Met gabbers van een gelijk niveau Verstandelijk gehandicapten op eigen benen reportage ZATERDAG 5 JUNI 1993 21 het doorlezen van opvoedkundige 'bij bels' en een eerste bezoek aan de kinder arts. Jan Kuijk (nu 73 jaar): „Je kreeg de raad om je kind zo snel mogelijk in een ge sticht te stoppen. De arts zei letterlijk: 'Ze komt nooit verder dan de box, ze kan be ter gelijk het huis uit'. Moeder Kuijk hechtte echter geen geloof aan de vernieti gende uitspraak van een deskundige. „Door Karien vanaf haar babytijd einde loos te stimuleren konden we haar heel veel leren. Niemand hield het voor moge lijk, maar ik had haar met één jaar zinde lijk. Een kwestie van pot op schoot, kind op schoot en eindeloos geduld hebben." Karien ging op een gewone kleuterschool in Den Haag. later naar het Bijzonder La ger Onderwijs (BLO). Op haar 19e moest ze van school af en - zeer tegen de zin van haar ouders - naar een dagverblijf. „Een psychiater zou wel even bepalen hoever Karien was. Hij zette een blikje 7-up op ta fel en vroeg haar: wat voor woord staat er op dat blikje? Wist dat kind veel; we dron ken dat spul thuis nooit. De psychiater hield daar geen rekening mee. Hij had na vijf minuten al een oordeel klaar: ze kan niet lezen, dus moet ze maar naar een dag verblijf. Waardeloos vonden we het. Maar wat moetje? Als ouders had je niets te ver tellen." Na twee jaar 'tobben' op een dagverblijf kon Karien alsnog naar een Haags bege leidingscentrum. In 1983 verhuisde het ge zin naar Zeeland en kreeg ze een plaats in dagcentrum De Windroos in Middelburg. De Kuijk's besloten Karien op haar 27e in te schrijven voor een gezinsvervangend tehuis. „Je moet vooruitdenken. Je kunt je kop wel in het zand steken en zeggen: als ik dood ga zorgt wel iemand anders voor haar, maar dat is zo dom." Boven dien: „Het klinkt misschien hard, maar wij wilden onze vrijheid weer terug. Een verstandelijk gehandicapt kind legt toch een bepaalde druk op je. Begrijp me niet verkeerd: we zijn gek op haar. Ze mocht altijd met ons mee. Op visite, op vakantie, naar de schouwburg. We hebben jaren lang voor haar gezorgd, op een gegeven moment is dat genoeg. Trouwens, voor Karien was het ook beter om niet meer bij ons te wonen. Ze moet met gabbers op trekken van gelijk niveau." Woongemeenschap Karien (nu 34 jaar) woont sinds februari van dit jaar - na zeven jaar op een wacht lijst te hebben gestaan - in een splinter nieuw gezinsvervangend tehuis aan de Nieuwstraat te Vlissingen. Ze leeft in een woongemeenschap met tien verstandelijk gehandicapten en professionele begelei ding. Karien zelf vindt het prima geregeld: „Ik wil niet meer thuis wonen. Daar moest ik luisteren naar mijn vader en moeder tot ik er doodmoe van werd. Hier kan ik lek ker doen waar ik zin in heb." Haar nieuwe onderkomen is al vertrouwd. Ze kiest moeiteloos de kortste route naar haar slaap/zitkamer op de tweede verdie ping. pikt blindelings de juiste Lips uit haar broekzak om de deur te openen. De deur met haar naambordje - 'Dat ben ik: Kuijk moet met een u en lange ij' - geeft toegang tot haar kamer: met de boeken plank vol standaardwerken over de Oran jes, met de strakke stereo-installatie, met de cassettes van olijke Tiroler duo's en de relikwieën van BZN. Karien merkt, om ringd door vertrouwde spullen, weinig verschil tussen wonen bij pa en ma en wo nen in een tehuis. Thuis