brigade populair
Paula D'Hondt, omstreden
geweten van België, stopt
Steun politici voor eco-landbouw vereist
PZC
PZC
Waarheid en relaties
Onthullend' boek
ver Alexander is
erzameling roddels
opinie en achtergrond
Ruim voldoende sollicitaties voor eerste drie compagnieën
r*I
VRIJDAG 26 FEBRUARI 1993
or Carine Neefjes
[et boek 'Prins Willem Ale
xander, zijn ware verhaal',
door uitgeverij Strengholt
schrijver Marc van der Lin-
met veel bombarie is aange-
ïdigd, biedt geen letter
uws. Het boek zou volgens de
„onthullend zijn" en
schrijver zou een nog onbe-
id beeld van de toekomstige
st schetsen. Van der Linden
die inmiddels vijfjaar voor
roddelblad 'Weekend'
komt niet verder dan het
ende portret van de prins
feestvierder, een jongen die
nog weinig bezighoudt met
toekomstige taak als ko-
titel 'Prins Willem Alexan-
zijn ware verhaal', doet ver-
dat de inhoud net zo
lullend is als het boek
ina, her true story' (over de
van prins Charles)
de Britse schrijver Andrew
ton. Niets is minder waar.
boek van Morton deed afge-
zomer veel stof opwaaien,
vrienden van Diana
imigen met naam geciteerd)
elden over de zelfmoordnei-
en eetziekte van de prin-
De anonieme bronnen van
der Linden, onder wie twee
iden en één ex-vriendin-
van de prins, melden niets
de kost
lezer wordt geconfronteerd
oude kost. De verloving van
en Claus, het omstreden
van het koninklijk
dat in rook opging en de ge-
ten rondom het. oorlogsver-
van prins Claus, zijn voor
oveelste keer opgetekend.
:m Alexander wordt afge-
derd als een feestnummer
studeert. Dat zijn stu-
vlot, is oude koek. Hij is
j met zijn zesde studiejaar
liedenis en hoffunctionaris-
al enige tijd met
ning af wanneer de Prins
afstudeert.
der Linden gaat uitgebreid
de „moeilijke puberteit
kroonprins". Vooral de
van kasteel Dra-
reyn in Lage Vuursche naar
s Huis ten Bosch in Den
zou hem zwaar zijn geval-
die tijd kampte prins
met depressieve klachten,
moeder was als koningin
huis en Alexander be-
steeds duidelijker dat ook
koning zou worden. Het
is nogal voorspelbaar dat een
puber met een dergelijk toe
komstbeeld zich wat afzet tegen
zijn ouders.
Volgens Van der Linden was het
'generatieconflict op Huis ten
Bosch' onder meer aanleiding
voor koningin Beatrix en prins
Claus om hun oudste zoon in de
zomer van 1983 naar het Atlan
tic College in Wales te sturen.
Maar ook voor deze conclusie
heeft de schrijver weinig eigen
speurwerk verricht. In de in 1985
gepubliceerde biografie over
Alexander van Renate Rubin
stein. waar Van der Linden aan
refereert, zegt de kroonprins
over zijn vertrek naar Wales:
„Kijk. ik vond mezelf niet lastig.
En mijn ouders vonden zichzelf
niet lastig. Maar elkaar vonden
we wel lastig".
Vriendinnen
Het hele boek is doorspekt met
kortstondige liefdesaffaires van
de prins. Of hij nu op school zit in
Wales, in dienst is als marineoffi
cier of studeert in Leiden, vol
gens Van der Linden heeft de
kroonprins iedere keer weer een
andere vriendin aan zijn zijde.
Maar zijn enige ware liefde was,
zoals iedereen allang wist, Yo-
lande Adriaansens. Daar wijdt
de schrijver dan ook een apart
hoofdstuk aan.
