Ruzie over breukvlak van Antillen Naar het buitenland? Vergeet uw pas niet. Hergebruik aluminium zorgt voor schoner milieu en banen 4{ Akkerbouwbond als horzel in Den Haag Tekstverklaring in eindexamen havo schiet doel voorbij opinie en achtergrond Diep wantrouwen tegenover Nederland staat oplossing in de weg WOENSDAG 9 JUNI 1993 /n het kader van de voorbereidingen van de volgende ron de van de Toekomstconferentie over de Nederlandse An tillen (van 24 tot 26 juni) is in Den Haag een Curagaose dele gatie gearriveerd voor politiek overlegdat daar morgen (donderdag) wordt gevoerd. De voorzitter van de conferen tie, premier Ruud Lubbers, heeft de Antilliaanse premier, Ma ria Liberia, de Cxiragaose gedeputeerde voor Staatkundige Structuur, Dito Mendes de Gouveia en de tweede woordvoer der van Curagao, oppositieleider Don Martina, voor de be sprekingen uitgenodigd. Ook premier Nelson Oduber van Aruba en minister Ernst Hirsch Ballin van Antilliaanse en Arubaanse zaken zimên erbij aanxoezig zijn. De kleine Axitilliaanse eilanden hadden rechtstreeks aan voorzitter Lubbers of via premier Liberia gevraagd bij het overleg aanwezig te mogen zijn. Lubbers liet toeten alleen met Curagao te willen pratexi omdat dat eiland duidelijk proble men heeft met de voortzetting van de Toekomstconferentie. van onze correspondente in Willemstad Stella van Rijn Het land de Nederlandse An tillen houdt binnenkort op te bestaan. Het Caribische ko- ninkrijksdeel zal, zo staat nu vrijwel vast, uiteenspatten in twee zelfstandige landen Cu rasao en Aruba en drie klei nere eilanden die meer bij Ne derland gaan horen. Er is echter nog een hevig conflict tussen Nederland en de Antillen over waar de breuklijn gaat lopen. De volgende ronde in dit post koloniale gevecht wordt op bin nen in Nederland uitgevochten, bij premier Lubbers op het Catshuis. De Antillen vormen een stukje koninkrijk dat ver buiten de be levingswereld van de meeste Ne derlanders ligt. Tenzij men er ooit een tropische vakantie heeft gehouden of vroeger heeft gewoond, dan zijn de gedachten aan de eilanden meestal aange naam en zoet. Ook bij de Nederlandse politici waren de eilanden zelden punt van grote, laat staan zorgelijke, aandacht. Tot 1954 werden de ei landen door Den Haag bestuurd, maar sinds de ondertekening van het Statuut (een grondwet voor het koninkrijk) gaan de ei landen grotendeels hun eigen gang. Voor Nederland was sindsdien vooral van belang hoe de eilan den zo snel mogelijk op een ver antwoorde manier met ont wikkelingshulp dus onafhan kelijk zouden worden uit het Ko ninkrijk en geheel op eigen be nen zouden staan. De eilanden zagen dat niet erg zitten maar zouden de onafhankelijkheid desnoods 'per luchtpost' opge stuurd krijgen, zo werd hen te verstaan gegeven. Die Nederlandse opvatting is zo'n drie jaar geleden radicaal veranderd. De nog verse minis ter Hirsch Ballin (in wiens han den de portefeuille voor de zoge naamde 'koninkrijkszaken' kwam) zag er heil in om de eilan den toch in het koninkrijk te houden. Niet alleen de Antillen, maar ook het reeds zelfstandige Aruba, met zijn 'status aparte'. Het koninkrijk zou weer één fa milie worden, „steunend op ei gen kracht, doch met de wil el kander bij te staan", zoals dat geschreven staat op het beroem de monument ter ere van het Statuut op een verkeersplein in Willemstad. Conflicten Toen begonnen de problemen pas goed met het laatste stukje kolonie in de West. Het ver nieuwde Nederlandse beleid heeft na aanvankelijke euforie op de Antillen voor de hernieuw de aandacht en de erkenning van de wens om in het konink rijk te blijven inmiddels geleid tot diepgravende conflicten tus sen Hirsch Ballin en de Antillen. Dit conflict heeft zich