In plaats van Frau Antje Hans Croiset werkt trots naar afscheid PZC Meer dan mooie dingetjes Schetsen kunst cultuur 19 VRIJDAG 26 FEBRUARI 1993 [n het Zuidduitse München wordt op dit moment Promotie eerste klas Andere koek dan kaas- en in plaats van Antje etsen uit ons land. Thea Vignau-Wilberg, eboren en getogen in Alkmaar Thea Schuurman, leverde idee en verzorgde de voor de entoonstelling Das Land, am leer. De kunsthistorica is als observator voor de Jederlandse kunst aan de itaatliche Graphische iammlung verbonden. De tentoonstelling Das Land am Meer is in de gewelven van de Müchener Neue Pinakothek on dergebracht. De tentoonstelling omvat Nederlandse landschapste keningen en -prenten uit de zeven tiende. de Gouden Eeuw. De ten toonstelling is niet chronologisch, maar naar ontwikkeling ingericht. Een overzicht dat niet groepeert naar kunstenaars of naar stromin gen, maar naar thema's. In vijf af delingen wordt het landschap aan en pal achter de zee beleefd: de zee, de kust, de duinen, het vlakke land en de steden en 'pleysante plaet- sen'. Thea Vignau: „Bij de term 'het Hollandse Landschap' denk je on willekeurig aan het geschilderde beeld: aan een rivierlandschap van Jan van Goyen, aan een Blik op Haarlem van Jacob van Ruysdael, aan Ijsvermaak van Hendrick Avercamp. Dat is niet zo verwon derlijk, want schilderijen zijn altijd te zien. Tekeningen en grafiek zijn minder toegankelijk. Die zijn, van wege de bescherming tegen inwer king van het licht, in mappen op geborgen." Thea Vignau heeft ze uit de map pen gehaald. Zij heeft geput uit het rijke bezit van de Sammlung en bruiklenen bemachtigd van ver maarde instellingen uit Berlijn, Dresden en Parijs. De collectie toont aan dat in het proces van vernieuwing in de landschaps kunst voor de grafiek een rol als wegbereider was weggelegd. De ets was in de zeventiende eeuw een vooruitstrevend uitdrukkingsmid del. Pas jaren later volgde de schil derkunst het spoor dat door grafici was getrokken. Vondel 'De Wintvorst, om de rouw van Hollants Maeght te paeien, I Ver mits door Storm op Storm zij scha de en inbreuck leê, Schoot molen- wiecken aan. en maelde. na lang draaien, I De Beemster tot een beemt, en loosde 't meir in zee.' In de vitrine is de dichtbundel van Joost van den Vondel opengesla gen bij de versregels over de droog legging van de Beemster. Het gele- Rembrandt, De Brug, ets, 1645 Jan van Goyen, Vissersvrouwen op het Scheveningse strand, 1651. 'h v\ - genheidsgedicht, dat de metamor fose van water tot vruchtbaar land behandelt, laat niet alleen zien dat Holland al in de zeventiende eeuw met imposante waterwerken bezig was, maar dat de muze toen zo krachtig was dat een dichter als Vondel, die heel wat Duitse poëten beïnvloedde, als ware het vanzelf sprekend op het uitdijen van het land een allegorie schreef. Ook Jacob Cats, die door zijn ge dichtjes het volk wilde stichten, wordt door Thea Vignau ten tonele gevoerd. Moraal en maatstaven hadden zo'n sterke invloed dat de bevolking het werk van Vader Cats naast de bijbel op tafel legde. Na tuurlijk overlegt Vignau daarbij etsen van Sorgvliet, het latere Catshuis, de officiële woning van de minister-president. Want om het beeld gaat het in deze tentoon stelling. Dichters en cartografen zijn er bij gehaald om de etsen en tekeningen in een brede culturele context te plaatsen. Catalogus en begeleidende tekst kaartjes spreken boekdelen over het alledaagse leven in de Gouden Eeuw. En dan in het bijzonder over het leven van de bewoners van de kustprovincies. Allereerst is er het uitzicht op en vanaf de zee. Leide- naar Willem van de Velde, Amster dammer Ludolf Backhuysen en Haarlemmer Cornelis Claesz. van