Van co ver girl
tot junky-heks
Ambon
Misschien toch één keer terug naar
PZC
Artistieke nalatenschap van een model
Leven en leugens van Nico
reportage
27
Joop Manusama
j zint op zijn
laatste daad
ZATERDAG 3 APRIL 1993
Nico's artistieke nalatenschap omvat
zeventien rollen in films, zes solo-el
pees, en tien goeddeels onofficiële platen
met live-optredens. Haar muzikaal re
pertoire telt zestig 'chansons', waarvan
de helft van eigen hand. Eind jaren vijf
tig, toen Nico als veelgevraagd fotomo
del poseerde voor modebladen als Vogue
en Harper's Bazar, debuteerde ze - 21
jaar oud - als filmactrice in Fellini's La
Dolce Vita. Ze acteerde daarna vrijwel
alleen in onafhankelijke cultfilms. Daar
van kwamen er acht uit de Factory van
Warhol/Morrissey. De andere films zijn
op enkele uitzonderingen na van de ci
neast Philippe Garrel.
Nico debuteerde in 1966 als chanteuse bij
een rockgroep: The Velvet Underground,
die destijds speelde in de art-show Ex
ploding Plastic Inevitable. Uit die pe
riode dateert de elpee: The Velvet Under
ground Nico, die pas veel later in brede
kring herkend werd als een van de krach
tigste levenstekens, zo niet het krachtig
ste die de moderne popmuziek - naar de
tijd bezien - heeft voortgebracht.
Nico's aandeel in de Velvet Under
ground, waarvan Lou Reed en John Cale
de gangmakers waren, bleef beperkt tot
drie songs, omdat de groep, en met name
Lou Reed, het niet kon verdragen dat
haar 'personality' alle aandacht naar
zich trok. Nico kwam via intieme, maar
kortstondige relaties met Bob Dylan,
Brian Jones en Jim Morrisson in de mu
ziek terecht. Dichter Leonard Cohen liet
zich door Nico's solo-optredens inspire
ren zelf ook te gaan zingen.
Nico zwierf drie decennia lang, met een
klein aftands harmonium, langs kathe
dralen, concertzalen, kroegen en jeugd
honken, waarin ze laag en leeftijdloos
over dode rebellen en verlaten oorden
zong. Een solo-optreden van Nico, als al
tijd afwezig langs het publiek starend,
was een aangrijpende, welhaast reli
gieuze gebeurtenis. Althans voor dege
nen die zich lieten meeslepen door de kil
le romantiek van dwingende nostalgie
en naar de keel grijpende verlatenheid.
De legendarische popgroep The Velvet
Underground is weer even bij elkaar en
speelt woensdag 9 juni in Ahoy' in Rotter
dam.
men aannam. In plaats van de traditio
nele zerk verscheen op dat graf een markt
kraam vol schone ideologische gekleurde
schijn. Tegen de tijd dat Christa rijp was
voor de middelbare school was de ene
helft van Berlijn herschapen in één grote
winkeletalage waarin het westers kapita
lisme de materiële verworvenheden had
uitgestald. De andere helft van de stad
kon alleen de communistische neus tegen
de winkelruit drukken.
Die ongerijmdheid, maakt Witts aanne
melijk, heeft Nico's leven beslissend beïn
vloed. Ze zou er blijvend afstand van ne
men. „Jammer genoeg", zei Nico ooit,
„hebben ze Berlijn herbouwd. Het zou één
groot Museum moeten zijn. Het Nationaal
Museum van de Vernietiging." Nico ac
cepteerde al evenmin dat ze - oktober
1938 in Keulen - als 'perfecte nazi-baby'
werd geboren, zoals ze ook ieder ander
pijnlijk moment in haar leven probeerde
te vergeten. Ze vluchtte ervoor weg in ver
zinsels.
