Kamperen op
de Poolcirkel
Een puzzeltocht langs
twaalf aarden wallen
De fiets mee in de trein
Finland
'Sint-Jansteen,
Westdorpe/)
Koewacht
I Zuiddorpe
Hengstdijk
GrofeVöi
Achterste
Kreek
p-ERNEUZEN
Kuitaartj
Vogelwaarde
Itheense
Kreek
Zaamslag
Hoek
Fort
mdberg
W -\
Groot
Éi land
fieidrecht
UWSCH
VLAANDEREN
Sluiskil
Fort 4
\Sint-Nicolaai
Verrebroek
(Zandberg ,/V,]
Nieuvv-Namen
Foto links: Rendieren zijn steeds te zien langs de weg naar Ivalo. Ze vluchten alleen de
bossen in als bestuurders aanstalten maken uit hun auto te stappen.
Foto midden: Stille meertjes in uitgestrekte bossen. Foto rechts: Water en bomen ken
merken het landschap van Finland. foto's Fins Verkeersbureau
toerisme
PZC vrÜe tijd
ZATERDAG 5 JUNI 1993 J J
-- ~WJie 0p de Fortenroute door Oost-Zeeuwsch- de moeite waard. Het traject langs de twaalf
f OFISJ01 I S MTP Vlaanderen indrukwekkende kastelen met aarden forten voert de fietser namelijk over
vestingmuren en ophaalbruggen denkt tegen te karakteristieke kasseienweggetjes en langs
komen heeft het mis. schilderachtige dijkjes met knotwilgen en
Toch is de circa vijftig kilometer lange tocht zeker populieren.
Het is een verademing die sombere ge
zichten in een mooie, maar zieltogende
Russische stad achter te laten en de trein
terug te nemen naar de Finse grens. Om
vanaf het dorpje Vainikkala slechts vijf te
genliggers te ontmoeten tijdens een auto
ritje van dertig kilometer en de zon te zien
ondergaan boven een spiegelglad meer bij
Lappeenranta. Dan overvalt de rust je bij
na.
Het oostelijke merengebied bestaat uit
bomen, bomen en nog eens bomen. En
meer water dan land. Vaak zie je door de
bomen het meer niet meer. Het groen be
perkt het uitzicht tot de rand van de weg
en je ziet het water slechts oplichten aan
het eind van harde zandpaden, die vaak
leiden naar kleine buitenhuisjes. Veel Fin
nen zoeken hun rust in zulke optrekjes.
Anderen ontvluchten de stad in campers
en caravans. Finland is groot genoeg om
ieder een rustig plekje te biedenrDagjes-
mensen trekken naar badplaatsen als Sa-
vonlinna en Kuopio voor gele strandjes en
omkleedhokjes, terrasjes en oude rond
vaartboten.
Kuusamo ligt 400 kilometer van Kuopio.
Je zit in heel andere streken. De eerste
helft van de rit blijft het landschap be
paald door meren en dichte bossen, al
wordt de begroeiing wat dunner. Halver
wege, boven Kajaani en het meer Oulujar-
vi, verandert de omgeving snel. De bomen
zijn er kleiner en de bossen, afgewisseld
door ongebruikt en zompig land, worden
er dunner. De heuvels zijn er hoger, waar
door je soms zicht krijgt op al het groen
datje omringt.
Rendieren
In het Noorden zijn de waarschuwingsbor
den voor overstekende elanden vervan
gen door die voor rendieren. Dat zal wel,
denk je. Die zie je evenmin als de elanden.
Als je de eerste rendieren in de berm ziet
scharrelen, wijs je er opgewonden naar.
Als je aan de rand van Kuusamo bijna een
rendier van de sokken rijdt, dringt het tot
je door datje die dieren overal tegen kunt
komen. Zeker wanneer op de camping bij
na zo'n beest in paniek over je auto galop
peert.
