Zelfmaakmode als life-style De kunst van het voorsnijden PZC vrije tijd ZATERDAG 20 MAART 1993 29 Terug in de tijd Sober en elegant Modeblad Marion ter ziele Simpelste eigen saus toch beter dan pakje Frank Govers Edgar Vos Enkele Kleine Kaarten te rug maakten we melding van demonstraties op de Hore- cava in Amsterdam door en kele topkoks onder wie Cas Spijkers. Zij lieten zien en proe ven dat (professioneel) koken een stuk sneller kan door ge bruik te maken van kant- en klaar-produkten van Nestlé. Cas Spijkers maakte in acht tien minuten 'en plein publi- que' een schotel gestoofde pa ling in rode wijnsaus klaar. Voor de saus greep hij naar een blik. „De beste koks maken saus uit een potje", constateerden wij toen en daarmee hebben we veel goede koks met hart voor de kookkunst in hun ziel ge raakt. Met name een aantal le den van 'Les Patrons Cuisi niers'. een groep van elf restau rateurs die zelf 'achter de ka chel' staan, toonde zich pijnlijk getroffen. Bijna allemaal wa ren zij afgelopen zondag in Kruiningen waar zij het vijfen twintigjarig jubileum van res taurant Inter Scaldes opluis terden. Alleen Henk Savelberg van Vreugd en Rust in Voor burg lag met griep op bed en Cas Spijkers van De Swaen in Oisterwijk, nu dus het 'enfant terrible' van de club. was ver hinderd. Dat juist Cas Spijkers die in brede kring bekendheid geniet, zich door Nestlé heeft laten betalen om met conve- nience-produkten te werken op een druk bezochte landelijke vakbeurs, heeft in de kring van patrons-cuisiniers tot wrevel geleid. Maartje Boudeling: „Vijfen twintig jaar hebben we tegen de stroom inroeiend keihard gewerkt om een naam op te bouwen als topkeuken die uit sluitend met uiterst verse pro- dukten werkt en nu gebeurt dit. Natuurlijk maken wij onze saus altijd zelf. uitgaand van verse basisprodukten. en onze gasten weten dat. Maar wie ons niet kent. denkt misschien dat we ook wel eens een blikje opentrekken. Als een man als Cas Spijkers beweert dat het net zo goed is als vers en Nestlé zegt dat je het verschil toch niet proeft, wat natuurlijk on zin is. want zo'n kant-en-klaar- produkt werkt alleen maar ver doezelend. dan zijn er altijd mensen die dat geloven." De kwestie is uiteraard niet aangeroerd tijdens de feestelij ke lunch waarmee het jubi leum van Maartje en Kees Bou deling is gevierd. De collega's van 'Les Patrons Cuisiniers' kookten met de koks van Inter Scaldes het menu dat Maartje Boudeling had samengesteld, terwijl zij zelf nu eens bij hoge uitzondering met haar gasten aan tafel kon gaan. Voorzitter A. Th. J. J. Meeuwissen van 'Les Patrons Cuisinier' zei het nog eens duidelijk. „Het loopt als een rode draad door de his torie van Inter Scaldes; Maar tje doet alles om gerechten met verse produkten te bereiden." Maar op de eerstvolgende ver gadering van 'Les Patrons Cui siniers' komt de affaire-Nestlé aan de orde en dan zal onge twijfeld een hartig woordje worden gesproken. „Ook al heb je nauwelijks iets voor handen, dan kun je nog een mooie saus maken", zegt de kleine kaart Maartje Boudeling. Bij voor beeld een 'beurre blanc' bij vis. We geven haar recept voor deze eenvoudige botersaus die u kunt serveren over een mooi stukje gepocheerde of ge stoomde kabeljauw. Doe er wat gekookte nieuwe aardappel tjes en verse worteltjes bij en u hebt meteen een klassiek Ne derlands gerecht. Beurre Blanc Ingrediënten: 1 dl droge witte wijn, 1 fijngehakt sjalotje. 