Wieringen tekenden al sublieme haven- en zeegezichten. Maar van een andere Haarlemmer, Hendrick Cornelisz. Vroom (1566-1640), wordt beweerd dat hij de eerste kunstenaar was die zeeslagen en andere maritieme aangelegenhe den documentair vastlegde. On danks de realistische weergave is de symboliek volop aanwezig. Haaien en water spuitende mon- stervissen en scherpe klippen ver beelden het gevaar dat fceelui be dreigt. Potvis De walvisvaart naai- de arctische gebieden werkte op de fantasie van de kunstenaars. Weergave van schip en walvis zijn correct. Het ge bied, dat de tekenaar slechts ken de van mondelinge overlevering, is er met veel fantasie bijbedacht. Zoals nu nog in Portugal of in ont wikkelingslanden, werden in Hol land in de zeventiende eeuw kiel- loze vissersvaartuigen bij Katwijk, Zandvoort en Egmond op het strand getrokken. Simon de Vlieger (Rotterdam 1601-1653 Weesp) toont het sorteren van de vis aan het strand waar ook met een uit de eerste hand verkocht werd. Over de lengte van het strand van Scheveningen naai- Petten, de ab solute noordpunt in die tijd. racete de zeilwagen van prins Maurits en zijn gevolg. De kar was gecon strueerd door Simon Stevin. Jac ques de Gheyn kreeg in 1602 op dracht van Maurits van Nassau de twee uur vergende recordrit van de prins en zijn gevolg te vereeuwi gen. Opvallend is in deze grote ko pergravure de realistische achter grond van hardwerkende vissers en houtjutters, terwijl er ook ge goed volk aanwezig is om de snel heidsmaniakken aan te moedigen. Een onbekende Duitse dilettant had van de strandrit gehoord en beweert in de tekst zelf te zijn mee gereden. ]\4aar de afbeelding van tuigage en wagen duidt erop dat hij het alleen maar heeft van horen zeggen. Rembrandt Geen zeventiende-eeuwse grafiek denkbaar zonder een landschap van Hercules Seghers en natuur lijk Rembrandt. Van de laatste is er onder meer een brede panorami sche ets die een enorme weidsheid suggereert. Hij sluit met dit verge zicht aan bij de vroege landschap setsers van de Haarlemse School, Esaias en Jan van de Velde II. de man die net als Seghers Rem brandt beïnvloedde en in 1641 in Enkhuizen overleed. Heel subtiel is Rembrandts etsje van Kadijk met de Zuiderzee, de dijk en het al 'bebouwde' poldergebied. Het va ge heuvellandschap is pas tijdens de tweede drukgang toegevoegd. Rembrandt tekende zijn eerste landschappen in de omgeving van Amsterdam. Zijn 'statiestand beeld7 staat op het Rembrandt- plein. Zijn 'werkstandbeeld' staat aan de Amstel, midden in het veld waar hij zijn indrukken schetste. Als hij in zijn atelier de laatste hand legde aan de ets streefde hij geen topografische exactheid na. Terwille van de compositie fanta seerde hij, evenals de meeste ze ventiende-eeuwse kunstenaars er lustig op los. Rob Bouber 'Das Land am Meer', tot IS april in de Neue Pinakothek, München. De ten toonstelling is van 6 mei tot 4 juli in het Rheinischen Landesmuseum in Bonn te Eugène Delatre maakte om streeks 1897 een huivering wekkende afbeelding van de dood als vrouw in een elegante blauwe mantel. De schedel met gapende zwarte gaten voor ogen, neus en mond draagt een bontmuts, om de hals hangt een bontstola. Het grie zelige effect is vaardig vergroot door de dood in een sneeuwland schap te plaatsen. Op de expositie „Van Pissarro tot Picasso, Franse kleuretsen" in het Van Gogh Mu seum is deze ets een van de over tuigende bewijzen van het grote vakmanschap van Delatre. De Parijse drukker en etser heeft in het laatste kwart van de vorige eeuw een centrale rol gespeeld in de verdere ontwikkeling van het ingewikkelde procédé van de kleu rets. In zijn eenvoudigste vorm da teerde de techniek uit de tweede helft