Harde boksmatch van
minnaar en minnares
Klucht op doek
Videobeelden voor toevallige passant
PZC
Nederlandse
beelden
in 25 musea
Fraaie
dubbelrollen
acteurs
Decadence
Draagbare memoires
van Henk Hofland
kunst cultuur
18
VRIJDAG 16 APRIL 1993 sbw
Een man, verarmde adel, is
getrouwd met een vrouw,
nouveau riche. Ziehier het
echtpaar dat ten grondslag ligt
aan DecadenceDit toneelstuk
van Steven Berkoff ging begin
deze maand bij Het Nationale
Toneel in het nieuwe Theater
aan het Spui in première. Gijs
Scholten van Aschat (Bekende
Nederlander sinds de tv-serie
'Pleidooi') en Jacqueline Blom
spelen het echtpaar. Maar
Berkoff voert de man en de
vrouw nooit samen ten tonele.
De echtelieden jagen in deze
wrang-amusante voorstelling
het genot na in gezelschap van
een minnaar, respectievelijk
minnares. Deze rollen worden
door dezelfde acteurs gespeeld.
De minnaar, een platte
Hagenees, geeft zich uit voor
privé-detective. Hij
bespionneert de echtgenoot
van zijn opdrachtgeefster, die
haar man - niet zonder reden -
van een avontuurtje verdenkt.
De erotiek is een heel mooi as
pect van deze voorstelling",
vindt Jacqueline Blom. „Het gaat
in het theater te weinig over ero
tiek, terwijl het toch een heel grote
drijfveer in het leven is. In dit stuk
is de erotiek mooi verwoord. De
spanning tussen die mensen is gro
tendeels erotisch". „Het gaat
steeds om een minnaar en een min
nares", vult Gijs Scholten van
Aschat aan. „Dat is allicht span
nender dan de huiselijke proble
men van een echtpaar.
Decadence is voor de toeschouwer
een lichte, maar voor de spelers
een zware voorstelling. „Het is een
moeilijk proces om een vorm te
vinden voor die erotische span
ning", vertelt Jacqueline Blom in
de kantine van de Koninklijke
Schouwburg. „Je wilt iets laten
zien, maar dan blijkt dat de sug
gestie van wat je wilt laten zien
veel beter werkt".
Gijs Schol ten van Aschat: „Voor
ons is Decadence tachtig bladzij
den tempo maken, anderhalf uur
Jacqueline Blom en Gijs Scholten van Aschat: „De erotiek is een heel mooi aspect van deze voorstelling". foto C
ononderbroken keihard werken.
Dat is te vergelijken met een boks
wedstrijd. Na afloop heb ik het ge
voel alsof ik 90 minuten eredivisie
heb gespeeld".
Verward
Niet regisseur Johan Doesburg,
die na Lunch en rieks' nu zijn der
de Berkoff aflevert, maar de au
teur zelf schrijft voor dat één ac
teur en één actrice de vier rollen
voor hun rekening nemen. „Als we
de andere personages spelen zet
ten we geen pruikje of brilletje op",
zegt J acqueline Blom. „We laten de
verschillen alleen maar zien in de
houding. Na een tijdje krijg je pas
in de gaten dat het verschillende
mensen zijn. Als je ernaar zit te kij
ken, denk ik dat het in je hoofd
gaat tollen. Het is de bedoeling dat
je een beetje verward raakt".
Gijs Scholten: „Het idee zou bij je
op kunnen komen dat het maar
één stel is. Dat ze twee types spé
len. Waardoor er een extra bodem
in komt".
Jacqueline Blom: „De associatie
met mensen die spelletjes spelen.
Spelletjes om de leegte te vullen".
Scholten: „Ze zijn op zoek naar het
genot, maar bereiken het niet echt.
Daar gaat het over. Het vullen van
de leegte. En daar zo ver in gaan,
dat de spelletjes wrang worden,
pijn gaan doen. Je krijgt de agres
sie en de onmacht van deze figuren
te zien. Ze willen iets, maai' weten
niet wat".
