Ik moet niet
alleen mooi
zingen, maar
ook lelijk
Springsteen
is getemd
Countertenor
Michael Chance
Willem Brons met Zeeuws
Orkest in concert Schumann
kunst cultuur VRIJDAG ie APRIL 1993 1 9
Michael Chance: je kan niet lukraak voor elke alt-partij een countertenor inzetten.
foto G PD
Achttien was hij toen hij voor het eerst de kapel van het King's
College betrad. Elf jaar later behoort hij tot de absolute toppers in
de wereld van de oude muziek. Michael Chance, countertenor en deze
weken Oberon in Benjamin Britten's opera 'A Midsummernight's
Dream'. Portet van een zanger die vooral menselijk wil zijn. „Ik kan me
goed voorstellen dat er mensen zijn die walgen als ze me horen zingen."
Het had iets van een reünie. Drie voor
malige zangers van het King's Col
lege Choir die elkaar na zoveel jaren in een
Nederlands operagezelschap tegen het lijf
lopen. Michael Chance, een van de drie en
zeker de bekendste, wil het geen toeval
noemen. „Je komt ze overal tegen. De mu
ziekwereld, en zeker die van de oude mu
ziek, is klein. Wat ons bindt, is een ge
meenschappelijk verleden. Hoe je er ook
uitgekomen bent: die jaren in dat koor
vergeet je nooit meer."
Hij is 38 nu, en heeft het boek van Cam
bridge al lang gesloten. Vijf jaar lang
woonde en studeerde hij er, net zoals
Christopher Gillett (Lysander) en Deme
trius (Gerald Finley), de andere Engelse
zangers in de Midsummernight's Dream.
„Het is iets onvermijdelijks. Praktisch al
le lijnen van de oude-muziekwereld in En
geland komen daar samen. In Cambridge
is het begonnen. Daar studeerden Hog-
wood, Norrington en Gardiner. Daar werd
al heel lang uitvoering van muziek gekop
peld aan historisch onderzoek. Het is de
verdienste van pioniers als David Munrow
geweest dat ze met de nieuwe inzichten
uit het universitaire milieu braken en de
straat op gingen."
Michael Chance, een van de grootste ta
lenten in de oude muziek, was achttien
toen hij in Cambridge kwam. Hij had op
school wat aan muziek gedaan, had toneel
gespeeld en wilde verder. „Ik deed exa
men en werd aangenomen. En daar kwam
je dan, in een wereld waarin alles vastlag,
die alle andere dingen in het leven overbo
dig maakte. Het systeem is vijfhonderd
jaar oud en heeft een grote kracht, maar er
waren momenten waarop ik het haatte.
Alles draaide om muziek. Watje ook deed,
steeds was er het besef: om tien over vier
moetje in de kapel zijn voor de evensong.
Te laat komen was uit den boze. Het heeft
zijn uitwerking ook niet gemist: ik kom
zelden te laat."
„Het is een perfecte muziekopleiding.
Omdat je elke dag op hoog niveau moet
presteren, leer je er in muzikaal opzicht
verschrikkelijk veel. Voor je stem is het al
lemaal veel minder goed. Je moet je aan
passen aan een heel beperkt, duidelijk ge
structureerd klankbeeld. Dat is niet goed
voor je stem. Ik heb me dan ook moeten
bevrijden, uitbreken uit dat benauwde
wereldje. Ik heb ook het geluk gehad dat
ik al achttien was toen ik er kwam. Maar al
die jongetjes die daar op hun negende ko
men, kan ik moeilijk benijden. Die leven
daar in die afgezonderde, beperkende we
reld, zitten vijfjaar in een droom, gaan op
toernee, maken cd's en krijgen vervolgens
als hun stem breekt te horen: that's it, je
kunt wel gaan. Heel veel mensen hebben
daardoor grote emotionele schade opgelo
pen."
Beschaafd
Zijn Engels is opmerkelijk beschaafd, z'n
kleding - spijkerjack en trui - net niet wat
je van hem zou verwachten. Michael
Chance oogt vermoeid. Gisteren stond hij
nog met de opera in Eindhoven. „Dat rei
zen is zwaar. Ook artistiek gezien. Iedere
keer een andere zaal, andere belichting,
andere akoestiek: het is een creatief avon
tuur." Het is voor hem de tweede keer dat
hij de Midsummernigh's Dream zingt.