Van der Linden komt met een
zeer onwaarschijnlijk verhaal
waarom deze relatie uiteindelijk
is mislukt. Zo zou Yolande haar
drie jaar durende verkering met
de prins hebben uitgemaakt, na
een ruzie met koningin Beatrix
over topless-foto's die ooit eens
waren gemaakt voordat de twee
een relatie hadden. „Beatrix
laat Yolande via Alexander we
ten dat ze het op prijs stelt voor
taan bij zulke beslissingen te
worden betrokken", zo schrijft
Van der Linden. En: „Wat Yolan
de betreft, is het nu voorgoed uit
tussen haar en Alexander".
Het boek is niet meer dan een
weergave van vijf jaargangen
Weekend en Privé, die de schrij
ver achterin het boek als één van
zijn geraadpleegde bronnen ver
meldt. „Er zullen mensen zijn
die vinden dat een jongen van 25
jaar nog niet interessant genoeg
is voor een biografie", schrijft
Van der Linden in zijn nawoord.
Gezien de aanpak van de schrij
ver. is die conclusie juist. Een
bundel van vijfjaar roddels, ver
telt niets zinnigs over de bele
vingswereld van een 25-jarige
jongen die straks koning wordt.
van onze correspondent
in Brussel
Peter de Vries
Van een gesjeesde politica die aan een
nette baan geholpen werd, groèide ze
uit tot het 'geweten van België'. Paula
D'Hondt-Van Opdenbosch (68) vocht vier
jaar lang als Koninklijk Commissaris
voor het Migrantenbeleid een eenzame
strijd tegen het racisme in België, tegen
het oprukkende Vlaams Blok en voor een
béétje politieke aandacht voor ethnische
minderheden. Tot over de grenzen was
haar werk bekend, maar in eigen land le
verde het dreigbrieven en een massa vij
anden op.
Extreem-rechts haat haar, de gevestigde
macht behandelde D'Hondt „als een uit
gestotene". Op 1 maart gaat ze met pen
sioen. De balans van haar werk is deson
danks „verrassend positief. Van hoog tot
laag is de samenleving gevoelig geworden
voor dit probleem. Dat is het belang
rijkst".
Interviews geeft ze vrijwel niet meer.
Paula D'Hondt schrijft aan haar eindver
slag voor de Belgische regering en wil
daarna boven alles rust. Want het werk is
haar zwaai' gevallen. Ze bracht ontelbaar
veel bezoeken aan moskeeën, migranten
centra en achterbuurten, en verzorgde
honderden toespraken per jaar. Met een
minimaal budget en een kleine staf ont
wierp ze tegen de verdrukking in talloze
voorstellen. Ze oogt als een oudere moe
derlijke vrouw, maar wie haar scherpe
oordelen hoort weet dat dat een vergis
sing is. „Geen vijf ministers hebben mijn
rapporten gelezen", zei ze bitter nadat ze
in 1991 als enige politica polshoogte ging
nemen in een door rassènrellen geteister
de Brusselse wijk.
Bedreigingen
Ze betaalt een hoge prijs. Regelmatig
wordt Paula D'Hondt schriftelijk met de
dood bedreigd of wordt haar huis belaagd
door extreem-rechtse knokploegjes. Het
Vlaams Blok heeft de Koninklijk Com
missaris uitgeroepen tot Vijand Nummer
Een: „Alleen prostituées laten de deuren
open. Wij willen Vlaanderen niet als een
publiek bordeel open zetten voor alle
vreemdelingen uit Afrika en Azië", zei
Blok-leider Dewinter ooit met typerende
fijngevoeligheid over haar.
Voor D'Hondt is het Blok-programma,
met voorstellen als de herinvoering van de
bloedafstamming bij naturalisatie, 'een
griezelroman'. In haar kruistocht tegen
Dewinter c.s. had ze gehoopt op gezel
schap van collega-politici, maar, bekende
ze vorig jaar, „ik wandel nog steeds al
leen".