geleidelijk opgebouwd vanaf het begin van het aantreden van Hirsch Ballin en kwam tot een explosie tijdens de eerste Toekomstconferentie op Curasao, die begin maart mislukte. Toen bleek duidelijk dat er nog maar weinig geza menlijke intenties zijn voor de toekomst van de Antillen. Nederland vindt dat er zoveel problemen zijn op bestuurlijk, fi nancieel en sociaal niveau dat het koninkrijk Nederland een grotere rol moet gaan spelen op de eilanden. Deugdelijkheid van bestuur en garanties voor een democratische rechtstaat zijn basisvoorwaarden en tevens doelstellingen voor staatkun dige veranderingen. „Dat wil niet zeggen dat ik denk dat er hier alleen maar een potje van gemaakt wordt", zei Hirsch Bal lin vorige week op Curacao. Vreemd genoeg komt het wel zo over op de Antilliaanse bestuur ders. Hirsch Ballin heeft der mate veel kritiek op de eilanden en schetst een zo armzalige beeld dat men hem op Curasao oneerlijk handelen verwijt. De bestuurders vinden dat de Antil len zelf het recht moeten hebben om foute ontwikkelingen die er wel degelijk zijn te kunnen corrigeren. Premier Maria Liberia-Peters heeft herhaaldelijk gewezen op het verschil met Nederland. Daar is al bijna 400 jaar sprake van een parlementaire democra tie, op de Antillen pas vanaf de jaren vijftig. De bestuurlijke tra ditie is nog zeer jong en heeft tijd nodig om zich te ontwikkelen, zoals ook andere sectoren in de maatschappij nog niet ontwik- Er is vorige week een akker- bouwvakbond in Neder land opgericht. Is dat bijzon der? Ja, in de landbouwwereld wel. Er zijn landbouworganisa ties, er is een Landbouwschap. Die worden geacht naast de be langen van andere sectoren, ook die van de akkerbouw te behar tigen. Het is misschien gek, maar ik moet telkens als ik hoor of lees over die akkerbouw bond, denken aan kamperen op de boerderij en de wijze waarop dat laatste organisatorisch tot stand kwam. Het oorzakelijk verband tussen die twee is de reactie vanuit Haagse landbouwkringen. Op de akkerbouwvakbond wordt door de meeste landbouwbobo's in Den Haag negatief gerea geerd. Zo in de zin van 'die men sen weten niet wat goed voor ze is, die staan met hun rug naar de toekomst en verstoren de een heid in het agrarisch front'. Een aantal jaren geleden waren de reacties op groepjes boeren die pleitten voor kamperen op de boerderij en meer aandacht voor het economisch exploite ren van de recratie in het land- bouwgebeuren, zo ongeveer soortgelijk als nu. De eerste po gingen om kamperen op de boer derij van de grond te krijgen en organisatorisch te begeleiden, werden in Den Haag niet alleen met grote scepsis bekeken, nee, er werd ook duchtig op de rem getrapt. Kamperen als nevenactiviteit bij de boer zou verstorend werken voor de landbouwstruc tuur. Kamperen zou veel hinder en overlast geven enzovoorts. De mogelijkheid die in de prak tijk bleek te werken, is heel lang door veel landbouworganisaties en het Landbouwschap eerst ge remd, daarna genegeerd en ten slotte gedoogd. Nu achteraf is ie dereen blij dat via recreatie op de boerderij een groot aantal be drijven een gezonde nevenacti viteit heeft met goede inkom sten. En passant zorgen die kampeeractiviteiten meestal ook nog voor meer bekendheid bij stedelingen van het boeren werk. Waarom komt er een akker bouwbond? Eenvoudigweg om dat de nood in de akkerbouw zo hoog gestegen is, dat gewone praktische boeren die geen be stuurders zijn. alle middelen be proeven om hun bedrijven over eind te houden. In de belangen behartiging zoals nu voor de ak kerbouw tot stand komt, zien ze weinig heil en resultaten. Want al kan beslist niet ontkend wor den dat het Landbouwschap als overkoepelend landelijk orgaan best wel aandacht aan de akker bouw