Tegen de barbarij
Wat de Mandarijnen te min vinden
PZC
Warren laveert
tussen echtheid
en maskerade
Gerhard
Durlacher
kunst cultuur
29
VRIJDAG 12 MAART 1993
Een literaire avond wil hij
het niet noemen. Goed,
Marion Bloem, Remco
Campert, Imme Dros, Cherry
Duyns, Diana Ozon, Nasim
Khaksar en Marcel Möring zijn
van de partij, ze lezen teksten
voor... Maar die optredens zijn
niet meer dan een middel, een
voorzichtige poging om iets bij
te dragen aan een leefbaarder
wereld. Als het aan Gerhard
Durlacher ligt staan de
bewoners van het
asielzoekerscentrum van
Middelburg, die speciaal voor
de auteursbijeenkomst van
volgende week donderdag 18
maart zijn uitgenodigd,
centraal. Het samenzijn in het
Middelburgse stadhuis moet
een avond opleveren, waar de
asielzoekers en andere
belangstellenden ongedwongen
met elkaar in contact kunnen
komen.
Gerhard Durlacher: „Ik kan me
zo goed indenken hoe ont
heemd je je voelt in een land waar
je de taal, de cultuur niet kent. De
asielzoekers leven in een volstrekt
gescheiden wereld. Er worden wel
pogingen ondernomen om contact
met hen te leggen. Open dagen om
de Nederlanders te laten zien hoe
de bewoners van de asielzoekers
centra strijken, koffie drinken, ko
ken, cassave stampen. Zo'n dag is
voor mij Artis, beestjes kijken, iets
wat vermeden moet worden, want
we hebben het over volwaardige
mensen."
Niet te veel bombarie, geen grote
publiciteitscampagne. Het initia
tief van Durlacher om met schrij
versavonden iets bij te dragen aan
een verbetering van de positie van
asielzoekers is een teer kasplantje.
Eerder gaven auteurs in Oost—
Duitsland op die manier blijk van
hun engagement. Durlacher acht
te de tijd in Nederland rijp voor een
soortgelijk initiatief. Middelburg
is voor hem een proef. Als de avond
daar een succes wordt, hoopt hij in
andere Nederlandse steden, waar
asielzoekerscentra gevestigd zijn,
ook schrijversbijeenkomsten te or
ganiseren.
Van een thema 'schrijvers tegen
racisme' wil hij niets horen. „Niet
te zwaar, niet te serieus", zegt hij
over het karakter van de avond die
onder de titel 'Eén wereld of geen
wereld' wordt gepresenteerd. „Het
moet niet zo zijn dat het de hele
tijd over asielkwesties en oorlog
gaat. Dat zou precies hetzelfde zijn
als wanneer je patiënten met been
breuken steeds films laat zien van
mensen met beenbreuken."
Dat hij zelf het initiatief heeft moe
ten nemen om de de stem van de
Gerhard Durlacher: De intellectuele elite heeft een taak.
foto Klaas Koppe
schrijvende elite in Nederland te
laten klinken tegen de groeiende
onverdraagzaamheid en vreemde
lingenhaat, vindt hij logisch. Uit
eindelijk heeft hij de concentratie
kampen van de Tweede Wereld
oorlog meegemaakt. „Ik heb mijn
verleden, dat maakt uit." En over
zijn collega-schrijvers: „Intellec
tuelen, wat doen ze in vredes
naam? Belangrijke problemen ne
men ze niet spontaan op, ze moe
ten allemaal een duwtje hebben. Ik
ook, hoor, zo origineel ben ik niet,
ik heb het Oostduitse voorbeeld.
Als schrijvers het vluchtelingen
probleem niet oppikken, wie moet
het dan doen? De intellectuele
elite heeft, een taak. Geen grote
taak, want die kunnen we niet op
ons nemen. We kunnen alleen pro
beren een zandkorrel in het ce
ment te zijn dat de wereld bij elk
aar moet houden."
Autistisch
„Mensen zijn vaak zo met hun ei
gen werk bezig, dat ze een beetje
autistisch zijn voor de wereld om
hen heen. Ik kwam toevallig op dit
idee, en ik heb toevallig dit verle
den."
