elkaar. Hun ge- ivoonterechl echter doorkruist het belang van de Silver Eels Company, het bedrijf dat de visrechtenvan Shaftesbury koopt en dat van de professionele vissers eist dat zij hun vangsten aan de company verkopen. De belangenstrijd wordt eind 19e eeuw uitge vochten in het House of Lords, dat beslist ten gunste van de com pany. De opbrengst en kioaliteit van de paling wekken de belang stelling van Kuijten in het Noordhollandse Spaamdam, inder tijd een van de grootste palinghandelaren in Europa. Om 'oorlog' met Londense concurrenten te voorkomen, neemt hij de com pany niet over. maar zoekt hij samenwerking met de Engelsen In 1961 koopt de gelegenheidscombinatie van vier Londenaren en de Spaarndammer de aandelen van de company. De vissers worden inmiddels niet beier van Kuijten. Zij moeten afwachten of zij van de company een visvergunning krijgen om hun vangst alleen aan de company te verkopen tegen een prijs die door de company wordt bepaald. En met het illegaal vissen is het voorgoed over: patrouilleboten razen over het meer en de company sleept iedereen voor het gerecht die stiekem een lijntje uitgooit. Met de rug tegen de muur zoeken de vissers hulp. maar wie zich ook opwerpt om leidmg te geven, niemand geniet voldoende ver trouwen. Behalve father Kennedypriester in een dorpje aan het Lough Neagh waar toevallig veel katholieke vissers wonen. Father Kennedy begint de vissers te orgajiiseren, hoewel ze daar in hun hart niets voor voelen. Volgende stap is de regering in Noord-Ierland ervan te overtuigen dat het niet eerlijk is dat een klein groepje zakenlieden het reilen en zeilen controleert op een groot meer. waar bijna 300 vissers hun brood moeten verdienen. De ommekeer komt in 1965. als het Lough Neagh niet alleen een splijtzivam blijkt te zijn tussen vissers en aandeelhouders maar ook tussen de aandeelhouders onderling. Een van de vier Lon dense bazen biedt zijn aandeel te koop aan en de resterende drie Engelsen zijn als de dood dat Kuijten het opkoopt en een meer derheidsbelang verwerft. Dan omarmen zij liever de gemakkelijk te controleren vissers. Zo innig zelfs dat zij de financiële middelen bijeenschrapen, opdat de straatarme vissers de vrijkomende aandelen kunnen overnemen. Kennedy en de zijnen verwerven daarmee voor het eerst enige zeggenschap over het reilen en zei len op Lough Neagh. Uiteindelijk verkopen de aandeelhouders, inclusief Kuijten, omdat intussen ook de regering speelt met de gedachte Lough Neagh te nationaliseren, alle aandelen. Aan de vissers. TW De Gouden Gids verschijnt jaarlijks in een oplage van 7,3 miljoen, verdeeld over dertig regionale edities, en wordt gratis huis aan huis verspreid. foto Charel van Tenderloo De regen slaat de golven van het meer plat en roffelt op de vlonders van het kleine houten bootje. De broers Robert en Gerald Mallon trekken de in oliegoed gehulde schouders hoger op, terwijl ze de lange lijn met haken binnenhalen. Aan drie, vier haken hangt een paling, die hevig spartelend in een ton belandt. Met de opbrengst van de andere lijnen die werden uitgegooid komt de oogst van een dag vissen op zestig, misschien zeventig pond paling. „Het is veel te koud voor de tijd van het jaar, waardoor de vangst ver achter blijft bij het gemiddelde", zegt father Kennedy, priester èn directeur van de Lough Neagh Cooperative Fishermen's Society Ltd. in Toomebridge, Noord-Ierland. Ondanks de primitieve vismethoden en ondanks het slechte weer levert het meer anderhalf keer zo veel aal op als het IJsselmeer, dat nota bene drie keer zo groot is. „Dat is te danken aan de coöperatie die we hier hebben, al bestaat er geen garantie dat een dergelijke opzet ook op het IJsselmeer zou werken." Victory to the staat met grote letters gekalkt op de half vergane brug over de River Bann. De letters IRA zijn onhan dig overgeschilderd met teer, alsof het zwart de boodschap te niet zou doen. Ver der is er niet veel in het stadje Toomebrid ge, tussen Belfast