Op zoek naar een gangmaker Jelle Nijdam koerst recht op z'n doel af PZC Alles draait om beroepsernst Imago ploegleider in één klap veranderd sport Jan Gisbers slaat terug Wie gaat Van Poppel lanceren? I VRIJDAG 26 FEBRUARI 1993 2É Hebben ze zijn invloed onderschat? Of is Jan Gisbers sluwer dan dan de meesten denken? Zeker is dat de Nederlandse ploegleider als vrij soft bekend stond. Stond, want inmiddels heeft Gisbers hard teruggeslagen en is zijn imago in één klap veranderd. Peter Post, Jan Raas en Cees Priem moeten het dit jaar met een budget doen van resp. 6,5 miljoen, 9 miljoen en 7 miljoen gulden. Ze danken de lieve heer op hun blote knieën dat ze in elk geval nog een ploeg op de been kunnen bren gen. Jan Gisbers is de techni sche eindverantwoordelijke van de Festina-Lotus-forma- tie. In het huishoudboekje van die ploeg staat voor "93 een slordige tien miljoen geno teerd. Hij zou ze dus allemaal kunnen uitlachen, Jan Gisbers, maar dat doet-ie niet. Zo is Gisbers niet, zegt hij zelf. „Ik kijk nooit naar anderen, alleen naar me zelf. Toen Post en Raas ten slotte ook een ploeg hadden, heb ik ze direct gefeliciteerd. Concurrentie is altijd goed." Bij die felicitatie zal het blij ven. In een later stadium van het gesprek zou Gisbers toege ven met bepaalde collega ploegleiders in het peloton een erecode te hebben, maar niet met z'n Nederlandse vakgeno ten. „Nee, wij trekken zonder pardon aan eikaars renners. Het hoeft je maar een keer te overkomen, dan weet je dat je hetzelfde kan doen. Heb ik geen moeite mee. Maar met sommige andere ploegleiders heb ik wel een heren-akkoord, om het zo maar eens te zeg gen/' Andere koek De komende twee seizoenen staat Jan Gisbers onder con tract bij Miguel Rodriguez, de alleenheerser in zijn eigen hor loge-bedrijf, die zo graag de in ternationale markt wil verove ren. Want de afzet van bijna twee miljoen klokjes buiten de thuismarkt Spanje, moet wor den opgekrikt. Dat wil hij doen met Jan Gisbers aan het roer en dat is nog eens andere koek dan het monsterverbond Fes- tina-PDM dat eind '91 nog in de maak leek. Over het niet doorgaan van die overeenkomst zijn al boeken vol geschreven. Feit is dat Gis bers uit de hele affaire nieuwe kracht heeft geput, volgens ei gen zeggen, om er weer flink te genaan te gaan. „Dat was ik aanvankelijk helemaal niet meer van plan. Maar toen ik in april met Rodriguez praatte en hij mij de hele fax- en briefwis seling Festina-Schraders/ PDM liet lezen, vielen me de schellen van de ogen. Ze had den de zaak geheel buiten mij om willen regelen, ik kwam nergens in beeld. Ik denk dat ze Ferdi VandenHaute (assis tent-ploegleider bij PDM) op het oog hadden als de nieuwe man. Natuurlijk doet dat je wat, als je na zeven jaar PDM zomaar ineens overal buiten gelaten wordt. Toen dacht ik: dan zal ik ze toch nog even la ten zien dat ik een nieuw team kan opzetten en nog een paar jaar met succes voor ploeglei der kan spelen. Dat ben ik nu dus ook van plan." Die ze, dat is Philips, het moe derbedrijf van PDM, dat is ex- manager Krikke, dat zijn ad viesbureaus en tussenperso nen als Schraders en Stofberg, dat is de beoogde nieuwe ma nager van de PDM-festina-for- matie Gerry van Gerwen. Bij hen leelt nu de frustratie, stuk voor stuk zeggen ze weinig ver trouwen te hebben in de An- dorrese stal van de nieuwe Gis- bers-ploeg. Maar Gisbers maakt dat niet uit. Hij lacht het laatst, zeker nu. „Volgens hen zou die ploeg van mij er nooit komen. En zie nu, we gaan