Even noordelijk van Kuusamo ligt het na
tionale park Oulanka, vlak onder de Pool
cirkel. Zo'n 270 vierkante kilometer on
aangetast woud, doorsneden door rivie
ren. waarvan de Oulankajoki zich met ge
weld tussen hoge wanden doorwringt bij
de beroemde Kiutaköngas-waterval. Niet
steil: het water zakt bijna Veertien meter
over een afstand van enkele honderden
meters. Maar de rivier moet door zo'n
nauwe spleet, dat het donkere water eerst
kringetjes draait en daarna als een grote
laag schuim over de eerste reeks rotsen
kiepert. En met veel kabaal blijft doorden
deren.
Het park leent zich uitstekend voor lange
wandelingen, waai- je dagen over kunt
doen. Langs de 'berenroute' mag je op
sommige plaatsen een tentje opzetten;
overnachten in ruwhouten huisjes, met
enkel een houtkachel als interieur, kan
ook. Over het bospad kun je kortere toch
ten maken, waaronder een rondje van ze
ven kilometer ten zuiden van de waterval.
Mooier is het de Oulankajoki stroomop
waarts te volgen naar de andere waterval
van de rivier: de Taivalkongas. Een tocht
van drie uren vanaf de camping in het na
tuurgebied. Klimmen, glibberen over
boomstronken en rotsen, struikelen over
opstekende boomwortels. Dan weer drie
uren terug. Het pad is goed aangegeven
met gele vlekken op de bomen. Verdwalen
kan haast niet. De tocht is de moeite
waard, zeker als je vanaf een wiebelend en
smal hangbruggetje kunt uitkijken op
zo'n spetterende stroomversnelling.
De naam 'berenroute' is niet voor niets ge
kozen. Er zwerven nog beren en wolven
door het park, maar die laten zich zelden
zien. Dolende rendieren kom je verschei
dene tegen. Toch is het een geruststellen
de gedachte dat de camping in Oulanka
degelijk is omheind.
Poolcirkel
Al valt de herfst eind augustus in Lapland
volop in, je kunt het nog in je hoofd halen
om öp de Poolcirkel te kamperen. Nog
geen acht graden overdag, 's nachts een
stuk kouder. De loofbomen kleuren al geel
en regen maakt het opzetten van je tentje
tot een ijzig karwei.
Vlak bij de stad Rovaniemi ligt, precies op
de Poolcirkel, de Napapiiri-camping. Laat
in het seizoen is de kans groot dat je het
hele terrein voor jezelf hebt. Het weer
wordt met de dag slechter. Eerder in het
seizoen heeft de camping voldoende gas
ten. Pal er naast staat het Kerstman-dorp.
waar winkeltjes dezelfde prulletjes, veelal
gemaakt van rendierhuid, aan de toeris
ten slijten. Tegen forse prijzen. De aan
grenzende 'handelspost' is goedkoper.
Rovaniemi is de hoofdstad van Lapland,
een naar Lapse begrippen forse stad met
ruim 30.000 inwoners. Rovaniemi heeft
een echt centrum, waar andere stadjes in
het gebied weinig meer zijn dan een verza
meling huisjes en een paar supermarkten.
Er zijn warenhuizen, bioscopen en een
prestigieus theater, dat is neergezet om de
wederopbouw van de stad te vieren. Die
lag er tegen het eind van de Tweede We
reldoorlog als een puinhoop bij.
Het provinciaal museum moet ook fraai
zijn, maar was wegens een lange verhui
zing gesloten. Een museum vol Lapse
spullen, maar traditionele Lappen zijn in
Rovaniemi niet te bekennen. Die zijn met
hun kuddes rendieren sinds mensenheu
genis verder naai- het Noorden getrokken.
Het is verleidelijk hun spoor te volgen.
Maar het blijft regenen en alles wordt
koud en klam. Dan moet je niet te lang
blijven. Het weer in Zuid-Finland - zo'n
800 kilometer richting evenaar - is een
stuk aangenamer.
