Ik zie het niet altijd even zwart j Portret van een Palestijnse messetrekker De arme kant van Zeeland Apies kijken Nasr Mattar Shkirat P2C reportage zaterdag3april,sas 23 Meestal pas ik ervoor, maar deze keer be sloot ik mee te gaan met het reisje dat het Hongaarse ministerie van binnenland se zaken had georgani seerd. We zouden bij de Roe meense grens praten over mensensmokkel en illegale grensoverschrijders. Ver der stond er een bezoek aan een Hongaars vluchtelin genkamp op het program ma. Ik hou niet zo van dat soort reisjes. Je stapt met vijftig collega's in een bus en staat vervolgens met zijn allen als stompzinnige idioten dezelfde foto's te schieten. Kunt u het zich voorstellen: vijftig journalisten die in het schemerdonker tivee Hongaarse grenswachten- met-herdershond kieken? Ikzelf niet uitgezonderd hoor, daar niet van. Maar goed. zo'n reis heeft het voordeel dat alle hote metoten voor je klaar staan en je niets hoeft te regelen. Bovendien was dit tripje in het kader van een verder tamelijke saaie ministers conferentie over mensen smokkel en dat verhaal kon wel wat extra kleur gebrui ken. Bij de grens werden we door het leger ontvangen met bonensoep en mine raalwater. Koffie kon er niet vanaf. Alles was erop gericht ons duidelijk te ma ken hoe verschikkelijk krap de Hongaren erbij zit ten en hoe noodzakelijk het is dat het Westen steun geeft 07ti te voorkomen dat straks stromen illegalen via Hongarije naar onze welvaartsstaten toestro men. Ach. het ivas er allemaal wat dik opgelegd. Maar het ivas desondanks de moeite waard. Per slot van reke ning zitten de Hongaren echt met een groot illegalen- probleem aan hun grens. Volgende halte was het vluchtelingenkamp, waar 430 vluchtelingen uit Bos nië al acht maanden hopen dat de nachtmerrie in hun vaderland ooit ophoudt. Er stonden grote schalen met boterhammen, plakken corned beef, Frankfurter worstjes en augurken voor ons klaar. Toen die veror berd waren en wij een praatje van de directeur hadden aangehoord, begon de rondleiding. De meeste collega's in het gezelschap hadden zich nog nooit met de kwestie Joegoslavië beziggehouden en zagen dit bezoek duide lijk als het hoogtepunt van de tocht: echte vluchtelin gen, zomaar in het wild! Toen het er even op leek dat de rondleiding vanwege het late uur, het ivas inmiddels half tien, niet zou door gaan, begon een Duitse col lega te dreinen. Ze moest, ze zou de slaapkamers zien. Anders ivas haar verhaal niet 'af. Het donderde niet dat kin deren en bejaarden her en der al naar bed waren. Aan kloppen was er niet bij. met tien, twintig man drongen ze de kamers binnen waar ze, bij gebrek aan tolken, niets anders konden doen dan de verschikte beioo- ners aangapen en voor hun lens nemen. Apies kijken, meer ivas het niet. Een Sloveense collega raakte ondanks alles in ge sprek met een vrouw die tij dens het vertellen van haar verhaal zachtjes begon te huilen. Dat ivas een buiten kansje voor de vier camera ploegen i»i het gezelschap: een echte huilende Bosni sche. Ze verdrongen zich 07n haar stapelbed en leg den haar tranen van alle kanten vast. De Duitse journaliste was inmiddels via twee tolken venvikkeld in een diep menselijk gesprek met een oude vrouw waarbij ze zich voor het eerst leek te rea liseren wat de hele ivereld al weet:'dat de moslims in Bosnië op een schandalige manier worden verdreven „Heeft ze echt alles moeten achterlaten. Nee toch", riep ze verbijsterd uit. Terwijl de drom journalis ten de kamer verliet, begon nen de moeders hun wak- kergeschrokken kinderen xveer in te stoppen. De colle ga's stommelden de trap af. innig tevreden over het mooie materiaal. Het was een nuttig bezoek geweest, meenden ze. Vast wel, maar voor wie? Netto 1232 gulden komt er elke