brigade populair Paula D'Hondt, omstreden geweten van België, stopt Steun politici voor eco-landbouw vereist PZC PZC Waarheid en relaties Onthullend' boek ver Alexander is erzameling roddels opinie en achtergrond Ruim voldoende sollicitaties voor eerste drie compagnieën r*I VRIJDAG 26 FEBRUARI 1993 or Carine Neefjes [et boek 'Prins Willem Ale xander, zijn ware verhaal', door uitgeverij Strengholt schrijver Marc van der Lin- met veel bombarie is aange- ïdigd, biedt geen letter uws. Het boek zou volgens de „onthullend zijn" en schrijver zou een nog onbe- id beeld van de toekomstige st schetsen. Van der Linden die inmiddels vijfjaar voor roddelblad 'Weekend' komt niet verder dan het ende portret van de prins feestvierder, een jongen die nog weinig bezighoudt met toekomstige taak als ko- titel 'Prins Willem Alexan- zijn ware verhaal', doet ver- dat de inhoud net zo lullend is als het boek ina, her true story' (over de van prins Charles) de Britse schrijver Andrew ton. Niets is minder waar. boek van Morton deed afge- zomer veel stof opwaaien, vrienden van Diana imigen met naam geciteerd) elden over de zelfmoordnei- en eetziekte van de prin- De anonieme bronnen van der Linden, onder wie twee iden en één ex-vriendin- van de prins, melden niets de kost lezer wordt geconfronteerd oude kost. De verloving van en Claus, het omstreden van het koninklijk dat in rook opging en de ge- ten rondom het. oorlogsver- van prins Claus, zijn voor oveelste keer opgetekend. :m Alexander wordt afge- derd als een feestnummer studeert. Dat zijn stu- vlot, is oude koek. Hij is j met zijn zesde studiejaar liedenis en hoffunctionaris- al enige tijd met ning af wanneer de Prins afstudeert. der Linden gaat uitgebreid de „moeilijke puberteit kroonprins". Vooral de van kasteel Dra- reyn in Lage Vuursche naar s Huis ten Bosch in Den zou hem zwaar zijn geval- die tijd kampte prins met depressieve klachten, moeder was als koningin huis en Alexander be- steeds duidelijker dat ook koning zou worden. Het is nogal voorspelbaar dat een puber met een dergelijk toe komstbeeld zich wat afzet tegen zijn ouders. Volgens Van der Linden was het 'generatieconflict op Huis ten Bosch' onder meer aanleiding voor koningin Beatrix en prins Claus om hun oudste zoon in de zomer van 1983 naar het Atlan tic College in Wales te sturen. Maar ook voor deze conclusie heeft de schrijver weinig eigen speurwerk verricht. In de in 1985 gepubliceerde biografie over Alexander van Renate Rubin stein. waar Van der Linden aan refereert, zegt de kroonprins over zijn vertrek naar Wales: „Kijk. ik vond mezelf niet lastig. En mijn ouders vonden zichzelf niet lastig. Maar elkaar vonden we wel lastig". Vriendinnen Het hele boek is doorspekt met kortstondige liefdesaffaires van de prins. Of hij nu op school zit in Wales, in dienst is als marineoffi cier of studeert in Leiden, vol gens Van der Linden heeft de kroonprins iedere keer weer een andere vriendin aan zijn zijde. Maar zijn enige ware liefde was, zoals iedereen allang wist, Yo- lande Adriaansens. Daar wijdt de schrijver dan ook een apart hoofdstuk aan. Van der Linden komt met een zeer onwaarschijnlijk verhaal waarom deze relatie uiteindelijk is mislukt. Zo zou Yolande haar drie jaar durende verkering met de prins hebben uitgemaakt, na een ruzie met koningin Beatrix over topless-foto's die ooit eens waren gemaakt voordat de twee een relatie hadden. „Beatrix laat Yolande via Alexander we ten dat ze het op prijs stelt voor taan bij zulke beslissingen te worden betrokken", zo schrijft Van der Linden. En: „Wat Yolan de betreft, is het nu voorgoed uit tussen haar en Alexander". Het boek is niet meer dan een weergave van vijf jaargangen Weekend en Privé, die de schrij ver achterin het boek als één van zijn geraadpleegde bronnen ver meldt. „Er zullen mensen zijn die vinden