Voor lange mensen is de wereld te kort In de ban van Dracula %W\* (Trek je mieën naar tegen je kin op reportage ZATERDAG 20 FEBRUARI 1993 2 3 De langste man ter wereld: 2.45 meter. foto AP Aangepast rijwiel voor 2.20 meter: Zitje nou ook op basketbal? De mens in de geïndustrialiseerde wereld wordt steeds langer. De nereld om hem heen echter groeit niet of onvoldoende mee. De maatschappij is op vele soorten groei ingesteld, maar ze is niet letterlijk van elastiek. Veel auto's, treinen, deuren, bedden en kleren zijn te klein, te laag, te kort, te krap. Dat moet veranderen. De Nederlandse jeugd groeit dat het een lust is. Steeds meer jongeren to renen boven hun ouders uit en steeds meer jongens hoeven koningin en vader land niet meer te verdedigen in tijden van oorlog, omdat ze boven de kritische grens van twee meter uitkomen. Wordt daar veelal niet om getreurd, bovenmatige lengte leidt tot problemen. Wie letterlijk met kop en schouders boven de modale burger uitsteekt, stuit op bedden die te kort zijn, deuren die te laag zijn en kleding die tekortschiet. Om nog maar te zwijgen van de nimmer aflatende stroom melige opmerkingen die een lang mens naai' het hoofd krijgt, variërend van 'is het koud daarboven' tot de vraag 'zit je nou ook op basketbal?' „Het is een misverstand om te denken dat alleen de Nederlandse jongeren zo sterk groeien en dat ze de langsten zijn van de wereld", zegt professor J. C. van Wierin- gen, bijzonder hoogleraar sociale pedia trie aan de Universiteit van Utrecht. Hij is afgestudeerd op een proefschrift over de lengte van de mens. „Het proces van de langer wordende mens speelt in de hele geïndustrialiseerde wereld. Mensen in de rijke groepen van Amerika, en in de rest van Europa, worden allemaal langer. De verschillen tussen de vergelijkbare groe pen in die landen zijn minimaal. In Ham burg hebben de schoolartsen de groeige- gevens gebruikt van de Nederlandse scho lieren om te kijken hoe de groei bij hun eigen schoolkinderen zich zou ontwikke len. De gegevens kwamen overeen; de ver schillen waren te verwaarlozen." Statistieken 'Lang zijn' is voor een man een lichaams lengte hebben van meer dan 1.90 meter en voor een vrouw meer dan 1.80 meter. Uit overzichten van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt dat in de leeftijdscate gorie van 18 tot 29 jaar er steeds meer mensen boven de al genoemde grenzen uitkomen. Acht procent van de mannen komt uit boven de 1.93 meter, bij de overi ge leeftijdsgroepen loopt dat terug via 5 naar 0,6 procent. Bij de vrouwen gaat het van 2,2 procent in de jongste groep naar 0,2 procent bij de ouderen. Ook bij de dienstplichtkeuring valt deze trend waar te nemen. Een vergelijking tussen de cijfers van 1970, 1980 en 1990 laat zien dat er in de categorie 1.95 - 1.99 meter een toename is van 0,8 naar 1,7 en tenslotte 2,4 procent van de gekeurden in die categorie. Metingen van 2 meter of meer worden sinds 1989 niet meer bijge houden. „De reden hiervoor is heel simpel. Dit is gebeurd", zegt voorlichter J. P.van Berkel van het ministerie van Defensie, „omdat we in 1989 een nieuw medisch computersysteem in gebruik hebben ge nomen. We registreren nu alleen nog dat de mensen worden afgekeurd en niet meer hoe lang ze zijn. Dat maakt het allemaal een stuk eenvoudiger." „Er is één duidelijke reden waarom men sen steeds langer worden. Dat komt door de verbeterde levensomstandigheden". zegt professor Van Wieringen. „Sinds 1850 is voor de Nederlanders de levensstan daard omhooggegaan. De mensen zijn be ter gaan eten, hun dieet is beter uitgeba lanceerd. De eiwitten in het voedsel zijn beter verdeeld, ze krijgen meer vitaminen binnen. Daardoor worden de mensen min der vaak en minder ernstig ziek en zo zijn ze steeds langer geworden. Ziekte is na melijk van invloed op de groei. Als iemand vaak ziek is, kan hij niet goed groeien. Alle energie heeft hij dan