Verval
Het is een opmerkelijk feit uit de
kunstgeschiedenis dat elke eeuw
wordt afgesloten door een periode
van verval. Decadence geeft een
theatrale vorm aan het huidige 'fin
de siècle', het past volgens Jacque
line Blom precies in onze tijd. „Ik
heb een hekel aan wijsneuzerige
uitspraken en ik heb al helemaal
geen behoefte aan een maatschap
pij-kritisch verhaal. Maar een paar
dingen kunnen we wel vaststellen.
Normen en waarden zijn verdwe
nen en daar is niets voor in de
plaats gekomen. Er zijn geen ta
boes meer, maar er is ook geen
houvast. Dat is van deze tijd".
Gijs Scholten van Aschat: „De per
sonages van Decadence hebben op
hun manier erg veel plezier. Ze zijn
wanhopig, maar zelf zouden ze het
met die constatering absoluut niet
eens zijn. Ze vluchten in de fanta
sie, in het genot dat ze zichzelf pro
beren te verschaffen. Het zijn vier
zeer verschillende karakters en
dat botst nogal. De één vindt de
ander een klootzak en vice versa.
Maar wat ze gemeenschappelijk
hebben is toch dat ze wanhopig
zijn. Niet dat we wanhoop spelen,
juist niet. Deze mensen slaan in an
derhalf uur zoveel verschillende
richtingen uit, van enthousiasme
tot agressie, van blijdschap tot
woede, dat je als toeschouwer
maar één conclusie hebt: deze
mensen zijn wanhopig".
„En er volgt géén katharsis", zegt
Jacqueline Blom. „De Grote Waar-
Agressie
De 18e-eeuwse schilder Cornelis Troost
(1696-1750) had een bijzondere band
met het toneel. Zo was hij getrouwd met de
actrice Suzanna Maria van der Duyn,
ontwierp decors voor de Amsterdamse
Schouwburg en stond zelf enkele jaren op
de planken. Verder maakte hij er zijn
specialiteit van om grappige scènes uit
eigentijdse kluchten en blijspelen te
schilderen. Het Haagse Mauritshuis toont
dertig van dergelijke schilderijen en
(pastel)tekeningen op de tentoonstelling
'Cornelis Troost en het theater, tonelen van
de achttiende eeuw', die onlangs werd
geopend.
Cornelis Troost, De Ontdekking van Jan Claasz., een nageschilderde
scène uit het toneelstuk 'Jan Claasz, of de gewaande dienstmaagd.'
Cornelis Troost, afkomstig uit een artistie
ke familie, begon zijn carrière als acteur.
In die tijd een beroep met weinig aanzien, dat
maai' weinig brood op de plank bracht. De
meeste toneelspelers waren dan ook gedwon
gen om er nog een bijbaantje op na te houden,
zoals schoenpoetser of metselaar. Troost koos
ervoor om al schilderend wat extra inkomsten
voor hem en zijn vrouw - een beginnend actri
ce - bij elkaar te sprokkelen. En dat lukte hem
bijzonder goed.
Het grote talent van Troost werd al snel er
kend en in 1723 nam de kunstenaar definitief
afscheid van zijn acteerwerk. Vanaf dat mo
ment concentreerde hij zich volledig op zijn
schilderijen en het tekenen van pastels. Na de
eerste paai' jaar, waarin hij zich toelegde op
het portretschilderen, kwam zijn oude liefde
voor het theater toch weer naar boven.
Thema
Hij specialiseerde zich in het schilderen van
bepaalde scènes uit populaire toneelstukken,
vaak van opvoeringen waarin hij zelf ook ooit
had gespeeld. Troost kopieerde zelden de ge
speelde scène - ook al kende hij ze vaak uit het
hoofd -, vaker schilderde hij de situaties door
drenkt met zijn eigen verbeelding. Een terug
kerend thema in zijn oeuvre is de sullige, rijpe
echtgenoot die door zijn aantrekkelijke, jonge
vrouw wordt bedrogen.
Det genre is overigens niet bedacht door
Troost; de 17e-eeuwse meester Jan Steen had
hier al eerder mee geëxperimenteerd. Hieraan
had Troost zijn bijnaam 'de Jan Steen van de
pruikentijd' te danken. Toch heeft geen enke
le schilder voor of na Troost zoveel toneel
voorstellingen geschilderd.