maand binnen. Daarvan gaat 332 gulden huur af, plus nog een reeks vaste lasten. Blijft over: 600 gulden om van te leven. Om zichzelf en haar twee hondjes en twee katten te voeden, om kleren te kopen, om (dure, homeopathische) doktershulp en medicijnen te betalen. Om de kapotte wasmachine te vervangen, om een heel enkele keer een boek te kopen. „Ik heb nog een paar posten die ik kan schrap pen", zegt Mieke vanachter haar zeer ge detailleerde boekhouding. „Begrafenis verzekering, brandverzekering', WA-ver- zekering... die zou ik op kunnen zeggen. En de televisie, dat levert pok echt iets op als je die de deur uit doet." Ze rekent voor: kabelabonnement, sti'oom, kijk- en luis tergeld, programmagids. Telefoon heeft ze al niet meer, een dagblad evenmin. Het vakantiegeld is al uitgegeven voor het binnen is: „Elk jaar heb ik een lange lijst van dingen die heel dringend zijn." Vorig jaar werd Mieke van Grol op het ar beidsbureau ontboden voor een zoge naamd heroriëntatiegesprek. Ze zag er te gen op, want ze had al enige tijd niet meer gesolliciteerd en haar hing dus een straf korting' boven het hoofd. Het gesprek liep heel anders: „Ze probeerden me heel voor zichtig duidelijk te maken dat ze me niet veel kans op werk meer gaven. Nou, zo voorzichtig hadden ze dat niet hoeven doen; ik weet zelf ook wel dat ik geen baan meer krijg." De conclusie was dat ze van de RWW naar de bijstand ging. Financieel maakt dat geen verschil, maar het bete kent bijvoorbeeld dat de sollicitatieplicht vervalt. Een opluchting? „Ik dacht dat ik er heel blij mee zou zijn, maar dat viel te gen. Ik voel nu dat ik echt afgeschreven ben." Bitter is ze over mensen die menen dat er altijd wel werk te vinden is. „Ze zeg gen er nooit bij: ga daar maar naar toe, daar is een baantje voor je." Ontsnapping Hoe het zo gekomen is Een lang en soms pijnlijk verhaal. Op haar zestiende wilde Mieke zo wanhopig' graag ontsnappen uit het ouderlijk huis, dat ze de eerste de bes te vrijer aanklampte om weg te komen. Ze raakte zwanger, moest trouwen. Achteraf ziet ze het haarscherp: „Toen begon de el lende pas echt." Op haar zeventiende het eerste kind, de tweede onmiddellijk er achteraan. Haar man, tien jaar ouder, bleek allerminst een prins op een wit paard te zijn, haar familie trok de handen van haar af en verder had Mieke niemand. Ze deed, na een jaar of vier, een poging om een eind aan het huwelijk te maken, ging naar het gemeentehuis om de papieren in te leveren, ,,'s Avonds kwam de burge meester aan de deur, met een politieman. Die papieren hadden ze in de prullemand gegooid. Ik had maar te gehoorzamen aan mijn man." Nog eens tien jaar later strandde het huweüjk definitief. „Hij had me al eens de keel dichtgeknepen. Maar op een ochtend zei hij, voor hij het huis uit ging: vanavond ben je weg, anders ver moord ik je echt." Mieke zat onder de kal merende middelen ("ik was een zombie door die troep, dat nooit meer'); het drei gement drong nauwelijks tot haar door. De maatschappelijk werkster greep wel in. Eindelijk had Mieke toen de vrijheid waar ze zolang vergeefs voor had gevoch ten. Ze leefde erop los, slikte wel nog steeds kalmerende middelen, dronk zich regelmatig moed in om naai- het café te durven, versleet een hele reeks mannen. „Het was niet makkelijk, maar ik was ten minste vrij." Ze had allerlei baantjes, maai' kon nergens haar draai vinden. Toe gegeven: Mieke is niet de makkelijkste, maar een baantje als wc-juffrouw, daar kon ze niet tegen. En op de sociale werk plaats werd ze behandeld als een kleuter. „Goed, ik zat zwaar in de knoei, maar ik ben toch niet geestelijk gehandicapt!" Uiteindelijk worstelde ze zich naai- boven. Ze kapte met de pillen, deed een opleiding' voor sociaal werk. „Ik was zó