Durlacher 1928, Baden-Baden)
groeide op als zoon van liberale jo
den in Nazi-Duitsland. In 1937
vluchtte het gezin naar Rotter
dam, vijf jaar later volgde de de
portatie naar Westerbork. Ger
hard overleefde de gruwelen in
Theresiënstadt en Auschwitz. Zijn
vader kwam om in Bergen-Belsen
en zijn moeder in Stutthof. Durla
cher was van 1964 tot 1983 docent
sociologie aan de Universiteit van
Amsterdam. Over zijn traumati
sche oorlogservaringen schreef hij
tot nu toe drie boeken: in 1985 ver
scheen Strepen aan de hemel over
Theresiënstadt en Auschwitz,
twee jaar later volgde Drenkeling,
waarin hij zijn jeugd in het Derde
Rijk beschreef. Gesprekken met
overlevenden van het Mannerla-
ger-Birkenau werden in 1991 ge
bundeld in Zoektocht. Binnenkort
verschijnt Quarantaine, met ver
halen over Theresiënstadt en de
thuiskomst in Nederland. „Ik wil
in dat nieuwe boek heel erg bena
drukken dat er zelfs in de concen
tratiekampen mensen zijn die, on
danks alles, hun fatsoen behou
den."
Optimisme, hoop, beslist geen
doemdenken. Natuurlijk, er zijn te
kenen dat de verdraagzaamheid,
zeker in Duitsland, minder wordt.
„Maar", zegt Durlacher, „racisme
heeft altijd bestaan. De outsider,
de eenling, die tot zondebok wordt
gemaakt, dat verschijnsel zal nooit
verdwijnen. Er is één ding dat ik
echter niet accepteer: dat is agres
sief racisme. Zodra er agressiviteit
in het spel is zijn er maatregelen
nodig. We hebben het geluk dat in
West-Europa de overheid inder
daad tegen racisme is. Of de be
stuurders echt hard anti zijn, weet
ik niet, maai' er worden in elk geval
geen maatregelen genomen die het
racisme steunen. Dat is heel be
langrijk."
Vluchtelingen
„Wat speelt is dat het racisme mo
menteel massaler is. We hebben
ook nog nooit zulke grote hoeveel
heden vluchtelingen gehad. Nu is
er Joegoslavië, waar we de mensen,
in kampen laten verrekken. En ik
denk dat Rusland, met al die apar
te republieken waar het niet goed
gaat, het volgende probleemge
bied wordt. Of we de grote in
stroom van vluchtelingen uit die
hoek kunnen verdragen, is de
vraag. Er is een gerechtvaardigde
angst voor een grote volksverhui
zing. We zullen op een bepaald mo
ment economisch een stap terug
moeten doen om alle ontheemden
op te vangen, daarvan ben ik over
tuigd. Ik weet niet wanneer het
aantal vluchtelingen voor een land
te groot is. Ik bedenk daarbij altijd
dat het ons nooit kwaad heeft ge
daan om mensen op te nemen, in
tegendeel."
„In 1989, de val van de Muur, ook ik
was enorm enthousiast. Nu ben ik
verschrikkelijk teleurgesteld, ja, ik
was zo naïef te vergeten dat Oost-
Duitsland een bruin-rode kleur
heeft. Daar wonen veel oud-Nazi's,
die niet meer weten wat leugen en
waarheid is. De mensen daar zijn
40 jaar van kinds af aan met de leu
gen opgegroeid, ze zijn gesociali
seerd in de leugen."
„Joegoslavië is een ander verhaal.
Ik heb pas een hele ruwe, rauwe
film gezien waarin je de Russische
dichter Limonov, die op bezoek
was bij de Serven, met een mitrail
leur op mensen ziet schieten. Hij
richtte enthousiast, dat was zo
beangstigend!"
