Van Hulst straalt
weer energie uit
Turnsport in stroomversnelling
Lenie Lens
over 125 jaar
gymnastiek
sport VRIJDAG 12 MAART 1993 M
Nederlandse
winnaars van
eremetaal op WK
Derde titelstrijd
indoor-atletiek
van Hollandse makelij over het
springen en sjouwde het attribuut rnèj
naar Engeland. Het was zinvoller gewees
als de ploeg een paard meegezeuld haï
want op de wedstrijddag was er in heu
Londen geen paard beschikbaar. Net voet
het sluiten van de wedstrijd werd he
paard ijlings de hal binnengedragen. „Bei
vendien werd onze plank afgekeurd
moesten we die van de Engelsen gebni
ken."
Met de plank en een rijke verzamelingaa;
linnengoed keerden de turnsters tenj;
naar Nederland. „In Engeland waren bai
handdoeken, lakens en slopen veel goej
koper dan in Nederland. Sommige tun>
sters die net getrouwd waren, wilden hm
uitzet aanvullen. Ik was 18 jaar, maarwa
op stap met een vrouw als Ans Holz-KeUf.
naars die 36 jaar was."
Tegenwoordig zit een turnster rond hae
zestiende aan de top. „Ik ga altijd tege
die personen in die zeggen dat tumstgj
tegenwoordig klein worden gehouden c
dat turnen weinig te maken heeft n»
vrouwelijk bewegen. Ook Loedmilla Tot
rischeva (wereldkampioene in 1970) wsj
klein. Zij was alleen ouder waardoor hag
oefeningen vrouwelijker oogden dan dj
van een spruit van dertien."
Ringenzwaaien
Vier jaar na Londen, maakte Lenie Lec
opnieuw deel uit van de Olympisch
ploeg. In Helsinki 1952 stond er voord;
eerste keer brug ongelijk op het program
ma ten koste van ringenzwaaien, haar ft
voriete onderdeel. „Tijdens de centra!;
training bootsten we de brug ongelijk oj
door een rekstok op 2.30 meter te zettene;
uit de brug gelijk haalden we een li
De andere legger zetten we op een h
van 1.50 meter en plaatsten die gammel;
brug en rekstok dicht bij elkaar. Als i
mijn oefening deed, moesten anderen 0[
de brug zitten omdat die instabiel ua;
Kun je je dat nu nog voorstellen? Ik hac
pimpelpaarse bekken van het rugwaarts
spreiden en kaatsen. Schuimrubber ah
bescherming van de heupen kenden
toen nog niet. Dan moet je de toes
nu zien. Een spanbrug met een heerlijk
vering en een ronde grip."
Voor Helsinki trok de selectie zich eg
week terug in de Rijks HBS van Utrecht
„We brachten onze eigen slaapzakken e
bedjes mee en sliepen met zijn allen ind-
kleedkamer. Douches waren er nog niet
In voetenbakjes en wasbakken kondenm
onszelf wassen." Nederland reikte totee
veertiende plaats in de eindrangschil
king, op heel grote afstand van de gouds
medaille winnaressen, de Russinnen. Lt
nie Lens was met 34.29 punt de beste Ne
derlandse turnster en Dinie Krul behaal
de de hoogste nationale score van
punt voor haar paardsprong.
Kuis
Op 6-jarige leeftijd zette Lenie Lens
eerste schreden in de gymnastiekzaal van
Kracht en Vlugheid te Utrecht van hel
Koninklijke Nederlandse Gymnastiek
Verbond (KNGV). Jaren later, in 1987, fu
seerden het KNGV en de Nederlandse Ka
tholieke Gymnastiek Bond (NKGB). Ah
Koninklijke Nederlandse Gymnastiel
Bond (KNGB) bereikte de rijkere organ!
satie, die 19 maart haar honderdvijfen
twintig jarig bestaan viert, een ledental
van 300.000.