toch meespelen, reken maar. Zeker in '94 als we ge richt kunnen draaien en een aantal renners is afgestoten. We hebben er nu veel te veel, als gevolg van al eerder afge sloten contracten. Dat is on overzichtelijk en kostbaar. Vanaf'94 gaan we met het bud get van tien miljoen gulden werken en met een normale ploeg van krap twintig cou reurs." Eenvoudig Gisbers, man van de straat, eenvoudige kom-af, eenvoudi ge amateur-(renner vroeger en op een eenvoudige maar doel bewuste manier in het vak om hoog gestoten. Tijdens het ge sprek heeft hij het bekende le ren PDM-jack met op de mouw het trotse 'Winner World Cup'- embleem aan. Maar om zijn pols zit al het enigszins protse rige Festina-horloge met Fer rari-design. Bijna was het tot een samens melting van beide merken ge komen. Maai- als dat het geval was geweest, was Gisbers er niet meer bij geweest. Dat hij nu toch spekkoper is, dankt hij aan de fouten die er in Neder land zijn gemaakt. Gisbers: „Er is vanuit die kant teveel over geld gepraat. Nooit over wielrennen, alleen maar over business. Dat stuitte Rodri guez tegen de borst, denk ik, daarom is hij er toch mee ge kapt. Ik heb eind december '91 een klein faxje gehad van Mo reno (ploegleider Festina), maar ben daarna zelf op zoek gegaan naar sponsors. In de Verenigde Staten was ik vrij ver. Pas in april heb ik Rodri guez voor het eerst gesproken. We hebben alleen over wielren nen gepraat en binnen een paar uur was het rond en gin gen we met elkaar in zee." Vanaf die tijd had Gisbers de zekerheid waarop Raas en Post nog maanden jaloers zou den zijn. Gisbers kon weer gaan bouwen aan een ploeg, al moet zijn vrijheid van hande len ook weer niet overschat worden. De begeerde Alex Zül- le had net een driejarig con tract bij ONCE getekend, Chiappucci kon niet losge weekt worden bij Carrera, Al- cala, of liever gezegd diens vrouw, stelde te hoge eisen en de slag om Erik Breukink werd ook van ONCE verloren. Gis bers haalde wel vijf Nederlan ders. van wie Jacobs pas een maand geleden, naar Andorra en zegt ook Rooks, Van Aert, Van Poppel en Koerts om hun kwaliteiten te hebben geno men, niet omdat het landgeno ten zijn. „Dat inte- esseert me al jaren geen barst. Met Nederland heb ik niks van doen. Ik heb een internationa le ploeg." Govert van Veen Gevraagd: een gangmaker voor Jean Paul van Poppel. Eisen: in de finale vlak voor de kopman blijven rijden tot honderd meter voor de meet en dan de benen stil houden. Geboden: een boven-mo- daal salaris. Inlichtingen: bij Jan Gisbers, ploegleider van Festina- Lotus. De nood is hoog. Dat blijkt als Jean Paul van Poppel in de tweede rittenkoers van het seizoen geen platte prijs rijdt. Tussen San Re- mo en Marseille komt de Neder landse supersprinter tijdens de Ronde van de Middellandse Zee even in een wak te zitten. Na weer een mislukte poging om de wel goed gelanceerde Marco Cipollini bij te benen wordt de fiets tegen de fraai gestylde Festina-bus ge kwakt en de deur in het slot ge knald. 