woedend op die maatschappelijk werkers. Ze luisteren helemaal niet naar je, doen gewoon maar wat. Gaan ervan uit dat het immers maar sukkels zijn die daar komen. Nou, dat wil de ik beter doen." Geen baan Opleiding of geen opleiding, een baan is er nauwelijks te vinden voor een vrouw, in middels boven de vijftig, met een arbeids verleden dat niet opgewekt stemt. Boven dien: sociaal werkers hebben een auto no dig, vindt de werkgever in veel gevallen. Die vacatures kan Mieke alvast over slaan. „Zo is het feit dat ik arm ben er me de de oorzaak van dat ik geen werk krijg." Meer dan een bijstandsuitkering zit er voor haar niet in. Moeilijker nog dan de armoede is het ge brek aan perspectief. „In mijn somberste buien denk ik wel eens: als m'n hondje er niet meer is, dan heb ik ook geen reden meer om door te gaan." Ze ziet het niet al tijd zo zwart, zegt ze met een bezwerende blik. „Ik moet misschien leren om tevre den te zijn, dat denk ik in m'n positieve momenten." Maar zegt dan: „Ik hèb geen perspectief, het leven is niet makkelijk voor me." Toch overleeft ze. zorgt voor haar vele planten, haai' wilde tuin, haar beesten. Ze zal nog eerder droog brood eten dan haar dieren de deur uit doen. Mieke van Grol heeft zich afgewend van de consumptie maatschappij. „De grote afgod is de eco nomie, het geld, het kapitaal." Ze kan, an ders dan vroeger, uren door een warenhuis slenteren zonder overvallen te worden door de gedachte: dat wil ik hebben en dat heb ik eigenlijk nodig. „Ik heb andere nor men en waarden. Het gaat om het welzijn, niet om de welvaart. Om de mens, niet om het bezit." Die instelling helpt haar het hoofd bovenwater te houden. „Dingen die ik vroeger belangrijk vond, vind ik nu niet meer belangrijk. Je móet wel. anders ga je er onderdoor." Wat voor een ander God is, is voor Mieke de kosmos. Ze gelooft in het bestaan van een soort voorbestemming en in reïncar natie. Het moge een schrale troost zijn. toch helpt het haai' de ellende en de ar moede te aanvaarden. „Misschien ben ik in een vorig leven wel heel rijk geweest en is het mijn karma dat ik nu arm ben. Niet als straf; als leerproces. Om te leren hoe het is om arm te zijn." Louwke Meinardi Ik moest lachen, écht lachen toen ik Lubbers vorige week hoorde zeggen dat er magere jaren aankomen. Voor veel mensen zijn die magere tijden er al lang! Maar wij tellen gewoon niet mee, we bestaan niet eens voor Lubbers." Mieke van Grol (51) moet rondkomen van een bijstandsuitkering. Op haar leeftijd en met haar verleden is ze kansloos op de arbeidsmarkt, dus uitzicht op een beter inkomen heeft ze niet. Recent onderzoek in Zeeland leert dat er in deze provincie duizenden mensen zijn die zichzelf arm of zeer arm noemen. Mieke van Grol is één van de mensen die 'de arme kant van Zeeland' vormen. „Zielig, nee, dat ben ik niet. Maar ik voel me wel eens afgeschreven, ontkend, buitenspel gezet." Inmiddels is ze tien jaar werkloos, dus de Terneuzense weet waar ze over praat. Een gesprek over leven in armoede. Mieke van Grol: Ik voel me wel eens afgeschreven, ontkend. De Israëlische sensatiepers biedt de laatste weken een kleurige collage van bloedrood, lakenwit en legergroen. In de strijd om de bloedigste voorpagina veroverde de krant Jediot Acharonot afgelopen maandag punten op concurrent Ma'ariv. Een bijna pagina-grote foto toont het voor driekwart met bloed bevlekte bovenlichaam van Eli Gliko, een inwoner van Jeruzalem die bij het joggen in zijn buurt werd neergestoken. Het slagersmes, dat een onbekende Palestijn als wapen gebruikte, steekt nog tussen Gliko's schouderbladen. De kop boven de plaat vat het nieuws en de gevoelens van de man in de straat eenvoudig samen: 'Mes in de rug'. Met de kranten Jediot of Ma'ariv on der de