dat een jongen van 25 jaar nog niet interessant genoeg is voor een biografie", schrijft Van der Linden in zijn nawoord. Gezien de aanpak van de schrij ver. is die conclusie juist. Een bundel van vijfjaar roddels, ver telt niets zinnigs over de bele vingswereld van een 25-jarige jongen die straks koning wordt. van onze correspondent in Brussel Peter de Vries Van een gesjeesde politica die aan een nette baan geholpen werd, groèide ze uit tot het 'geweten van België'. Paula D'Hondt-Van Opdenbosch (68) vocht vier jaar lang als Koninklijk Commissaris voor het Migrantenbeleid een eenzame strijd tegen het racisme in België, tegen het oprukkende Vlaams Blok en voor een béétje politieke aandacht voor ethnische minderheden. Tot over de grenzen was haar werk bekend, maar in eigen land le verde het dreigbrieven en een massa vij anden op. Extreem-rechts haat haar, de gevestigde macht behandelde D'Hondt „als een uit gestotene". Op 1 maart gaat ze met pen sioen. De balans van haar werk is deson danks „verrassend positief. Van hoog tot laag is de samenleving gevoelig geworden voor dit probleem. Dat is het belang rijkst". Interviews geeft ze vrijwel niet meer. Paula D'Hondt schrijft aan haar eindver slag voor de Belgische regering en wil daarna boven alles rust. Want het werk is haar zwaai' gevallen. Ze bracht ontelbaar veel bezoeken aan moskeeën, migranten centra en achterbuurten, en verzorgde honderden toespraken per jaar. Met een minimaal budget en een kleine staf ont wierp ze tegen de verdrukking in talloze voorstellen. Ze oogt als een oudere moe derlijke vrouw, maar wie haar scherpe oordelen hoort weet dat dat een vergis sing is. „Geen vijf ministers hebben mijn rapporten gelezen", zei ze bitter nadat ze in 1991 als enige politica polshoogte ging nemen in een door rassènrellen geteister de Brusselse wijk. Bedreigingen Ze betaalt een hoge prijs. Regelmatig wordt Paula D'Hondt schriftelijk met de dood bedreigd of wordt haar huis belaagd door extreem-rechtse knokploegjes. Het Vlaams Blok heeft de Koninklijk Com missaris uitgeroepen tot Vijand Nummer Een: „Alleen prostituées laten de deuren open. Wij willen Vlaanderen niet als een publiek bordeel open zetten voor alle vreemdelingen uit Afrika en Azië", zei Blok-leider Dewinter ooit met typerende fijngevoeligheid over haar. Voor D'Hondt is het Blok-programma, met voorstellen als de herinvoering van de bloedafstamming bij naturalisatie, 'een griezelroman'. In haar kruistocht tegen Dewinter c.s. had ze gehoopt op gezel schap van collega-politici, maar, bekende ze vorig jaar, „ik wandel nog steeds al leen". Met 'hoogdringendheid' verordoneerde premier Martens in 1988. na de verkie zingswinst van het Vlaams Blok met de slogan 'Eigen Volk eerst', de instelling van een Koninklijk Commissaris voor het Mi grantenbeleid. Het duurde een half jaar voor D'Hondt werd voorgedragen, en hoongelach was haar deel. De christen-de- Paula D'Hondt foto Bert van den Broucke mocrate had een enigszins omstreden car rière doorlopen als staatssecretaris en mi nister, en ontbeerde elke kennis van het migrantenvraagstuk. Om die reden had ze ook zelf twee keer geweigerd. De benoe ming leek kortom een typisch Belgisch doekje voor het bloeden. Koppig Maar de tegenstanders onderschatten haar koppigheid, het verbeten volhouden waarmee Paula D'Hondt zich door die be ginperiode heen sloeg. Razendsnel werkte ze zich in, verbeten studerend en zich in formerend, gedreven door een gevoel voor elementaire sociale rechtvaardigheid. Haar boek 'Mens voor mens' opent met de les uit die tijd: „Wat ik heb ervaren, kan ik onder één noemer brengen: de kleine man voelt zich. vandaag nog meer dan giste ren, in de steek gelaten door de politieke klasse". Haar overkwam persoonlijk hetzelfde in de contacten met de politici waar ze jaren lang mee gewerkt had: „Niemand wilde mij spreken, niemand bood hulp. In het evangelie staat: 'Hij werd arm met de ar men, en melaats met de melaatsen'. Wel, ik werd van de ene dag op de andere een melaatse". De reden voor die verstoting is simpel: de Belgische politiek verkiest aflevering zo veel van een kafkaiaanse staatshervor ming boven een voortvarende aanpak van om het even welke maatschappelijke kwestie. De spiegel die Paula D'Hondt voorhield, toonde een onthutsend beeld: „We hebben alles laten rotten. We hebben de problemen zelfs niet willen zien". Ghetto Het. Belgische vreemdelingenvraagstuk verschilt niet veel van dat in de buurlan den. Er zijn duizenden asielzoekers, een toevloed aan illegalen, kinderen van gast arbeiders die tussen wal en schip vallen. Openlijke ethnische spanningen bestaan er vooral in Brussel en Antwerpen, waar kleine Marokkaanse en Algerijnse ghet to's ontstaan. De aanpak die D'Hondt voorstaat, is geenszins revolutionair: beter onderwijs (vooral in de streektaal) voor migranten en kansarme Belgen; een betere aanpak" van de illegalen: evenwicht tussen rech ten en plichten; handhaving van de mi gratiestop: en een „plaats voor een goed geïntegreerde islam die onze westerse waarden respecteert", vooral op het ge bied van de vrouwenemancipatie. Maar voor de Belgische politiek zijn die elementaire voorstellen vergaand. In vol le verkiezingsstgrijd „vroegen sommigen me met de beste bedoelingen het wat rus tiger aan te doen". Electoraal valt bij plei dooien voor een integratie-politiek geen garen te spinnen in een land waar de dom ste vooroordelen welig tieren. Zo viel een rechter in Limburg laatst op met de over weging in het vonnis „dat migranten de Belgische wetgeving volledig aan hun laars lappen". En blijkens een enquête ge looft maai' liefst 21 procent van de Vlamin gen dat ras of godsdienst de economische verschillen tussen autochtonen en alloch tonen verklaren. Onnozel Over de onnozele reacties op haar werk zei Paula D'Hondt ooit: „Men beweert nu zelfs dat ik betaald word per migrant die erbij komt; dat ik daar een percentage op krijg. Politici hebben de plicht daarover de waarheid te zeggen en hun mening te verkondigen. Ze durven het een noch het ander". De gevestigde politieke partijen schuwen het daarentegen niet in te spelen op de on lustgevoelens rond vreemdelingen. De li berale burgemeester van één Brusselse gemeente heeft een affiche laten drukken „met een charter of een C-130, met Nols waren ze er al geweest" (bedoeld wordt het terugsturen van migranten naar het land van herkomst). Zijn partijgenoot in Ant werpen voerde campagne met 'het be langrijkste land is eigen land'. En de socia listen vielen op met een pleidooi te stop pen met het spreiden van asielzoekers over de Vlaamse gemeenten. Het leverde hen in 1991 geen stemmenwinst op, want, zoals D'Hondt zei, de kiezers herkennen namaak. Hoe moeizaam het blijft gaan, bleek de af gelopen weken tijdens de parlementaire debatten over de opvolging van D'Hondt door een nieuw 'Centrum voor Etnische pelijkheid'. Die naam stuitte op verzet, want. zoals D'Hondt zei. „sommige poli tici zijn nog steeds bang voor het woord migrant". Het werd met een Belgisch compromis opgelost: Centrum voor Gelij ke Kansen en Racismebestrijding. Tu mult onstond er pas in de volksvertegen woordiging toen Filip Dewinter zei dat dat laatste „dankzij het Vlaams Blok in België bijna niet bestaat". H orns beginnen ontmoetingen O op een manier die, naar la ter blijkt, meteen de kern van de zaak raakt. Ik had het echtpaar nog maar net binnengelaten, of hij vroeg al aan mij: ..Kan ik jou eerst een paar minuten onder vier ogen spreken?" Mijn wei gerachtige reactie mocht niet baten. In de paar minuten dat we elkaar spraken, deelde hij mij kort en zakelijk mee dat hij had besloten bij zijn vrouw iveg te gaan, dat