Het kwam nooit in Nico op dat haar weg
kwijnende moeder op Ibiza hulp nodig
had. Na de dood van haar moeder, in de
loop van de jaren zeventig, ging het met
Nico snel bergafwaarts. Vanaf dat mo
ment doolde ze pas echt als een ontheem
de rond. Witts: „Als een kind dat haar
moeder kwijt is." Nico zelf formuleerde
haar gevoel van ontheemding vaak an
ders: „Ik kan geen toneel spelen, want ik
speel al iemand anders." Witts wil niet zo
ver gaan haar een oorlogstrauma toe te
dichten, maar hij herkent wel veel wat
daar op wijst: flashbacks, vergeetachtig
heid, afzondering, morbiditeit, lusteloos
heid, vervreemding, onvoorspelbaar ge
drag... Aan de andere kant portretteert hij
Nico als een vrouw, die, nog voordat de fe
ministische golf aanspoelde, vocht voor
haar zelfstandigheid als componiste van
recalcitrante songs.
Vijanden
Nico beschouwde de muzikanten, dich
ters en cineasten die tegen de nieuwe tijd
rebelleerden, als haar 'familieleden'. Ter
roristen als Andreas Baader hoorden daar
ook bij. Eerder dan drop-outs. En van
'playboys' als Helmut Schmidt moest ze
al helemaal niets hebben. Oppervlakkig
heden, onwaarachtigheden en schone
schijn. Dat waren haar vijanden. Zolang
het niet om alcohol of drugs ging. Die
vluchtwegen wilde ze open houden. Dat
hield haar, vondt ze, 'gezond'. „Tegen
woordig", zei Nico ooit, „kan niets wat tot
de verbeelding spreekt meer zuiver zijn."
Uitgever Virgin Books prijst Witts boek
aan als de definitieve Nico-biografie. Maar
het is niet waarschijnlijk dat daarmee het
laatste woord is geschreven. Sleutelfigu
ren in Nico's leven als Alain Delon, Lou
Reed en Philippe Garrel weigerden Witts
te woord te staan. Wat de laatste twee be
treft. die hebben hun zegje al vaak genoeg
gedaan, Garrel in zijn films. Reed in zijn
songs, in het bijzonder op zijn elpee Ber
lin. Garrels postuum eerbetoon aan Nico
heet J'entends plus la guitarre, een twee
jaar oude film waarin de Nederlandse ac
trice Johanna ter Steege - zonder dat ze
zich daar aanvankelijk van bewust was -
Nico's plaats inneemt.
Henk Postma
Nico, the life lies of an icon. Virgin Books. Im
porteur Novelty Books, 49,50.
Ik moet me er niet meer mee bemoeien
nu."
„Om terug te komen op de sociale proble
men van de Molukkers hier... daar heb ik
inderdaad weinig oog voor kunnen heb
ben. De Molukkers hier hebben het goed.
Die hebben de volle vrijheid zich te ont
wikkelen zoals zij willen. Goed, ze zitten in
een land, dat in feite niet het hunne is.
Maar als ze aan drugs verslaafd raken, zo
als zovelen van de tweede generatie is
overkomen, dan is dat hun fout, hun keus.
De indruk naai' buiten toe wordt gewekt
dat we ons daar alleen nog druk om ma
ken en niet meer om de politiek. Mij daar
in mengen vind ik niet mijn werk. Er zijn
sociale organisaties die zich met sociale
problemen bezighouden."
Manusama klinkt bijna bits als hij het
zegt. „Daaar hebben ze het moeilijk, daar
ontbreekt de vrijheid en hebben ze geen
keus, künnen ze niet zichzelf zijn. Ik voel
me echt helemaal één met de mensen
daar. In Néderland wordt de indruk ge
wekt dat het RMS-ideaal niet meer leeft.