'JPP' is even niet te spre ken. En een week daarvoor ging het nog zo goed. Het seizoen begon vlekke loos met twee overwinningen in de Ster van Bessèges. „Maar toen had ik Michel Vermote bij me. Die kon me lanceren. Met hem kan het wel wat worden in de finales. Tijdens de presentatie kwam-ie al naar me toe en gaf hij me te kennen graag voor me te rijden. Maai- Vermote is hier niet bij. Dat is te merken." Eigen dunk Goede 'piloten' moetje tegenwoor dig met een lampje zoeken, vindt Jean Paul van Poppel. „Het ideale duo bestaat niet. Een goede piloot wil op een gegeven moment altijd zelf winnen. Een jongen die op kop kan blijven tot de laatste honderd meter, gaat nadenken. Dat-ie mis schien ook wel op kop kan blijven tot de meet. En als zijn kopman er dan een keer niet overheen kan ko men, zegt-ie: ziejewel. Ik kan het zelf wel. Dan ben je hem kwijt. Ik hoop nu dat het met Vermote wat wordt. Thierry Marie, bij ons in de ploeg, zou ook een hele goeie voor me kunnen zijn. Maar die heeft in Tours in de Tour zelf aan het suc ces geroken, en als iemand een maal een keer prijs heeft gereden, wordt het moeilijk om zich op te of feren." Maar renners van dat kaliber zou- den dat beter toch wel kunnen doen. Voor Jean Paul van Poppel bijvoorbeeld. Omdat hij bewezen heeft, mits in de goede positie ge bracht, altijd wel prijs te kunnen rijden. Ieder jaar wint hij zijn rit ten, in de Tour, Giro of Vuelta. Ab soluut hoogtepunt: de Ronde van Frankrijk in '88 met vier maal een dagsucces. „Daarom ben ik vanaf die tijd ook nooit meer tevreden geweest, omdat zo'n prestatie haast niet te evenaren is. Zeker de laatste jaren niet, waarin ik me knap heb moeten behelpen." Maar niettemin mag hij niet kla gen. Onder meer twee ritten in de Vuelta en een dagsucces in de Tour (tiende etappe) hielpen hem op de FICP-ladder omhoog, van de 67ste naar de 49ste stek, met 430 punten. „Zo slecht is dat seizoen niet ge weest, ik heb ooit al eerder op die 49ste plek gestaan. Normaal zijn renners met zo'n puntentotaal een kleine vier ton waard, maar mijn type coureur verdient boven die norm, komt omdat wij meer win nen, altijd." Hij heeft het imago lui te zijn. Jelle Nijdam bijvoorbeeld, zei onlangs nog dat hij zich eigenlijk moest schamen niet meer dan etappes in rittenkoersen te winnen. Merk waardig genoeg geeft Van Poppel de critici gelijk. „Van Nijdam kan ik het hebben. Hij heeft me in het begin van m'n carrière geholpen. Het is ook in zekere zin waar, wat hij zegt. De mens is van nature lui, al heb ik als zoon van een groente boer heus wel leren aanpakken. Maai- ik ben wat makkelijk. Ga laat naar bed voor een renner, eet alles, dat soort dingen. Maar dat is nu toch een beetje aan het veran deren. Afgelopen winter heb ik veel gedaan. Het is nu toch de be doeling dat ik ook in de klassiekers wat meer vooraan ga zitten. Zoals in Gent-Wevelgem vorig jaar al te zien was. Nu hoop ik op Vlaande ren, Parijs-Roubaix. Stenen ma ken me niet uit." Jean Paul van Poppel, dertig in middels, geeft zichzelf nog vier jaar om van z'n imago af te komen en die grote eendaagse wedstrijd te winnen. Dit seizoen waagt hij trou wens een kans in alle drie de be kende Ronden, de Tour, Giro en Vuelta. „Waarom niet. Tour en Vuelta reed ik sowieso al natuur lijk, gezien de Spaanse sponsor die we hebben. En waarom zou ik de Giro dan ook niet doen. Je moet toch kilometers pakken, of je nu twee kleinere rittenkoersen rijdt of één grotere, dat maakt weinig ver schil." Jan Gisbers lacht niemand uit. „Ik kijk alleen maar naar mezelf." foto Lex de Meester De lounge van hotel Miramare in San Remo. Een ober schiet voorbij. Jelle Nijdam wil iets bestellen, maar zijn woorden blijven hangen tussen marmer en omgekeerde flessen sterke drank. Even weet hij zich geen raad met zijn houding, hij haalt een hand door zijn dunner wordende blonde haren. Eigenlijk is hij geen man voor het grote podium. Laat Jelle maar alleen, met een hengel in de polder vissend op snoek. Of met