Jan Dijksma
i T7"an de miljoen Finnen
~j V klontert meer dan de helft
samen in een klein gebied langs de
of; zuidkust van Finland. Daar is volop
leven met Helsinki als drukke, maar
vriendelijke hoofdstad. Naar het
ar. noorden tref je steeds minder
89 mensen. Daar leg je heel wat
"1 kilometers af, als je nieuwsgierig
blijft naar de andere kant van de
25 horizon en meer wilt weten over
[Si gebieden die in reisgidsjes
nauwelijks voorkomen. Zeker als je
wilt kamperen op de Poolcirkel.
Tienduizenden meren en miljarden bo
men, dat beeld van Finland is bekend.
In het overgrote deel van het land zijn ste
den slechts vlekjes, die her en der opdui
ken in de enorme wildernis rondom. Dat is
even wennen, als je de rondreis bent be
gonnen in het relatief dichtbevolkte
Zuiden. Zeker als je Sint Petersburg hebt
bezocht. Een geliefd uitstapje, want het
voormalige Leningrad ligt 200 km over de
grens. Die stad wordt er niet prettiger op.
Meer dan ooit is Sint Petersburg een op
eenhoping van vijf miljoen Russen die
vóór alles met hun eigen sores bezig zijn.
De Fortenroute van Sas van
Gent naar Hulst staat niet
met wegwijzers aangegeven. Als
voorbereiding op het rijden van de
tocht moet dus eerst een routebe
schrijving worden aangeschaft bij
het VW-kantoor. Verder is het
verstandig er rekening mee te hou
den dat het begin- en eindpunt van
de tocht via de kortste weg zo'n
twintig kilometer uit elkaar liggen.
Fietsers die na het rijden van de
Fortenroute weer bij de start
plaats willen uitkomen moeten
dus een extra uurtje doortrappen.
Het begin van de fietstocht is niet
erg hoopgevend. Bij het afdalen
van de draaibrug tussen Sas van
Gent en Westdorpe moet ik stevig
in de remmen knijpen omdat de te
gels op het fietspad schots en
scheef liggen. Na het verlaten van
Westdorpe neemt de moraal ech
ter toe. Op de Canisvlietweg kom
ik geen enkele automobilist tegen
en aan mijn rechterkant kijk ik uit
op een prachtig dijkje met klapro
zen en grazende koeien. Aan de lin
kerkant van de weg steekt de wa
tertoren van Axel hoog boven de
akkers uit.
Na ruim tien kilometer fietsen
stuit ik vlakbij Zuiddorpe op het
restant van het eerste fort op de
route. Fort Sint-Jan werd aan het
eind van de zestiende eeuw ge
bouwd. Net als zoveel andere
Zeeuws-Vlaamse vestingen was
het ooit een stevige aarden omwal,
opgetrokken in een hoekige vorm.
Fort Sint Joseph is na het passeren
van fort Sint-Marcus en het verla
ten van Zuiddorpe mijn volgende
doel. Na het bekijken van dit fort
voert de rit via Koewacht en Abs-
dale richting Sint-Jansteen. On
derweg stuit ik onder meer op de
forten Moerspui, Sint Nicolaas en
Ferdinandus.
Wegwijzers
Het ontbreken van wegwijzers
langs de kant van weg begint me
inmiddels behoorlijk op te breken.
Om de paar kilometer moet name
lijk een nieuwe weg worden inge
slagen, zodat ik voortdurend met
de routebeschrijving in de hand
moet rijden. Van een ontspannen
fietstocht is nauwelijks meer spra
ke. Ik krijg steeds sterker het idee
deelnemer te zijn aan een puzzel-
tocht met een behoorlijke moei
lijkheidsgraad.
De rustpauze in een cafeetje in
Sint-Jansteen wordt gebruikt om
de uitgebreide tekst uit de VVV-
brochure goed door te lezen. Aan
de hand van die routebeschrijving
maak ik een kaartje. Het volgen
van het traject wordt daardoor een
stuk eenvoudiger.