Maar ik denk niet dat dit zo is. Het is, geef
ik toe, de laatste jaren wel erg rustig, mede
omdat de Molukse organisaties met de
Nederlandse regering de dialoog zijn aan
gegaan. Een Nederlandse regering die de
RMS als een afgesloten hoofdstuk be
schouwt. Maar de politiek vergist zich als
zij denkt dat dit ook onder alle Molukkers
zo is. Het Moluks bewustzijn is nooit ver
dwenen, en daarin leeft ook het verlangen
naar een eigen onafhankelijke staat voort.
Het is opvallend dat ik dat verlangen
vooral weer onder jongeren bespeur."
Om hem heen vallen de oude strijdmak
kers weg. Molukkers die nog met hem op
Ambon de Vrije Zuid-Molukse Republiek
uitriepen, die met hem vluchtten naar het
eiland Saparua, naar Ceram en die in 1951
als oud KNIL-militairen 'tijdelijk' naar
Nederland werden overgebracht.
„U vraagt mij hoe ik het heb volgehouden.
Dat weet ik niet. Vooral tijdens de treinka
pingen van onze jonge Molukkers in 1975
en 1977 was het zwaar, erg zwaar. Maar
had men mij verteld, toen ik nog jong was,
dat ik ooit een tocht zou moeten maken
van west-Ceram naar midden-Ceram, op
de vlucht voor het Indonesische leger,
over hele hoge bergen... dan had ik gezegd
dat ik het niet had gekund. Maai' ik heb
het wel gedaan en ben er gekomen. Je
moet namelijk nooit kijken naar de top
pen waar je overheen moet, want de vol
gende morgen zijn er weer nieuwe. Je
moet gewoon doorlopen."
Ruud Buurman
•3
Als 'Covergirl of the Fifties' schitterde ze in Parijs op de
frontpagina's van de exclusiefste modemagazines. In Fellini's film
i: La Dolce Vita schreed ze beeldschoon Rome binnen. En op de billboards
van Manhattan glorieerde ze levensgroot als Andy Warhols Superstar,
y Maar Nico, het topmodel dat indertijd door The Times werd betiteld als
;i; 'Sirene van de Jaren Zestig', kwam niet ter wereld om als trendy
'2i uitgedoste etalagepop de glamour en luxe te dienen, noch om als ultiem
tfsexsymbool de eeuwigheid in te gaan. Nico schreed van de High Society
naar de Underground. Om daar als een dolende anti-ster het noodlot te
ijl bezingen. Zojuist - bijna vijf jaar na haar dood - is haar biografie
2 verschenen: Nico, the life lies of an icon (vrij vertaald: het leven en de
leugens van een tijdsbeeld).
De Brit Richard Witts - een autoriteit op het gebied van de hedendaagse
1 muziek en dans - portretteert haar daarin als een eigenzinnig musica
5 die vanuit de obscuriteit drie generatiegolven muziek overleefde. Het is
2 een onthullend boek.
project zo onder de indruk gekomen van
Nico's artistieke verleden dat hij alsnog
besloot haar biografie te schrijven. Nico
groeide als het schoolmeisje Christa Paff-
gen op in het puin van een volledig ver
woest en daarna door botsende ideolo
gieën bezet Berlijn. Ooggetuigen beschre
ven na-oorlogs Berlijn als de hel. Voor de
zesjarige Christa was verwoest Berlijn
niet zozeer het vagevuur, alswel het graf
van de betreurde oude wereld die, in
Christa's herinnering aan haar eerste le
vensjaren, welhaast paradijselijke vor
Maar stél dat uit Jakarta ook nog eens de
onwaarschijnlijke toestemming komt
voor een dergelijk bezoek... „Ach nee, ze
zullen me niet toelaten. En als ze me wel
toelaten zullen ze me geen garanties kun
nen geven voor mijn veiligheid. Misschien
pakken ze me gelijk op. Maar dat kan me
dan niet zoveel meer schelen. Waar ik wèl
bang voor ben is dat ze me om zeep laten
helpen door een paar Molukkers. Zodat ze
kunnen zeggen: 'Kijk nou toch eens. De
man die altijd beweerde dat de Molukkers
graag onafhankelijk willen zijn, wordt
door die Molukkers zelf vermoord'. Dat
zou een volkomen verkeerd effect heb
ben."
