Picknicken in de regen langs de kust van Dhofar De herleving van het rijwiel De zandbak van Oman Zakroute zo snel als wind mee 1 Niets went vrÜe tijd :3W WÊKÊD ZATERDAG 3 APRIL 1993 J J Geen groter vakantiegenoegen in de bloedhitte van de hoogzomer j in het Midden-Oosten dan picknicken i in de regen. Dat kan alleen langs de i kust van Dhofar, in het uiterste zuiden van het sultanaat Oman. Wanneer overal elders in de zandbak van het Arabisch schiereiland de temperatuur kan oplopen tot boven se! de 50 graden Celsius, trekken rijke families uit de omringende oliestaten in de woestijn naar deze groene oase in de streek rondom de stad Salalah aan de Indische oceaan. Daar heerst dan een zeldzaam mild klimaat en zorgen zachte moessonregens en mist voor verkoeling. Salalah is de tweede stad van Oman. Ze ligt in een provincie die dik twintig jaar geleden nog volledig van de buiten wereld was afgesloten. In de grijze oud heid en de middeleeuwen werd van hieruit via de havens aan open zee een levendige handel gedreven op het Verre Oosten en op Afrika. Maar van de herinnering aan vergane welvaart kn ze daar in het ver armde Dhofar niet leven. De onvrede on der de bevolking nam zienderogen toe en een marxistische afscheidingsbeweging kreeg er steeds meer aanhang. Toen de huidige sultan Qaboos bin Said begin ja ren '70 met inzet van militairen een eind maakte aan een felle opstand in het zuiden van het land, op de grens met Je men, besloot hij tegelijk de levensstan daard van de bevolking omhoog te bren gen. Om te beginnen werd Dhofar opengelegd. Een asfaltweg van meer dan duizend kilo meter verbindt de hoofdstad van het sultanaat, Muscat, nu met Salalah. Op de moderne luchthaven landen grote passa gierstoestellen uit verschillende windstre ken. Het gebied is in hoog tempo voorzien van een gestroomlijnde infrastructuur. De bedoeïenen trokken zich gaandeweg met ezel en kameel terug in de bergen en de woestijndorpen. In de 's zomers vrucht bare vlakte aan de kust kwam lichte in dustrie, werden plantages voor de pro- duktie van een rijke variatie aan tuin- bouwgewassen en tropisch fruit (cocosno- ten, mango's, papaya's, bananen en nog veel meer) aangelegd. Handige veehou Van woon-werkfiets tot randonneur, van monumentenroute tot Zeeuwse bergetappes. In de komende maan den verkent de PZC met een wekelijkse ru briek de wereld van de fiets. In deze eerste af levering rijden we door de Zak van Zuid- Beveland. ders importeerden Friese koeien. De sul tan bouwde er zijn zomerpaleis. En voor het toerisme heeft Salalah een zwoele zee en schone stranden te bieden. Compleet met een achterland vol schitterende na tuur, een aantrekkelijke inheemse cul tuur en veel interessante overblijfselen uit een bewogen historie. Ze doen het kalmpjes aan met het toeris me, daar in Salalah. De ontwikkeling er van staat nog in de kinderschoenen. „We zijn pas in 1987 echt begonnen", vertelt Glenn A. Bouché, vertegenwoordiger van de stedelijke WV en tegelijk manager van het enige grote hotel aan het strand, Holi day Inn. Tijdens de Ramadan-maand, wanneer sa menleving van dit islamitische land in een lagere versnelling staat, is het stil aan het zwembad. Een groep reislustige oudere Zwitsers en wat zakenlui. Bouché: „We hebben hier nu twee seizoenen. Rond Kerstmis en de eerste maanden van het jaar komen de Europeanen en de Japan ners, die de winter in hun eigen land ver ruilen voor warme tropennachten en zon overgoten dagen. En in het moessonsei zoen komen de gasten uit de Golfstaten, die de hitte in hun gebied ontvluchten." Salalah verwacht een voorzichtige toe name van het toeristisch bezoek, zodra de grens met Jemen, een paar honderd kilo meter naar het westen, opengaat. Kwaliteit Oman wil eigenlijk alleen kwaliteits-toe- risme. Geen massale aanvoer van Euro peanen per chartervliegtuig. Geen horden blote buiken op straat en zwermen bad gasten achter kratten bier op het strand. De attracties van het land worden gere serveerd voor het 'betere publiek' en groepsgewijs via touroperators verkocht. Zo kan het sultanaat stirring geven aan het toerisme en voorkomen dat 'zomaar van alles binnenkomt'. Topambtenaar H. E. Hamad al Rashdi van het ministerie van informatie motiveert deze politiek: „Wij staan open voor iedereen, doen niet aan isolationisme. Maar we willen wel on ze leefgewoonten, onze godsdienst, onze cultuur en onze tradities zoveel mogelijk beschermen." Het sultanaat houdt zich bovendien aan een zorgvuldige planning: de ontwikkeling van het toerisme moet min of meer gelijk opgaan met het tempo waarin de regering erin slaagt het cultuur bezit en het historisch erfgoed van het land voor de toekomst veilig te stellen. „Van nature zijn Omani's erg geïnteres seerd in die dingen", zegt Malallah bin Ali Habib. Hij is adviseur van het ministerie van cultuur en legt graag uit dat Oman bezig is een moderne samenleving op te bouwen zonder de band met het verleden door te snijden. „We hebben onze handen vol aan de restauratie van historische moumenten, zoals onze forten. Daar heb ben we vijjarenplannen voor. De hoofd stad Muscat telt inmiddels drie musea; het vierde is onlangs in Fort Sohar ge opend. Onze van oorsprong plattelands bevolking heeft altijd midden tussen de erfstukken van de historie geleefd. En ze wil daar de waardevolle elementen van bewaren en koesteren. We hebben projec ten opgezet om oude ambachten in ere te houden. Op de scholen en in de media wordt systematisch gewerkt aan een be wustwording bij de burgerij van de waar de van alles wat ons uit de historie is nage laten. Een archeoloog die hier op onze uit nodiging kwam werken heeft Oman eens getypeerd als één groot open museum. En hij had gelijk". Blik naar zee Habib trekt die lijn door naar het toeris me, waarop Oman zich richt. „Wij willen dat mensen die hier komen Oman niet al leen zien als een land dat rijk is geworden door olie en nu mooie huizen heeft ge bouwd. Het is belangrijk dat toeristen ook de achtergrond van onze beschaving her kennen. Nog maai- al te vaak denken men sen in Europa dat Arabieren nomaden zijn, volken die op kamelen door de woes tijn rijden". Het sultanaat Oman is achtmaal zo groot als Nederland, bestaat voor een belang rijk deel uit woestijnen, die naar het oos ten overgaan in het Hajr-gebergte met een top van 3000 meter. De meeste inwoners leven in de Batinah, de met dadelpalmen bezaaide kustvlakte. Met hun rug naar de bergen en hun blik naar zee hebben de Omani's een lange maritieme traditie op gebouwd. Veel herinnert nog aan dat ver leden. Vooral de combinatie van een zeer moderne, op olierijkdom gebaseerde sa menleving en de hang naai' de oude cul tuur en tradities geeft het sultanaat iets speciaals. Nog geen twintig jaar geleden telde Oman één simpel hotel aan de haven bij Mut- trah. Bezoekers van het land kunnen nu terecht in een keur aan comfortabele on derkomens, als uitgangspunt voor een ontdekkingstocht langs de natuurlijke rijkdommen en het historische erfgoed, die dit tolerante islamitische land met zijn vriendelijke bevolking aan de buitenwe reld wil laten zien. Zonder zelf onder een toeristische invasie te bezwijken. Kees van der Maas. Het is koud deze eerste ochtend van de zomertijd. Een vliesje ijs ligt in de sloten. Wie dacht ook weer dat hij geen handschoenen nodig had? In de dorpen blijkt dat vrijwel niemand voor het naar bed gaan de klok een uur vooruit heeft gezet. De Zak ontwaakt nog vol gens de wintertijd. Aan de routebeschrijving van de ANWB mankeert niets. Zelfs de nummers van de wegwijzers zijn vermeld. Zo'n gedetailleerde op somming dwingt de fietser voort durend af te stappen. Dat is geen bezwaar, want er valt genoeg te zien. Het is alleen jammer dat de route op die manier geen zwerf tocht door de Zak van Zuid-Beve land wordt. Met de kerktorens als baken is de tocht ook goed te rij den. Eerste deel Tussen Heinkenszand en Nisse ligt het eerste deel van de route, het Schouwersweel, beschut achter de boog van de dijk. Twee waterhoenders scharrelen in iets dat een nest zou kunnen wor den. Een bergeend kijkt geïnteres seerd toe. De boomgaarden en het heggenge- bied bij Nisse zijn nog kaal. De len te talmt. Er is alleen een waas van zwellen de knoppen. Museumspoorlijn Bij het oprijden van het Dorps plein in Nisse, bronst de kerkklok. Mooi getimed. De dijk bij de voormalige veerha ven van Hoedekenskerke biedt een majestueuze blik over de Wes- terschelde. Onderaan de dijk is de bouw van het nieuwe station aan de museumspoorlijn Goes-Borsele in volle gang. Dat gaat best wat worden. En dan, eindelijk de wind in de rug. Baarland, Oudelande en Ovezan- de passeren in een zucht. De zadel pijn die begint te zeuren, is verge ten. Niets went zo snel op de fiets als wind mee. De fiets is terug. Het vehikel van de naoorlogse wederop bouw leek te hebben afgedaan toen iedere arbeider zich eerst een brommer en daarna zelfs een auto kon veroorloven. Wie zag je nou nog op de fiets? Alleen toch