zijn alom geprezen dijen solo demarrerend uit het peloton, in de laatste kilometer. Twee uitersten die zijn leven bepalen. Met het een wil hij het ander verwezenlijken. Over vier jaar heeft hij met het fietsen zoveel verdiend dat hij onbezorgd in een polderhuis met veel grond kan gaan nagenieten. De blaadjes waarin dit soort ka pitaal onroerend goed wordt aangeprezen, heeft hij al in huis. „Ken je dat, Résidence of zo heet het. Staan luxe huizen in. Met twee hectare grond erom heen. fruitbo men, wat beesten, viswatertje. Spinhengeltje, plug eraan, mooi man... Lijkt me ideaal, heb ik me tot doel gesteld." Even verderop, op het parkeerter rein voor de ingang van het hotel, zit Jan Raas in de bus. Buckler heet nu WordPerfect. Andere sty ling, andere kleur, zelfde Raas, zelfde Nijdam. zelfde karakters. „Jan is altijd in die bus," zegt Jelle. „Als hij ziet dat er mensen inzitten, kruipt-ie erbij. Het is zijn huis, on derweg." Een Zeeuw en een Brabander. In troverte types, rechtlijnig, op pri vacy gesteld, zonder veel vrienden in het peloton. Heeft Nijdam een Raas-complex of is het andersom? Raas haalde hem in '84 naar Kwantum, ook al was Gisbers daar toen nog ploegleider. Raas liet hem direct debuteren in de Prof- ronde van' Nederland, Raas liet hem direct al meedelen in' de crite- rium-premiepot, Raas vertrouwde en betaalde hem zo goed dat-ie bleef, tot de dag van vandaag. Regelaar Maar aan de andere kant: Nijdam won zijn eerste koers op het mo ment dat Raas als ploegleider de buteerde, Nijdam nam, na een in termezzo met Teun van Vliet, Raas' taak als regelaar in de crite riums over. Nijdam bleef in het laatste jaar van Buckler pal achter Raas staan, ook toen een nieuwe sponsor heel lang op zich liet wach ten. Het maakte hem nog eenzamer dan hij al was. Zelf won Nijdam vo rig jaar geen wereldbekerwed strijd, klassieker of Touretappe. Met de versnippering van de ploeg vervlogen zijn kansen. Degenen die geen nieuw contract kregen (Solleveld, Poels, Eyk, De Vries etc.), zagen in hem de kwade ge nius en de renners met wie hij al tijd wel een front had gevormd (Ed- wig van Hooydonck en Frans Maassen) tekenden al voortijdig contracten bij Lotto en TVM. Aan de stranden van de Middel landse Zee, halyerwege deze maand, waai- zijn benen op dat mo ment nog lang niet goed genoeg Jelle Nijdam: „Ik wil niet natrappen, maar waar zijnnou die andere ploegen voor Solleveld en Eyk?" zijn om te demarreren of mee te sprinten naar een dagsucces in de 'Tour Méditerranée', doet Jelle Nijdam het dan maar met zijn mond. „Kan Solleveld mijn bloed wel drinken? Zou best wel eens kunnen. Maar hij moet niet zeuren. Hij heeft de laatste twee jaar geen deuk meer in een pakje boter gere den. Dan is het uit. Hetzelfde is het geval met Eyk, Poels en De Vries. Die hebben hun kansen gehad. En geloof mij nou maar. Iedereen krijgt kansen, ook een knecht. Er zijn best wedstrijden waarin zij voor de punten konden rijden. Maar dan waren ze er niet. Tijd voor een nieuwe lichting dus. Dat vond ik, dat vindt Raas. Hij beslist, maar hij praat wel met mij: Wat vind je van die en van die. Ik tip hem ook wel. Nu met amateurs als Leon van Bon en Michael Boogerd bijvoorbeeld. Die volgen we nu." Beroepsernst „We." Dat zegt alles over betrok kenheid en invloed. „Alles draait om beroepsernst. Die hebben be paalde jongens in de ploeg te wei nig getoond. Toen ze dat noodlot- tig werd, gaven ze mij de schuld, want dat was makkelijker, maar uiteindelijk is het Raas