In rap tempo bereik ik via de forten
Bedmar en Zandberg Hulst. Al
met al heeft het rijden van de For
tenroute me 2 uur en 40 minuten
gekost. Ik weet mezelf echter te
overtuigen dat ik ruim een kwar
tier sneller geweest zou zijn als ik
niet zoveel moeite zou hebben ge
had met het zoeken van de weg.
Hans Heijt
Voor fietsliefhebbers die ook
weieens buiten de eigen regio
willen rijden lijkt het meenemen
van de fiets in de trein een prima
oplossing te zijn. In de praktijk
valt dat echter nogal tegen. De ba
gageruimten zitten op topdagen
stampvol, in de spitsuren zijn de
treinen voor de tweewielers ver
boden terrein. Bovendien kan de
prijs voor een dagkaart in het
hoogseizoen oplopen tot 25 gul
den.
Zeker in het toeristenseizoen is
het op de Zeeuwse treinstations
een kwestie van passen en meten
om de fiets in het bagagerijtuig
van de trein te krijgen. Het aan
bod van treinpassagiers die met
hun karretje naar een andere be
stemming willen reizen is in de zo
mermaanden vaak erg groot.
Voor de Nederlandse Spoorwegen
is dat echter geen reden extra ba:
gagewagons in te zetten.
„Onze primaire taak is het vervoe
ren van reizigers en niet van fiet
sen", stelt stafmedewerker J.
Dietz van de afdeling marketing
van de NS. „Het transporteren
van rijwielen zullen we dus niet
stimuleren, zeker niet omdat we
toch al met materiaalgebrek te
kampen hebben. Alleen op het
traject Zandvoort-Heerlen/Maas-
tricht worden bij topdrukte maat
regelen genomen om het grote
aanbod aan fietsen te kunnen ver
werken."
De NS proberen de toestroom van
fietsen zelfs te ontmoedigen door
het reizen met fietsen in de trein in
de ochtend- en avondspits te ver
bieden. Bovendien wordt de prijs
van een enkele fietsreis in de
maanden juli en augustus ver
hoogd van negen gulden naar vijf
tien gulden. De prijs voor een dag
kaart kan in het zomerseizoen op
lopen tot vijfentwintig gulden.
Verder proberen de NS het fiet-
senvervoer binnen de perken te
houden door op de stations fiet
sen tegen een zeer schappelijke
prijs te verhuren. Mensen kunnen
op vertoon van een treinkaartje
voor vijf gulden per dag gebruik
maken van een rijwiel van de NS.
Dietz: „Daarnaast zijn we in mei
in Limburg met een nieuw experi
ment begonnen. Voor een bedrag
van 12,50 gulden kunnen fietsen
met 21 versnellingen op het éne
station worden opgehaald en op
een ander station achtergelaten.
Wanneer dit experiment door zo
wel de klant als de NS goed wordt
ontvangen zulle we het ook in en
kele andere regio's invoeren."
Avontuurlijke fietsers kunnen
hun rijwiel door de NS vanaf 57
grotere stations naar het buiten
land laten vervoeren. Ongeacht
de bestemming wordt daarvoor
binnen Europa een bedrag van 25
gulden in rekening gebracht. De
fiets kan via Frankrijk, België en
Luxemburg naar andere landen
worden getransporteerd.
Het nadeel van het vervoeren van
de fiets naar het buitenland is dat
de reiziger zelf in bijna alle geval
len met een andere trein moet rei
zen. De fietstoeristen kunnen de
risico's beperken door bij de NS
een reisverzekering voor de fiets
af te sluiten en/of door voor 15 gul
den een beschermhoes voor hun
rijwiel te kopen.
Het valt niet altijd mee de fiets in de bagageruimte van de trein te krijgen.
foto Lex de Meester