Vanwege de kwetsbaarheid en lichtgevoelig
heid van de pastels zijn de meeste werken nog
niet eerder gezamelijk tentoongesteld. Spe
ciaal voor deze tentoonstelling zijn de teke
ningen uit het depot van het Mauritshuis ge
haald. De rest van de tentoongestelde schilde
rijen is afkomstig uit particuliere en openbare
Nederlandse collecties. De expositie in het
Mauritshuis loopt tot 27 juni.
Bernice Breure
Een wereldprimeur op het elfde
World Wide Video Festival:
voor het eerst in de geschiedenis
van de videokunst zal er gebruik
worden gemaakt van een zoge
noemd 'priva-lite vertoningsven
ster'. Door het afspelen van de vi
deo's op deze speciale ramen, ge
maakt van een nieuw soort glas,
kunnen ook toevallige voorbijgan
gers vanaf de straat de beelden be
wonderen.
„Hierdoor ontstaat een soort
kunstmarkt", vertelt Tom van
Vliet, directeur van het festival
vanaf 19 tot en met 25 april in Den
Haag wordt gehouden.
Tom van Vliet, directeur van het
elfde World Wie Video Festival liep
al jaren rond met het idee om de
'priva lite'-ramen te gebruiken
voor kunstdoeleinden. Het nieuwe
venster is geplaatst in het nieuwe
onderkomen van het wereldwijde
evenement aan het Spui.
Het systeem oogt simpel. Met een
druk op de knop komen de ramen
onder stroom te staan en worden
dan ogenblikkelijk van een diffuse
(troebele) stand naar een transpa
rante gebracht. Deze laatste posi
tie brengt een hoop licht in de ver
toningsruimte en als de ruiten dif
fuus zijn kunnen ze worden ge
bruikt als een enorm beeldscherm
waar de video's op worden afge
speeld. „Het heeft eigenlijk hetzelf
de effect als rijstpapier datje voor
de ramen hangt", aldus Van Vliet.
Voorlopig zullen er alleen geluid
loze produkties op deze ruiten wor
den vertoond, al verwacht Van
Vliet dat er later ook video's met
muziek en andere geluiden zullen
worden vertoond. „Als dat een
maal gaat gebeuren, dan moet het
ook goed hard. Dat is lekker span
nend", vindt hij.
Zoals vanouds selecteerde Van
Vliet over de hele wereld video's
die volgens zijn maatstaven ge
noeg kwaliteit en originaliteit be
vatten om een plaatsje in het volle
programma van het festival te ver
overen. Het werden uiteindelijk 82
stuks. Ze komen, zoals de naam
van het festival ook vereist, uit alle
delen van de wereld. Tevreden
constateerde Van Vliet bovendien
dat de produkties niet louter uit
westerse landen als de Verenigde
Staten, Canada en Frankrijk ko
men, maar dat de videokunst ook
is doorgedrongen tot landen in
Oost-Europa en Zuid-Amerika.
Nieuwkomers
Op het festival is nieuw werk te
zien van bekende namen als Ro
bert Cahen, Tony Oursler en Sluik
/Kurpershoek, maar ook talentvol
le nieuwkomers kunnen hun pro
dukties presenteren. Een indruk
wekkende produktie komt van
hand van de Amerikaanse Pia
Massie. In haar poëtische video No
Words Will Ever Do probeert ze de
finitief afscheid van te nemen van
haar moeder, die overleed toen de
kleine Pia vier jaar oud was. De vi-
heid wordt in deze voorstelling
niet gezegd. Het houdt niet op".
Gijs Scholten: „Aan het slot denk
je: ze gaan hierna gewoon weer ver
der. Hooguit zijn ze een beetje moe.
Moe, maar zeker niet voldaan".
Typerend voor Berkoff is de agres
sie die de personages in elkaar op
wekken. „Dat ontstaat door de
snel wisselende stemmingen", al
dus Gijs Scholten. „Van 'wat ben je
toch aardig' in één beweging naar
'klootzak!'. Deze mensen zijn on
betrouwbaar, ze houden elkaar
voortdurend in de gaten. Wat voor
een spel zal hij nu weer gaan spe
len?"