Weerstand
Er nog van afgezien dat zijn reis naar de
Molukken een zeer grote domper zou kun
nen betekenen voor 'de zaak', „Ja, voor de
Molukkers hier. Ik weet dat. Daarom zal
ik er ook nooit meer op terugkomen als er
te veel weerstand komt. Ze zullen het niet
begrijpen, tenzij ik zeer goed duidelijk kan
maken dat ik er niet voor mezelf naar toe
ga, maar voor hen. Dan nog zullen velen
die altijd achter me hebben gestaan zeg
gen: 'Is hij dan toch zo?' Dat is de grote
moeilijkheid en daar moet ik rekening
mee houden. Ik zal er ook niet heen gaan
om de mensen daar op te stoken zich te
verzetten tegen Indonesië. Dat zou je rein
ste onzin zijn en het gaat ook tegen mijn
principes in. Maar ik zal de mensen daar
wel vragen: 'Als jullie nog steeds vrij wil
len zijn, moetje dat ook zeggen nu'. Ik wil
gaan, eenvoudig om te praten, te zien wat
er over is van het ideaal."
Wie kan dat beter doen dan Manusama,
als hij eenmaal uit functie is. „Dat zou dan
mijn laatste daad zijn voor 'de zaak'. De
zwakte van onze strijd, in vergelijking tot
de onafhankelijkheidsstrijd die bij voor
beeld in Atjeh en Oost Timor wordt ge
voerd, is immers dat wij van de Molukken
nauwelijks iets horen."
- Wat u wel kivalijk is genomen is dat u de
sociale problemen die de Molukkers heb
ben, heeft verwaarloosd.
„Ja. maar ik zit hier niet voor de sociale
positie van de Molukkers in Nederland. Ik
voer mijn taak uit voor de mensen daar. Ik
begrijp die kritiek wel en ik meen te heb
ben begrepen dat mijn opvolger Tutuha-
tunewa er wel veel meer aandacht aan zal
schenken. Dat moet hij helemaal zelf uit
maken, ik wil me daar niet in mengen.
Maar mag ik toch hopen dat hij altijd het
RMS-ideaal voorop stelt? Ach..., mis
schien moet u dat maar niet opschrijven.
Ooit was Nico 'het mooiste schepsel ter
wereld'. Toen ze zomer 1988 in 'haar'
Spaanse paradijs Ibiza van de fiets viel, en
enkele uren later - 49 jaar oud - aan een
hersenbloeding overleed, was ze 'die lelij
ke junky-heks'. De laatste jaren, tot vlak
voor haar dood, toerde Nico berooid, en
wanhopig verslaafd aan heroïne, maar bij
vlagen nog steeds met de waardigheid van
een diva, met een groep jonge rockmuzi-
kantenrond. Vorig jaar verscheen over die
periode een rancuneus boek: Nico, de
laatste Bohémienne; muziek die je nooit
op de radio hoort. Het is geschreven door
James Young, een van de jonge rockmuzi-
kanten met wie ze halverwege de jaren
tachtig rondtoerde. Hij portretteert haar
als a-sociaal, hysterisch loeder. Het boek
deugt niet, omdat het geen glimp laat zien
van Nico's artistieke betekenis en geen
enkele poging doet achtergronden te
schetsen.
Ook Nico's biograaf Richard Witts ontziet
haar niet. Zijn zojuist verschenen boek
The life lies of an icon laat geen enkel
negatief' aspect onbesproken. Maar dat
verhindert hem niet om Nico als een veel
betekenend tijdsbeeld te portretteren.
Vooral de eerste hoofdstukken van zijn
boek zijn van belang. Daarin onthult hij
wederwaardigheden die zowel Nico's ar
tistieke betekenis als haar onhebbelijkhe
den - waaronder een onthutsend gebrek
aan verantwoordelijkheidsbesef - verkla
ren.