geeft, de getrapte manier van belangbehartiging via ein- keld zijn. Het bestuur kan niet functioneren op hetzelfde ni veau en op dezelfde manier als in Nederland, maar de Antilliaanse maatschappij kent dan ook an dere normen, waarden en ver langens. zo luidt de argumenta tie voor het afwijzen van Neder landse invloed. Toerisme De premier wees er kortgeleden ook op dat bijvoorbeeld de fi nanciële problemen van Cu rasao niet uitsluitend het resul taat zijn van slecht kasbeheer door de overheid. Door oorzaken van buitenaf zijn de inkomsten voor Curasao uit de financiële offshore en het toerisme bijvoor beeld drastisch gedaald. Tot 1986 was er een overschot op de begroting, maai' toen de inkom sten met honderden miljoenen guldens terugliepen, ontstond een moeizame inhaalrace. Van Nederlandse zijde ont breekt tot nog toe de argumen tatie op grond waarvan de Ne derlandse bemoeienis na veertig jaar afzijdigheid zo intens wordt en waarom Nederland de eilan den met grote haast en niet in het eigen tempo, desnoods met gematigde hulp. wil ontwikke len. Dat gebrek aan argumentatie en de slechte communicatie tussen de Nederlands en Antilliaanse bestuurders maakt dat er een diep wantrouwen over en weer is. Er zijn tal van misverstanden over kleine en grote vraagstuk ken. Er is steeds weer de twijfel aan eikaars intenties en het ver moeden van een verborgen agenda bij de tegenpartij. Referendum De miscommunicatie gaat zover dat er zelfs onduidelijkheid is over de bedoeling van de Twee de Toekomstconferentie, on danks het feit dat er intensieve gemengde ambtelijke voorberei ding gaande is. Nederland wil eind juni 'definitieve besluiten' nemen. Curacao vat dit op als zou alles in kannen en kruiken moeten zijn. Daar zijn we nog niet aan toe. zegt Curasao, om dat men bijvoorbeeld eerst een referendum wil houden voordat men zich vastlegt op bindende besluiten. Bovendien is de prak tische uitwerking van de 'status aparte' voor Curasao nog niet rond. Maar Nederland lijkt, bij monde van minister Hirsch Ballin en de directeur van zijn kabinet, te doelen op het maken van afspra ken over de 'heldere kaders' waarbinnen verder gepraat kan worden. Die kaders zijn uiteen gezet in de slotconclusies van premier Lubbers en zijn nog vrij vaag, in elk geval voor een na dere gevarieerde invulling ge schikt. Het politiek overjeg op 10 juni in het Catshuis is daardoor van cruciaal belang voor het door gaan van de Tweede Toekomst conferentie èn de kans op enig- vruchtbaar overleg over de An tilliaanse toekomst. Premier Lubbers moet toetsen of de inzichten ondanks de mis verstanden genoeg parallel lo pen opdat er minstens een vorm van overleg kan worden gevon den. Het compromis wordt waarschijnlijk gesloten op hoe gedetailleerd de afspraken zijn en op welke gronden wijzigingen aangebracht kunnen worden voordat er echt sprake is van een nieuwe staatkundige structuur voor de Antillen. Willemstad op Curasao, 'steunend op eigen kracht, doch met de wil elkander bij te staan'. deloos veel kanalen, ambtelijk en altijd het resultaat van veel compromissen met andere sec toren, spreekt velen niet meer aan. Het Landbouwschap, zeg gen vele akkerbouwers, is een ty pisch Haagse instelling: ver van de boeren, duur, niet op de prak tijk gericht, niet ontvankelijk voor initiatieven van individue le praktici, eindeloos ambtelijk en centralistisch werkend. Den Haag staat te ver van de praktijk af en .wordt onvoldoen de ervaren als verlengstuk van de boeren en tuinders zelf. Dat is de kern van het probleem. En het heeft de neiging erger te wor den. De decentralisatie, die or- ganisatorich gezien in de land en tuinbouw hard nodig is, komt niet van de grond. De loodzware top van de meeste