Berkoff maakt zijn personages 'lar
ger than life', maar toch herkent
Scholten van Aschat iets. „Ik kom
wel eens iemand tegen van wie ik
denk: jou kan ik voor die rol wel ge
bruiken".
Dirk Willem Rosie
deo is doorspekt met oude jeugdfo
to's van moeder en dochter samen,
gemaakt door Pia's vader die ooit
een bekende fotograaf was.
Naast de vertoning van deze pro
dukties bestaat het programma
onder meer uit zes multi-media in
stallaties (video's die met gebruik
van hun omgeving worden ver
toond), een videomarkt en een dag
waar werk van academie-studen
ten worden vertoond. Ook zullen
enkele tientallen videokunste
naars tijdens het festival aanwezig-
zijn.
Het elfde World Wide Video Festi
val vindt plaats van 19 tot en met
25 april.
Bernice Breure
Vijfentwintig' Nederlandse musea
presenteren volgend jaar
beeldententoonstellingen als onderdeel
van de manifestatie 'Beelden in
Nederland'. Met de reeks exposities, die
in januari officieel wordt geopend met
een tentoonstelling in het Rotterdamse
Museum Boymans van Beuningen, wil
de organiserende stichting Beelden in
Nederland de aandacht van het publiek
voor de Nederlandse beeldhouwkunst
vergroten. Dit zei bestuursvoorzitter R.
Vos, directeur van het Fries Museum,
deze week bij de presentatie van de
plannen.
De nieuwe stichting, die sinds
1990 met de Rijksdienst Beel
dende Kunst werkt aan de voorbe
reiding van het 'beeldenjaar', heeft
inmiddels een startsubsidie van 3
ton van het ministerie van WVC
gekregen. Ook voor de uitvoering
van het project kan de stichting re
kenen op gelden van de rijksover
heid. Een deel daarvan gaat naai
de deelnemende musea en instel
lingen, die zelf de beeldententoon
stellingen samenstellen en daar
voor ook verantwoordelijk zijn.
In de Nieuwe Kerk in Amsterdam
wordt in de zomer van 1994 een ex
positie gehouden waarin een over
zicht van alle andere tentoonstel
lingen in het land wordt gegeven.
Op de lijst van deelnemers staan
naast de al genoemde musea onder
meer Het Scheepvaartmuseum in
Amsterdam, de Grote Kerk in Den
Haag, het Noordbrabants Museum
in Den Bosch, het Frans Halsmu
seum in Haarlem, het Kröller-Mül-
ler Museum op de Hoge Veluwe,
het Drents Museum in Assen, het
Catharijneconvent in Utrecht, het
Fries Museum in Leeuwarden en
het Gemeentemuseum Arnhem.
'Beelden in Nederland' wil met de
tentoonstellingen een overzicht
geven van de beeldhouwkunst in
Nederland van de vroege midde
leeuwen tot vandaag, met hier en
daar een uitstapje naar de buiten
landse sculptuur. In tegenstelling
tot de Nederlandse schilderkunst
en de grafische kunsten is de sculp
tuur in exposities en publicaties
nog sterk onderbelicht, zo stelt de
stichting vast. „Het is ons pijnlijk
duidelijk geworden dat er in Ne
derland weinig idee bestaat van de
Nederlandse beeldhouwkunst",
zei R. de Haas, directeur van de
Rijksdienst Beeldende Kunst en
secretaris van de beeldenstich
ting, bij de presentatie.
De deelnemende musea presente
ren die beeldhouwkunst waarin ze
gespecialiseerd zijn of waarmee ze
een binding hebben. Zo is in het
Nederlands Architectuurinstituut
in Rotterdam een expositie over
'Beeldhouwkunst in de Bouw 1950-
1940' te zien, in het Fries Museum
'Zerken in Friesland', in het Catha
rijneconvent middeleeuwse beel
den van voor de Reformatie, en in
het Scheepvaartmuseum staan
onder meer boegbeelden.