„Ik wil proberen de barbarij te
remmen. Voor mij heeft dat alles
met de avond van volgende week
te maken. Juist nu moet er geremd
worden, want we glijden af. Het ge
weld neemt toe en de omstandig
heden worden slechter. Die spiraal
moet worden omgebogen. Wiesel
heeft gezegd: de grootste doodzon
de is de onverschilligheid. Alleen
al voor die uitspraak verdiende hij
de Nobelprijs. Het grote gevaar is
dat mensen zich erbij neerleggen:
we vinden het verschrikkelijk,
maar we begrijpen de ellende toch
niet. Dat gevoel bestaat wereld
wijd."
„Het proces van privatisering, in
dividualisering, verbrokkeling,
hoe je het ook wilt noemen, is
moeilijk te stoppen. Wie zijn ziel af
sluit voor het buitenland, wil
straks niks meer horen over de
mensen in zijn directe omgeving."
„En toch en toch en toch... Mijn
boeken komen veel vóór op litera
tuurlijsten van middelbare scho
lieren. En in Duitsland gaan dui
zenden jonge mensen de straat op
om te protesteren tegen neo-Nazi's
en rassenrellen. In de jaren derig
gebeurde dat niet. Zo denk ik
maar: de wereld is niet door en
door slecht."
Jan van Damme
Eén wereld of geen wereld, donderdag
18 maart om 20 uur in de Burgerzaal
van het Stadhuis in Middelburg, lite
raire avond met G. L. Durlacher, Ma
rion Bloem. Remco Campert, Imme
Dros, Clierry Duyns. Diana Ozon. Na-
sim Khaksar en Marcel Möring: presen
tatie Rik Zaal; muzikale omlijsting Ro
nald Snijders: organisatie Stichting
Schrijvers School en Samenleving en
Stichting Literaire Activiteiten Zee
land. De boeken van Durlacher ver
schenen bij Meulenhojf Amsterdam.
Of kinderboeken tot de Lite
ratuur gerekend kunnen
worden? Tijdens het symposium
over de literaire status van het
kinder- en jeugdboek, eind vorig
jaar georganiseerd door de Jan
Campertstichting en de Stich
ting Landelijk Platform Kinder
en Jeugdliteratuur, herinnerde
Harry Bekkering (docent Moder
ne Nederlandse Letterkunde aan
de Katholieke Universiteit van
Nijmegen) zijn gehoor aan de
AKO-nominatie die Anne Vegter
en Geerten ten Bosch in 1991 met
Verse Bekken! ten deel viel: „Als
dat geen emancipatie van kinder
en jeugdliteratuur mag heten!"
Het gekrakeel over die volgens
sommigen misplaatste nomina
tie („Het is zo'n dun boekje. En er
staan ook nog plaatjes in") leidde
destijds echter onmiddellijk tot
een aanpassing van het jury
reglement waarin sindsdien vrij
vertaald te lezen staat, dat kin
derboeken niet in aanmerking
komen voor de financieel aan
trekkelijkste literaire prijs in het
Nederlandse taalgebied... tenzij..
nou ja., één keer misschien nog
eens... bij wijze van hoge uitzon
dering, maai' dan moet het wel
iets héél bijzonders zijn, want we
gaan er geen gewoonte van ma
ken.
Met illustraties is het precies zo
gesteld. Geen kunst zeggen de
Mandarijnen: kunstnijverheid-
achtig, traditioneel, te gemakke
lijk, er valt niets te analyseren en
burgerlijk, want een belangrijke
tekst verdraagt geen bemoeienis
van een beeldend kunstenaar.
Dat het kinderboek-met-plaatjes
'dubbelniks' zou zijn, lijkt een ty
pisch Nederlandse opvatting,
want in buitenlandse standaard
werken over boekillustratie
wordt het prentenboek en het
geïllustreerde kinder- en jeugd
boek wel een plekje onder de zon
gegund. In een land als het voor
malige Tsjecho-Slowakije is het
zelfs heel gewoon dat beeldende
kunstenaars zich in een tekst
voor kinderen inleven en vanuit
dezelfde visie werken als bij een
autonoom werk.