organisaties en van het Landbouwschap heeft alleen de neiging zichzelf te versterken. Dat zo'n mentaliteit juist in deze jaren bij de betrokken agrariërs een middelpuntvliedend effect heeft, schijnt men in de residen tie niet op te merken. Een aantal jaren geleden werd de NTS opge richt - de Nederlandse Tuin bouw Studieclub. In feite was dat 15 jaar geleden al het begin van de tuinbouwvakbond. Toen mr. Gerard W. Smallegange waren er vooruitziende lieden in Den Haag. Vanuit de landbouw organisaties werd de NTS niet tegengewerkt, maar gestimu leerd. Er werden mensen bij de landbouworganisaties vrijge maakt om deze NTS te gaan run nen. Nieuwe initiatieven moetje niet afremmen, je moet ze stimu leren. Of de nieuwe akkerbouwvak bond perspectief heeft, weet ik niet. Dat zal afhangen van hun voorstellen en van het doorzet tingsvermogen van de leden. Maar het feit dat hij bestaat, is al veelbetekenend. Als aanjager en soms ook als dwarsligger tegen over de bestaande organisaties kan de bond goede diensten be wijzen. Als het goed werkt, be vecht met z'n eigen bestaans recht. De krampachtige reacties van de vele Haagse en andere land- bouwbestuurders. bewijzen al leen maar dat bewegingen van uit de praktijk zelf nodig zijn. De functie van horzel in Den Haag in deze voor akkerbouwers barre tijden, is hoogst nuttig. Het prik kelt, het zet aan tot resultaat ge richt handelen. door Bram van Ojik en Wilbert Willems Minister Andriessen (econo mische zaken) wil met steun van een meerderheid in de Tweede Kamer opnieuw en kele tientallen miljoenen uit trekken ter ondersteuning van de aluminiumsmelters in Vlis- singen en Delfzijl. Dat getuigt van slecht ondernemerschap en is bovendien in strijd met de uitgangspunten die de minister zelf voor zijn industriebeleid heeft geformuleerd. Kiezen voor kansrijke sectoren, zo valt dit beleid te karakteriseren. Wijs geworden door talrijke mis sers in een eerdere recessiepe riode. zou Economische Zaken het nu allemaal anders gaan doen: het ministerie wil niet meer tegen elke prijs bedrijven in stand houden, die uiteindelijk niet levensvatbaar zijn, maai' wil een toekomstgerichte, moderne en stabiele industrie actief bevorderen. Natuurlijk, de druk om in tijden van snel oplopende werkloos heid. geen banen verloren te la ten gaan, is heel groot. Zeker be drijven in regio's waar de werk loosheid ver boven het landelijk gemiddelde ligt hebben dan nogal eens succes met hun drei ging de poort te sluiten. Iets der gelijks gebeurt nu in Vlissingen en Delfzijl. Bij de twee smelters gezamenlijk staan daar 1600 ba nen op het spel. De produktie van primair alumi nium maakt een zeer moeilijke tijd door. De wereldmarktprijs is uitzonderlijk laag, er is wereld wijd een grote overcapaciteit en de produktie is dusdanig ener gieverslindend dat die bij het ge middelde Westeuropese prijsni veau, zelfs met fikse kortingen, niet concurrerend kan worden gemaakt. Het is dan ook bijna onvermijde lijk dat Pechiney (Vlissingen) en Aldel (Delfzijl), op termijn zullen besluiten het produceren van primair aluminium in Neder land te beëindigen. De energie subsidie zal dan niet meer dan uitstel van executie zijn ge weest. Omschakeling Het kan ook anders. Naar aanlei ding van de moderniserings plannen van Aldel heeft de Wad denvereniging de mogelijkhe den laten onderzoeken van inza meling en hergebruik van alumi nium (secundaire produktie). De resultaten waren uitzonderlijk positief: het energieverbruik ligt twintig keer lager, de uitstoot van zure gassen en fluoride is nog slechts een fractie van het huidige niveau, de kwaliteit van secundair aluminium is ruim schoots voldoende en de econo mische vooruitzichten zijn dan ook goed. Voor milieu en