die beslist. Ook al stond ik er volledig achter. Dat werd me kwalijk genomen. Maar ik denk net zo rechtlijnig als hij. Ik vond het ook tijd voor een nieuwe lichting. Dat was vorig jaar overduidelijk, het was een emotio neel seizoen, een beetje crisis, waar. Als de ploeg van Post had ge wild, had me dat vervolgens de Ronde van Nederland nog kunnen kosten." De ambitie om met het fietsen zijn toekomst veilig te stellen. Het gaat de goede kant op. Hij is 29 nu. Nog een paar jaar. „Ik heb geen BV, ga niet in België wonen om fiscale re denen, omdat ik me Nederlander voel. Maar ik heb wel een zaak waarnemer die een constructie heeft bedacht waardoor ik er aar dig uitspring. Maak je geen zorgen. Hoe die constructie is? Ga ik je niet vertellen. Maar wel wit, alle maal. Het is ook de reden van mijn eenjarig contract, met een sterke optie voor het tweede jaar. Raas wilde me langer hebben. Ach, in wezen is het een tweejarig con tract, al heb ik maar voor een jaar getekend. Heeft te maken met die constructie." Niet klagen Hij denkt- zijn carrière wel bij Raas te kunnen eindigen. „Dat heb ik me ten doel gesteld. En daarna binnen zijn. Financieel gezien heb ik precies de goede tijd meege maakt. En nog. ik mag niet klagen. Al vraag je je af waar je het voor doet. Vreemdelingenhaat, daar word ik toch wel een beetje eng van. En het milieu, het zal mijn tijd wel duren, maai- m'n kinderen en kleinkinderen zitten er straks mee. Daar ben ik best somber over." Govert van Veen stemmingmakerij. Raas was veel weg en als hij er wel bij was, had hij er geen grip meer op. En als zelfs de baas er geen grip meer op heeft, dan moeten er conclusies worden getrokken. Ik wil niet natrappen, maar waar zijn nou die andere ploegen voor Solleveld en Eyk? Die zijn er dus niet." De formatie kreeg een face-lift, maar de oude kern bleef. Van Hooydonck, Maassen, Nijdam. De as van de ploeg. Nijdam: „Jongens die er veel voor over hebben, die er ten. Dat hij nog bij de ploeg zit? Ach, misschien zijn z'n financiële eisen niet zo hoog, maar dat weet ik natuurlijk niet zeker. Misschien verdient hij wel meer dan ik, ha ha." Geld, duizend gulden per FICP- punt. Al is dat de laatste paai-jaren iets minder geworden. Nijdam heeft er 780 nu. Reken maar uit. „Raas moet toch schuiven want al kunnen we het nog zo goed vinden met elkaar, het is niet zo dat ik on der elk beding voor hem blijf fiet- nooit met de pet- naar gooien. Zelf de in karakter, ietwat gesloten. Maassen is misschien iets zachter dan ik. maar qua instelling zijn we hetzelfde. Van Hooydonck is vrij rustig, maar traint als een beest." En weer komt dat woord: „Be roepsernst. Dat stelt Raas voorop. Eigenlijk hoort Vanderaerden ook bij de kern, al is-ie er wat later bij gekomen. Maar hij is meer een speelvogel, een losboL Al moet je ook zijn instelling niet onderschat^ sen. Hij weet ook dat andere ploe gen m'n punten graag willen heb ben. Het laatste jaar heb ik niet veel gewonnen, maar wel veel pun ten gehaald. In de Vuelta steeds twee. drie. twee. Alleen dat waren al 130 FICP-punten. Toen was de pijp op voor de Tour. Het enige po sitieve daar was dat die ruzie tus sen Post en Raas werd uitgepraat, althans, dat we niet meer tegen elkaar zouden rijden. Daar dank ik god op m'n blote knieën voor, echt JOLLY i Jean-Paul van Poppel: „Het is nu toch de bedoeling dat ik ook in de klassiekers wat meer vooraan ga zitten." foto GPD

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1993 | | pagina 26