In Nederland is nauwelijks werk
van Tsjechische en Slowaakse
Illustratie uit De kleine koning van Kveta Pacovska en Imme Dros.
prentenboekkunstenaars uitge
bracht. Van de tientallen illu
stratoren die sinds 1949 onder
dak vonden bij de Praagse
staatsuitgeverij Statni naklada-
telstvi detské knihy (na 1969 Al
batros) hebben hier alleen Adolf
Born, Jindra Capek, Ota Jane-
cek, Dusan Kallay, Josef Pale-
cek, Jïri Trnka en Adolf Zabrans-
ky een kans gehad. Merkwaar
dig, want wie ooit in de gelegen
heid is geweest een rondje Tsje
cho-Slowakije te mogen doen, zal
bemerkt hebben dat zelfs onoog
lijke boekwinkeltjes in kleine
dorpen een schat aan schitteren
de prentenboeken op de plank
hebben staan. Veel is in de afgelo
pen jaren door gehaaide jongens
voor een habbekrats opgekocht
en vooral in Italië voor goud geld
verkocht aan verzamelaars.
Een in 1991 op de kinderboeken
beurs van Bologna zeer begeerde
en inmiddels onvindbare uitgave
was Pavel Sruts 'Kocici Kral'
met illustraties van Kveta Pa
covska (1928) die tot de top van
Tsjechische illustratoren be
hoort. Haar illustraties in het
twee jaar geleden in Duitsland
verschenen prentenboek 'Der
kleine Blumenkönig' waren vorig
jaar in Bologna een sensatie en
werden door de International
Board on Books for Young Peop
le (IBBY) bekroond met de Hans
Christian Andersen Medal 1992.
De Nederlandse rechten werden
verworven door uitgeverij Van
Holkema Warendorf. Imme
Dros bewerkte de oorspronkelij
ke tekst van Hans Gartner en Mi
chael Neugebauer onder de titel
De Kleine Koning. Haar verhaal
over de kleinste koning en konin
gin van de wereld, die behalve
hun liefde voor elkaar ook een
passie voor tulpen delen, werd
een poëtische love story in ach
tendertig zinnen.
Beeldend
Kveta Pacovska's illustraties
staan in dienst van het verhaal,
maar bezitten een zo grote beel
dende kwaliteit dat ze los van de
tekst stuk voor stuk bestaans
recht in zichzelf hebben. Haar
vreugdevolle, intense kleuren en
eenvoudige, maar krachtige
vormtaal maken dat elke prent
een diepe indruk achterlaat en
'duizend gedachten' oproept.
Hoe weinig ze zich - door welk
keurslijf dan ook - aan banden
gelegd voelde, blijkt uit de onbe
vangenheid voorstellingen die
precies laten zien wat zichtbaar
is, te combineren met speelse in
vallen waarvan te vermoeden
valt dat ze zich onverzettelijk
spontaan aandienden.
Kveta Pacovska illustreerde
meer dan vijftig boeken en verge
leken bij wat in Nederland over
het algemeen geapprecieerd
wordt maar nogal eens stoffig il
lustratief is, doet elke ervan wel
haast avant-gardistisch aan.
Daarom doet de schrijver van dit
stukje voor één keer een wens: hij
vergaapt zich al geruime tijd aan
haar illustraties in 'Nevyplazuj
jazyk na leva' en aan die in 'Tri
katatka', maar kan geen Tsje
chisch lezen. Zou er misschien
een uitgever zijn die...? Er moet
een markt voor deze boeken zijn,
omdat geen ouder een kind zoiets
bijzonders zal onthouden.
Jan Smeekens
Joke Linders Toin Duijx: Literatuur
zonder leeftijd. Tien symposiumlezin
gen: Stichting Landelijk Platform
Kinder- en Jeugdliteratuur. Amster
dam.
Kveta Pacovska en Imme Dros; De
kleine koning. Van Holkema Wa
rendorf. Houten, 29,90.