werkgelegenheid lijkt de omschakeling op herge bruik verreweg de beste optie. Die omschakeling gaat natuur lijk niet vanzelf. Er moet een goed inzamelingssysteem wor den opgezet, er zijn andere ma chines en dus nieuwe investerin gen nodig, het personeel moet worden omgeschoold, de markt- vooruitzichten moeten nauw keurig worden verkend. Over heidssteun kan bij een dergelij ke omschakeling onontbeerlijk zijn om het bedrijf in deze rich ting over de brug te helpen. An driessen kan zijn goede geld hier beter aan besteden dan aan een uizichtloze energiesubsidie. De minister zelf denkt hier an ders over. Omschakeling is een zaak van de smelters zelf, zegt hij in een brief aan, onder meer, de Zeeuwse Milieufederatie. „Het is niet aan de overheid om op de plaats van de ondernemer te gaan zitten. Een investe ringspremie voor deze overscha keling past niet meer in deze tijd". Als de minister er zo over denkt is ook een energiesubsidie niet erg logisch. Bovendien krij gen ook anderen steeds vaker een voet tussen de deur bij het ministerie, nu de werkloosheid weer oploopt. Erger is nog dat een dergelijk standpunt voorbijgaat aan wat zonder overdrijving een van de grootste politieke opgaven van deze tijd genoemd mag worden: de integratie van economie en ecologie in alle vormen van pro duktie. De belangen van werk gelegenheid en milieu moeten daarbij niet langer als tegenge steld, maar juist als complemen tair worden gezien. Dat bete kent concreet dat prijzen meer in overeenstemming moeten worden gebracht met de schaar- steverhoudingen: we moeten ar beid goedkoper maken en de energie zwaarder belasten. Het betekent ook dat de overheid haar verantwoordelijkheid neemt bij het afstemmen van de produktie op de eisen die mens en milieu stellen. Ziedaar de werkelijke betekenis van duurzame ontwikkeling, een begrip dat na het verschij nen van het Brundtland-rapport in Nederland vrijwel met con sensus werd omhelsd. Het wordt tijd dat ook het industriebeleid aan de eis van duurzaamheid wordt getoetst. (De schrijvers van deze bij drage, Bram van Ojik en Wilbert Willems zijn beiden Txoeede Ka merlid van GroenLinks.) van onze redacteur Rolf Bosboom Wanneer binnenkort de resultaten van de eind examens bekend worden ge maakt, zullen kandidaten van het havo met enige angst uitkijken naar het cij fer voor Nederlands. Het on derdeel tekstverklaring, dat samen met het opstel het centraal schriftelijk ein dexamen vormt, zorgde voor talrijke boze reacties. „Veel te moeilijk geschre ven", riep een kandidate uit Grijpskerke na afloop. Ook het geringe aantal woorden dat bij de beantwoording van open vragen was toege staan. schoot in het verkeer de keelgat. „Belachelijk, ze ker als je bedenkt dat tele gramstijl niet op prijs wordt gesteld", aldus een havoleer ling uit Vlissingen. Hun docenten deden er later nog een schepje bovenop. Het correctiemodel is veel te strak geformuleerd. De voor geschreven beoordeling laat ons geen enkele ruimte om een goed element in het ant woord te honoreren, klaag den de leraren. Al snel klinkt dan de verzuchting over 'hoe het vroeger was. toen de tekstverklaring nog een toets was van tekstinzicht'. Een vergelijking van een tekstverklaring van dit jaar en de examens van '91 en '92 kan een antwoord zijn op de vraag of die verzuchting te recht is. De havo-kandidaten van dit jaar bogen zich over de tekst 'Misdaadmanagers' van cri minoloog Frank Bovenkerk. Het artikel behandelt twee 'functionalistische beschou wingswijzen' van de georga niseerde criminaliteit. De moeilijkheidsgraad van de tekst verschilt niet veel van die van de jaren ervoor, in te genstelling tot de woord keus en opbouw van de tek sten. De teksten van '91 en '92 zijn aanmerkelijk