hij haar dat bij mij wilde vertellen, en dat hij hoopte dat de rest van het gesprek zou kunnen worden gebruikt om haar op te vangen en goede af spraken voor de toekomst te ma ken. Zo simpel liep het dus niet. Haar eerste reactie was er een van volslagen ongeloof en ontredde ring. Daarna kwam ze met een stroom van verwijten tegen haar partner. Uit zijn verdediging bleek echter dat hij al jaren, met onvrede over de relatie rond liep, maar dat pas de laatste we ken het idee van scheiding bij hem had doorgezet. Haar centrale verwijt was: „Dus je vond al lang dat het Missen ons niet goed zat, je hebt er nooit iets van gezegd, je hebt ook nooit voorgesteld er iets aan te doen, en de eerste de beste keer dat we met iemand anders erbij praten kom je me vertellen dat het niet meer hoeft! Ik vind het een ont zettend gore rotstreek. Ik voel me verraden en misbruikt, want je hebt jaren in feite gewoon maar gedaan alsof!" Dat verwijt was natuurlijk terecht. Op haar vraag 'waarom ben je er nooit eerder over bego?men', zei de man dat hij er best ivel eens iets van had laten blijken. Maar op haar verwijt dat hij de laatste jaren nooit duidelijk had gezegd hoe onverschillig hun re latie hem in emotioneel opzicht liet, kon hij niet anders dan het hoofd buigen. Hij had een veel zeggend antwoord op mijn vraag wat hem er van had weer houden tegen haar te zeggen: 'Joh, luister eens, ik vind dat. we er over moeten praten en als we er samen niet uitkomen dan moeten we er misschien maar ie mand anders bijhalen.' „Tja, ik heb daar eigenlijk nooit bij stil- gestaan en ik denk eerlijk ge zegd dat ik dat ook niet echt zag zitten, dat ik er niet veel zin in zou hebben gehad." Ik vrees dat deze uitspraak voor veel mensen, en vooral mannen in relaties opgaat. Hoewel het naar het idee van de ene partner niet goed gaat, voelt die er toch niets voor om de emotionele con frontatie daarover met de ander aan te gaan. Hij houdt zijn ware gevoelens liever schuil. Popu laire 'schuilplaatsen' zijn werk, veel van huis weg zijn, (over-)in- vestering in de kinderen en voor de tv of achter de pc zitten. Zoals één van mijn gescheiden manne lijke cliënten het zei: „Och, het liep wel, zolang we het maar niet met elkaar over onszelf hoefden te hébben." Het dramatische aan zo'n situa tie is dat één mens door niet te praten in stilte een besluit voor twee neemt, namelijk om de rela tie te laten verslechteren. Want ook voor relaties geldt de regel: wat zich niet ontwikkelt staat stil, wat stil staat gaat achteruit. Dat was wat de man in kwestie, zij het met de nodige tegenzin, van mij aannam: dat hij door zich emotioneel schuil te houden zelf naar een scheiding had toe gewerkt. Maar op mijn vraag oj hij niet alsnog ivilde proberen uit te zoeken wat er van him re latie te maken viel, gaf hij een oprecht, zij het voor haar moei lijk te verteren antwoord: „Als ik nu ja zeg, doe ik het alleen maar uit medelijden met haar. De waarheid is dat ik er zelf ab soluut niets meer in zie, dal niets meer voor haar voél, minste, geen liefde." Hij voet eraan toe: „Ik ben er vrij van dat het al eerder was n gaan als we vroeger met elka over onze relatie hadden j praat." Ik weet niet of dat waar zouz geweest, maar daar gaat heto niet om. Waar het om gaat, fan punt dat hij het dan in elk gei zou hebben geprobeerd. Ma helaas, wat doen veel mens als ze weten dat hun emotion waarheid explosief of verontr i tend is? Om geen gelazer in fa te krijgen, om geen tijd en eiu gie in moeilijke gesprekken hoeven investeren, uit an voor confrontatie, zoeken ze i benullige uitvluchten. Zo' in de trant van: „Het he geen zin de kat de bel aan te b den, we komen er toch nietn ■waarschijnlijk venvacht ik o te veel van een relatie; zó slet is het nou ook weer niet h sen ons." Wie zich met zulke excuses v i de verantwoordelijkheid