Nico was nog maar net het puberstadium
ontgroeid, maar al wel een door de wol ge
verfd fotomodel, toen ze haar moeder Gre-
te, die kleermaakster was in Berlijn, over
haalde op Ibiza te komen wonen. In haar
levensonderhoud zou voortaan door Nico
worden voorzien. Het topmodel echter liet
haar moeder aan haar lot over, toen die de
ziekte van Parkinson kreeg, aan de drank
geraakte en vereenzaamd wegkwijnde.
Nico smeet in die tijd met geld. Witts: „Ze
kocht LSD voor haar kennissen in plaats
van geneesmiddelen voor haai' moeder."
Zoontje
Nico kon al evenmin de verantwoordelijk
heid aan voor haar zoontje Ari, die werd
geboren uit een flirt met de beruchte
Franse filmster Alain Delon - hij heeft het
vaderschap overigens altijd ontkend. Ari
was 18 maanden oud, toen Delons moeder
hem 'als een verwilderd diertje' op Ibiza
aantrof. Witts meldt ook uitvoerig hoe Ni
co als kind haar omgeving terroriseerde
met een merg en been doordringend ge
jengel, zodra ze vond dat ze niet genoeg in
de belangstelling stond of haar zin niet
dreigde te krijgen. „Tante Helma trotseer
de liever de bommen in Berlijn, dan Nico's
klaaglijk gehuil."
„Nico was een geboren leugenaar", begint
Witts zijn boek. „Maar geen echte", ein
digt hij 310 bladzijden verder. Er is door de
jaren heen veel over Nico geschreven.
Maar zelfs haar beste vrienden wisten niet
of nauwelijks wat daarvan waan, en wat
werkelijkheid was. Als het aan Nico had
gelegen was dat zo gebleven. „Ik wil een
soort roman, half naai- waarheid, half ver
zonnen", luidde de instructie, toen ze
Witts, drie jaar voor haar plotselinge
dood, voor het eerst vroeg haar autobio
grafie te schrijven. Witts bedankte aan
vankelijk voor de eer. Hij probeerde ver
geefs de controversiële schrijfster Kathy
Acker met de klus op te zadelen.
Witts, bij wie Nico regelmatig over de
vloer kwam (omdat zijn televisiebeeld 'zo
mooi kleurde'), had andere plannen. Als
directeur van Londens Camden Festival
wilde hij Nico samen met het gerenom
meerde Kronos Strijkkwartet op de plan
ken brengen. Hij wilde er ook John Cale,
die veel van haar muziek arrangeerde, bij
betrekken. En Warhols Nico-films zouden
uit de mottenballen worden gehaald. Het
project had de aan lager wal geraakte zan
geres onder de aandacht Kunnen prengen
van het serieuzere concertpubliek. Nico
wilde in het voetspoor treden van de le
gendarische Egyptische zangeres Oum
Khalsoum, en was hard op weg de heroine
af te zweren.
Oude wereld
Haar onverwachte dood doorkruiste dat
toekomstperspectief. Witts, die meende
Nico nog slechts oppervlakkig te kennen,
was inmiddels door de research voor het
Ingenieur Manusama gaat binnenkort in
Assen 'met pensioen' als president in
ballingschap van de Vrije Republiek der Zuid
Molukken (RMS). Sinds 1966 was hij de
vaandeldrager van een ideaal dat vergeten
lijkt te worden. Joop Manusama wil, als
laatste daad voor de RMS-zaak, naar de
Molukken om te praten met zijn volk. „Ja... ik
loop al een tijdje met die gekke gedachte
rond..."
1
ii
"T^v e buurvrouw van de president in bal-
ir lingschap sjouwt met twee zware tas-
1! sen onder haar armen de lift in, neemt het
li gezelschap dat met haai- naar boven gaat
jj op en ontwaart tussen de stengels prei en
I) wat mappen door de Molukse leider. „Dag
meneer Manusama. Nog een paar week-
jes, hè? Dan zit het er op."