nodig om de ziekte te bestrijden. Sinds 1850, zeg maar het begin van de industriële revolutie, wordt de Ne derlander ook niet meer zo ziek door de betere medicijnen die er zijn gekomen en door de verbeterde sociaal-economische toestand." Knieën De gebruiksartikelen van de huidige maatschappij zijn niet berekend op lange mensen. Veel auto's, treinen, deuren, bed den, kleren en ga zo maar door zijn te klein, te laag, te kort en te krap. Een in ventarisatie leert dat bedrijven nog steeds geen rekening houden met de groei van de mensen. De nieuwe stadsbussen bij voor beeld zijn beduidend krapper opgezet dan de oude; de stoelen staan veel te dicht bij- elkaar, zodat je, als je lang bent, welhaast je knieën ofwel tegen je kin op moet trek ken, dan wel de knieën om de stoel ervoor moet vouwen. Lekker zitten kan dan al leen maar op de plek die bestemd is voor invaliden. Hoezo 'aardig op weg'. Dan is er nog een bron van ergernis: de auto. Ook deze is niet berekend op lange mensen. Auto's worden ontworpen volgens een be paalde norm, de SAE-norm. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de gemiddelde lengte van de automobilist 1.72 meter bedraagt en die is bij de gemiddelde Noordeuropese man al 1.82 meter. Een groot hiaat dus. Ander voorbeeld in de openbaarvervoer- sector: de trein. De hoogte van de deuren tussen de coupés in het materieel uit de jaren zestig bedroeg 1.92, de jaren zeven tig twee meter en in het nieuwste mate rieel 2.05 meter. Daar dus wel een stijgen de lijn. Maar in het interieur wordt gewoe kerd met de ruimte. Zo zijn de dubbeldek kers van de NS veel te krap. Zet twee lange mensen tegenover elkaar en er ontstaat een door de NS opgedrongen discussie over hoe de benen te plaatsen. Het is niet te vermijden: een van beiden moet een vreemde knie tussen zijn benen dulden. „Maar", zegt de voorlichter, „die dubbel dekkers zijn dan ook bedoeld voor de kor te afstanden met veel reizigers, voorname lijk in de Randstad. Bij ons nieuwste ma terieel hebben we ook een dubbeldekker voor de interregionale trajecten. Daarin zullen de maten aangepast worden. En de verhalen over de krapte van de nieuwe ho gesnelheidstreinen worden door onze technische expert afgedaan als flauwekul; die verhalen moet u niet geloven. Kijkt u zelf maar eens als ze er zijn. Daarin zullen we rekening houden met de lange mede mens." Ook in de bouwwereld wordt geworsteld met de voorschriften op het gebied van de standaardmaten. Nu worden die maten nog gedicteerd door het ministerie van VROM, maar dat wordt in de nabije toe komst overgelaten aan de gemeenten. „Nu zijn de maten voor binnendeuren nog 2.015 meter; dat wordt straks aan de ge meente overgelaten of ze die maat aan houden", zegt D. van Commenee van het Sociaal Fonds Bouwnijverheid. „Voor de oorlog bouwde men ook hoger, dat zie je nog wel in die oude huizen. Deuren met een hoogte van 2.20 meter waren geen uit zondering. Maar dat is door de bezuinigin gen na de oorlog weer teruggebracht." De heer E. Nolte van de Nationale Wo ningraad weet niet of er vastgestelde ma ten voor binnendeuren zijn. „Voor buiten deuren wel. Daar is de standaardmaat voor de voordeur, althans in de sociale wo ningbouw, vastgesteld op 2.10 meter. Wij pleiten er voor in ons rapport Aanpasbaar Bouwen dat de woningen eenvoudig aan gepast kunnen worden. In principe geldt dat voor gehandicapten, maar dat kan na tuurlijk ook gelden voor lange mensen. Denk maar eens aan de aanrechten die vaak te laag zijn, die zouden verhoogd moeten kunnen worden." Tuin „Een algemeen kenmerk waarom de mens steeds langer wordt is, nogmaals, het ver schijnsel van de verbeterde levensom standigheden", zegt Van Wieringen. „Mensen kun je vergelijken met alle an dere levende organismen. Als ze beter ver zorgd worden, groeien ze beter. Je kunt ook de vergelijking trekken met een tuin tje. Er zijn twee mensen met. een lapje