Dat aantal contrasteert met het handje
vol gymnasten dat in de vorige eeuw ziet
kuis aan gereedschapsoefening met lint,
knots, bal, hoepel overgaf. Op vier toestel
len bepalen meisjes sinds tientallen jaren
het gezicht van het vrouwelijk bewegen.
Waardering voor die nieuwe lijn bleef niel
uit. Jeannette van Ravensteijn kreeg als
16-jarige turnsters tijdens de Spelen vat
1976 te Montreal de officieuze titel 'turn
ster met de mooiste uitstraling'. De
nale ploeg blonk uit -in sierlijkheid et
kwam daarmee tot een elfde plaats.
Smulders-Van Gerwen legde beslag op
een gedeelde 36e plaats, Jeannette vat
Ravensteijn werd 45e.
De relatieve stilte werd vorig jaar door
broken door Elvira Becks. Ze werd
de Spelen van Barcelona. „Op het succe
van Elvira moet Nederland voortbordu
ren. Turnliefhebbers zouden hun handet
ineen moeten slaan, want de sport is zoit
beweging. De oprichting van Papendtl
was het beste wat de Nederlandse tuin
sport kon overkomen. Dat kunnen br
stuurders en coaches van nu toch uit df
geschiedenis leren."
Edith Ramakers
Bij de drie voorgaande toernooi
en om de wereldtitels indoor
veroverde Nederland drie gouden
en één bronzen medaille.
Bij het eerste WK. in 1987 in India
napolis, behaalde Nelli Cooman de
titel op de 60 meter in 7,08 secon
den. Han Kulker werd op de 1500
meter derde in 3.39,51.
Twee jaar later, in Budapest 1989.
kon Nederland met Nelli Cooman
en Elly van Hulst twee wereldkam
pioenen begroeten. Cooman pro
longeerde haar titel op de 60 meter
in 7,05 seconden. Van Hulst won de
3000 meter in de nog steeds gelden
de wereldrecordtijd van 8.33,82.
Bij het derde WK indoor, in Sevilla
1991, kwam de beste Nederlandse
prestatie op naam van Yvonne van
der Kolk. die in de finale van de
1500 meter als vijfde eindigde in
4.06,86.
Het toernooi om de wereldtitels
indoor, dat vandaag (vrijdag)
in de Skydome in Toronto begint,
is officieel het vierde in de geschie
denis van de atletiek.
Op 18 en 19 januari 1985 werden in
het sportpaleis van Bercy in Parijs
de wereldspelen indoor atletiek als
voorloper van het WK gehouden.
Drie Nederlandse atleten van de
tien die in Toronto starten, hebben
alle officiële toernooien om de we
reldtitels meegemaakt: Nelli Coo-
man, Elly van Hulst en Frans Maas. 1
De hemel en de hel heeft ze gezien. Glo
rieuze momenten wisselden zich af
met dramatische dieptepunten. De afge
lopen twee seizoenen deden verschoven
ruggewervels en een geheimzinnig virus
Elly van Hulst het ergste vrezen. De ti
mide atlete was doodziek. Lichamelijk en
geestelijk. Mensen riepen haar na op
straat: „Meisje, hou toch op." Maar Van
Hulst, een onverbeterlijk optimist, wei
gerde hardnekkig om afscheid te nemen.
De 33-jarige atlete vocht opnieuw terug en
verschijnt dit weekeinde bij de WK in To
ronto aan de start van de 3000 meter. Het
vizier gericht op de top. Met één verschil.
„Het accent ligt niet langer op moeten
presteren, maar op willen presteren."
Elly van Hulst sloot zich vorig seizoen op
in haar Ivoren Toren. Hoog in de Zwitser
se bergen. In een chalet, zonder televisie.
Haar enthousiasme voor de atletiek was
danig bekoeld. Ze huiverde van de sport.
„Ik kon er niet meer tegen." Het hele
olympische seizoen ging aan haar voorbij.
