Ruzie over breukvlak van Antillen
Naar het
buitenland?
Vergeet
uw pas niet.
Hergebruik aluminium zorgt
voor schoner milieu en banen
4{
Akkerbouwbond als
horzel in Den Haag
Tekstverklaring in
eindexamen havo
schiet doel voorbij
opinie en achtergrond
Diep wantrouwen tegenover Nederland staat oplossing in de weg
WOENSDAG 9 JUNI 1993
/n het kader van de voorbereidingen van de volgende ron
de van de Toekomstconferentie over de Nederlandse An
tillen (van 24 tot 26 juni) is in Den Haag een Curagaose dele
gatie gearriveerd voor politiek overlegdat daar morgen
(donderdag) wordt gevoerd. De voorzitter van de conferen
tie, premier Ruud Lubbers, heeft de Antilliaanse premier, Ma
ria Liberia, de Cxiragaose gedeputeerde voor Staatkundige
Structuur, Dito Mendes de Gouveia en de tweede woordvoer
der van Curagao, oppositieleider Don Martina, voor de be
sprekingen uitgenodigd. Ook premier Nelson Oduber van
Aruba en minister Ernst Hirsch Ballin van Antilliaanse en
Arubaanse zaken zimên erbij aanxoezig zijn.
De kleine Axitilliaanse eilanden hadden rechtstreeks aan
voorzitter Lubbers of via premier Liberia gevraagd bij het
overleg aanwezig te mogen zijn. Lubbers liet toeten alleen met
Curagao te willen pratexi omdat dat eiland duidelijk proble
men heeft met de voortzetting van de Toekomstconferentie.
van onze correspondente
in Willemstad
Stella van Rijn
Het land de Nederlandse An
tillen houdt binnenkort op
te bestaan. Het Caribische ko-
ninkrijksdeel zal, zo staat nu
vrijwel vast, uiteenspatten in
twee zelfstandige landen Cu
rasao en Aruba en drie klei
nere eilanden die meer bij Ne
derland gaan horen. Er is echter
nog een hevig conflict tussen
Nederland en de Antillen over
waar de breuklijn gaat lopen.
De volgende ronde in dit post
koloniale gevecht wordt op bin
nen in Nederland uitgevochten,
bij premier Lubbers op het
Catshuis.
De Antillen vormen een stukje
koninkrijk dat ver buiten de be
levingswereld van de meeste Ne
derlanders ligt. Tenzij men er
ooit een tropische vakantie
heeft gehouden of vroeger heeft
gewoond, dan zijn de gedachten
aan de eilanden meestal aange
naam en zoet.
Ook bij de Nederlandse politici
waren de eilanden zelden punt
van grote, laat staan zorgelijke,
aandacht. Tot 1954 werden de ei
landen door Den Haag bestuurd,
maar sinds de ondertekening
van het Statuut (een grondwet
voor het koninkrijk) gaan de ei
landen grotendeels hun eigen
gang.
Voor Nederland was sindsdien
vooral van belang hoe de eilan
den zo snel mogelijk op een ver
antwoorde manier met ont
wikkelingshulp dus onafhan
kelijk zouden worden uit het Ko
ninkrijk en geheel op eigen be
nen zouden staan. De eilanden
zagen dat niet erg zitten maar
zouden de onafhankelijkheid
desnoods 'per luchtpost' opge
stuurd krijgen, zo werd hen te
verstaan gegeven.
Die Nederlandse opvatting is
zo'n drie jaar geleden radicaal
veranderd. De nog verse minis
ter Hirsch Ballin (in wiens han
den de portefeuille voor de zoge
naamde 'koninkrijkszaken'
kwam) zag er heil in om de eilan
den toch in het koninkrijk te
houden. Niet alleen de Antillen,
maar ook het reeds zelfstandige
Aruba, met zijn 'status aparte'.
Het koninkrijk zou weer één fa
milie worden, „steunend op ei
gen kracht, doch met de wil el
kander bij te staan", zoals dat
geschreven staat op het beroem
de monument ter ere van het
Statuut op een verkeersplein in
Willemstad.
Conflicten
Toen begonnen de problemen
pas goed met het laatste stukje
kolonie in de West. Het ver
nieuwde Nederlandse beleid
heeft na aanvankelijke euforie
op de Antillen voor de hernieuw
de aandacht en de erkenning
van de wens om in het konink
rijk te blijven inmiddels geleid
tot diepgravende conflicten tus
sen Hirsch Ballin en de Antillen.