De tijd vordert. De mens
wordt kaler, het land
schap schraler. Hans Warren
tekent in zijn Geheim Dagboek
niet alleen een zelfportret, hij
schetst evenzeer de ontwikke
ling van een cultuur, de biogra
fie van een landschap. De tien
delen die tot nu toe versche
nen, bestrijken de periode 1942-
1975: Zeeland-Parijs-Zeeland
vleugje Randstad. Warren, tot
dan toe wars van de literaire
coterie, staat niet langer aan de
zijlijn. Warse Warren trekt over
de Kreekrakdam: een gereser
veerde toeschouwer wordt een
gereserveerde veldspeler, die -
zo blijkt telkens weer - zelden
rouwt om het eindsignaal. Am
sterdam na Parijs, het is geen
edele volgorde. Het blijft voor
alsnog behelpen, maar als de
nood het hoogst stijgt, is er al
tijd wel een trein terug. De ver
schrikkingen van dat barse
Noorden leveren in elk geval
boeiende notities op voor wie
geïnteresseerd is in de knette
rende letteren. Die lezer (m/v)
mag in de komende afleverin
gen meer en meer inside infor
mation van een 'outsider' ver
wachten.
Oorlog
Hans Warren krijgt veel aan
dacht in deze boekenenweek,
die in het teken staat van het
Menselijk Document. Vrij alge
meen wordt aangenomen, dat
zijn Geheim Dagboek de be
langstelling voor het ego-docu
ment in deze streken danig
heeft versterkt. De boeken
week heeft zijn uitgever. Bert
Bakker, tot actie gedreven. Hij
maakte dagboek-pakketten:
de tien delen in een doorkijk-
verpakking. Daarbij wordt een
dun boekje aangereikt. Ge
heim Dagboek 1939-1940. Het
is een voorschot op het jour
naal dat in 1942 een eerste in
vulling vindt. De dan (nog net)
achttienjarige Warren maakt
in het dijkhuis van Borssele
aantekeningen bij de mobilisa
tie en, later, de bezetting.
Het aandoenlijke vollemelkss-
moeltje op het omslag lijkt
ruim vóór die tijd gemaakt-
Deze oorlogsnotities zijn gro
tendeels afkomstig uit het Na-
tuurdaglfoek dat de jonge
Hans Warren bijhield. Het ru
moer rond de Schelde heelt
hem blijkbaar dermate aange
grepen, dat hij de reeks waar
nemingen van sterns, pluvie
ren en jodelende scholeksters
even onderbreekt voor bom
men, granaten en het overig
krijgsbedrijf.
Over de opwinding rond de mo
bilisatie bijvoorbeeld: „Een
poosje later kwam Jan Mol, en
die had heel wat te vertellen.
Telkens liep hij naar het water,
en dan kwam hij toch weer te
rug om een opgewonden
speechje tegen ons te houden.
Bijvoorbeeld, snuivend en bla
zend. met felle walrusoogjes:
'Ik wil wel voor het vaderland
vechten, maar dan (en hij telde
af op zijn vingers) de Koningin-
ne voorop, en Juliaona d'r nes
sen, en al die venters van de
Staten-Generaal en die dikpo-
ken en baronnetjes!"
Over de Vijfde Kolonne-ge-
ruchten: „Iemand had een duif
op zien vliegen van het veld, en
aldus geredeneerd: 'Als je een
duif op ziet vliegen, moet er ook
iemand zijn die hem losgelaten
heeft (hm) en dat moet dan een
neergelaten parachutist zijn.'
Hij naar de burgemeester.
'Burgemeester, er zijn para
chutisten geland in de polder.'
Alarm, politie erheen, doodze
nuwachtig. Em jawel, daar liep
iemand op het land, heel geraf
fineerd als vrouw verkleed nog
wel! Voorzichtig omsingeld,
geen uitweg meer. De parachu
tist gevangen. Het bleek een
meisje van het dorp te wezen
dat voor haar vader op het land
aan 't werk was. Hulde."
Joost Zwagerman schreef een
voorwoord bij dit boekje. Het is
meer een inleiding tot. het Ge
heim Dagboek als (voorlopig)
totaal. Al wat gezegd is. wordt
gezegd. Zwagerman voegt er
een interessante optie aan toe.