van de 17e eeuw, toen Neder landse graveurs etsen drukten waarbij de kleuren met behulp van een tampon direct op een geïnkte etsplaat werden aangebracht. In de 18e eeuw was deze poupée- of dolly-techniek vooral in gebruik bij Engelse graveurs. Bij de tweede soort kleurets, een 18e eeuwse uitvinding van de Fransman Jacques Christophe Le Blon, is er voor elke kleur een apar te plaat. De platen worden over elkaar afgedrukt en juist dat is de grote moeilijkheid: ze moeten heel exact worden geplaatst omdat de kleuren anders niet binnen de lij nen van de afbeelding passen. Zon der hulp van professionele druk kers als Delatre had de toepassing van deze au repérage-techniek weinig kans van slagen. Japan Mede door de fascinatie voor de Ja panse kleurhoutsnede, in het Wes ten in de mode geraakt na de open stelling van Japan in de jaren zes tig van de vorige eeuw, trachtten kunstenaars steeds vaker met kleuretsen hetzelfde heldere stilis tische effect te bereiken. Félix Bracquemond deed in 1873 een eerste poging in Frankrijk met be hulp van de au repérage-techniek. Het resultaat was een prachtige poëtische afbeelding van een bota nische tuin waarin twee elegant geklede dames naar een aantal exotische vogels staan te kijken. Een ander vroeg voorbeeld is van Félix Buhot, die in 1878 met de poupée-techniek de vrolijke af beelding "De nationale feestdag 30 juni op boulevard de Clichy' maak te. De prent van Bracquemond was in 1879 te zien op de invloedrijke vier de impressionisten-tentoonstel- ling in Parijs, maar de techniek zou pas in de jaren negentig een hoog tepunt bereiken met het werk van de Amerikaanse Mary Cassatt. Cassatt heeft in Parijs een groot grafisch oeuvre tot stand gebracht met als belangrijkste blikvanger een serie van tien etsen met tedere afbeeldingen van moeders en kin deren tijdens hun dagelijkse bezig heden. Opvallend zijn de strakke lijnen en heldere, rustige kleur vlakken. „Het resultaat is bewon derenswaardig, even mooi als dat van de Japanners", schreef Camil- le Pissarro in 1893 aan zijn zoon Lu- cien. Etslijntjes De stijl van de Pissarro "s was heel anders dan die van Cassatt: zij maakten vooral kleine landschap pen die werden opgebouwd uit ve le dunne lijntjes in verschillende kleuren over elkaar. Zo benader den zij in hun kleuretsen het vi suele effect van de schilderijen waarmee vooral Camille roem ver gaarde. Picasso is vertegenwoor digd met twee in rood gedrukte kleine naakten uit de collectie van het Musée Picasso. Zijn grootste bekendheid kreeg hij met zijn ma gere dof kijkende echtpaar op 'De karige maaltijd' uit 1904. Deze zeldzame kleurets kon voor deze gelegenheid niet worden geleend maar vinden we gelukkig wel terug in de catalogus. Ook in deze tech niek toonde Picasso zijn meester schap. De expositie is samengesteld uit de collecties van de Bibliothèque Nationale in Parijs en The Jane Voorhees Zimmerli Art Museum in het Amerikaanse New Brunswick. Aantrekkelijke afbeeldingen uit het mondaine leven van Richard Ranft. Paul Helleu en Jacques Vil lon. realistische straatscènes met dagloners en bedelaars van Théop- hile-Alexandre Steinlen en Joa quin Sunyer y Miro. maar ook vele mooie landschappen en portretten laten zien dat de kleurets tenslotte een zeer hoog artistiek en tech nisch niveau bereikte. Rond de Eerste Wereldoorlog zakte de kwa liteit echter in en raakte de kleu rets in de ban van de commercie. Camille Pissarro sprak zelfs over „een groep charlatans die niets zeggende mooie dingetjes maak te." FranQoise Ledeboer De expositie „Van Pissarro tot Picasso" in het Van Gogh Museum iPaulus Pot terstraat 7 Amsterdam) duurt toten met 18 april. De openingstijden zijn van maandag