Met 'hoogdringendheid' verordoneerde
premier Martens in 1988. na de verkie
zingswinst van het Vlaams Blok met de
slogan 'Eigen Volk eerst', de instelling van
een Koninklijk Commissaris voor het Mi
grantenbeleid. Het duurde een half jaar
voor D'Hondt werd voorgedragen, en
hoongelach was haar deel. De christen-de-
Paula D'Hondt foto Bert van den Broucke
mocrate had een enigszins omstreden car
rière doorlopen als staatssecretaris en mi
nister, en ontbeerde elke kennis van het
migrantenvraagstuk. Om die reden had ze
ook zelf twee keer geweigerd. De benoe
ming leek kortom een typisch Belgisch
doekje voor het bloeden.
Koppig
Maar de tegenstanders onderschatten
haar koppigheid, het verbeten volhouden
waarmee Paula D'Hondt zich door die be
ginperiode heen sloeg. Razendsnel werkte
ze zich in, verbeten studerend en zich in
formerend, gedreven door een gevoel voor
elementaire sociale rechtvaardigheid.
Haar boek 'Mens voor mens' opent met de
les uit die tijd: „Wat ik heb ervaren, kan ik
onder één noemer brengen: de kleine man
voelt zich. vandaag nog meer dan giste
ren, in de steek gelaten door de politieke
klasse".
Haar overkwam persoonlijk hetzelfde in
de contacten met de politici waar ze jaren
lang mee gewerkt had: „Niemand wilde
mij spreken, niemand bood hulp. In het
evangelie staat: 'Hij werd arm met de ar
men, en melaats met de melaatsen'. Wel,
ik werd van de ene dag op de andere een
melaatse".
De reden voor die verstoting is simpel: de
Belgische politiek verkiest aflevering zo
veel van een kafkaiaanse staatshervor
ming boven een voortvarende aanpak van
om het even welke maatschappelijke
kwestie. De spiegel die Paula D'Hondt
voorhield, toonde een onthutsend beeld:
„We hebben alles laten rotten. We hebben
de problemen zelfs niet willen zien".
Ghetto
Het. Belgische vreemdelingenvraagstuk
verschilt niet veel van dat in de buurlan
den. Er zijn duizenden asielzoekers, een
toevloed aan illegalen, kinderen van gast
arbeiders die tussen wal en schip vallen.
Openlijke ethnische spanningen bestaan
er vooral in Brussel en Antwerpen, waar
kleine Marokkaanse en Algerijnse ghet
to's ontstaan.
De aanpak die D'Hondt voorstaat, is
geenszins revolutionair: beter onderwijs
(vooral in de streektaal) voor migranten
en kansarme Belgen; een betere aanpak"
van de illegalen: evenwicht tussen rech
ten en plichten; handhaving van de mi
gratiestop: en een „plaats voor een goed
geïntegreerde islam die onze westerse
waarden respecteert", vooral op het ge
bied van de vrouwenemancipatie.
Maar voor de Belgische politiek zijn die
elementaire voorstellen vergaand. In vol
le verkiezingsstgrijd „vroegen sommigen
me met de beste bedoelingen het wat rus
tiger aan te doen". Electoraal valt bij plei
dooien voor een integratie-politiek geen
garen te spinnen in een land waar de dom
ste vooroordelen welig tieren. Zo viel een
rechter in Limburg laatst op met de over
weging in het vonnis „dat migranten de
Belgische wetgeving volledig aan hun
laars lappen". En blijkens een enquête ge
looft maai' liefst 21 procent van de Vlamin
gen dat ras of godsdienst de economische
verschillen tussen autochtonen en alloch
tonen verklaren.
Onnozel
Over de onnozele reacties op haar werk zei
Paula D'Hondt ooit: „Men beweert nu
zelfs dat ik betaald word per migrant die
erbij komt; dat ik daar een percentage op
krijg. Politici hebben de plicht daarover
de waarheid te zeggen en hun mening te
verkondigen. Ze durven het een noch het
ander".
De gevestigde politieke partijen schuwen
het daarentegen niet in te spelen op de on
lustgevoelens rond vreemdelingen. De li
berale burgemeester van één Brusselse
gemeente heeft een affiche laten drukken
„met een charter of een C-130, met Nols
waren ze er al geweest" (bedoeld wordt het
terugsturen van migranten naar het land
van herkomst). Zijn partijgenoot in Ant
werpen voerde campagne met 'het be
langrijkste land is eigen land'. En de socia
listen vielen op met een pleidooi te stop
pen met het spreiden van asielzoekers
over de Vlaamse gemeenten. Het leverde
hen in 1991 geen stemmenwinst op, want,
zoals D'Hondt zei, de kiezers herkennen
namaak.