Vier jaar geleden zong hij dezelfde pro-
duktie in het roemruchte Glyndebourne.
„Dat was heel anders, toen. In die voor
stelling lag het accent volledig op het
sprookjes-element van de opera. Het was
allemaal magie wat de klok sloeg. Brigitte
Fassbaender die nu de regie heeft gedaan,
denkt daar heel anders over. Zij wil niet
een bovenatuurlijke wereld, maar een we
reld van echte mensen van vlees en bloed,
die liefhebben en lijden. Oberon is voor
haar ook niet alleen maar een poëtische
figuur, maar ook een doodgewoon mense
lijk wezen dat buitengewoon aards is."
Britten's opera, gebaseerd op het gelijk
namige stuk van Shakespeare, is een
merkwaardig mengeling van verschillen
de werelden. Ook muzikaal kent de opera
verschillende stijlen, waarin de zoetge
vooisde klanken van Oberon het meest
opvallend zijn. „Het is niet toevallig dat
hij deze rol juist aan een countertenor toe
bedeelde. Britten is een sterk vocaal inge
stelde componist, die ook nauw samen
werkte met zangers, in het bijzonder na
tuurlijk zijn vriend Peter Pears. Hij had
zeer uitgesproken ideeën over de beteke
nis van stemmen. Een counter is bij hem
altijd een verwijzing naar een andere we
reld. Zo moest Alfred Delier, de eerste
Oberon, ook werkelijk zingen: als een niet-
menselijk, bijna goddelijk wezen, zoals
ook Apollo in Death in Venice, zijn laatste
opera, alleen maar door een counter ge
zongen kon worden."
Klankideaal
Met het etherische klankideaal, lange tijd
ook gemeengoed in de oude muziek, heeft
Michael Chance weinig affiniteit. „Ik vind
dat ook het moeilijke van die Oberon-rol.
Natuurlijk wordt hij in deze produktie
aardser gemaakt, maar het wordt toch
geen Gluck, waar echt wordt bemind en
gehaat. Ik voel ook duidelijk afstand ten
opzichte van de idealen van Britten. Ik
heb me daarvan losgemaakt. Ook in de
oude muziek werd en wordt de counter
vaak op deze steriele, beperkte manier ge
bruikt. Voor mijn gevoel vloekt dat met
het wezen van de muziek. Ik stel vast dat
er in de muziek geen dogma's zijn. Er is
een stroming in de oude muziek die wat
getto-achtige neigingen heeft. Zo van: als
je vibrato gebruikt, praten we niet meer
met je. Ik vind dat onvoorstelbaar. Mijn
idealen zijn anders, moeten ook anders
zijn. We praten niet over een historisch do
cument, maar over muziek. Dat moet le
ven, inspireren, stimuleren. Daarin moet
iets blijken van betrokkenheid, emotie.
Als uitvoerder is je rol creatief. Je voegt
iets toe aan wat de componist bedoeld
heeft. Natuurlijk probeer je hem te volgen,
maar je kunt jezelf niet wegcijferen. Je
komt uit een andere wereld, dat blijft Je
beperking."
„Het ideaal van de oude muziek is om
stem en instrumenten helemaal te laten
versmelten. Dat is een klankideaal dat
nog steeds ook voor mij een uitgangspunt
is. Maar tegelijk ben ik verder gegaan. In
opera kan dat ook niet anders. Daar moet
ik niet alleen maar een instrument zijn.
maar een persoon. Ik moet niet alleen
mooi zingen, maar ook lelijk. Te lang heeft
de counter-stem die eenzijdigheid gehad.
Ook een counter-register heeft kleuren,
kent emoties en nuances. Mijn ideaal is
om net zo menselijk te zijn als een tenor of
bariton. Niet meer. en niet minder."
Impulsen
Michael Chance zit nu elf jaar in het vak.