makke lijker te bevatten dan die van Bovenkerk. Toch zou dat niet de werkelijke reden voor de veel lagere scores van de examenkandidaten mogen zijn. Maar wat dan wel? Alle beschuldigende vingers wijzen in de richting van het correctiemodel, dat in veel gevallen slechts de keuze biedt tussen het volle pond of geen enkel punt. De vraag stelling geeft de kandidaten ook al weinig steun, want het eigen initiatief heeft het veld moeten ruimen voor voorge kookte vragen, waarop - net als in de exacte wetenschap pen - maar één antwoord mogelijk lijkt te zijn. Onwrikbare norm Laten we de vragen eens na der bekijken. In beide geval len moeten de kandidaten laten zien dat ze de hoofd zaak uit een tekst)gedeelte) kunnen halen. Het elemen taire verschil is echter de vraagstelling. De examens van '91 en '92 verlangen van lijk rini aar de leerlingen dat ze zelf for. muleren, maar dit jaar is dat vervangen door een meer keuzevraag met vijf ant woorden. Een stuk gemakkelijker om na te kijken, denkt de leraar Het is echter de vraag of leer lingen ermee gediend zijn. Immers, bij het zelf formule ren is voor elk goed element wel een gedeelte van het ma ximaal te behalen punten te vergeven. Een meerkeuze vraag is slechts goed of fout In het streven de antwoor den op vragen zo beknopt mogelijk te houden, krijgen de leerlingen een welhaast onmogelijk klein aantal woorden als maximum voor hun beantwoording. Terwijl een leerling in 1991 en 1992 in vele gevallen nog veertig woorden mocht gebruiken It voor een antwoord, is dat in 1993 teruggebracht tot een maximum van 25 woordenol minder. Verder laat de examencom missie in haar waarderingen voor de antwoorden geen ruimte voor discussie, ter wijl bij het merendeel van de' opgaven vraagtekens gezet kunnen worden. Enkele Cl- TO-antwoorden zijn discu tabel en sommige zelfs aan toonbaar onjuist. Maar de examenmakers verheffen hun visie op het artikel tot onwrikbare norm. Iedereen die er, al dan niet gemoti- veèrd, anders over denkt, is fout. In voorgaande jaren waren de mogelijkheden om deels cores toe te kennen veel rui mer. Daarmee werd ook meer vereist van het beoor delingsvermogen van de do cent en was er er meer ruim te tot het beïnvloeden van de resultaten. In haai' streven naar objec tieve maatstaven lijkt de commisie te vergeten dat het opstel even zwaar mee telt in het examen als de tekstverklaring. Alleen de eigen docent kijkt dit onder deel na. terwijl er bij tekst verklaring een 'onafhanke lijke' tweede corrector aan te pas komt. Met een royale waardering van het opstel, dat geen objectieve beoorde ling toelaat, kunnen de vele onvoldoendes tekstverkla ring grotendeels gecompen seerd worden. Tegenvallende scores zijn vervelend, maar het crucialt probleem is dat dit examen H tekstverklaring zijn doel voorbijschiet. Het is immers de bedoeling dat middelbare- schoolverlaters een tekst in de moedertaal kunnen ana lyseren en begrijpen. De leer lingen worden nu echter op geleid tot 'tekstmanagers', die op zoek gaan naar wat de examenmakers blijkbaar voor ogen heeft- gestaan. Het onderwerp, de tekst, raakt meer en meer op de achter grond, om van de taalvaar digheid nog maar te zwijgen. Dat de makers van het exa men tekstverklaring daar geen oog voor hebben, is met recht onverklaarbaar'. Met een Europas met pincode kunt u ook buiten Nederland makkelijk geld halen. In Europa staan al 60.000 geldautomaten waar u buitenlands geld kunt opnemen. Heeft u nog geen Europas (nu gratis tot 1 januari 1994) of pincode op uw Europas? Vraag 'm dan tijdig voor uw vertrek aan. Rabobank 9 Rabobank. Aangenaam. Gieten van aluminium bij Pechiney foto Ruben Oreel

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1993 | | pagina 4