Alleen het bericht over de gouden plak
van Ellen van Langen sijpelde door. „Atle
tiek, ik werd er zo somber van, zo down.
Agressief zelfs. Ik had soms de neiging
dingen van tafel kapot te gooien."
De periode waarin het mysterieuze virus
onder haar leden woekerde, staat Elly van
Hulst nog helder voor de geest. Door
waakte nachten, twijfels en zo nu en dan
toch weer een vleugje hoop. Maar opge
ven? „Dat nooit. Niet op zo'n manier", had
ze zich heilig voorgenomen.
Virus
Van Hulst had net een jaar verspeeld met
een rugblessure, toen een mysterieus vi
rus haar in het ziekenhuis deed belanden.
Rust bleek een effectief wapen in de strijd
tegen de ziekte. Van Hulst herstelde voor
spoedig en stond korte tijd later weer op
het atletiek-ovaal. Met volle overgave en
met de Spelen in het achterhoofd, wijdde
ze zich aan de come-back.
De trainingen liepen gesmeerd. Tijdens
haar optreden in Kerkrade werd Van
Hulst niettemin getroffen door een boycot
van haar benen. Wat volgde was een aan
eenschakeling van sportief malheur. Het
prestatieve verval was niet meer te stop
pen. Elly van Hulst liep samen met levens
gezel Theo Kersten de deuren van de spe
cialisten plat. „Maar niemand die kon ver
tellen wat mij precies mankeerde." Het
bloedbeeld was zuiver en daarom werd de
oorzaak voor het feilen voornamelijk ge
zocht in onzekerheid en faalangst.
De wereld van Van Hulst stortte in. Tot
dat in de zomer bleek dat er sprake was
van een post-viraal syndroom. „Ik ben te
ongeduldig geweest. Heb de trainingen te
\Toeg hervat en daardoor gezonde cellen
kapot. Mijn immuumsysteem werkte niet
meer naar behoren. Ik had te weinig rust
genomen."
Moedeloos
Het seizoen was verloren, Barcelona onbe
reikbaar. Van Hulst was moedeloos, maar
nog steeds niet gebroken. Ze besloot eerst
om uit te zieken en daarna om terug te
vechten. In oktober maakten scepsis en
chagrijn plaats voor nieuw enthousiasme.
Van Hulst, die in Portugal nog een make
laardij bestiert, begon aan haar zoveelste
rentree. Voorzichtig en stapvoets. „En
met de hartslagmeter om."
De afgelopen weken straalde ze weer ener
gie uit. Van Hulst miste in de eerste aan
loop naar de WK in Toronto nog moed en
kracht om in de laatste ronden van leer te
trekken. Maar het optreden tijdens de NK
was zeer hoopgevend. „Daar liep weer de
oude Elly." Ze verpulverde de WK-limiet
op de 1500 meter en greep tevens de titel
op de 3000 meter. „Ik ging pats-boem weg
en hield de snelheid tot het einde vast. Ik
ben sterker geworden. Dankzij de kracht
trainingen."
Roem en eer zijn broze dingen. Elly van
Een potkacheltje verwarmt een
armetierig zaaltje in Rotterdam
waar een select gezelschap turnsters
zich voorbereidt op de Olympische
Spelen van 1948 in Londen. De
vróuwen storen zich niet aan die
oncomfortabele omstandigheden. Op
provisorische toestellen zwieren ze
zich warm aan de ringen, springen
over het paard, houden zich staande
op een wankele evenwichtsbalk of
voeren een 'vrije
gereedschapsoefening' uit. Lenie
Gerrietsen is met haar 18 jaar de
jongste van het stel en de 36-jarige
Ans Holz-Kellenaars de nestor.
De ex-turnster
toont haar
diploma van de
Olympische
spelen in Londen
'48. „Ik moest
mijn balkoefening
aanpassen omdat
de internationale
organisatie een
spagaat ethisch
onverantwoord
vond."
foto Roland
de Bruin/GPD
Elly van Hulst telt weer mee. Ze werd vorige maand nationaal kampioene op de 1500 meter.