tot en met zaterdag van 10.00 tot 17.00 uur en op zon- en feestdagen van 13.00 tot 17.00 uur. Eugène Delatre. De Dood draagt bont. Hans Croiset zal midden 1994 terug treden als artistiek leider van het Nationale Toneel. Croiset zal dus nog het hele volgende seizoen verantwoordelijk zijn voor de voorstellingen van het Haag se gezelschap. Hij maakte zijn beslissing onlangs vroegtijdig bekend om de over gang naar het bewind van zijn opvolger Ger Thijs vloeiend te laten verlopen. Thijs is al verbonden aan het Nationale Toneel en Croiset blijft op zijn beurt als regisseur en acteur werkzaam in Den Haag tot aan het eind van het lopende Kunstenplan (1996). In vijf jaar tijd heeft het Nationale To neel echter goede reputatie opgebouwd. Het gezelschap bedient zowel een behou dend als een vooruitstrevend theaterpu bliek en het levert over die volle breedte degelijk werk. Hans Croiset legt zijn functie dan ook niet neer omdat hij de strijd moe en de kritiek beu is. Alleen persoonlijke overwegingen hebben een rol gespeeld. Croiset: „Ik ben 30 jaar aan het toneel, waarvan het grootste deel als artistiek leider van verschillende gezelschappen. Ik ben 57 jaar en beschik over een buiten gewoon goede gezondheid. Maar ik wil niet dat het regisseren en het toneelspe len gaan lijden onder het zware werk. en daarmee bedoel ik de dagelijkse beslom meringen van een artistiek leider." „Als ik in '94 vertrek, heb ik het zes jaar gedaan. Anderhalf jaar vantevoren kon dig ik aan wie me naadloos, geluidloos zal opvolgen: het is een man die hier al vijfjaar werkt: Ger Thijs. Het is de meest natuurlijke overgang die er ooit aan het Nederlandse toneel heeft plaatsgevon den. Als er iemand klaar staat om het over te nemen mag mij niet het verwijt treffen dat ik blijf zitten. Dat zou een hele grote fout zijn. Zeker in een toneelbestel waarin toch al zo weinig mensen een ge zelschap op hun nek durven nemen." Vreemd seizoen Het Nationale Toneel maakt een vreemd seizoen door. De schitterende Koopman van Venetië trok 25.000 bezoekers, de vier uur durende klassieker Moortje had alleen al in Den Haag elf uitverkochte za len op rij. Daar staat de zeperd van Leo- nie staat op springen, twee eenakters van Georges Feydeau. tegenover. „Dat was een klap", erkent Croiset. „Maar het was de eerste keer dat ons dat in die vijf jaar is overkomen, een unicum voor het Nederlandse toneel. Natuurlijk was het rampzalig, vooral voor een gezelschap dat daar geen ervaring mee heeft. Een voorstelling van het repertoire halen gaat zó tegen mijn bloedsomloop in. Ik ga er prat op dat mijn beleid secuur is, dat ik dingen aan zie komen en dat ik klappen op kan vangen. Dat is dit keer anders gelopen. Alle tekenen stonden goed: er kwamen uit de repetitieruimte alleen maai- enthousiaste geluiden; Her man Gilis (de regisseur van 'Leonie', red.) had al een briljante Feydeau op zijn bevindt zich als huurder in een afhanke lijke positie. Als de schouwburg de kassa dichtplakt met slechte kritieken, dan sta ik machteloos. Ik verwacht van mijn huisbaas solidariteit. Absoluut." Croiset ontkent dat het hem na vijf jaar 'Den Haag' is tegengevallen om in de stad van 'de Comedie' een nieuw, mo dern gezelschap op te bouwen. „Ik ben ontzettend trots op het Nationale To neel. Ik ben er ontzettend trots op dat Den Haag eerst de moed heeft gehad om mij de opdracht te geven tot deze veran dering. Laten we even duidelijk stellen dat dat niet mijn idee was. De opdracht luidde om 'confronterend repertoirebe- leid' te maken. We zijn er volledig in ge slaagd om een ander publiek in de schouwburg te krijgen. De gemiddelde leeftijd is aanzienlijk omlaag gegaan en behalve uit de chique delen