150 gram gezouten boter, goed ge koeld. zout en versgemalen pe per. Bereiding: breng in een saus pan de witte wijn aan de kook onder toevoeging van het ge snipperde sjalotje. Laat de wijn inkoken tot eenderde van het oorspronkelijke volume. Snijd de boter in blokjes. Klop de klontjes boter één voor één door de ingekookte wijn. tot u een stevige gebonden saus hebt verkregen. Breng de saus op smaak met peper en zout. giet haar door een zeef en houd haar warm op een vlamverde- ler. Rien van Reems Voorsnijden is het na de bereiding in de keuken of aan tafel in eetbare porties verdelen van grote stukken vlees, wild of gevogelte. Trancheren zeggen we gewoonlijk. Deze kunst stond reeds in de tijd van de Romeinen in hoog aanzien. Tijdens hun fameuze feestmalen trad een groepje vrijgelaten slaven aan, vertrouwelingen dus, die op de maat van de muziek het vlees sneden, verdeelden en van de botjes ontdeden. Voorsnijden is dan ook niet het zo snel mogelijk in stukken snijden van het vlees. Het is een eeuwenoude kunst om het aan ta fel zo te verdelen, dat het voor de disgenoten een genoegen is om er naar te kijken. De gereedschappen van een voorsnijder zijn een flinke plank met een gootje voor de sap pen en het speciale trancheerbe stek dat bestaat uit een groot en zeer scherp mes. een bijpassende stevige vork en een flinke gevogel- teschaar. De messenslijper ofwel het aanzetstaal wordt regelmatig gehanteerd, en ook dat is mooi om naar te kijken. Voor sommige stuk ken gebraad heeft de voorsnijder ook nog één of twee lepels en een kleiner fileermes nodig. Aan het Franse hof was de voor snijder gewoonlijk iemand van adel. In het begin was het nog een echte functie die ook daadwerke lijk door de edelman werd vervuld, maar later ontaardde het tot uit sluitend een lucratief erebaantje. Een ondergeschikte deed het werk. de edelman genoot de voor rechten en voerde onder zijn fami liewapen een mes en een vork. In de vijftiende eeuw gebruikte de koninklijke voorsnijder drie zeer luxueuze messen, die het wapen van de vorst droegen. Het grootste mes had een lemmet dat aan twee kanten sneed. Daarmee werd het vlees ook aan de gasten geser veerd. Het tweede, iets kleinere mes had een zeer stevig lemmet en werd gebruikt om het gebraad of het gevogelte in stukken te verde len. Met het derde en kleinste mes werd tevens het brood gesneden. Zoals we voorsnijden gewoonlijk trancheren noemen, zeggen we trancheur tegen de voorsnijder. Maar volgens het officiële keuken- ffans heet deze persoon een 'é- cuyer tranchant'. In een restau rant wordt de functie gewoonlijk uitgeoefend door de restaurant chef of de eerste kelner. Maar soms ook is er een kok die uit zijn keu ken komt en met veel show aan ta fel het gebraad komt voorsnijden. In de praktijk is de voorsnijder te vens belast met het fileren van vis. Anatomie De trancheur dient goed op de hoogte te zijn van de anatomie van het dier. Zo weet hij precies waar de botten zitten en waar hij de meest malse vleesdelen moet los- nemen. Bij het fileren van vis is het van groot belang dat de gasten vol komen graatloze stukken gepre senteerd krijgen. Het werk dient met stoïcijnse rust en waardigheid te gebeuren, en vooral niet haastig. Daarom is het nog wel eens nodig dat het geportioneerde vlees op nieuw de oven in moet. om weer goed op temperatuur te komen. Thuis doen we dat heel handig in de magnetron. Groot vlees moet altijd loodrecht op de draad van het vlees worden gesneden. De kunst is om gelijk matige, zo groot mogelijke plak ken te maken. Bij gebraad met een been erin, zoals een lamsrug of - bout of een ham. worden eerst plakken tot op het been gesneden. Pas daarna worden met één