de emotionele kwaliteit van e relatie wil afmaken, alleen ma om mst in de tent te houden, is wezen bezig de relatie te verst i len. Hij weet op den duur n eens meer wat de relatie eig, lijk nog voorstelt, en waaromI er, behalve uit geivoonte angst, nog in zit. Met dëleug J kom je de hele wereld rot maar je komt er nooit mee thu Wie buigt voor de angst en zi naar buiten toe anders voordt dan hij zich innerlijk voi raakt emotioneel steeds veri van huis. Als het gaat om leven of dot van een partnerrelatie, is 1 verreweg het beste de emot nele kaarten op tafel te legge i met de daarmee onver mij del verbonden emotionele risico J Als je jezelf volkomen oprechti het geding brengt, als je iets dot1 dat volkomen in overeenstem ming is met ivat je vindt of voél1 loopje het risico verkeerd begt\j pen te worden, ruzie te krijgér. boosheid of vijandigheid op hals te halen. Voor zover een r latie een liefdesrelatie is, geke\ merkt door betrokkenheid, sei' sualiteit en emotionele intin'1 teit, moeten partners dat sooi' risico's lopen. Het kan in een liefdesrelatï nooit zo zijn dat we voor de re/1 tie essentiële emoties voor de ai* der verzwijgen. Liefde laat h niet toe dat we de ander de em. tionele toegang tot onszelf on zeggen. Je kunt het ook or draaien: een relatie waarin u' de ander geen inzage durven g ven in de gevoelens die we voi en de gedachten die we over he: of haar koesteren, gaat aa angst ten onder. Zo'n relat i brengt uiteindelijk weinig ai I ders voort dan schaamte, verm j dering en verdriet. Drewermann sloeg als psych.1 loog de spijker op de kop toen h schreef: „Wat voor waarheid i iemand leeft is één ding, iets hei anders is het hoeveel daarva j voor anderen naar buite treedt. Is het niet zo dat we vaa j pas najaren, bij een terugblü de waarheid van een mens bi. grijpen, en blind zijn zolang w in zijn of haar nabijheid leven Kortom: als u twijfelt aan d waarheid van wie er 's nacht naast u ligt, zou ik niet te land meer wachten ernaar te vragen1 redactie Tl I I I I I II I I I I I I I I I FT PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT Hoofdredactie: M. P. Dieleman, algemeen hoofdredacteur, C. van der Maas, hoofdredacteur commentaar; A. L. Oosthoek, adjunct-hoofdredacteur. Eindredactie: K. Cijsouw en J. D, van Scheijen. Bureauredactie provincie: F. P. J. Doeleman; M. E. Ernens-Abrahamse; B. Goudswaard; P. C. de Jonge; M. T. O. van der Vleuten; I, D. A. M, Russel; J. P. van de Sande; J. P. Verbeek. Redactie binnen- en buitenland: M. S. van Reems (chef); G. J. Kers; J. P. H. Noot; C. J. Schets; W. P. Staat. Redactie bijlagen: A. L. Kroon (chef); J, van Damme; J. A. M. Tabbers; A. Zevenbergen. Sportredactie: J. M. van den Berg (chef); J. F. D. Bakker; E. L. Ramakers; R. Thannhauser; T. J. van den Velde. Vormgeving: A. A. Adriaanse: N. Geelhoed; A. F. Schreurs; W. M. J. Verstuyf. Systeembeheer: C. W. M. Keuning. Nieuwsdienst: A. J. Snel (chef). Algemeen verslaggevers (Vlissingen): M. Antonisse (plv. chef nieuwsdienst); J. C. M. Cats; A. M. van der Jagt; B. Jansen; H. O. Postma: M. J. Schrier; M. van Zuilen (Den Haag). Regio Bevelanden/Tholen (Goes): W. J. van Dam (chef): F. B. Balkenende: M. A. de Jongh; L. J. Meinardi; M. E. Woudenberg. Regio Schouwen-Duiveland (Zierikzee): M. van Houten (chef); A. W. C. Mullink; I. M. Dekker. Regio Walcheren (Vlissingen): A. A. van der Sluis (chef); Y. Hoekstra; N. J. C. Kluijtmans (Ondernemend Zeeland); E. J. Rozendaal: C. M. J. Sondervan: H. van der Werf. Regio Zeeuwsch-Vlaanderen (Terneuzen): W A. Bareman (chef); C. A. M. van Gremberghe; J. J. Heijt. R. E. A. Hoonhorst; M. Modde. Correspondenten Gemeenschappelijke Persdienst (GPD): A. Knol (Brussel); P. de Vries (Brussel); H. B. Hoogendijk (Berlijn); J. W M. Gertsen (Parijs); C. van Zweeden (Londen): R. Hellinga (Boedapest): A. Bloemendaal (Tel