Dit conflict heeft zich geleidelijk
opgebouwd vanaf het begin van
het aantreden van Hirsch Ballin
en kwam tot een explosie tijdens
de eerste Toekomstconferentie
op Curasao, die begin maart
mislukte. Toen bleek duidelijk
dat er nog maar weinig geza
menlijke intenties zijn voor de
toekomst van de Antillen.
Nederland vindt dat er zoveel
problemen zijn op bestuurlijk, fi
nancieel en sociaal niveau dat
het koninkrijk Nederland
een grotere rol moet gaan spelen
op de eilanden. Deugdelijkheid
van bestuur en garanties voor
een democratische rechtstaat
zijn basisvoorwaarden en tevens
doelstellingen voor staatkun
dige veranderingen. „Dat wil
niet zeggen dat ik denk dat er
hier alleen maar een potje van
gemaakt wordt", zei Hirsch Bal
lin vorige week op Curacao.
Vreemd genoeg komt het wel zo
over op de Antilliaanse bestuur
ders. Hirsch Ballin heeft der
mate veel kritiek op de eilanden
en schetst een zo armzalige
beeld dat men hem op Curasao
oneerlijk handelen verwijt. De
bestuurders vinden dat de Antil
len zelf het recht moeten hebben
om foute ontwikkelingen die
er wel degelijk zijn te kunnen
corrigeren.
Premier Maria Liberia-Peters
heeft herhaaldelijk gewezen op
het verschil met Nederland.
Daar is al bijna 400 jaar sprake
van een parlementaire democra
tie, op de Antillen pas vanaf de
jaren vijftig. De bestuurlijke tra
ditie is nog zeer jong en heeft tijd
nodig om zich te ontwikkelen,
zoals ook andere sectoren in de
maatschappij nog niet ontwik-
Er is vorige week een akker-
bouwvakbond in Neder
land opgericht. Is dat bijzon
der? Ja, in de landbouwwereld
wel. Er zijn landbouworganisa
ties, er is een Landbouwschap.
Die worden geacht naast de be
langen van andere sectoren, ook
die van de akkerbouw te behar
tigen. Het is misschien gek,
maar ik moet telkens als ik hoor
of lees over die akkerbouw
bond, denken aan kamperen op
de boerderij en de wijze waarop
dat laatste organisatorisch tot
stand kwam.
Het oorzakelijk verband tussen
die twee is de reactie vanuit
Haagse landbouwkringen. Op
de akkerbouwvakbond wordt
door de meeste landbouwbobo's
in Den Haag negatief gerea
geerd. Zo in de zin van 'die men
sen weten niet wat goed voor ze
is, die staan met hun rug naar de
toekomst en verstoren de een
heid in het agrarisch front'.
Een aantal jaren geleden waren
de reacties op groepjes boeren
die pleitten voor kamperen op
de boerderij en meer aandacht
voor het economisch exploite
ren van de recratie in het land-
bouwgebeuren, zo ongeveer
soortgelijk als nu. De eerste po
gingen om kamperen op de boer
derij van de grond te krijgen en
organisatorisch te begeleiden,
werden in Den Haag niet alleen
met grote scepsis bekeken, nee,
er werd ook duchtig op de rem
getrapt.
Kamperen als nevenactiviteit
bij de boer zou verstorend
werken voor de landbouwstruc
tuur. Kamperen zou veel hinder
en overlast geven enzovoorts.
De mogelijkheid die in de prak
tijk bleek te werken, is heel lang
door veel landbouworganisaties
en het Landbouwschap eerst ge
remd, daarna genegeerd en ten
slotte gedoogd. Nu achteraf is ie
dereen blij dat via recreatie op
de boerderij een groot aantal be
drijven een gezonde nevenacti
viteit heeft met goede inkom
sten. En passant zorgen die
kampeeractiviteiten meestal
ook nog voor meer bekendheid
bij stedelingen van het boeren
werk.