dwarssnede alle plakken tegelijk van het been gesneden. De tran cheur snijdt vlees dat door en door gaar is in dunne plakken. Is het vlees van binnen nog wat rood of roze, dan behoren de plakken iets dikker te zijn. Bij een hazerug worden de zich aan weerszijden van de ruggegraat be vindende filetstukken dikwijls met een lepel van het been losge maakt. Hiermee demonstreert de voorsnijder de malsheid van het vlees. Schaar Klein gevogelte, zoals kip of eend, wordt eerst met de schaar in twee helften verdeeld. Daarbij wordt zo wel het borstbeen als de rugge graat doorgeknipt. Vervolgens knipt of snijdt de trancheur die helften nog eens in tweeën, tussen vleugel en dij. Op die manier beho ren vier gelijkwaardige stukken te ontstaan. Bij groter gevogelte, zoals fazant, worden eerst de poten, de bouten, van de romp gesneden, Die bouten gaan met mes of schaar in twee stukken. Daarna wordt het borst- vlees vlak langs horstbeen doorge sneden en neemt de trancheur beide vleeshelften voorzichtig van het karkas. Martin van Huijstee )Or Nederlands oudste zelfmaakmodeblad Marion is verdwenen. Het blad verscheen kort na de Tweede Wereldoorlog en wist zich te handhaven tot vorige maand. De Marion is met ingang van komende maand opgegaan in Knip Mode. De bladen waren de laatste jaren al sterk naar elkaar toegegroeid en zijn nu officieel samengevoegd. Het nieuwe blad heeft een bredere formule, waarin zelfmaakmode nog wel de hoofdmoot vormt, maar daarnaast veel aandacht wordt besteed aan zaken als accessoires, schoonheid, koken, gezondheid en koopmode. Zelfmaakmode alleen verkoopt niet meer. Een overzicht van radio-kniples tot life-styleblad. Vanaf eind jaren twintig tot be gin jaren zestig wist mevrouw Ida de Leeuw - van Rees van de ge lijknamige mode-academie in Am sterdam talloze vrouwen aan de ra dio te binden met haar radio praatjes over alles wat met kleding maken van doen had. 'Goedemor gen dames' en 'Denkt u om het heupnaadje dames' waren haar handelsmerk. Radio was toen hèt medium. Zeker na de Tweede We reldoorlog was het de tijd van de Bonte Dinsdagavond, de Familie Doorsnee en Negen heit de klok. Hele volkstammen zaten aan het radiotoestel gekluisterd om maar niets te missen van de spannende ontwikkelingen in Paul Vlaande ren. Zelfmaakmode per radio was toen gewoon. Overigens zijn in Axel en Sint Jansteen nog twee op leidingen onder de naam I. de Leeuw- van Rees actief. Halver wege de jaren zeventig had de 'ech te' mevrouw Ina zelf geen school meer, maar er bleven destijds vier opleidingen onder haar naam voortbestaan. Deze waren niet haar eigendom, maai- de exploi tanten betaalden wel voor het ge bruik van de naam. De opleiding in Axel is handen van mevrouw A. L. A. Knieriem. Zij begon 21 jaar geleden met de patronen van mevrouw De Leeuw- van Rees en gebruikt nu nog de Coup Ida. „De patronen zijn eenvoudig en goed te gebruiken. Ik heb ze aangepast aan de huidige standaard, maar ze makkelijk als je zelf je patronen wilt maken. Maar de laatste twee a drie jaar neemt het gebruik van ra darbladen toe, er zijn nog maar weinig cursisten van mij die zelf hun patronen maken. De opleiding in Sint Jansteen wordt gerund door mevrouw W. Lauret. „Zij heeft destijd bij mij haar opleiding vertelt mevrouw Knie- Naailessen via de radio. Het lijkt nu ondenkbaar. In die radio-tijd werden de zelfmaakmodebladen Marion en Madeleine, de voorloop ster van de Knip, uitgegeven. De Marion heeft het het langst volge houden, maar nu is het echt afgelo pen. De Madeleine werd in 1969 op gevolgd door de