Hulst weet er alles van. Haar internatio
nale naam en faam zijn tanende. Wed
strijdmakelaars tonen nauwelijks nog in
teresse. „Ik kan er niet mee zitten De at
lete die haar loopbaan in ruim twintig jaar
uiterst behoedzaam opbouwde, gaat zich
ook nu niet forceren, „Ik heb toch niets
meer te verliezen."
Van Hulst liet in 1989 nog een gedenk
waardig wereldrecord op de 3000 meter in
door noteren (8.33.83). Om onbegrijpelijke
redenen greep ze in buitentoemooien
evenwel telkens net naast de medailles.
Door de rugblessure en de virusinfectie
bleef ze lang buiten beeld. Veel wedstrijd
organisatoren hebben haar afgeschreven.
Haar naam werd bijgezet in het rijtje van
oudgedienden. Van Hulst is echter vast
besloten om de komende jaren nog wat te
laten zien. „Het WK in Toronto is een leuk
opstapje. Ik wil er naam maken voor het
buitenseizoen. Het wordt tijd dat ik mijn
gezicht weer eens laat zien". En vervol
gens met een grijns: „Degenen die mij
hebben afgeschreven zullen me nog leren
kennen. Frans Dreissen
Lenie Gerrietsen, beter bekend als Le
nie Lens. herinnert zich als de dag van
gisteren hoe ze in een katoenen pakje met
ballonbroekje de handstand stut deed of
de baloefening in een wit jurkje. Allerlei
anecdotes schieten haar te binnen. Zoals
de afkeuring van haar spagaat omdat die
ethisch onverantwoord zou zijn en de ei
gen springplank die de Nederlandse
equipe voor de Olympische Spelen in 1948
naar Londen meesleepte. „Ik ben niet ja
loers op de turnsters van tegenwoordig,
maar wanneer ik die schitterende toestel
len zie, zou ik weer jong willen zijn."
Met het 125-jarige bestaan van de turn
bond (KNGB), dat 19 maart met een jubi
leumcongres en een receptie in Beekber
gen wordt gevierd, kijkt ze terug op
bloeiende turnjaren, maar ze wordt bijna
somber als ze in de toekomst blikt.
De naam Lenie Lens (63) is een begrip in
de Nederlandse turnsport. Tweemaal, in-
1948 en 1952, maakte ze als turnster de
Olympische Spelen mee, ze was interna
tionaal jurylid, gaf jurycursussen, was de
grote inspirator van de oprichting van het
turninternaat Papendal en het brein ach
ter onder andere de slotmanifestatie van
de Gymnaestrade in 1991 te Amsterdam.
Ze is momenteel druk in de weer de cho
reografie van de openingsceremonie van
de Jeugd Olympische Spelen in juli te Val-
kenswaard aan 864 gymnasten over te
dragen. Nog steeds geeft ze gymnas
tieklessen bij de Utrechtse vereniging
Atilla.
„Met de Olympische Spelen van München
in 1972 begon de glorietijd van het natio
nale turnen. Trainster Eva Bartha stond
zelf versteld van de negende plaats van
'haar meisjes'. Nederland staat nog steeds
bol van het talent, maar het bondsbestuur
en de leiding zouden een grotere eenheid
moeten vormen."
De kritiek op de organisatie in de turn
bond komt uit haar hart. Ze heeft onder
vonden hoe moeilijk het kan zijn om ver
anderingen in de benadering van sport te
weeg te brengen. In 1971 kwam de Hon
gaarse Eva Bartha naar Nederland. Zij
had als coach van de Hongaarse damesse
lectie drie Olympische Spelen meege
maakt. „Eva was een grootheid. Op een
avond zei ze tegen me. 'Lenie als we met
turnen iets willen bereiken, moeten we
een internaat oprichten'. Daarna hebben
we hemel en aarde moeten bewegen om
een keurgroep in Papendal te krijgen,
want zeker voor die tijd was dat een ambi
tieus plan."