„Hoe moeilijk is het om te
schrijven over wanhoop, twijfel
en ongeloof in jezelf wanneer je
weet dat het dagboek al lang
niet meer 'geheim' is? Het on
vermijdelijk gevolg van het
jaarlijks verschijnen van Ge
heim Dagboek, dat per deel ge
middeld zo'n drie jaar beslaat,
is dat Warren het heden steeds
dichter nadert. Ik ben nieuws
gierig naar het moment waar
op hij zichzelf zal hebben inge
haald. Het is spannend om mee
te maken dat de man die in zijn
dagboek schrijft uiteindelijk
ook in de tijd zal samenvallen
met de man die Geheim Dag
boek schrijft."
Indigo
De Bijenkorf biedt de clientèle
dit jaar Dagboek van een gym
nasiast van Godfried Bomans
aan als 'boekenweek-special'.
Het was aanvankelijk de be
doeling. dat het verhaal Indigo
van Hans Warren als zodanig
zou fungeren. Het verschijnt nu
bij Warren's vaste uitgever
Bert Bakker.
De 'dichter van liefde, schoon
heid en dood' schreef ook en
kele prozawerken. De novelle
Steen der hulp (1975) werd en
kele malen herdrukt, het gro
tere en sterkgelaagde Deme-
trios (1976) bleek een stevige
uitdaging voor de gevorderde
lezer.
Nu ligt er het verhaal Indigo.
Op veertig bladzijdes schetst
Warren de contouren van een
zelfportret. Helemaal uitge
werkt worden die niet; er moet
iets te raden blijven. Het ver
haal heeft iets - zo niet: veel -
van kitsch in kitsch, het beeld
daarvan, de spiegel en de re
flectie.
Hans Warren (71) verklaart de
schrijfster van rose boekwer
ken Myra Nolet (71) tot onder
werp van een verhaal binnen
een verhaal. Myra woont als
Laura in een Schoner Wohnen-
huis bij de duinen, werd rijk en
wordt rijker, beheert zonder
veel zorg een kunstcollectie én
beheert met veel zorg het oude
vel dat haar skelet omspant. Ze
identificeert zichzelf met de
prent La mort. qui danse van
Félicien Rops. Het weerhoudt
haar er niet van haar broze bot
ten liefdevol te bieden aan de
avonturier Ram Crone. Hij, de
zuidelijk ogende zwarte krulle-
bol, maakt van de liefde een
sport. Bovendien ruikt deze
Ram. behalve oude zeep, geld,
veel geld. Laura vergeet in zijn
armen graag wat ze als Myra
beschreef. Ze raakt in de ban
van al die zuidelijke spieren, de
gazelleogen. de oortjes, de
groef van zijn wervelkolom. In
tussen lopen haar rekeningen
leeg. Ze ziet het, maar komt in
haar bezetenheid niet tot een
kranige vorm van afweer. Het
gebed om steun bij haar buur
man, een falsificerende schil
der. lijkt te helpen maar helpt
niet. Ook hij hoort zilvergerin-
kel. Er volgt het begin van een
overval, er klinken schoten, er
wordt gebloed en gearresteerd.
Het leven draait kommervol
verder. Aan het einde van het
verhaal schrijft Myra temidden
van de leugens van Laura aan
haar nieuwe boek. Ze voegt
daar enkele wenselijkheden
aan toe: een suf dametje, een
goudeerlijke knul en een ploert
van een kunstschilder.
Dit verhaal van liefde en mis
daad, echtheid en vervalsing,
speelt zich af tussen het tiende
en elfde soap-boek van Myra
Nolet (71). Zeker, zij schrijft zo
gracieus als de dood maar dan
sen kan.
Andreas Oosthoek
Hans Warren, Geheim Dagboek,
deel I tot en met X, uitgeverij Bert.
Bakker. Actie maand maart; f 199,-
Losse delen f. 19,90.
Hans Warren, Indigo, uitgeverij
Bert Bakker, f 14.90
Hans Warren: Aandoenlijk vollemelkssmoeltje...