en Londonderry: een moderne kerk, een hotel-met-pub, een paar winkels en een pompstation. Naast de oude brug ligt de nieuwe oversteek over de Bann: een geliefd punt voor een checkpoint door de Noordierse politie, die zich zonder uitzondering zwaai- ver schanst. Rollen prikkeldraad, manshoge blokken beton, duimdikke tralies, video camera's en schijnwerpers maken de poli tiestations tot gevangenissen waai- je moeilijker in dan uit komt. En bij iedere controle van het verkeer tussen Belfast en Derry (zoals de Ieren zelf de stad noemen) richten de militairen van het Britse leger hun machinegeweren op de automobilis ten, die gelaten wachten tot de agenten klaar zijn met hun controles. Midden in dit politiek verscheurde land, ten zuiden van de bruggen bij Toomebrid ge, ligt Lough Neagh, met zijn 383 vierkan te km het grootste meer van Groot-Brit- tannië. Ongeveer vierhonderd vissers werken er op de tweehonderd bootjes waarvoor een visvergunning is afgegeven. Zij gebruiken voornamelijk lijnen, haken en aas om de aal te verschalken, maar ook netten worden uitgegooid en ingehaald. Op die wijze wordt tussen de 600 en 800 ton paling per jaar gevangen, tegen zo'n 570 ton op het 1100 vierkante km grote IJsselmeer. Verreweg het grootste deel van die vangsten bestaat uit nog niet ge slachtsrijpe aal (in Ierland brown eels), die levend naar Nederland gaat, om onder an dere in de stadjes rondom het IJsselmeer te worden verkocht. Duitsland neemt voornamelijk de grotere, geslachtsrijpe schier (silver eels) af. „In Duitsland denken ze nu eenmaal gro ter", stelt father Kennedy gerust. Hij zit achter een rommelig bureau in een kamer tje volgestouwd met paperassen, gereed schap, visserskleding en trofeeën. Boven zijn stoel hangt een piepkleine reproduk- tie van Dali's Christus aan het Kruis, als verwijzing naar het werk dat hij nog altijd doet voor zijn parochie, zij het dat hij sinds enkele jaren niet meer de mis op draagt. Te veel van zijn tijd gaat zitten in de coöperatie van vissers in zijn woon plaats Toomebridge, waarachter hij sinds het begin van de jaren zeventig de drijven de kracht is. De opzet van de coöperatie, waarbij 25 mensen in vaste dienst zijn, is even simpel als doeltreffend: de vissers vangen hun aal, de coöperatie verkoopt de vangst en verdeelt de opbrengst onder de vissers. „In werkelijkheid ligt het wat ingewikkel der", waarschuwt father Kennedy. „De geschetste situatie gaat slechts op voor de brown eels. De opbrengst daarvan gaat, na aftrek van administratie- en vervoers kosten, geheel naar de vissers. De silver eels worden voornamelijk door het perso neel van de coöperatie zelf gevangen als de paling vanuit Lough Neagh via de Ri ver Bann naar zee trekt. De opbrengst daarvan is bestemd voor de organisatie zelf en wordt gebruikt om de financiële re serves te vergroten." Glasaaltjes De keten van de palingvangst begint bij de monding van de River Bann, die het Noordierse landschap in tweeën snijdt. Hier vangt Bill McElroy, medewerker van de coöperatie, tussen eind maart en begin juli de minuscule glasaaltjes (elvers) die vanuit de Sargasso Zee naar de Bann zwemmen. Emmers vol haalt hij dagelijks uit twee speciaal aangelegde bassins waar de glasaal naartoe geleid wordt. „Ik breng ze rechtstreeks naar het meer toe, om te voorkomen dat de elvers, die de oogst over acht, negen jaar bepalen, in de River Bann door andere vis worden opgevreten. Maar de aantallen nemen af de laatste jaren, waarvoor geen mens een verklaring heeft. Er zijn tijden geweest dat we bijna 20 mil joen elvers vingen. De laatste jaren zijn het er niet veel meer dan twee miljoen", aldus McElroy. In het 24 km lange en 16 km brede Lough Neagh groeit de paling tot volwassenheid. Na soms wel twaalf tot veertien jaar is de paling geslachtsrijp en verandert zijn kleur van bruin naar zilver. „Vanaf dat moment eet de silver eel niet meer en is het onmogelijk het dier met aas te vangen. Je krijgt ze alleen te pakken met