moest ze meehel pen, hier moet ze net zo goed haar bed ver schonen. haar rommel opruimen en af wassen. Heimwee heeft ze niet. „Heel af en toe ga ik nog wel eens naar m'n vader en moeder; als ik naar de schouwburg ga. in Middelburg. Maar voor de rest: ik heb het hier druk. Ik zit graag op mijn kamer. Een beetje tekenen, borduren, lezen, muziek luisteren, boekhouden." Karien Kuijk kan prima aarden in haar nieuwe woonomgeving en vormt daarin volgens Koens geen uitzondering: „Som mige verstandelijk gehandicapten bloeien helemaal op als ze niet meer bij hun ouders wonen, ze voelen zich bevrijd." Anderzijds: „Er zijn ook voldoende voor beelden te noemen waarbij uithuisplaat singen minder succesvol zijn. Waarbij ver standelijk gehandicapten depressief wor den omdat ze heel veel aandacht missen. Thuis draaide alles om hen, was de hele dagindeling op hen afgestemd. In een in ternaat of tehuis moeten ze de aandacht van het personeel delen met heel veel an deren." Huilend Pascal ten Hoopen (25 jaar) had en heeft nog steeds aanpassingsmoeilijkheden sinds hij vijf maanden terug in het gezins vervangend tehuis aan de Nieuwstraat kwam te wonen. Zijn ouders, Roel en An nie ten Hoopen (54 en 49 jaar) uit Oost- Souburg. noemen de eerste weken zelfs 'een regelrechte ramp'. „Pascal vond de verhuizing leuk tot de dag kwam dat hij werkelijk weg ging. Je zag dat smoeltje vertrekken van verdriet. Geregeld belde hij op, nerveus en huilend. Hij kermde dan: 'Ik mis jullie zo, ik slaap zo slecht, ik heb geen honger.' Wij hebben heel veel met hem gepraat. In ons hart wilden we hem eigenlijk weer naar huis halen, maar ons verstand zei dat het niet kon. Pascal was er aan toe om zelfstandig te wonen. Hij kon bij ons op het laatst zijn draai niet meer vinden. In onze buurt had-ie geen vriendjes meer. Het was hoog tijd dat hij tussen leeftijdsgenoten kwam. Wij zijn ook maar een stel ouwe lui." Pascal's verstandelijke handicap is het gevolg van zuurstofgebrek bij de geboor te. Hij kan zich zonder hulp aankleden, wassen en scheren, maar bijvoorbeeld niet lezen of schrijven. Zijn ouders vinden achteraf: „We hebben hem teveel betut teld. Je beschermt een verstandelijk ge handicapt kind toch meer dan een ander. Het was al gauw: laat maar, dat doen papa en mama wel. Hij had bij ons in huis geen taken. Hij kon 't wel. maar hij hoefde het niet." Hoewel Pascal niet meer thuis woont, voelt het echtpaar zich nog steeds honderd procent verantwoordelijk voor hun zoon. „Iktiel regelmatig op om te vra gen hoe het gaat. Het blijft tenslotte altijd ons ventje." Hun zoon heeft net als alle andere bewo ners van het Vlissingse tehuis een eigen zit /slaapkamer. Voorlopig blijft hij in z'n up pie, maar de mogelijkheid is aanwezig om in de toekomst samen te wonen op een grote tweepersoonskamer op de bovenste verdieping. Zijn ouders hebben daar geen moeite mee. Vader Ten Hoopen filoso feert: „Ik wil graag leven zoals het leven is. Daar hoort liefde en sex bij. Waarom zou ik mijn zoon iets ontzeggen, wat ik mijzelf niet ontzeg Ik zou het prachtig vinden als-ie verkering zou krijgen. Oké, kinde ren krijgen is een andere zaak. Dat is te riskant gezien de erfelijkheidsfactoren. Maar tegenwoordig bestaan voldoende middelen om te voorkomen dat iemand zwanger wordt." Mariëtte Woudenberg Zo'n gek neem je toch niet mee?, kregen ouders van verstandelijk