Waarom komt er een akker
bouwbond? Eenvoudigweg om
dat de nood in de akkerbouw zo
hoog gestegen is, dat gewone
praktische boeren die geen be
stuurders zijn. alle middelen be
proeven om hun bedrijven over
eind te houden. In de belangen
behartiging zoals nu voor de ak
kerbouw tot stand komt, zien ze
weinig heil en resultaten. Want
al kan beslist niet ontkend wor
den dat het Landbouwschap als
overkoepelend landelijk orgaan
best wel aandacht aan de akker
bouw geeft, de getrapte manier
van belangbehartiging via ein-
keld zijn. Het bestuur kan niet
functioneren op hetzelfde ni
veau en op dezelfde manier als in
Nederland, maar de Antilliaanse
maatschappij kent dan ook an
dere normen, waarden en ver
langens. zo luidt de argumenta
tie voor het afwijzen van Neder
landse invloed.
Toerisme
De premier wees er kortgeleden
ook op dat bijvoorbeeld de fi
nanciële problemen van Cu
rasao niet uitsluitend het resul
taat zijn van slecht kasbeheer
door de overheid. Door oorzaken
van buitenaf zijn de inkomsten
voor Curasao uit de financiële
offshore en het toerisme bijvoor
beeld drastisch gedaald. Tot
1986 was er een overschot op de
begroting, maai' toen de inkom
sten met honderden miljoenen
guldens terugliepen, ontstond
een moeizame inhaalrace.
Van Nederlandse zijde ont
breekt tot nog toe de argumen
tatie op grond waarvan de Ne
derlandse bemoeienis na veertig
jaar afzijdigheid zo intens wordt
en waarom Nederland de eilan
den met grote haast en niet in
het eigen tempo, desnoods met
gematigde hulp. wil ontwikke
len.
Dat gebrek aan argumentatie en
de slechte communicatie tussen
de Nederlands en Antilliaanse
bestuurders maakt dat er een
diep wantrouwen over en weer
is. Er zijn tal van misverstanden
over kleine en grote vraagstuk
ken. Er is steeds weer de twijfel
aan eikaars intenties en het ver
moeden van een verborgen
agenda bij de tegenpartij.
Referendum
De miscommunicatie gaat zover
dat er zelfs onduidelijkheid is
over de bedoeling van de Twee
de Toekomstconferentie, on
danks het feit dat er intensieve
gemengde ambtelijke voorberei
ding gaande is. Nederland wil
eind juni 'definitieve besluiten'
nemen. Curacao vat dit op als
zou alles in kannen en kruiken
moeten zijn. Daar zijn we nog
niet aan toe. zegt Curasao, om
dat men bijvoorbeeld eerst een
referendum wil houden voordat
men zich vastlegt op bindende
besluiten. Bovendien is de prak
tische uitwerking van de 'status
aparte' voor Curasao nog niet
rond.
Maar Nederland lijkt, bij monde
van minister Hirsch Ballin en de
directeur van zijn kabinet, te
doelen op het maken van afspra
ken over de 'heldere kaders'
waarbinnen verder gepraat kan
worden. Die kaders zijn uiteen
gezet in de slotconclusies van
premier Lubbers en zijn nog vrij
vaag, in elk geval voor een na
dere gevarieerde invulling ge
schikt.
Het politiek overjeg op 10 juni in
het Catshuis is daardoor van
cruciaal belang voor het door
gaan van de Tweede Toekomst
conferentie èn de kans op enig-
vruchtbaar overleg over de An
tilliaanse toekomst.
Premier Lubbers moet toetsen
of de inzichten ondanks de mis
verstanden genoeg parallel lo
pen opdat er minstens een vorm
van overleg kan worden gevon
den. Het compromis wordt
waarschijnlijk gesloten op hoe
gedetailleerd de afspraken zijn
en op welke gronden wijzigingen
aangebracht kunnen worden
voordat er echt sprake is van een
nieuwe staatkundige structuur
voor de Antillen.
Willemstad op Curasao, 'steunend op eigen kracht, doch met de wil elkander bij te staan'.
deloos veel kanalen, ambtelijk
en altijd het resultaat van veel
compromissen met andere sec
toren, spreekt velen niet meer
aan. Het Landbouwschap, zeg
gen vele akkerbouwers, is een ty
pisch Haagse instelling: ver van
de boeren, duur, niet op de prak
tijk gericht, niet ontvankelijk
voor initiatieven van individue
le praktici, eindeloos ambtelijk
en centralistisch werkend.
Den Haag staat te ver van de
praktijk af en .wordt onvoldoen
de ervaren als verlengstuk van
de boeren en tuinders zelf. Dat is
de kern van het probleem. En
het heeft de neiging erger te wor
den. De decentralisatie, die or-
ganisatorich gezien in de land
en tuinbouw hard nodig is, komt
niet van de grond. De loodzware
top van de meeste organisaties
en van het Landbouwschap
heeft alleen de neiging zichzelf te
versterken.