arm en de beelden van het jongste televisiejournaal in het achter hoofd beweegt het Israëlische publiek zich schichtig over straat. Achter iedere boom en achter elke straathoek kan zich een Palestijnse messetrekker hebben op gesteld en voor je het weet ben je de vol gende dag zelf voorpaginanieuws. De pistolen vliegen de winkels uit. In de afgelopen maand was het aantal nieuwe aanvragen voor een wapenvergunning ze ven maal hoger dan vorig jaar in dezelfde periode. Maar of het meedragen van een vuurwapen iets bijdraagt aan de persoon lijke veiligheid, is de vraag. Een Palestij- nen die een Israëliër neersteekt maakt zich in de regel met diens pistool uit de voeten.. Ook van de twee deze week neer- gemaaide politie-agenten worden de wa pens vermist. Het laat zich gemakkelijk raden waar die in de toekomst voor zullen worden gebruikt. Het Israëlische publiek vraagt, eist en smeekt om 'veiligheid' en neemt het de re gering hoogst kwalijk dat die niet in staat is het verlangde onmiddellijk te leveren. De opiniepeilingen laten wat dat betreft weinig ruimte voor misverstand. Het leger Israëliërs verbranden banden op de plaats waar deze week twee politiemannen wer den neergeschoten als protest tegen het gebrek aan veiligheid. foto Jim Hollander en de binnenlandse veiligheidsdienst, de Shabak, werken op volle toeren. Maar het probleem is dat vrijwel alle messetrekkers op eigen initiatief handelen en niet op or ders van een Palestijnse organisatie. Georganiseerde verzetsgroepen zijn te in filtreren en te bestrijden, maar niet de psy chische nood en de frustratie die de drijf veren vormen voor de acties van eenzame fanatici. Uitzichtloos Niemand weet precies wat de 22-jarige Nasr Mattar Shkirat bezielde, toen hij in de ochtend van de 22e maart bij een tech nische school in Jeruzalem instak op de directeur Zvulun Sari en een aantal van diens leerlingen. Maar de gebeurtenissen van de afgelopen weken maken duidelijk dat steeds meer Palestijnse jongeren de psychische spanning van totale uitzicht loosheid teveel wordt. Mohammed is een buurtgenoot van Nasr Shkirat in Jabal Mukaber, een Arabisch dorp aan de rand van Jeruzalem. Het deel van het dorp waar de Shkirats wonen ligt net op de Westelijke Jordaanoever. Mo hammed vertelt hoe Nasr drie jaar gele den werd gearresteerd wegens het in brand steken van een auto en het gooien met Molotov-cocktails. Hij is dan lid van de Si'aj, de gewapende arm van het Demo cratisch Front voor de Bevrijding van Pa lestina, de marxistische organisatie van Naif Hawatmeh. Mohammed beschrijft de Shkirat-cha- mula (familieclan) als moslims die zelden een moskee bezoeken, laat staan sympa thie koesteren voor de fundamentalisti sche beweging. Nationalisten zijn ze wel. Een neef van Nasr, Jamal Mattar Shkirat, was vijf jaar geleden het eerste dodelijk gewonde intifada-slachtoffer in Jeruza lem. Shabak „Nasr was niet tevreden bij de Si'aj", ver telt Mohammed. „Hij vond de organisatie te anti-religieus en sloot zich aan bij Al- Fatah, die hij beschouwde als een neutra lere beweging voor alle Palestijnen. Maar in de gevangenis, waar Palestijnen uit alle bewegingen elkaar ontmoeten, raakte hij steeds meer in de ban van de godsdienst en uiteindelijk sympathiseerde hij steeds meer met de Islamitische Jihad. De Sha bak, die ook actief is in de gevangenissen, merkte via verklikkers dat Nasr een zoe ker was, die zich had afgekeerd van een organisatie, zonder al onderdak te hebben gevonden bij een andere. De Israëliërs dachten dat hij niet loyaal was en mis schien gebruikt zou kunnen worden als collaborateur. Gewoonlijk proberen ze het eerst met de zachte methode, zoals een belofte van vervroegde in vrijheid stel ling' en bepaalde voorrechten voor familie leden. Dan