gehandicapten dertig jaar terug nog te horen als ze met hun kind de bus instapten. Nagestaard tussen spleten in velours, in onwetendheid gelaten door 'deskundige' opvoeders, waren excessen in schaamte en schuld in die tijd geen uitzondering. Krantekoppen als 'Geestelijk gestoorde man (45 jaar) door familie tien jaar opgesloten in woonhuis', stonden regelmatig op de binnenpagïna's. Ouders zijn mondiger geworden, verstandelijk gehandicapten leven normaler. Het schaamtegevoel ebt weg. De nieuwe generatie vaders en moeders voedt haar gehandicapte kinderen in alle openheid op. Ze kunnen leunen op tijdelijke opvangmogelijkheden zoals logeerhuizen en thuiszorg. Ze hebben de keuze uit een groot aantal gezinsvervangende tehuizen en internaten om hun kind als het tijd is uit huis te plaatsen. Ondanks die veranderingen, zijn er nog altijd ouders die hun verstandelijk gehandicapte zoon of dochter een leven lang bij zich willen houden. Ouders die hun kind tot aan hun dood willen spinnen in een cocon van zorgzaamheid. Zij menen: niemand kent ons kind beter dan wij. Ze worden ouder, zijn zestig, zeventig of tachtig en hebben niets geregeld, want zeggen ze: „Gaan wij dood, dan moeten de andere kinderen maar voor hun broer of zus zorgen." Over verstandelijk gehandicapten en hun ouders: altijd thuis of tijdig uit huis. Karien Kuijk woont zelfstandig in het gezinsvervangend tehuis in de Vlissingse Nieuwstraat, met een eigen naambordje op de deur: Kijk, dat ben ik, Kuijk moet met een u en lange ij. fotografie Ruben Oreel Verstandelijk gehandicapte kinderen blijven in de ogen van hun ouders al tijd kind, óók als ze lichamelijk volwassen zijn. Dat maakt het extra moeilijk voor veel ouders om him zoon of dochter op het juiste moment los te laten; ze willen hun kind het liefst hun leven lang beschermen en koestèren. Jopie Koens van de Federa tie van Ouderverenigingen voor verstan delijk gehandicapten (FVO) weet uit erva ring: „Ze menen dat niemand hun zoon of dochter beter op kan vangen dan zij. Dat zijn dezelfde mensen die bij overlijden niets hebben geregeld. Wij kennen binnen de FVO een groot aantal oude echtparen met een verstandelijk gehandicapt kind. Elke keer zeggen we: regel nou wat voor het te laat is. Dan kijken ze ons niet begrij pend aan. Hoezo een probleem? De an dere kinderen kunnen toch voor hun thuiswonende broer of zus zorgen?" Zo kreeg Nellie Huijbregsen uit Goes vijf jaar geleden plotseling de zorg over haar verstandelijk gehandicapte zwager, na dat haai- schoonmoeder (toen 72 jaar) na een zwaar verkeersongeval in coma raak te en kort daarop overleed. Nellie wilde hem in geen geval in huis nemen, want: „Dat zou ten koste gaan van mijn eigen gezin." Karei moest dus, tegen de uitdruk kelijke wens van haar schoonmoeder, naar een tehuis. „Ze zei altijd: ik doe hem niet in een gesticht. Waarom ze Karei al tijd bij zich wilde houden, weten we niet. Ik denk dat ze de zorg niet aan een ander wilde overlaten. Alles in haar leven draaide om Karei, haar leven was delen met Karei. Ze heeft hem ooit op de wacht lijst voor Huize den Berg in Goes laten zet ten, maai' dat was meer voor de vorm." Karei (43 jaar) zit sinds de dood van zijn moeder in het Middelburgse internaat Vij vervreugd. Hij kwam voor zes weken crisi sopvang, maar kon gelijk blijven. „Aan passingsproblemen heeft hij nooit gehad. Tenminste, dat vermoeden we. Karei kan heel moeilijk zijn gevoelens uiten, hij heeft het niveau van een driejarig kind. Een half jaar na zijn verhuizing kreeg hij wel een hele erge epileptische aanval. Waarschijn lijk was dat zijn reactie op alle veranderin gen, maar zeker weten doen we het niet. Hij begrijpt nog steeds niet goed dat zijn moeder dood is. Hij vraagt nog elke zon dag als hij bij ons is: 'Waar is mamma nou?'