Hoe moeizaam het blijft gaan, bleek de af
gelopen weken tijdens de parlementaire
debatten over de opvolging van D'Hondt
door een nieuw 'Centrum voor Etnische
pelijkheid'. Die naam stuitte op verzet,
want. zoals D'Hondt zei. „sommige poli
tici zijn nog steeds bang voor het woord
migrant". Het werd met een Belgisch
compromis opgelost: Centrum voor Gelij
ke Kansen en Racismebestrijding. Tu
mult onstond er pas in de volksvertegen
woordiging toen Filip Dewinter zei dat
dat laatste „dankzij het Vlaams Blok in
België bijna niet bestaat".
H orns beginnen ontmoetingen
O op een manier die, naar la
ter blijkt, meteen de kern van de
zaak raakt. Ik had het echtpaar
nog maar net binnengelaten, of
hij vroeg al aan mij: ..Kan ik jou
eerst een paar minuten onder
vier ogen spreken?" Mijn wei
gerachtige reactie mocht niet
baten. In de paar minuten dat
we elkaar spraken, deelde hij
mij kort en zakelijk mee dat hij
had besloten bij zijn vrouw iveg
te gaan, dat hij haar dat bij mij
wilde vertellen, en dat hij hoopte
dat de rest van het gesprek zou
kunnen worden gebruikt om
haar op te vangen en goede af
spraken voor de toekomst te ma
ken.
Zo simpel liep het dus niet. Haar
eerste reactie was er een van
volslagen ongeloof en ontredde
ring. Daarna kwam ze met een
stroom van verwijten tegen haar
partner. Uit zijn verdediging
bleek echter dat hij al jaren, met
onvrede over de relatie rond
liep, maar dat pas de laatste we
ken het idee van scheiding bij
hem had doorgezet.
Haar centrale verwijt was: „Dus
je vond al lang dat het Missen
ons niet goed zat, je hebt er nooit
iets van gezegd, je hebt ook nooit
voorgesteld er iets aan te doen,
en de eerste de beste keer dat we
met iemand anders erbij praten
kom je me vertellen dat het niet
meer hoeft! Ik vind het een ont
zettend gore rotstreek. Ik voel
me verraden en misbruikt, want
je hebt jaren in feite gewoon
maar gedaan alsof!" Dat verwijt
was natuurlijk terecht.
Op haar vraag 'waarom ben je
er nooit eerder over bego?men',
zei de man dat hij er best ivel
eens iets van had laten blijken.
Maar op haar verwijt dat hij de
laatste jaren nooit duidelijk had
gezegd hoe onverschillig hun re
latie hem in emotioneel opzicht
liet, kon hij niet anders dan het
hoofd buigen. Hij had een veel
zeggend antwoord op mijn
vraag wat hem er van had weer
houden tegen haar te zeggen:
'Joh, luister eens, ik vind dat. we
er over moeten praten en als we
er samen niet uitkomen dan
moeten we er misschien maar ie
mand anders bijhalen.' „Tja, ik
heb daar eigenlijk nooit bij stil-
gestaan en ik denk eerlijk ge
zegd dat ik dat ook niet echt zag
zitten, dat ik er niet veel zin in
zou hebben gehad."
Ik vrees dat deze uitspraak voor
veel mensen, en vooral mannen
in relaties opgaat. Hoewel het
naar het idee van de ene partner
niet goed gaat, voelt die er toch
niets voor om de emotionele con
frontatie daarover met de ander
aan te gaan. Hij houdt zijn ware
gevoelens liever schuil. Popu
laire 'schuilplaatsen' zijn werk,
veel van huis weg zijn, (over-)in-
vestering in de kinderen en voor
de tv of achter de pc zitten. Zoals
één van mijn gescheiden manne
lijke cliënten het zei: „Och, het
liep wel, zolang we het maar niet
met elkaar over onszelf hoefden
te hébben."