volgen dreigementen. Toen Nasr weigerde mee te werken begon de ge vangenisdirectie het gerucht te versprei den dat hij een collaborateur was". De 20-jarige Hussam maakte Nasr drie maanden mee in de Meggido-gevangenis in het noorden van Israël. Hij beschrijft hem als een sterke persoonlijkheid, maar nogal naief. „Op een dag zaten we met een aantal gevangenen in een kring grappen te maken en een van ons sloeg Nasr met de vlakke hand op de rug. Hij kromp ineen van de pijn. Het was kort na zijn verhoor en toen hij zijn overhemd optilde, zagen De lichamen van de twee verkeers-politiemannen die deze week werden vermoord. foto EPA we de open striemen van de klappen die zijn ondervragers hem hadden toege diend. Iemand zei gekscherend dat hij er zout in moest wrijven, want dat hielp te gen de pijn. Hij geloofde dat echt en stond op om om zout te gaan vragen. Maar een oudere man hield hem tegen. Nasr vertel de me dat alleen gewapende strijd een op lossing zou kunnen brengen voor onze el lende. Daar was hij zo rotsvast van over tuigd dat hij geen enkele discussie duld de". Identiteitskaart Op 19 december 1992 werd Nasr Shkirat uit de gevangenis ontslagen. Mohammed: „Zijn toekomst zag er somber uit. Als oud gevangene kreeg hij een groene identi teitskaart. Dat betekent dat je je niet bui ten de Westelijke Jordaanoever mag bege- en en dat je bij iedere militaire controle post grondig wordt geïnspecteerd, verne derd en soms wordt geslagen. Nasr meld de zich aan bij een technische school in het naburige Abu Dis, maar het was niet duidelijk of hij zou worden aangenomen. Hij zat hele dagen thuis en raakte steeds depressiever. Dat kwam ook doordat de Shabak hem niet met rust wilde laten. Tweemaal moest hij voor verhoor ver schijnen op het 'Russisch Erf, het hoofd bureau van de politie en de veiligheids dienst in Jeruzalem. Hij vertelde zijn ou ders dat hij onder handen was genomen door een agent die zich kapitein Namrud noemde. Veel Shabak-agenten werken on der Arabische schuilnamen. Kapitein Namrud vertelde hem dat hij zou worden doodgeschoten als hij niet zou collabore ren. Waarschijnlijk was het niet meer dan intimidatie, maar Nasr vatte het heel se rieus op. Hoe hij psychisch precies in el kaar zat, weet ik niet, maai' op de middag van de dag van de aanslag ontmoette ik in het medische centrum van ons dorp twee neven van Nasr. Ze kwamen vragen om een schriftelijke verklaring' dat hij psychi sche problemen had. De neven vertelden me dat zo'n verklaring Nasr misschien zou helpen bij zijn proces, want Israëliërs die Arabieren vermoorden worden meestal voor gek verklaard en krijgen dan een la gere straf'. In de nacht van 21 op 22 maart moet Nasr Shkirat zijn besluit hebben genomen. Na het ochtendgebed haalde hij een mes uit de keuken, stak twee expemplaren van de koran en een kralensnoer op zak en nam een taxi naar een joodse wijk in de buurt. Zijn identiteitskaart liet hij thuis, in de vaste overtuiging dat hij die nooit meer zou hoeven te tonen. Koos hij een techni sche school als doelwit orhdat hij daar zelf naar toe wilde? Toen directeur Zvulun Sari een groep leer lingen naar binnen wilde roepen hoorde hij vanaf het schoolplein de strijdkreet 'Allahu achbar!' (God is groter). Vijf leer lingen liepen messteken op voor Sari sa men met de veiligheidsagent van de school de aanvaller tegen de grond wist te drukken, Daarna schopten en sloegen ge schokte leerlingen de op de grond liggen de Nasr, die met hoofdletsel naar een zie kenhuis moest worden vervoerd. Tegen over de politie verklaarde hij dat nij met geen ander doel naar de school was geko men dan 'om zoveel mogelijk joden dood te steken'. Ad Bloemendaal

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1993 | | pagina 23