van de stad komen er ook bezoekers uit de 'gewone' buurten naar onze voorstellingen. Hans Croiset naam staan. Ik werkte in het andere re- netitielokaal aan Moortje, we spraken elkaar elke pauze en er heersten alleen maar twee prettige stemmingen. Dan komt de klap extra hard aan." „En dan vooral in Den Haag. waar men zo graag een goed blijspel ziet. Het werd vervolgens allemaal nog vervelender, toen de Koninklijke Schouwburg zich zo ging misdragen. Het Nationale Toneel Vijf stappen „Dat autochtone Haagse Comedie-be- zoekers niet van het nieuwe repertoire gecharmeerd zijn is onafwendbaar. Maar voor hen spelen we Shirley Valentine en Professor Bemardi, spelen we Oscar Wil de en Ayckbourn. Dat daar Thomas Bemhard en Botho Strauss tussen zitten komt hen wat moeilijker uit. Maar zo gaat dat in het toneel: elke vernieuwing geeft problemen. Het was hier in Den Haag de gewoonte om een abonnement op de Comedie te nemen en gevaarloos naar tien stukken te gaan. Nee, daar ben ik niet voor gevraagd, dat is investeren in veiligheid. Ik krijg al mijn leven lang sub sidie om iedereen vijf stappen vóór te zijn. Als toneel geeft wat men verwacht stopt het. Dan wordt het circuitje steeds kleiner. Er moet steeds een uitbarsting zijn, mensen moeten op andere gedach ten worden gebracht." Hans Croiset heeft de moderne Duitse toneelschrijver Botho Strauss tot speer punt van zijn vernieuwende beleid ge maakt. Trouw regisseerde Croiset steeds weer de nieuwe Strauss, ook al gingen diens stukken aanvankelijk door voor theoretisch en saai. Croisets inspannin gen maakten Strauss speelbaarder, ge zien het succes dat andere gezelschap pen (De Appel. De Tijd) nu bijvoorbeeld met Groot en klein hebben. Te modern „Dat stuk heb ik in 1981 bij het Publiek- stheater gedaan. Dat gaf toen aanleiding tot protesten. Tientallen mensen liepen weg omdat het veel te modern was. Nu kan het door twee verschillende gezel schappen gespeeld worden als een com merciële produktie. Daar ben ik trots op. De atmosfeer is opengebroken, de bevat telijkheid is gestimuleerd. Hetzelfde geldt voor Thomas Bernhard. Als Leo nard Frank dan Heldenplatz maakt, zijn beste voorstelling tot dusverre, met twee nominaties en de Louis d'Or. dan ben ik trots. Kijk, Moortje dat kan ik, dat weet ik, dat is al bijna bevestigend. Botho Strauss en Thomas Bernhard, die zijn veel belangrijker." Aan theatermakers wordt in Nederland nogal getrokken. De beleidmakers onder de subsidiënten verwachten vernieu wing, afnemers en politiek verantwoor delijken beginnen gelijk te zeuren als de zaalbezetting terugloopt. Maar Croiset lijdt niet onder een moeizaam werkkli maat. „Ik let er niet eens op. Ik doe niet aan verplicht zalen vullen, ik doe wat mijn hart me ingeeft. Op basis van intuï tie, ervaring en misschien dat talent wat ik heb." „Als de openbare mening gelijk heeft, is er iets vreselijks aan de hand met het to neel. Maar ik verbeeld me dat het theater zich aan de goede kant van het oordeel bevindt. Theater lokt uit door het heden, de tijd waarin het functioneert, uit te drukken. Daar moetje geen intellectuele scripties ovèr schrijven, je moet er zelfs 'niet te veel over nadenken. Dan word je gestoord door kijkcijfers en openbare meningen. Nee, jij moet doen wat jij vindt. En dat is geen brok marmer van Michelangelo, dat is niet voor de eeuwig heid. dat is iets dat vanavond moet gel den. Daar kan de theatermaker het goede tijdstip voor uitzoeken, en hij kan er naast zitten. Zit hij er gedurig naast, dan is hij zijn eigen corrector: hij stopt of verlegt z'n koers." Dirk Willem Rosie Jacques Villon, Les Cartes, 1903.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1993 | | pagina 19