Het dramatische aan zo'n situa
tie is dat één mens door niet te
praten in stilte een besluit voor
twee neemt, namelijk om de rela
tie te laten verslechteren. Want
ook voor relaties geldt de regel:
wat zich niet ontwikkelt staat
stil, wat stil staat gaat achteruit.
Dat was wat de man in kwestie,
zij het met de nodige tegenzin,
van mij aannam: dat hij door
zich emotioneel schuil te houden
zelf naar een scheiding had toe
gewerkt. Maar op mijn vraag oj
hij niet alsnog ivilde proberen
uit te zoeken wat er van him re
latie te maken viel, gaf hij een
oprecht, zij het voor haar moei
lijk te verteren antwoord: „Als
ik nu ja zeg, doe ik het alleen
maar uit medelijden met haar.
De waarheid is dat ik er zelf ab
soluut niets meer in zie, dal
niets meer voor haar voél,
minste, geen liefde." Hij voet
eraan toe: „Ik ben er vrij
van dat het al eerder was n
gaan als we vroeger met elka
over onze relatie hadden j
praat."
Ik weet niet of dat waar zouz
geweest, maar daar gaat heto
niet om. Waar het om gaat, fan
punt dat hij het dan in elk gei
zou hebben geprobeerd. Ma
helaas, wat doen veel mens
als ze weten dat hun emotion
waarheid explosief of verontr i
tend is? Om geen gelazer in fa
te krijgen, om geen tijd en eiu
gie in moeilijke gesprekken
hoeven investeren, uit an
voor confrontatie, zoeken ze i
benullige uitvluchten.
Zo' in de trant van: „Het he
geen zin de kat de bel aan te b
den, we komen er toch nietn
■waarschijnlijk venvacht ik o
te veel van een relatie; zó slet
is het nou ook weer niet h
sen ons."
Wie zich met zulke excuses v i
de verantwoordelijkheid
de emotionele kwaliteit van e
relatie wil afmaken, alleen ma
om mst in de tent te houden, is
wezen bezig de relatie te verst i
len. Hij weet op den duur n
eens meer wat de relatie eig,
lijk nog voorstelt, en waaromI
er, behalve uit geivoonte
angst, nog in zit. Met dëleug J
kom je de hele wereld rot
maar je komt er nooit mee thu
Wie buigt voor de angst en zi
naar buiten toe anders voordt
dan hij zich innerlijk voi
raakt emotioneel steeds veri
van huis.
Als het gaat om leven of dot
van een partnerrelatie, is 1
verreweg het beste de emot
nele kaarten op tafel te legge i
met de daarmee onver mij del
verbonden emotionele risico J
Als je jezelf volkomen oprechti
het geding brengt, als je iets dot1
dat volkomen in overeenstem
ming is met ivat je vindt of voél1
loopje het risico verkeerd begt\j
pen te worden, ruzie te krijgér.
boosheid of vijandigheid op
hals te halen. Voor zover een r
latie een liefdesrelatie is, geke\
merkt door betrokkenheid, sei'
sualiteit en emotionele intin'1
teit, moeten partners dat sooi'
risico's lopen.
Het kan in een liefdesrelatï
nooit zo zijn dat we voor de re/1
tie essentiële emoties voor de ai*
der verzwijgen. Liefde laat h
niet toe dat we de ander de em.
tionele toegang tot onszelf on
zeggen. Je kunt het ook or
draaien: een relatie waarin u'
de ander geen inzage durven g
ven in de gevoelens die we voi
en de gedachten die we over he:
of haar koesteren, gaat aa
angst ten onder. Zo'n relat i
brengt uiteindelijk weinig ai I
ders voort dan schaamte, verm j
dering en verdriet.