Dat zo'n mentaliteit juist in deze
jaren bij de betrokken agrariërs
een middelpuntvliedend effect
heeft, schijnt men in de residen
tie niet op te merken. Een aantal
jaren geleden werd de NTS opge
richt - de Nederlandse Tuin
bouw Studieclub. In feite was
dat 15 jaar geleden al het begin
van de tuinbouwvakbond. Toen
mr. Gerard W. Smallegange
waren er vooruitziende lieden in
Den Haag. Vanuit de landbouw
organisaties werd de NTS niet
tegengewerkt, maar gestimu
leerd. Er werden mensen bij de
landbouworganisaties vrijge
maakt om deze NTS te gaan run
nen. Nieuwe initiatieven moetje
niet afremmen, je moet ze stimu
leren.
Of de nieuwe akkerbouwvak
bond perspectief heeft, weet ik
niet. Dat zal afhangen van hun
voorstellen en van het doorzet
tingsvermogen van de leden.
Maar het feit dat hij bestaat, is al
veelbetekenend. Als aanjager en
soms ook als dwarsligger tegen
over de bestaande organisaties
kan de bond goede diensten be
wijzen. Als het goed werkt, be
vecht met z'n eigen bestaans
recht.
De krampachtige reacties van
de vele Haagse en andere land-
bouwbestuurders. bewijzen al
leen maar dat bewegingen van
uit de praktijk zelf nodig zijn. De
functie van horzel in Den Haag
in deze voor akkerbouwers barre
tijden, is hoogst nuttig. Het prik
kelt, het zet aan tot resultaat ge
richt handelen.
door Bram van Ojik
en Wilbert Willems
Minister Andriessen (econo
mische zaken) wil met
steun van een meerderheid in
de Tweede Kamer opnieuw en
kele tientallen miljoenen uit
trekken ter ondersteuning van
de aluminiumsmelters in Vlis-
singen en Delfzijl. Dat getuigt
van slecht ondernemerschap en
is bovendien in strijd met de
uitgangspunten die de minister
zelf voor zijn industriebeleid
heeft geformuleerd. Kiezen
voor kansrijke sectoren, zo valt
dit beleid te karakteriseren.
Wijs geworden door talrijke mis
sers in een eerdere recessiepe
riode. zou Economische Zaken
het nu allemaal anders gaan
doen: het ministerie wil niet
meer tegen elke prijs bedrijven
in stand houden, die uiteindelijk
niet levensvatbaar zijn, maai' wil
een toekomstgerichte, moderne
en stabiele industrie actief
bevorderen.
Natuurlijk, de druk om in tijden
van snel oplopende werkloos
heid. geen banen verloren te la
ten gaan, is heel groot. Zeker be
drijven in regio's waar de werk
loosheid ver boven het landelijk
gemiddelde ligt hebben dan
nogal eens succes met hun drei
ging de poort te sluiten. Iets der
gelijks gebeurt nu in Vlissingen
en Delfzijl. Bij de twee smelters
gezamenlijk staan daar 1600 ba
nen op het spel.
De produktie van primair alumi
nium maakt een zeer moeilijke
tijd door. De wereldmarktprijs is
uitzonderlijk laag, er is wereld
wijd een grote overcapaciteit en
de produktie is dusdanig ener
gieverslindend dat die bij het ge
middelde Westeuropese prijsni
veau, zelfs met fikse kortingen,
niet concurrerend kan worden
gemaakt.
Het is dan ook bijna onvermijde
lijk dat Pechiney (Vlissingen) en
Aldel (Delfzijl), op termijn zullen
besluiten het produceren van
primair aluminium in Neder
land te beëindigen. De energie
subsidie zal dan niet meer dan
uitstel van executie zijn ge
weest.
Omschakeling
Het kan ook anders. Naar aanlei
ding van de moderniserings
plannen van Aldel heeft de Wad
denvereniging de mogelijkhe
den laten onderzoeken van inza
meling en hergebruik van alumi
nium (secundaire produktie). De
resultaten waren uitzonderlijk
positief: het energieverbruik ligt
twintig keer lager, de uitstoot
van zure gassen en fluoride is
nog slechts een fractie van het
huidige niveau, de kwaliteit van
secundair aluminium is ruim
schoots voldoende en de econo
mische vooruitzichten zijn dan
ook goed.