Na zijn studie was hij er een korte periode
uit, maar de impulsen van met name John
Eliot Gardiner brachten hem terug bij de
muziek. Sindsdien is er een indrukwek
kende reeks concerten en cd-opnamen
achter zijn naam gekomen, Met Gardiner,
maar ook met Frans Brüggen. Christop
her Hogwood, Ton Koopman en, recente
lijk. Neville Marriner, de jubileum-Mes-
siah in Dublin die live op televisie werd
uitgezonden.
„Ik denk dat het niet zoveel uitmaakt of je
op moderne of oude instrumenten speelt.
Authenciteit bestaat niet, dat heeft zelfs
Harnoncourt al vastgesteld. Ik vind het
onzin te streven naar het herscheppen van
de tweede of derde uitvoering van bijvoor
beeld een Messiah. Ware authenticiteit is
voor mij puur muzikaal: je bewust zijn van
wat muziek betekent en waar het over
gaat, denken vanuit de tekst, de woorden
die je zingt. Ik denk ook dat dat het sterke
punt is geweest van de oude muziek. Dat
het belang van de tekst nu op één lijn
wordt gesteld met dat van de klank. Datje
Bach niet kunt zingen zonder naar de
tekst te kijken, om de doodeenvoudige re
den dat die tekst voor hem zelf ook het we
zenlijke was. Dat is authenticiteit.
Overdreven
„De hele oude muziek is in feite een reac
tie. Een reactie tegen de Victoriaanse uit
voeringen, waarin Bach precies zo klinkt
als Brahms. Reactie ook tegen het Duitse
spook van de grote symfonieorkesten en
Von Karajan ervoor. Die reactie was heel
goed, maar had ook overdreven kanten.
Als ik kijk naar het Festival voor Oude
Muziek in Utrecht, dan zie ik hele vreemde
dingen. Het is een soort religie geworden.
Om je zo helemaal op te sluiten in de mu
ziek van vier eeuwen geleden, is naar mijn
idee niet gezond. Het is zelfs heel onge
zond.
„Ik kan me goed voorstellen dat mensen
moeite hebben met mijn stem. Ik kan me
indenken dat ze gillend weglopen. Het is
toch een geluid dat afwijkt van je spreken
de stem, en daar hebben sommigen
moeite mee. Ik kan alleen maar zeggen
dat ik probeer zo natuurlijk mogelijk te
zingen, zo dicht mogelijk bij mijn spreek
stem. al is dat in de hoogte natuurlijk on
mogelijk. Het is ook beslist niet datje voor
elke alt-partij zo maar lukraak een coun
ter in moet zetten. Dat gebeurt bij iemand
als Gardiner ook niet meer. Er zijn gewoon
aria's die door vrouwen gezongen moeten
worden. Aria's van Maria bijvoorbeeld, of
al die stukken uit de Weihnacht's waar
een vrouw haar kind zit te wiegen. Ook
daar werkt het niet dogmatisch, maar
pragmatisch. Je moet vanuit de muziek
en de tekst redeneren wat het beste is."
Michael Chance gaat staan, heft zijn han
den ten hemel. Hij heeft zojuist verzucht
dat hij eigenlijk alleen maar Bach zou wil
len zingen. „Bach is de ultieme compo
nist, daar is Britten een koorknaapje bij.
Zijn muziek heeft iets van een man die zijn
handen uitstrekt naar de hemel, Het ver
wijst naar hierboven, maar het is tegelijk
zo aards als een aardappelveld. In het
grensgebied tussen die uitersten wortelt
de grote muziek."
Herman Haverkate
Bruce Springsteen sloeg afge
lopen zomer op zijn beperk
te Europese toernee ons land
over. Zodoende kunnen zijn Ne
derlandse fans nog altijd het ver
trouwde imago koesteren: The
Boss als onbetwiste kampioen
van de Amerikaanse spierballen-
rock. Na zijn langverwachte be
zoek aan Ahoy' 19 en 20 april) zal
dat zo lang gecultiveerde beeld
echter ook in deze contreien tot
de verleden tijd behoren. Want,
de goede man uit New Jersey
houdt er als podiumattractie in
tussen hele andere opvattingen
op na.