Knip. Dit blad kreeg twee jaar geleden een face lift en ging verder als Knip Mode. Uitgeverij Spaarnestad heeft nu met ingang van april beide bladen samengevoegd. Hoofdredacteur Julia Martens van het nieuwe blad: „Knip Mode en Marion wa ren de laatste jaren al sterk naar elkaar toegegroeid. Maar beide bladen hadden een restyling no dig. De uitgeverij wilde slechts in vesteren in het uiterlijk van één ti tel. En dat zou ten koste gaan van de andere. Dat is de afgelopen ja ren wel gebleken. Het was echt een golfbeweging. Dan ging het ene blad beter en dan het andere. Toen Knip twee jaar- geleden werd om gezet in Knip Mode steeg de opla ge meteen en dat ging ten koste van Marion. De totale oplage van beide bladen was 310.000: Marion nam daarvan 150.000 voor zijn re kening en Knip Mode 160. Het nieuwe blad gaat in een oplage van 220.000 de markt op." Wat verandert er nu voor de leze res. Een blik in het nieuwe blad le vert een paar uiterlijke verande ringen op. Er is beter papier ge bruikt, er staan meer kleurenfoto's in, het ideeënboekje in het hart van het blad is uitgebreid en de fo tografie is dynamischer. Daar naast is de inhoud breder van op zet. Zelfmaakmode blijft het be langrijkste maar daarnaast komen meer 'lees- en doe-onderwerpen' aan bod: gezondheid, koken, schoonheid, accessoires en koop mode. „De vrouw die zelf haar kle ding maakt, is gek op hoe heur haar zit, welke sjaal bij haar kle ding past en welke schoenen ze moet dragen. Ze wil meer over mo de weten," verklaart Julia Martens de veranderingen. Als we kijken naar Martens 'pro fielschets' van de vrouw die het blad leest, of liever gezegd die de vorige bladen las, dan zien we een ideaal mens. „Een actieve, dyna mische vrouw tussen de 25 en 35-40 jaar met kindertjes, ze onderneemt veel en is altijd op zoek naar iets nieuws. Ze kijkt weinig televisie, dat vindt ze zonde van de tijd. Die gebruikt ze liever om bij voorbeeld een taart te bakken. Ze is onver moeibaar." Het lijkt haast onmogelijk, maar zulke vrouwen schijnen toch echt te bestaan. En ze zien er 'natüür- lijk' ook nog goed uit, want daar le zen ze het blad voor.... Annemarie Zevenbergen Het nieuwe blad heeft een brede formule Echo's from the past. Een toepasselijker titel had Frank Govers voor z'n nieuwste couturecollectie niet kunnen bedenken. Govers liet echo's weergalmen uit een ver en minder ver verleden. Met zijn collectie voor komen de zomer bewijst Govers dat hij een meester is in het scheppen van tijdloze schoonheid. Want al gaat hij zo nu en dan zover in het combineren van stoffen, kleuren en dessins, dat de toeschouwer het gevoel bekruipt op een carnavals- feestje te zijn beland, zijn ontwer pen zijn door de bank genomen in één woord magistraal. Voor zover er nog sprake is van een actuele modelijn bij Govers, dan komt die het best tot z'n recht in de dagkleding. waarvoor hij een so bere belijning met een duidelijk accent op de taille koos. Govers combineert strak aansluitende pantalons met pijpen tot net bo ven de enkels en jodhpurs (soms van suède en met een vetersluiting onderaan de pijp) met stijlvolle, getailleerde jasjes van damast en gilets met constrasterende bor duursels of bezaaid met pailletten. Nog vrouwelijker zijn z'n tailleurs in zachte kleuren met eveneens ge tailleerde, vrij lange jasjes met af geronde panden op mini-rokjes (soms met een split op het boven been) en met plastrons, gilets of bijpassende topjes met een knoop- sluiting middenvoor. Zijn de pak jes vanwege de perfecte snit al schitterend, de tussen de naden