Voor milieu en werkgelegenheid
lijkt de omschakeling op herge
bruik verreweg de beste optie.
Die omschakeling gaat natuur
lijk niet vanzelf. Er moet een
goed inzamelingssysteem wor
den opgezet, er zijn andere ma
chines en dus nieuwe investerin
gen nodig, het personeel moet
worden omgeschoold, de markt-
vooruitzichten moeten nauw
keurig worden verkend. Over
heidssteun kan bij een dergelij
ke omschakeling onontbeerlijk
zijn om het bedrijf in deze rich
ting over de brug te helpen. An
driessen kan zijn goede geld hier
beter aan besteden dan aan een
uizichtloze energiesubsidie.
De minister zelf denkt hier an
ders over. Omschakeling is een
zaak van de smelters zelf, zegt
hij in een brief aan, onder meer,
de Zeeuwse Milieufederatie.
„Het is niet aan de overheid om
op de plaats van de ondernemer
te gaan zitten. Een investe
ringspremie voor deze overscha
keling past niet meer in deze
tijd". Als de minister er zo over
denkt is ook een energiesubsidie
niet erg logisch. Bovendien krij
gen ook anderen steeds vaker
een voet tussen de deur bij het
ministerie, nu de werkloosheid
weer oploopt.
Erger is nog dat een dergelijk
standpunt voorbijgaat aan wat
zonder overdrijving een van de
grootste politieke opgaven van
deze tijd genoemd mag worden:
de integratie van economie en
ecologie in alle vormen van pro
duktie. De belangen van werk
gelegenheid en milieu moeten
daarbij niet langer als tegenge
steld, maar juist als complemen
tair worden gezien. Dat bete
kent concreet dat prijzen meer
in overeenstemming moeten
worden gebracht met de schaar-
steverhoudingen: we moeten ar
beid goedkoper maken en de
energie zwaarder belasten. Het
betekent ook dat de overheid
haar verantwoordelijkheid
neemt bij het afstemmen van de
produktie op de eisen die mens
en milieu stellen.
Ziedaar de werkelijke betekenis
van duurzame ontwikkeling,
een begrip dat na het verschij
nen van het Brundtland-rapport
in Nederland vrijwel met con
sensus werd omhelsd. Het wordt
tijd dat ook het industriebeleid
aan de eis van duurzaamheid
wordt getoetst.
(De schrijvers van deze bij
drage, Bram van Ojik en Wilbert
Willems zijn beiden Txoeede Ka
merlid van GroenLinks.)
van onze redacteur
Rolf Bosboom
Wanneer binnenkort de
resultaten van de eind
examens bekend worden ge
maakt, zullen kandidaten
van het havo met enige
angst uitkijken naar het cij
fer voor Nederlands. Het on
derdeel tekstverklaring,
dat samen met het opstel
het centraal schriftelijk ein
dexamen vormt, zorgde
voor talrijke boze reacties.
„Veel te moeilijk geschre
ven", riep een kandidate uit
Grijpskerke na afloop. Ook
het geringe aantal woorden
dat bij de beantwoording
van open vragen was toege
staan. schoot in het verkeer
de keelgat. „Belachelijk, ze
ker als je bedenkt dat tele
gramstijl niet op prijs wordt
gesteld", aldus een havoleer
ling uit Vlissingen.
Hun docenten deden er later
nog een schepje bovenop.
Het correctiemodel is veel te
strak geformuleerd. De voor
geschreven beoordeling laat
ons geen enkele ruimte om
een goed element in het ant
woord te honoreren, klaag
den de leraren. Al snel klinkt
dan de verzuchting over 'hoe
het vroeger was. toen de
tekstverklaring nog een
toets was van tekstinzicht'.
Een vergelijking van een
tekstverklaring van dit jaar
en de examens van '91 en '92
kan een antwoord zijn op de
vraag of die verzuchting te
recht is.
De havo-kandidaten van dit
jaar bogen zich over de tekst
'Misdaadmanagers' van cri
minoloog Frank Bovenkerk.
Het artikel behandelt twee
'functionalistische beschou
wingswijzen' van de georga
niseerde criminaliteit. De
moeilijkheidsgraad van de
tekst verschilt niet veel van
die van de jaren ervoor, in te
genstelling tot de woord
keus en opbouw van de tek
sten. De teksten van '91 en
'92 zijn aanmerkelijk makke
lijker te bevatten dan die
van Bovenkerk. Toch zou
dat niet de werkelijke reden
voor de veel lagere scores
van de examenkandidaten
mogen zijn. Maar wat dan
wel?