grond. De één verzorgt zijn planten tot in de puntjes, ze groeien dus goed. De ander, zijn buurman, verwaarloost zijn tuin. Bij hem zullen de planten treuren en niet zo gedijen als bij de man met de groene vin gers." Een ander opvallend kenmerk is dat uit metingen van de jongens die gekeurd wor den voor de dienstplicht, blijkt dat de noorderlingen beduidend langer zijn dan de zuiderlingen. Sinds 1968 worden in het lengteoverzicht van de gekeurden per pro vincie de eerste drie plaatsen bezet door de drie noordelijke provincies Groningen, Friesland en Drenthe. De hekkesluiters zijn traditiegtrouw Zeeland, Noord-Bra bant en Limburg. Voor 1968 waren Fries land en Groningen ook al in de hoogste regionen te vinden, Drenthe zat daarvoor op de zevende positie. Het verschil tussen de langsten en de kortsten van Nederland, in 1987 zijn dat respectievelijk Drenthe en Limburg, bedraagt bijna 3,5 centimeter. Ook daarvoor heeft Van Wieringen een verklaring. En weer zoekt hij het. in het einde van de vorige eeuw. „In 1860 be stond het huidige verschil tussen de zuiderlingen en de noorderlingen nog niet. Toen waren ze nog even lang. Maar in de periode 1860 -1900 ontwikkelden de gezin nen zich heel verschillend. In het Noorden werden de gezinnen in die periode kleiner, waardoor de kinderen die er nog wel kwa men, meer en beter te eten kregen. Maar in het katholieke Zuiden werden de gezin nen juist groter, terwijl de economische si tuatie het niet toeliet meer monden te voeden. Daardoor kregen de zuiderlingen een achterstand in hun lengte op de noor derlingen. Die ontwikkeling stopt nu; de zuiderlingen beginnen hun achterstand in te lopen. Maar zoals alle processen in de natuur gaat dat heel langzaam en heel ge leidelijk." Oogst Ook bij de KLM. de Klub Lange Mensen in Blaricum. blijkt uit overzichten dat de jongeren goed vertegenwoordigd zijn. Ge rangschikt naar leeftijd blijkt dat de groep 19- en 20-jarigen het grootst is bij de mannen en bij de vrouwen de groep van 25 jaar. De langste geregistreerde man van de KLM meet 2.21 meter, de langste vrouw is 2.05 meter. Indrukwekkende maten. Is die lengte van de tegenwoordige mens nou uniek? Er doen verhalen de ronde dat wij nu weer de lengte bereiken die onze soort, de mens. in de ijstijd had. Van Wieringen: „Dat er één skelet is gevonden met een lengte van meer dan 1.80 meter wil nog niet zeggen dat alle mensen toen zo lang waren. Het is immers maar één skelet, één geval. Daar kun je dus geen zinnige uitspraak over doen. De groei van de mens door de eeu wen heen kun je vergelijken met de econo mie. Het gaat in een golfbeweging. Alleen zitten we in Nederland sinds halverwege de vorige eeuw in de stijgende lijn van de golf. Wanneer die is afgelopen, valt niet te voorspellen. Uit de genetische informatie valt niet af te lezen hoe lang de mens kan worden. We weten niet wanneer het einde in zicht is. Mensen die daar een uitspraak over doen. gissen slechts." Tussen de groei van de mens en zijn voed sel ligt een heel direct verband. „In vroe ger tijden kon je het verband tussen goede en slechte oogsten en de lengte van de ge keurden goed zien. Na een aantal goede oogsten steeg de lengte van de nieuwe ge keurden, na een paar slechte zag je dat de jongens in vergelijking weer korter waren. De nieuwe economische recessie die we nu schijnen door te maken, kan als gevolg hebben dat de mensen weer korter wor den. Dat zag je ook kort na de oorlog. De mensen die in de hongerwinter in de leef tijd zaten van 12, 13, 14 jaar, waren na de oorlog bij keuringen korter dan je op- grond van de gegevens van voor de oorlog mocht verwachten. Dat kan nog goed ko men. De mens heeft twee perioden in zijn leven die van groot belang zijn voor de groei: de eerste levensjaren en de eerste jaren van de pubertijd, zo tussen de 10 en de 15 jaar. Als het in de eerste periode fout gaat. kan de groei zich