Drewermann sloeg als psych.1
loog de spijker op de kop toen h
schreef: „Wat voor waarheid i
iemand leeft is één ding, iets hei
anders is het hoeveel daarva j
voor anderen naar buite
treedt. Is het niet zo dat we vaa j
pas najaren, bij een terugblü
de waarheid van een mens bi.
grijpen, en blind zijn zolang w
in zijn of haar nabijheid leven
Kortom: als u twijfelt aan d
waarheid van wie er 's nacht
naast u ligt, zou ik niet te land
meer wachten ernaar te vragen1
redactie
Tl I I I I I II I I I I I I I I I FT
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
Hoofdredactie: M. P. Dieleman, algemeen hoofdredacteur,
C. van der Maas, hoofdredacteur commentaar;
A. L. Oosthoek, adjunct-hoofdredacteur.
Eindredactie: K. Cijsouw en J. D, van Scheijen.
Bureauredactie provincie: F. P. J. Doeleman;
M. E. Ernens-Abrahamse; B. Goudswaard; P. C. de Jonge;
M. T. O. van der Vleuten; I, D. A. M, Russel;
J. P. van de Sande; J. P. Verbeek.
Redactie binnen- en buitenland: M. S. van Reems (chef);
G. J. Kers; J. P. H. Noot; C. J. Schets; W. P. Staat.
Redactie bijlagen: A. L. Kroon (chef); J, van Damme;
J. A. M. Tabbers; A. Zevenbergen.
Sportredactie: J. M. van den Berg (chef); J. F. D. Bakker;
E. L. Ramakers; R. Thannhauser; T. J. van den Velde.
Vormgeving: A. A. Adriaanse: N. Geelhoed; A. F. Schreurs;
W. M. J. Verstuyf.
Systeembeheer: C. W. M. Keuning.
Nieuwsdienst: A. J. Snel (chef).
Algemeen verslaggevers (Vlissingen): M. Antonisse (plv. chef
nieuwsdienst); J. C. M. Cats; A. M. van der Jagt; B. Jansen;
H. O. Postma: M. J. Schrier; M. van Zuilen (Den Haag).
Regio Bevelanden/Tholen (Goes): W. J. van Dam (chef):
F. B. Balkenende: M. A. de Jongh; L. J. Meinardi;
M. E. Woudenberg.
Regio Schouwen-Duiveland (Zierikzee): M. van Houten (chef);
A. W. C. Mullink; I. M. Dekker.
Regio Walcheren (Vlissingen): A. A. van der Sluis (chef);
Y. Hoekstra; N. J. C. Kluijtmans (Ondernemend Zeeland);
E. J. Rozendaal: C. M. J. Sondervan: H. van der Werf.
Regio Zeeuwsch-Vlaanderen (Terneuzen): W A. Bareman (chef);
C. A. M. van Gremberghe; J. J. Heijt. R. E. A. Hoonhorst;
M. Modde.
Correspondenten Gemeenschappelijke Persdienst (GPD):
A. Knol (Brussel); P. de Vries (Brussel);
H. B. Hoogendijk (Berlijn); J. W M. Gertsen (Parijs);
C. van Zweeden (Londen): R. Hellinga (Boedapest):
A. Bloemendaal (Tel Aviv); E. J A. van der Linden (Rome):
S. van Rijn (Willemstad); J. A. Geleijnse (Moskou);
D. R. M. de Wit (Madrid):
J. A. M. de Bruijn (Washington): F. J. M. van der Houdt (Nairobi);
P. G. W. van Nuijsenburg (Johannesburg).
W. Bunschoten (Paramaribo).
an belangstelling om deel
te maken van de lucht-
lobiele brigade (LMB) van de
koninklijke Landmacht is vol-
ens Defensie tot nu toe geen ge-
rek. De „vulling" van deze
ieuwe snel inzetbare eenheid
iet vrijwilligers wordt door
•efensie gezien als een testcase
oor de situatie die ontstaat als
e opkomstplicht voor dienst-
lichtigen is afgeschaft en de
rijgsmacht volledig uit be-
zal bestaan,
1 januari 1993 reageerden
dan 15.000 mensen op de
itensieve wervingscampagne
oor de LMB. Daaruit kwamen
dan 3.000 sollicitaties
Van de sollicitanten werd
igeveer 20 procent uiteindelijk
ingesteld, genoeg om de eerste
compagnieën vol te krijgen,
de opleiding valt gemid-
zo'n 20 procent af, een per-
:ntage dat nagenoeg gelijk is
et het aantal uitvallers bij op-
idingen tot commando of tot
arinier.