Alle beschuldigende vingers
wijzen in de richting van het
correctiemodel, dat in veel
gevallen slechts de keuze
biedt tussen het volle pond
of geen enkel punt. De vraag
stelling geeft de kandidaten
ook al weinig steun, want het
eigen initiatief heeft het veld
moeten ruimen voor voorge
kookte vragen, waarop - net
als in de exacte wetenschap
pen - maar één antwoord
mogelijk lijkt te zijn.
Onwrikbare norm
Laten we de vragen eens na
der bekijken. In beide geval
len moeten de kandidaten
laten zien dat ze de hoofd
zaak uit een tekst)gedeelte)
kunnen halen. Het elemen
taire verschil is echter de
vraagstelling. De examens
van '91 en '92 verlangen van
lijk
rini
aar
de leerlingen dat ze zelf for.
muleren, maar dit jaar is dat
vervangen door een meer
keuzevraag met vijf ant
woorden.
Een stuk gemakkelijker om
na te kijken, denkt de leraar
Het is echter de vraag of leer
lingen ermee gediend zijn.
Immers, bij het zelf formule
ren is voor elk goed element
wel een gedeelte van het ma
ximaal te behalen punten te
vergeven. Een meerkeuze
vraag is slechts goed of fout
In het streven de antwoor
den op vragen zo beknopt
mogelijk te houden, krijgen
de leerlingen een welhaast
onmogelijk klein aantal
woorden als maximum voor
hun beantwoording. Terwijl
een leerling in 1991 en 1992 in
vele gevallen nog veertig
woorden mocht gebruiken It
voor een antwoord, is dat in
1993 teruggebracht tot een
maximum van 25 woordenol
minder.
Verder laat de examencom
missie in haar waarderingen
voor de antwoorden geen
ruimte voor discussie, ter
wijl bij het merendeel van de'
opgaven vraagtekens gezet
kunnen worden. Enkele Cl-
TO-antwoorden zijn discu
tabel en sommige zelfs aan
toonbaar onjuist. Maar de
examenmakers verheffen
hun visie op het artikel tot
onwrikbare norm. Iedereen
die er, al dan niet gemoti-
veèrd, anders over denkt, is
fout.
In voorgaande jaren waren
de mogelijkheden om deels
cores toe te kennen veel rui
mer. Daarmee werd ook
meer vereist van het beoor
delingsvermogen van de do
cent en was er er meer ruim
te tot het beïnvloeden van de
resultaten.
In haai' streven naar objec
tieve maatstaven lijkt de
commisie te vergeten dat
het opstel even zwaar mee
telt in het examen als de
tekstverklaring. Alleen de
eigen docent kijkt dit onder
deel na. terwijl er bij tekst
verklaring een 'onafhanke
lijke' tweede corrector aan te
pas komt. Met een royale
waardering van het opstel,
dat geen objectieve beoorde
ling toelaat, kunnen de vele
onvoldoendes tekstverkla
ring grotendeels gecompen
seerd worden.
Tegenvallende scores zijn
vervelend, maar het crucialt
probleem is dat dit examen H
tekstverklaring zijn doel
voorbijschiet. Het is immers
de bedoeling dat middelbare-
schoolverlaters een tekst in
de moedertaal kunnen ana
lyseren en begrijpen. De leer
lingen worden nu echter op
geleid tot 'tekstmanagers',
die op zoek gaan naar wat de
examenmakers blijkbaar
voor ogen heeft- gestaan. Het
onderwerp, de tekst, raakt
meer en meer op de achter
grond, om van de taalvaar
digheid nog maar te zwijgen.
Dat de makers van het exa
men tekstverklaring daar
geen oog voor hebben, is met
recht onverklaarbaar'.
Met een Europas met pincode kunt u ook buiten Nederland makkelijk
geld halen. In Europa staan al 60.000 geldautomaten waar u buitenlands geld
kunt opnemen. Heeft u nog geen Europas (nu gratis tot 1 januari 1994) of
pincode op uw Europas? Vraag 'm dan tijdig voor uw vertrek aan. Rabobank 9
Rabobank. Aangenaam.
Gieten van aluminium bij Pechiney
foto Ruben Oreel