Aviv); E. J A. van der Linden (Rome): S. van Rijn (Willemstad); J. A. Geleijnse (Moskou); D. R. M. de Wit (Madrid): J. A. M. de Bruijn (Washington): F. J. M. van der Houdt (Nairobi); P. G. W. van Nuijsenburg (Johannesburg). W. Bunschoten (Paramaribo). an belangstelling om deel te maken van de lucht- lobiele brigade (LMB) van de koninklijke Landmacht is vol- ens Defensie tot nu toe geen ge- rek. De „vulling" van deze ieuwe snel inzetbare eenheid iet vrijwilligers wordt door •efensie gezien als een testcase oor de situatie die ontstaat als e opkomstplicht voor dienst- lichtigen is afgeschaft en de rijgsmacht volledig uit be- zal bestaan, 1 januari 1993 reageerden dan 15.000 mensen op de itensieve wervingscampagne oor de LMB. Daaruit kwamen dan 3.000 sollicitaties Van de sollicitanten werd igeveer 20 procent uiteindelijk ingesteld, genoeg om de eerste compagnieën vol te krijgen, de opleiding valt gemid- zo'n 20 procent af, een per- :ntage dat nagenoeg gelijk is et het aantal uitvallers bij op- idingen tot commando of tot arinier. efensie geeft toe dat zich in de op van het vorig jaar proble- en voordeden bij de werving, hadden vooral te maken met ontbreken van essentieel aterieel bij de LMB. De in het irvingsmateriaal prominent helikopters die de haar luchtmobiele karak- geven, moeten immers nog mgeschaft worden. Hetzelfde ldt voor de luchtmobiele voer- igen van de LMB. de „bug 's". ware opleiding bleek dat een deel van de lichtingen de opleiding vond dan zij hadden rwacht. Dit voorjaar zal De- ïsie de wervingscampagne richten op de zwaarte van opleiding en op de diverse on- rsteunende taken bij de LMB. middels heeft de eerste groep en korporaals de zes durende LMB-oplei- ig afgesloten. Minister Ter ek (defensie) reikte hen en en- Ie offcieren. in totaal 152, don- op de vliegbasis Deelen Arnhem de rode baret uit. het vallendste herkenningsteken n de LMB-militairen. In mei was de rode baret al aan 111 en onderofficieren uit 152 vormen met hun supe- uren de eerste compagnie van 11 Infanteriebataljon lucht- dat in maart en mei met eens twee compagnieën rdt gecompleteerd. In totaal zal de LMB uit drie parate batal jons moeten bestaan waarvan er één in de Johan Willem Friso-ka- zeme in Assen en twee in de Oranje-kazerne in het Gelderse Schaarsbergen wordt gelegerd. De drie de bataljons moeten me dio 1994 alle 'gevuld' zijn. in to taal met ongeveer 2.000 man. De LMB-militairen zijn merendeels beroepsmilitairen voor bepaal de tijd. Zij hebben een contract voor twee jaar getekend met een uitloop van maximaal zes jaar. Het kader van de brigade wordt gerecruteerd uit beroepsmilitai ren voor onbepaalde tijd. Taak De luchtmobiele brigade vormt een van de speerpunten in de herstructurering van de Neder landse krijgsmacht, zoals die in 1991 in de Defensienota werd aangekondigd en dit jaar met de Prioriteitennota werd geactuali seerd. Naast de traditionele landsverdedigingstaken is de brigade straks vooral geschikt voor taken op het gebied van cri sisbeheersing, vredesoperaties en humanitaire acties, al of niet in VN-verband. Ter Beek kondigde donderdag aan dat in maart het contract wordt getekend voor de aan schaf van zeven zware transpor thelikopters (Chinook) die wor den overgenomen van de Cana dese luchtmacht. In totaal moe ten de komende periode 12 of 13 zware en 17 lichte transportheli kopters worden aangeschaft. Met name over de aanschaf van de lichtere helikopters zijn staatssecretaris Van Voorst tot Voorst en de Tweede Kamer het nog niet eens. Van Voorst tot Voorst twijfelt tussen de Frans/Duitse Cougar en de Amerikaanse Blackhawk, Minister Ter Beek reikte gisteren de rode baret uit aan de militairen van de brigade. foto Hans Steinmeier/ANP terwijl de Tweede Kamer vindt dat de staatssecretaris ook de Italiaanse AB-412 en de Brits/ Italiaanse EH-101 