efensie geeft toe dat zich in de
op van het vorig jaar proble-
en voordeden bij de werving,
hadden vooral te maken met
ontbreken van essentieel
aterieel bij de LMB. De in het
irvingsmateriaal prominent
helikopters die de
haar luchtmobiele karak-
geven, moeten immers nog
mgeschaft worden. Hetzelfde
ldt voor de luchtmobiele voer-
igen van de LMB. de „bug
's".
ware opleiding
bleek dat een deel van de
lichtingen de opleiding
vond dan zij hadden
rwacht. Dit voorjaar zal De-
ïsie de wervingscampagne
richten op de zwaarte van
opleiding en op de diverse on-
rsteunende taken bij de LMB.
middels heeft de eerste groep
en korporaals de zes
durende LMB-oplei-
ig afgesloten. Minister Ter
ek (defensie) reikte hen en en-
Ie offcieren. in totaal 152, don-
op de vliegbasis Deelen
Arnhem de rode baret uit. het
vallendste herkenningsteken
n de LMB-militairen. In mei
was de rode baret al aan 111
en onderofficieren uit
152 vormen met hun supe-
uren de eerste compagnie van
11 Infanteriebataljon lucht-
dat in maart en mei met
eens twee compagnieën
rdt gecompleteerd. In totaal
zal de LMB uit drie parate batal
jons moeten bestaan waarvan er
één in de Johan Willem Friso-ka-
zeme in Assen en twee in de
Oranje-kazerne in het Gelderse
Schaarsbergen wordt gelegerd.
De drie de bataljons moeten me
dio 1994 alle 'gevuld' zijn. in to
taal met ongeveer 2.000 man. De
LMB-militairen zijn merendeels
beroepsmilitairen voor bepaal
de tijd. Zij hebben een contract
voor twee jaar getekend met een
uitloop van maximaal zes jaar.
Het kader van de brigade wordt
gerecruteerd uit beroepsmilitai
ren voor onbepaalde tijd.
Taak
De luchtmobiele brigade vormt
een van de speerpunten in de
herstructurering van de Neder
landse krijgsmacht, zoals die in
1991 in de Defensienota werd
aangekondigd en dit jaar met de
Prioriteitennota werd geactuali
seerd. Naast de traditionele
landsverdedigingstaken is de
brigade straks vooral geschikt
voor taken op het gebied van cri
sisbeheersing, vredesoperaties
en humanitaire acties, al of niet
in VN-verband.
Ter Beek kondigde donderdag
aan dat in maart het contract
wordt getekend voor de aan
schaf van zeven zware transpor
thelikopters (Chinook) die wor
den overgenomen van de Cana
dese luchtmacht. In totaal moe
ten de komende periode 12 of 13
zware en 17 lichte transportheli
kopters worden aangeschaft.
Met name over de aanschaf van
de lichtere helikopters zijn
staatssecretaris Van Voorst tot
Voorst en de Tweede Kamer het
nog niet eens.
Van Voorst tot Voorst twijfelt
tussen de Frans/Duitse Cougar
en de Amerikaanse Blackhawk,
Minister Ter Beek reikte gisteren de rode baret uit aan de militairen van de brigade.
foto Hans Steinmeier/ANP
terwijl de Tweede Kamer vindt
dat de staatssecretaris ook de
Italiaanse AB-412 en de Brits/
Italiaanse EH-101 in zijn overwe
gingen moet betrekken. Met de
aanschaf van de transportheli
kopters is in totaal een bedrag
van ongeveer een miljard gulden
gemoeid. Daarnaast staat nog
de aanschaf van kleinere bewa
pende helikopters op het pro
gramma waarvoor 1,75 miljard
gulden is gereserveerd.