netten als ze in de herfst via de River Bann naar het noorden zwemmen om van daaruit de tocht terug naar de Sargasso Zee te ma ken. Aan die tocht beginnen ze alleen in maanloze nachten en bij voorkeur als het regent", weet McElroy. De brown eels worden voornamelijk ge vangen met honderden meters ïange lij nen, waaraan talloze haken met wormen of stukjes vis zijn geknoopt. Die worden 's middags uitgegooid en de volgende och tend in alle vroegte weer opgehaald. „In het visseizoen, dat van mei tot september of oktober loopt, werken de vissers veer tien tot zestien uur per dag. Het is niet al leen het uitbrengen en inhalen, maar ook het uit de war halen van de lijnen en het vangen van aas." Om de prijs niet te drukken en overbevis- sing van Lough Neagh te voorkomen, neemt de coöperatie per werkdag maxi maal acht stone (112 pond) aal af per vis vergunning. Om te controleren dat even tuele overschotten niet buiten de afslag om worden verkocht, patrouilleren Bill McElroy en vijf collega's 24 uur per dag op het meer. „Onze taak is vooral gezien te worden. Om illegale handel en hettrawlen te ontmoedigen, maar vooral ook om vis sers zonder vergunning weg te houden. Overigens is zeker 95 procent van de vis sers heel bereidwillig. Velen herinneren zich nog de dagen van voor de coöperatie, toen ze heel wat minder verdienden", al dus McElroy. Dat mag dan structureel verbeterd zijn, incidenteel leven de Noordierse vissers fi nancieel gezien tussen hoop en vrees. Fa ther Kennedy: „Zeker dit jaar. Het is te koud, de paling verschuilt zich in de mod der. De vissers die heel erg hun best doen, verdienen nog wel aardig, maar zij die vo rige jaren verwend zijn geraakt hebben het nu moeilijk." Wat de gemiddelde vis serman verdient wil de directeur/priester niet kwijt, maar een vetpot is het niet. Roken Een deel van de vangst reist via Schiphol naar Duitsland. De rest gaat levend in plastic zakken met ijs, gestapeld in kar tonnen dozen, met het vliegtuig naar Ne derland, waar ze binnen 24 uur nadat ze gevangen zijn, worden gerookt. Waarom roken de Ieren ze niet zelf? „In de eerste plaats is het voor ons een enorm karwei om per dag acht ton paling schoon te maken. En dan het roken. Dat is hele maal een typisch Hollandse specialiteit, een markt waarop wij nooit zullen kunnen binnendringen. Bovendien wordt paling in de uiteenlopende streken verschillend gerookt. Ook daarmee zul je dan rekening moeten houden." Tussendoor gaat onophoudelijk de tele foon. Groothandelaar- Hein Dil uit Aker sloot. groothandelaar Klaassen uit Har derwijk en groothandelaar Kok uit dezelf de plaats aan de lijn om te vragen wanneer de volgende lading paling komt en vooral ook of het meer kan zijn dan tot nu toe. want er zijn vele kelen te strelen. En father Kennedy legt even zovele keren geduldig uit dat de vissers hun best doen. dat de medewerkers hun best doen en dat hijzelf zijn best doet. maar dat de vangsten des niettemin klein zijn. Dan zullen de prijzen wel torenhoog stijgen? „Nee. dat valt wel mee. De Hollanders zijn nogal hardhea- ded als het op onderhandelen aankomt. Maar bovenal proberen we een voor beide partijen redelijke prijs vast te stellen. Want, we hebben een verstandhouding met wederzijdse belangen." Op Lough Neagh gooien Robert en Gerald Mallon opnieuw hun lijnen uit. De afgelo pen nacht haalden ze met veel geduld, pijn en moeite zes stone paling boven en vandaag, nog weer kouder doordat het al de hele middag hoost, zal het niet veel be ter zijn. De voorspelling voor morgen is re genachtig en zestien graden. Jurriaan Geldermans Palingpater Kennedy: priester èn directeur van de Lough Neagh Cooperative Fishermen's Society Ltd. in Toomebridge. foto G PD Ongeveer vierhonderd vissers werken er op de tweehonderd bootjes waarvoor een visvergunning is afgege ven. Zij gebruiken voornamelijk lijnen, haken en aas om de aal te verschalken. foto GPD

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1993 | | pagina 21