." Crisisopvang Koens kent het thema en de teneur van het verhaal. Regelmatig komt het voor dat verstandelijk gehandicapten op latere leeftijd plotseling gedwongen uit huis moeten, wegens ziekte of overlijden van de ouder(s). Is de nood heel hoog, dan is er voor hen direct crisisopvang. Tot grote frustratie van ouders die hun kind zonder directe noodzaak opgeven voor plaatsing in een internaat of gezinsvervangend te huis. Zij moeten jaren wachten. Op de Centrale Wachtlijst Zwakzinnigen Zee land staan op dit moment alleen al 131 ur gente gevallen. De FVO-medewerkster geeft ouders niet voorniets het advies: „Zoek ver van te vo ren een goede plek voor je kind en bereid hem of haar zo goed mogelijk voor op een uithuisplaatsing. Je moet als ouder je kind zoveel mogelijk kansen geven zich zo normaal moeeliik te ontwikkelen. Daarbij hoort ook het losmaken van de ouders. Een gewoon kind gaat meestal rond z'n twintigste op kamers. Waarom zou je een verstandelijk gehandicapte anders be handelen? Er zijn een heleboel mogelijk heden om je zoon of dochter langzaam voor te bereiden op een uithuisplaatsing.- Vooral bij verstandelijk gehandicapten met een hoog niveau gaat dat vrij goed." Het echtpaar Kuijk uit Middelburg heeft zijn dochter Karien van jongsafaan opge voed tot een zo zelfstandig mogelijk be staan. „Sommige ouders hebben de nei ging om hun kind te verwennen als ze we ten dat het een handicap heeft. Ik hoorde een verhaal over een zoon die om negen uur de lichten uit doet in huis en tegen zijn vader en moeder zegt: 'Kom op, het is tijd om naar bed te gaan'. Die ouders doen dat nog ook. Zo gek zijn wij gelukkig nooit ge weest. We hebben Karien hetzelfde be handeld als haar jongere broer. Ze moest net zo goed karweitjes in huis doen en zichzelf weten te vermaken." Karien kwam in 1959 in Den Haag ter we reld. Ze werd direct na het doorknippen van de navelstreng bij de moeder wegge haald. „Alles in orde", riep de arts nog, maar Lous Kuijk (nu 63 jaar) vreesde het tegendeel. „Een dag na de bevalling kroop ik naar het voeteinde van mijn bed om in de wieg te kijken. Ik zag direct aan Ka- rien's gezichtje dat ze anders was. Ze had van die schuine oogjes en zo'n bol kop- pie." Haar vermoeden werd pas anderhalf jaar later bevestigd door de huisarts. Hij stelde de diagnose Down Syndroom, ofte wel: „Een dure naam voor wat in die tijd een mongooltje heette." Onbegrip Over Karien's verstandelijke handicap bestond ruim dertig jaar geleden nog veel onbegrip en onkunde. Tot die conclusie kwam het echtpaar Kuijk al vrij snel na Roel en Annie ten Hoopen in de nu onbewoonde kamer van hun zoon Pascal, die naar het gezinsvervangend tehuis in Vlissingen is verhuisd: De eerste weken wa ren een regelrechte ramp. Gemeenschappelijke woonruimte van het gezinsvervangend tehuis in de Nieuwstraat in Vlissingen: Leven zoals het leven is.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1993 | | pagina 21