Voorbereid
Bartha, Lens en Riek Fentsahm (destijds
voorzitter van de technische afdeling)
'hadden hun zinnen op Papendal als tur
ninternaat gezet. Nadat ze het fiat kregen
van het bondsbestuur, stroopten ze de
omgeving af op zoek naar gastgezinnen en
klopten bij schoolleidingen aan om aan
gepaste lesroosters te realiseren. Neder
land kreeg in 1975 een semi-internaat,
waar getalenteerde turnsters voorbereid
werden op internationale wedstrijden. In
de regio's trainden wekelijks jonge talen
ten, kweekvijvers die het turnwalhalla
van Nederland continu voedden.
Rusland en Oost-Duitsland verbaasden
in de jaren zeventig de wereld met werve
lende oefeningen. In de schaduw van die
erkende tumnaties, behaalde de Neder
landse ploeg in Munchen '72 de negende
plaats. Het oranje-zestal liet landen als
Bulgarije. Polen, Zwitserland, Italië,
Frankrijk, Engeland, Joegoslavië achter
zich. Met veel minder faciliteiten dan de
Oostduitse en Russische meisjes was de
Nederlandse ploeg, Margot Velema, Ans
van Gerwen, Linda Toorop, Ikina Morsch,
Ans Dekker, Nel van der Voort en reserve
Margot Hilders tot die prestatie gekomen.
Zij zeiden toen: „Die Oostduitsen bijvoor
beeld doen al jarenlang niets anders dan
turnen en turnen. Ze leven bij elkaar en
krijgen ook nog eens zakgeld van 300
mark in de maand." Voor Eva Bartha had
de negende plaats dan ook meer waarde
dan de vijfde plaats die ze eerder met haar
Hongaarse turnsters had behaald.
Hooggesloten
In 1952 danste
Lenie Lens in een
katoenen pakje.
„Als ik die
schitterende
toestellen van
tegenwoordig zie,
zou ik weer jong
willen zijn."
Lenie Lens was als jurylid aanwezig in
München. „Het was voor mij een openba
ring wat de Nederlandse turnsters daar
lieten zien. Met heel veel inspanning kon
den we de internationale ontwikkeling
volgen, maar dan mochten we geen mo
ment meer stilzitten. De turnsport was in
een geweldige stroomversnelling terecht
gekomen. In mijn tijd was er een mix van
turnen en ritmische gymnastiek, in 1972
zag je dat acrobatische elementen op toe
stellen de boventoon gingen voeren."
In München vertoonden de turnsters hun
kunsten op brug, balk, paard en vrije oefe
ning in minuscule, weinig aan de verbeel
ding overlatende pakjes. In 1948 danste
Lenie Lens met een bal in een witte jurk en
in een degelijk hooggesloten katoenen te
nue werkte ze aan balk, vloer, ringen en
evenwichtsbalk. „Het Olympisch turn-
toemooi in Londen zou in het Wembley-
stadion worden gehouden. We hadden in
Nederland een paar keer in het Ajax-sta-
dion geoefend om te wennen aan de open
omgeving. Het regende echter op de dag
van de Olympische wedstrijd. Enkele da
gen later weken we uit naar een grote Ex-
po-hal. In die heksenketel werden we van
de twaalf landen vijfde, achter Tsjechoslo-
wakije, Hongarije, Amerika en Zweden."
Even voordat Lenie Lens aan haar even
wichtsbalk begon, hoorde ze dat ze de spa
gaat niet uit mocht voeren. „Ik moest snel
mijn oefening aanpassen, want de inter
nationale organisatie vond dat onderdeel
absoluut ethisch onverantwoord."
Inventiviteit vierde hoogtij in Londen. De
Nederlandse equipe wilde op een plank