Ter Beek beloofde ook dat de
Nederlandse krijgsmacht en dus
ook de LMB voor het eind van
dit jaar kan beschikken over
twee C-130 Hercules transport
vliegtuigen. De „buggy's" zullen
volgens Ter Beek waarschijnlijk
binnen een jaar beschikbaar
zijn. Uiteindelijk zal de LMB in
de loop van 1997 zowel personeel
als materieel volledig operatio
neel zijn.
Dan ook kan de LMB, die deel
gaat uitmaken van de multina
tionale luchtmobiele divisie van
de NAVO, volledig worden inge
zet als onderdeel van de zoge
naamde Rapid Reaction Forces
van het bondgenootschap die te
gen die tijd uit vier divisies moet
bestaan. Twee daarvan zullen
volledig Brits zijn; de twee an
dere worden verzorgd door de
noordelijke (Duitsland, Neder
land. Groot-Brittannië en Bel
gië) en de zuidelijke lidstaten
(Italië, Turkije en Griekenland)
van het bondgenootschap. Deze
Rapid Reaction Forces moet
binnen 96 uur in heel Europa in
zetbaar zijn. Binnen de Rapid
Reaction Forces zullen Imme
diate Reaction Forces worden
gevormd die binnen 48 uur het
zelfde gebied kunnen bestrijken.
(ANP)
door Kees Keizer
Ecologische landbouw heeft
de politieke steun van en de
samenwerking met Den Haag
nodig. „In het parlement wordt
de zorg over de relatie land
bouw en milieu regelmatig ver
woord. Alleen dan kan de ecolo
gische landbouw echt bijdra
gen aan een duurzamer agrari
sche sector".
Dit zei prof dr ir Eric A. Goewie
in zijn intrederede aan de Land
bouwuniversiteit van Wagenin-
gen. Hij is de eerste gewone
hoogleraar in de ecologische
landbouw in ons land en tevens
de geestelijke vader van het in
middels door de Tweede Kamer
aangenomen meerjarenplan ge
wasbescherming. Volgens Goe
wie heeft de wereldwijde aftake
ling van onze planeet alles te
maken met het onjuiste denk
beeld dat we van de natuur net
zoveel konden nemen als we wil
den. „De grote problemen met
natuur en milieu tonen aan dat
er grenzen zijn aan ons land
bouwkundig gedrag".
Volgens Goewie staat de land
bouw nu op éen tweesprong.
„Kiest die voor een verdere tech-
nologisering dan zal dit leiden
tot een landbouw die steeds
meer industriële kenmerken
krijgt en waarbij levende pro-
dukten als levenloos worden be
handeld. Valt de keuze op de
ecologische benadering dan zal
er wel rekening worden gehou
den met de voorwaarden voor le
ven als respect wordt getoond
voor de waarde van het levende
produkt". Gowie zegt dat de
landbouw met een ecologische
benadering zijn voornamelijk
economische gerichtheid ver
laat en evolueert tot een duur
zame vorm van „landbebou-
wing".
Met de keuze voor de ecologi
sche landbouw staan we volgens
Goewie aan het begin van een
moeilijk traject. Niet alleen boe
ren en tuinders moeten omscha
kelen, ook onderwijs en onder
zoek moeten dat. „Er zijn pas
echte doorbraken te verwachten
wanneer men er in slaagt de sa
menleving ervan te overtuigen
dat ecologische geteeld voedsel
gezonder, omgevingsvriendelij-
ker en betaalbaar is voor deze en
toekomstige generaties".
Volgens de nieuwe hoogleraar
kan de ecologische landbouw de
agrarische produktiewijzen in
harmonie brengen met mens,
milieu en natuur. „Het uitgangs
punt is dus niet de economie
waaraan het ecosysteem zich
moet aanpassen, maar de kwali
teit van het ecosysteem waar
aan de economie zich moet aan
passen". Gowie denkt dat van
de agrarische sector geen door
braken zijn te verwachten rich
ting ecologische teeltvormen,
zolang boeren en tuinders geen
perspectief geboden krijgen op
een redelijke beloning voor hun
inspanningen.