Geheel onverwacht komt
Springsteen's ommezwaai zeker
niet. Zijn jongste albums Human
Touch en Lucky Town - een jaar
geleden gelijktijdig uitgebracht
- kenmerkten zich al door meer
ingetogenheid ofwel minder rock
'n roll. Het spreekt dan ook in
zijn voordeel dat hij het lef heeft
om thans, veel meer dan bij z'n
vorige concertbezoek (1988, de
Kuip), zoveel van z'n nieuwe ge
luid te presenteren. Maar of zijn
achterban er ook echt op zit te
wachten mag worden betwijfeld.
De matige verkopen van zijn
'dubbele boodschap' als veertig
plusser duidden al op een soort
afkeuring, de geringe wisselwer
king tussen artiest en publiek op
een van de eerste halteplaatsen
(Westfalenhalle, Dortmund)
spreekt nog meer boekdelen.
Terwijl de ruim 10.000 fans wel
degelijk zijn gekomen voor een
avondje dolle pret, houdt The
Boss het op een gecontroleerde
rondrit door zijn meest recente
repertoire: de adembenemende
achtbaan heeft plaats gemaakt
voor een vaak duffe draaimolen.
Rustig
Hier sta ik, ik kan niet anders, zo
was het bij Bruce Frederick
Springsteen (van 23 september
1949) altijd, zo is het nog steeds.
Dus is het eigenlijk best logisch
dat je van hem geen vlammende
hartekreten in de trant van 'We
gotta get out while we're young,
cause tramps like us we were
born to run' meer hoort. Want
een rusteloze asfaltstroper is hij
- halverwege de jaren zeventig
met veel bombarie uitgeroepen
tot zowel 'de nieuwe Dylan' als
The Future Of Rock 'n Roll - na
tuurlijk allang niet meer. Het
zelfde geldt voor zijn romanti
sche jagershart dat met de
komst van zijn tweede echtge
note Patti Scialfa plus twee kin
deren eveneens tot bedaren is ge
bracht. Vandaar bijvoorbeeld
het achterwege blijven van kwa-
jongenschatige macho-acts als
tijdens Dancing In The Dark en
het schrappen van brandende
liefdesverklaringen a la Rosalita.
De schaarse momenten van uit
bundigheid zijn thans opgehan
gen aan niet-hitsige stampers als
57 Channels (And Nothin' On) en
Bom In The USA. De tweede
Mrs. Springsteen - in Rotterdam
straks aanwezig, misschien zelfs
wel op het podium - kan tevre
den zijn: in tegenstelling tot haar
voorgangster Julianne Phillips is
ze er in geslaagd om 'het beest in
Bruce' te temmen.
Waterdragers
Gegeven het volle bewustzijn
van de overgang van onstuimig
naar beheerst en van vurig ver
langen naar meer berustend is
het niet zo verwonderlijk dat
Springsteen ook afstand heeft
gedaan van The E Street Band,
de hechte begeleidingsgroep met
wie hij ruim vijftien jaar heeft op
getrokken. Alleen toetsenist Roy
Bittan heeft zich kunnen hand
haven en dient dan ook als een
zeer welkom herkenningspunt.
Van de negen nieuwkomers
naast hem onderscheidt alleen
koorzanger Bobby King (bekend
van Ry Cooder) zich af en toe, on
der meer tijdens het als duet ge-
Bruce Springsteen op het podium ir. Zurich. foto EPA
presenteerde pauzenummer Roll
Of The Dice.
De overige waterdragers zijn niet
of nauwelijks in staat om hun
kopman meer te laten schitte
ren, deels door gebrek aan eigen
persoonlijkheid, deels door het
grotendeels ontbreken van een
onderlinge samenhang. De heim
wee naar met name 'Big Man'
Clarence Clemons, naar diens
krachttoeren op de sax (het in
strument is geheel uit de bezet
ting verdwenen) en diens ontwa
penende inbreng als 'reuze-joker'
groeit dan ook per minuut. Kort
om, The Boss heeft met zijn E
Street Band een flinke dosis toe
gevoegde waarde ingeleverd.