in zijn overwe gingen moet betrekken. Met de aanschaf van de transportheli kopters is in totaal een bedrag van ongeveer een miljard gulden gemoeid. Daarnaast staat nog de aanschaf van kleinere bewa pende helikopters op het pro gramma waarvoor 1,75 miljard gulden is gereserveerd. Ter Beek beloofde ook dat de Nederlandse krijgsmacht en dus ook de LMB voor het eind van dit jaar kan beschikken over twee C-130 Hercules transport vliegtuigen. De „buggy's" zullen volgens Ter Beek waarschijnlijk binnen een jaar beschikbaar zijn. Uiteindelijk zal de LMB in de loop van 1997 zowel personeel als materieel volledig operatio neel zijn. Dan ook kan de LMB, die deel gaat uitmaken van de multina tionale luchtmobiele divisie van de NAVO, volledig worden inge zet als onderdeel van de zoge naamde Rapid Reaction Forces van het bondgenootschap die te gen die tijd uit vier divisies moet bestaan. Twee daarvan zullen volledig Brits zijn; de twee an dere worden verzorgd door de noordelijke (Duitsland, Neder land. Groot-Brittannië en Bel gië) en de zuidelijke lidstaten (Italië, Turkije en Griekenland) van het bondgenootschap. Deze Rapid Reaction Forces moet binnen 96 uur in heel Europa in zetbaar zijn. Binnen de Rapid Reaction Forces zullen Imme diate Reaction Forces worden gevormd die binnen 48 uur het zelfde gebied kunnen bestrijken. (ANP) door Kees Keizer Ecologische landbouw heeft de politieke steun van en de samenwerking met Den Haag nodig. „In het parlement wordt de zorg over de relatie land bouw en milieu regelmatig ver woord. Alleen dan kan de ecolo gische landbouw echt bijdra gen aan een duurzamer agrari sche sector". Dit zei prof dr ir Eric A. Goewie in zijn intrederede aan de Land bouwuniversiteit van Wagenin- gen. Hij is de eerste gewone hoogleraar in de ecologische landbouw in ons land en tevens de geestelijke vader van het in middels door de Tweede Kamer aangenomen meerjarenplan ge wasbescherming. Volgens Goe wie heeft de wereldwijde aftake ling van onze planeet alles te maken met het onjuiste denk beeld dat we van de natuur net zoveel konden nemen als we wil den. „De grote problemen met natuur en milieu tonen aan dat er grenzen zijn aan ons land bouwkundig gedrag". Volgens Goewie staat de land bouw nu op éen tweesprong. „Kiest die voor een verdere tech- nologisering dan zal dit leiden tot een landbouw die steeds meer industriële kenmerken krijgt en waarbij levende pro- dukten als levenloos worden be handeld. Valt de keuze op de ecologische benadering dan zal er wel rekening worden gehou den met de voorwaarden voor le ven als respect wordt getoond voor de waarde van het levende produkt". Gowie zegt dat de landbouw met een ecologische benadering zijn voornamelijk economische gerichtheid ver laat en evolueert tot een duur zame vorm van „landbebou- wing". Met de keuze voor de ecologi sche landbouw staan we volgens Goewie aan het begin van een moeilijk traject. Niet alleen boe ren en tuinders moeten omscha kelen, ook onderwijs en onder zoek moeten dat. „Er zijn pas echte doorbraken te verwachten wanneer men er in slaagt de sa menleving ervan te overtuigen dat ecologische geteeld voedsel gezonder, omgevingsvriendelij- ker en betaalbaar is voor deze en toekomstige generaties". Volgens de nieuwe hoogleraar kan de ecologische landbouw de agrarische produktiewijzen in harmonie brengen met mens, milieu en natuur. „Het uitgangs punt is dus niet de economie waaraan het ecosysteem zich moet aanpassen, maar de kwali teit van het ecosysteem waar aan de economie zich moet aan passen". Gowie denkt dat van de agrarische sector geen door braken zijn te verwachten rich ting ecologische teeltvormen, zolang boeren en tuinders geen perspectief geboden krijgen op een redelijke beloning voor hun inspanningen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1993 | | pagina 4