gestikte goud- of zilverkleurige biesjes verlenen er die typische haute-couture-uitstraling aan, zo als ook de enorme strassknopen. Actueel is Govers met zijn natu- relkleurige linnen pakjes met rech te tuniekj assen, bestikt met hon derden houten kraaltjes in de vorm van vlinders. Vrouwelijke silhouetten bij Govers Z'n avond- en gelegenheidskleding is daarentegen volstrekt tijdloos. Dat geldt zowel voor de lange jas jes van damast in prachtige kleu ren petrol, brons of groen, met een aansluitende hals of een hals die de schouders vrijlaat, op chiffonrok ken in lagen van verschillende lengte, als voor de gepailletteerde tunieken met allerhande kleurige dessins, eveneens op lange, trans parante rokken. Maar ook voor de romantische avondtoiletten met een strak bovenlijfje en een laag aangezette wijde rok met een royaal bloemendessin. HansSteinmeier Toch is niet alles in Govers' collec tie zo oogstrelend, soms nadert hij gevaarlijk dicht de grens waar ex travagantie overgaat in kitch. Een slipjas in een opvallende Schotse ruit bijvoorbeeld over een godet- rok in een andere ruit en een wit plastron gaat nog net, maar een onderrok in een rode Schotse ruit met daarover een blauwe rok met zilverkleurige boduursels en een gepailletteerd lijfje in rood met zwart en met gele zonnebloemen is net iets teveel van het goede. Kitty van Gerven Als hij vrouwelijke, elegante kleding kan maken, is Edgar Vos op z'n best. En omdat er geen echte modelijnen zijn dit seizoen, is de collectie van de Amsterdamse couturier elegant en evenwichtig. Hij houdt het bij een paar lijnen en probeert niet het de hele wereld naar de zin te maken. Donkerblauw is voor de dagkle ding zijn hoofdkleur, streng gecombineerd met wit of bedrukt met gebroken witte batik- of etni sche motieven. In die stoffen maakt hij rechte, comfortabele pantalons, waarop hij onder de boezem geknoopte plastrons en recht aangesloten jasjes laat dra gen. Echte wikkelrokken, die vrij ver openvallen, combineert hij met rechte lange gilets met daarover heen weer vrij lange aangesloten jasjes, bijvoorbeeld in linnen. Zijn jurken sluiten allemaal vrij nauw om het lichaam. Heel mooi zijn de robe-manteau met witte graag en de wikkeljurk van crepe de chine met witte sjaalkraag, die in de taille wordt vastgezet met zes grote parelmoerknopen. Chemise-mantels, gedragen op bij passende korte - de knieëen zijn bij Vos meestal net te zien - aangeslo ten jurkjes (een beetje jaren vijftig stijl) maakt hij in pastel (met een heel mooie kleur oranje) en snoep goed tinten. En aan al die grote splitten doet Edgar Vos niet mee. De nauwe rokken krijgen wat loop- ruimte maar je kunt er ook nog in zitten. In één woord prachtig zijn de heel wijde, bijna enkellange overhem den, gedragen op ruime pantalons. Modellen die hij sportief of feeste lijk maakt door stofgebruik, kno pen, sierlijke plooien of een jabot. En wie het helemaal a la Vos wil doen, draagt onder die overhem den. die meestal niet of alleen aan de hals worden dichtgeknoopt, een mooie ketting, verder niets. Hier onder laat Vos platte espadrille achtige schoenen dragen. Feestelijk kleding mag van Edgar Vos allemaal wat kleurig zijn. Zo als de rose-groen gebloemde zijden taffetas robe-manteau met aange- rimpelde rok en pofmouwtjes die de schouders bloot laten of de etage- en strokenrokken. Henriette van der Hoeven Een wijde, bijna enkellange blouse gedragen a la Vos, vrijwel open met een ketting eronder. foto Frans van der Linde

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1993 | | pagina 29