Niet alleen de meer dan 25 exposi
ties zullen het resultaat zijn van
'Beelden in Nederland'. Er ver
schijnen diverse catalogi, het
Kunsthistorisch Jaarboek wordt
in 1994 aan beeldhouwkunst in Ne
derland gewijd en er komt een
beeldengids voor Nederland. In de
gids worden 600 beelden die in de
openbare ruimte staan beschre
ven. Bovendien staat de open Mo
numentendag van komend jaar in
het teken van 'Beelden in Neder
land'.
Henk Meutgeert
Niemand is ooit met een zo
ontzagwekkende aanloop in een
leeg zwembad gedoken. Deze
kernachtige samenvatting van
opkomst en ondergang van Adolf
Hitler is afkomstig van de journalist
H.J.A. (Henk) Hofland (1927) en is te
vinden in een nieuwe bundeling van
een aantal van zijn stukken van de
afgelopen dertig jaar uit NRC
Handelsblad en zijn boek Tegels
Lichten.
Het is een compliment voor
Hoflands taalgebruik en
schrijfstijl dat de stukjes absoluut
niet gedateerd aandoen. Zijn her
inneringen aan de oorlog, het bom
bardement van Rotterdam, zijn
eerste ervaringen in de journalis
tiek tot en met zijn conflict als
hoofdredacteur van het Algemeen
Handelsblad, waardoor hij van de
ene dag op de andere gepromo
veerd werd tot televisiecriticus -
het leest nog steeds smakelijk weg,
evenals zijn verhandeling over de
voor- en voornamelijk nadelen van
alcohol en tabak voor menselijk li
chaam en geest.
Voor het eerst zijn de stukjes ge
bundeld die onder het kopje Me
moires van een journalist de jaren
bij het Algemeen Handelsblad be
schrijven en zijn overpeinzingen
over 'Onze eigen grootste oorlog',
de strijd met de Indonesische re
publiek, die hij omschrijft als „Hoe
de bewindvoerders in die tijd zich
op kosten van de lichtingen 1945
tot 1949 in de buitenlandse poli
tiek hebben geoefend.
Uitgever Prometheus heeft de
bundel uitgegeven in de reeks 'de
draagbare...', waarin (citaat uit het
begeleidende persbericht) „de le
zer aan de hand van zorgvuldig ge
kozen teksten een beeld wordt ge
geven van theorieën en opvattin
gen van beroemde filosofen, schrij
vers en wetenschappers." De
draagbare Hofla?id is het zesde
deel van de serie, waarin Hofland
werd voorgegaan door Ter Braak,
Erasmus, Freud, Nietzsche en Spi
noza.
Het is natuurlijk waanzin Hofland
in deze categorie te schuiven, al
poogt de schrijver van het voor
woord, Abram de Swaan, Hoflands
stukjesschrijverij tot ijle hoogten
op te stuwen. „Het journalistieke
werk van Hofland heeft de horden
loop met de dagelijkse deadline al
lang geleden afgelegd, het heeft in
een eerdere bundeling al een ere-
ronde gemaakt en wordt nu bijge
zet tussen de onsterfelijken in zak
formaat. Dat Hofland de krant van
gisteren is ontstegen, komt door
dat hij in het niemandsland tussen
journalistiek, sociale wetenschap
en literatuur tegen de verdringing
in wakker probeert te blijven."
Vooral die laatste zin heeft een
hoog Watte?-gehalte, temeer daar
Hofland zelf geen last heeft van dit
soort pretenties. „Ik sta aan het
hoofd van een tamelijk rafelig, cha
otisch oeuvre. Ik heb een spoor van
stukjes nagelaten waarvan een
aantal er best mag wezen," zei hij
in 1985 in een interview. En over de
scheidslijn tussen journalistiek en
literatuur: „Je kunt beter goede
journalisten lezen dan flutschrij
vers." En zo is het precies.
James McGonigal
De draagbare Hofland. Samengesteld
door Paul Schejfer. Uitgeverij Prome
theus. Prijs f39,90.
H.J.A. Hofland.
foto ANP