Bij deze veel vlakkere Springs
teen vraag je je af waarom hij nog
twee keer anderhalf uur van leer
trekt. Want als het volledig plat-
walsen van zijn gehoor toch niet
meer zijn voornaamste streven
is, als er aanzienlijk meer geluis
terd moet worden, waarom dan
niet gekozen voor een veel com
pacter aanbod? Wel zo boeiend.
Louis Du Moulin
Bruce Springsteen treedt maandag
19 en dinsdag 20 april op in Ahoy'Rot
terdam beide avonden uitverkocht).
In het spoor van het Zeeuws Or
kest komen aan het eind van de
ze maand twee markante musici
naar Zeeland. Tijdens de komende
voorjaarstoernee hernieuwt het or
kest de banden met de Duitse diri
gent Wolfgang Seeliger, onder
wiens leiding twee jaar geleden en
kele geïnspireerde uitvoeringen
van Bachs Matthaus Passion wer
den gegeven. Solist in het piano
concert van Robert Schumann is
de Nederlandse pianist Willem
Brons; hij was de afgelopen jaren
enkele keren in Middelburg tijdens
solo-recitals, maar het is lang gele
den dat hij in Zeeland in een piano
concert te horen was.
Er staan vier concerten gepro
grammeerd, alle boven de Wester-
schelde:
dinsdag 27 april in Zierikzee,
Nieuwe Kerk, 20 uur;
donderdag 29 april in de St. Ja-
cobskerk te Vlissingen, 20 uur;
zaterdag 1 mei in de Grote Kerk
van Goes, 20 uur;
zondagmiddag 2 mei in de Mid
delburgse Concertzaal, 14.30 uur.
Het grootste deel van het concert
is gewijd aan muziek uit de
Romantiek en komt van de tijdge
noten Schumann en Brahms (eer
ste symfonie). Schumanns piano
concert is een van de glansstukken
van het repertoire, een spranke
lend stuk muziek, waarin de vir
tuositeit ondergeschikt blijft aan
overwegend milde lyriek. Opval
lend is de eenheid die van de drie
delen uitgaat, hoewel het eerste
deel vier jaar voor de rest van het
in 1845 voltooide concert werd ge
schreven.
Solist Willem Brons is als docent
piano verbonden aan het Amster
damse Sweelinck-conservatorium
en gaf gastcolleges in verschillen
de landen. Hij maakt deel uit van
het Schumann Ensemble. Lange
tijd stond Brons te boek als een
vertolker van Beethovens piano
muziek, maar de laatste jaren legt
hij zich ook toe op andere compo
nisten als Schubert en Scarlatti en
haalt onbekende werken uit het re
pertoire naar voren.
Hoofdmoot voor het orkest is tij
dens de komende concertreeks de
Willem Brons speelt Robert Schumann. foto Nederlands Impresariaat
uitvoering van de eerste symfonie
van Johannes Brahms, welk werk
met het Schumann-concert een
lange ontstaansduur gemeen
heeft. Een laatbloeier was Brahms
in zijn symfonische werken. De eer
ste van zijn viertal voltooide hij
toen hij 43 jaar was. Hij had veel
zelfkritiek en bovendien ging hij
gebukt onder de verantwoordelijk
heid de symfonische traditie na
Beethoven voort te zetten. Zoals
Schumanns concert als lyriek te
kenschetsen is. zo kan 'epische
grandeur' gelden als karakteris
tiek van Brahms monumentale
eerste symfonie. Het concert wordt
geopend met een van Mozarts
grootste ouvertures, die tot Die
Zauberflöte.
Dirigent Wolfgang Seeliger en het
Zeeuws Orkest kennen elkaar zo
als gezegd sinds de passie-uitvoe
ringen in 1991. Seeliger dirigeert,
behalve orkestmuziek, ook ope
ra's. In Heidelberg-Mannheim
heeft hij een leeropdracht orkest
directie. Seeliger assisteerde in de
jaren tachtig onder meer dirigen
ten als Colin Davis en Leonard
Bernstein bij concerten en opna
men.
Kees Cijsouw