1' Op haar toevoeging dat het dan lekker
rustig wordt, reageert Manusama niet. In
een lift moeten antwoorden kort zijn en is
geen tijd voor uitleg. Dat hij na deze
maand minder vergaderingen hoeft bij te
wonen, maar dat er nog zoveel te doen is
voor de tweeëntachtigjarige Manusama.
Je kunt op 10 april de leiding wel overdra
gen, maar ook wat er in het hoofd en in het
hart zit moet nog worden doorgegeven.
Hoeveel tijd wordt hem daarvoor nog ge-
gund?
Op 25 april, de herdenkingsdag van het
uitroepen van de Vrije Republiek der Zuid
Molukken (RMS) in 1951, zal ingenieur
Manusama in de Haagsche Houtrusthal-
len voor de laatste keer een toespraak
houden. Een korte dit keer. Een laatste
oproep 'de zaak' levend te houden, van de
president die sinds 1966 de verpersoonlij
king is geweest van het RMS-ideaal van
de Molukkers in Nederland.
In een zwarte, kunstleren map op de tafel
in zijn huiskamer zit, uitgetikt op twintig
a-viertjes het eerste hoofdstuk van Manu-
sama's biografie. De titel staat al vast:
'Pusaka Maluku', Erfstuk Molukken.
Hij dwingt zichzelf nu in zijn geschiedenis
te duiken. Aan het einde van de lange rit
komt daarom ook steeds meer het verlan
gen boven om nog eens terug te keren
naar 'zijn eilanden'. En dat is een gedach
te die zijn volk in ballingschap misschien
wel zal schokken.
Joop Manusama: Ik zal daar nooit, maar dan ook nooit een woord zeggen dat riekt naar opruiing.
foto Ronald de Bruin/GPD
„Ja... ik loop al een tijdje met de gekke ge
dachte rond, om, nadat ik de functie heb
neergelegd, naar de Molukken te gaan.
Dondert niet wat er dan gebeurt. Nee, ik
ga absoluut niet als toerist. Maar om met
de eilandbewoners daar te praten en me
op de hoogte te stellen van de trouw die de
mensen daar aan het ideaal hebben ge
houden. Om de meningen te horen die
daar heersen over de RMS-gedachte, zelf
bestuur, de Indonesische politiek op de ei
landen. Misschien is de tijd wel rijp om te
praten, nu overal ter wereld volken hun
zelfbeschikkingsrecht opeisén en ook krij
gen. Maai- ik zal daar nooit, maai- dan ook
nóóit, één woord zeggen dat ook maar
riekt naar opruiing."
Het blijft even stil. In het Chinees restau
rant aan de rand van Capelle aan den IJs-
sel, waar Manusama dit zegt, klinkt een
tijdje niets anders dan het gekletter van
messen én vorken uit de keuken. Hij kijkt
me aan, klaar voor al die voor de hand lig
gende vragen die op hem zullen worden
afgevuurd. Heeft hij niet zijn leven lang
gezegd dat hij nooit een voet op Molukse
bodem zou zetten zolang de Indonesiërs
de eilanden 'bezet houden'? En heeft hij
zich twee jaar geleden, bij een vorige ont
moeting, niet met alle macht tegen de sug
gestie verweerd dat hij diep in zijn hart ei
genlijk niets liever wilde dan nog een keel
de baai van Ambon te zien?
Nu geeft hij min of meer toe dat verzet te
gen emoties zinloos is en hij hoopt dat
daar begrip voor zal zijn. „Omdat ik er niet
in de eerste plaats voor mezèlf heen zou
willen. Ook ik verander. Ook ik moet me
blijven openstellen voor bepaalde moge
lijkheden. Ik wil me niet blijven blindsta
ren op een en hetzelfde standpunt."