maar scholieren, moeders met voor- èn achterop een kind en werknemers die te ver van hun baas af woon den om te lopen en te dicht bij om de auto te nemen. En natuurlijk de gedrevenen, de Echte Fietsers, die zich (weer of geen weer) het schompes trapten, terwijl de rest van Nederland hen vanuit de com fortabele auto uitlachte. Sinds de tweede helft van de jaren 80 zit de fiets weer volop in de be langstelling. Fietsen is sportief, milieubewust en trendy. De fiets- fabrikanten variëren volop op het thema, dat overigens nog steeds uit twee wielen, een frame, een stuur en een zadel bestaat. Er is een industrie naast ontstaan, die het fietsen aangenamer maakt met modieuze fietskleding, gelik te onderdelen en hebbedingetjes als fietscomputers, thermosdrink- flessen en vliegjes werende zonne brillen. Alleen tegen zadelpijn. lekke banden en fietsendiefstal zijn nog geen afdoende oplossin gen gevonden. Douche Fietsen is weer geaccepteerd en wordt ook gestimuleerd. De spor tieve fietser die zich in een strakke fietsbroek steekt, wordt niet meer schaterend door zijn buren nage wuifd. Menig auto-toerist die er met veel moeite net weer in is ge slaagd de hele vakantiebagage in de wagen te proppen, kijkt met enige afgunst naar fietsende vakantiegangers die hun hele heb ben en houden in een paar fiets tassen kwijt konden. Steeds meer bedrijven zorgen voor douche- en kleedruimten, zodat de woon- werk fietsers onder hun personeel okselfris aan de slag kunnen. Een mooi voorbeeld van zo'n voorzie ning voor woon-werk verkeer op twee wielen is het 20 kilometer lange fietspad aan de rand van het haven- en industriegebied Vlissin- gen-Oost, dat vandaag officieel in gebruik wordt gesteld. Ook in Zeeland Vakantieland neemt het gebruik van de fiets toe. Was tien jaar geleden de surfplank op het autodak een indicatie of de inzittenden van het voertuig met een recreatief doel naar Zeeland kwamen, tegenwoordig is dat de fiets. Daarbij doet zich een opmer kelijk onderscheid voor tussen Nederlanders en Duitsers. De eer sten geven de voorkeur aan een fietsenrek achterop de auto. Ver reweg de meeste Duitsers hebben een fietsimperiaal bóvenop. De groeiende belangstelling voor het recreatieve fietsen heeft geleid tot de aanleg van fietspaden, die bij voorbeeld een rondje Veerse Meer mogelijk maken. Fietsverhuur- ders doen de laatste jaren goede zaken en beschrijvingen van fiets routes vinden gretig aftrek bij WV's en ANWB. Toch is Zeeland volgens directeur R. H. ter Heide van de Provinciale WV niet op weg Drenthe naar de kroon te steken als fietsprovincie bij uitstek. Het noordelijke gewest heeft zich al veel eerder, toen fiet sen nog als kneuterig werd be schouwd, op het fietstoerisme toe gelegd. Een ongeveer 500 kilome ter lang net van vrijliggende brede fietspaden is daarvan het resul i ne Zakr°ute heet 'ie in het pj ■L'fietstrajectenboekje van de ANWB, 28 kilometer lang. Een feitelijk juiste j naam, want de route voert door de Zak P van Zuid-Beveland, maar niet echt uitnodigend. Waarom hebben ze er niet de Rit van de Blinkende Welen van gemaakt of - dat geldt dan weliswaar alleen in mei - de Tocht van het Juichend Fluitekruid? taat. Ter Heide: „Daarmee heeft Drenthe een beslissende voor sprong genomen." De fietspaden zijn het zwakke punt van Zeeland als fietsgebied. „Het belangrijkste knelpunt is de capaciteit", stelt de VW-direc- teur vast. „Op een mooie zomer dag is het ondoenlijk een rondje langs de Walcherse kust te fietsen. Rustige fietsers rijden op hetzelf de - vaak smalle - fietspad als snel lere trimfietsers, die bovendien vaak geen bel hebben. En al die fietsen moeten de wandelaars zien te omzeilen, die ook van het fiets pad gebruik maken. Nee, daar is weinig lol aan." De aantrekkingskracht van Zee land als toeristisch fietsland zit 'm naar de mening van Ter Heide in de raakvlakken tussen water en land. Je hoeft nergens lang te fiet sen om de zee of de Scheldes te zien. Een sterk punt dat Zeeland zou moeten uitbuiten door de ex ploitatie van meer fietsveren te bevorderen. Blijft natuurlijk één nadeel van fietsen in Zeeland: de wind. Die waait nu eenmaal altijd tegen. Ben Jansen foto's Kees van der Maas De wadi van Altowarah: het hele jaar water voor tuinen en plantages. De zilvermarkt van Nizwa, het aanbod hangt aan stokken. Heinkenszand Nisse^, Hoedekenskerke^ 5udelande idskerke 's-Gravenpolder s-Heerenhoek Kwadendamme

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1993 | | pagina 31