in de tweede pe riode herstellen en andersom. En dat ligt niet aan de hoeveelheid roodvlees of de Hollandse kost. Louter en alleen de verbe terde levensomstandigheden en daarmee samenhangend een uitgebalanceerd dieet", zegt Van Wieringen. Melchior Zeeman Hij is koud terug van een trip naar Londen, waar hij - uiteraard - in The Great Eastern sliep. Dat was tenslotte het hotel waar de vampier-jager en professor Van Helsing verbleef. Althans in Bram Stokers klassieke boek Dracula. In de City ontmoette Rob Brautigam (46) 'geloofsgenoten': van mensen die elke spaarcent opzij leggen voor een éigen doodskist tot freaks die likkebaardend een ïlaasje bloed achterover slaan of hun - snijtanden hebben laten scherpen. De grootste vampier-expert van het vaderland wéét dat er bizarre kostgangers rondlopen in de wereld der 'ondoden'. „Er zijn veel potsenmakers, maar de vampiers zelf blijven bloedserieus voor me", zegt de Amsterdammer, uitgever van het 'vaktijdschrift' 'International 1 Vampire'. De streng knoflook - erkende remedie tegen vampiers - ontbreekt op zijn slaapkamertje. Een geslepen sikkel ligt wél klaar voor 'ongewenst bezoek' en i kruisbeelden heeft hij in soorten en ma- ten. Net als honderden boeken over bloe- derige voorvallen, beruchte spookhuizen en verdachte vleermuizen plus posters van een paar van de ruwweg 6000 Dracula- l films. „Vaak blijft het bij een verklede pief die griezelig staat te doen", meent Rob Brautigam. Over de recente Bram Sto- s kers Dracula van regisseur Francis Ford I Coppola is de kenner lovend. Een belang- s rijke film, oordeelt de vampiervorser. Meester-engerd Bela Lugosi, één van Ga ry Oldhams voorgangers als de Graaf met de spitse tandjes, kijkt spiedend toe, van af de muur. Hier maft een specialist. Niet in een met zijde beklede doodkist en een nachtelijk bioritme, zoals sommige Britse geestverwanten, maar onder doodgewone dekens. Zijn passie is er niet minder flets om. Het vampier-verschijnsel en alles wat ermee te maken heeft, fascineert Rob Brautigam. „Ik vind het een absurd idee dat een over leden iemand uit de kist zou komen. Daar kan ik me slecht in verplaatsen. Ik ben me gaan verdiepen in mensen die daar wèl in geloven. In één of andere vorm kom je 't overal tegen", zegt de bebrilde bankem ployé. „De vampier heeft me gegrepen." Rob kan het weten. De Amsterdammer - ooit bedenker van de naam the Nits en met een griezeltekst present op hun lp 'Work' - steekt elke vrije minuut in zijn 'griezelig' tijdverdrijf. Hij leest alles wat los en vast zit over vampiers en onder zoekt - liefst ter plekke - elk verhaal over herrezen doden en hun vermeende bloed dorstigheid. En dat vanuit het meest vampïerloze land ter wereld. Want in onze cultuur en litera tuur is het, stelt Brautigam, bloedeloos gesteld met sappige verhalen over dor stige lijken die hun kiezen in de nek van argeloze slachtoffers zetten. Louis Coupe rus heeft ooit een bloed slurpende heks neergezet en Belcampo laat in zijn verhaal 'Bloed zonder Bodem' een koppel vam piers een plaatselijke bloedbank runnen. „Maai- dan heb je 't ook wel gehad", klinkt het met spijt. Hij heeft duizenden pagina's gespeld waar het menselijk plasma afdruipt. Over Ro meinse epileptici die in de rij hebben ge staan voor een druppel uit een gesneuvel de gladiator; over Duitse beulen die niet alleen de kleren maar ook het levenselixer van terechtgestelde misdadigers hebben verpatst tot de uitstapjes van de Parijse adel naai- de slachthuizen van Porte de la Villette. Na wilde braspartijen laafde het 'blauwe bloed' van Frankrijk zich in de I9e eeuw aan een vers 'glaasje' uit een pas geslachte stier. Als slaapmutsje... Balkan Het ware 'territorium' van bijtgrage vam piers en dito vleermuizen blijft de Balkan. Hier trok de wrede Vlad Dracula (1430- 1476) een bloedspoor van jewelste. De christenridder liet zijn Islamitische tegen standers bij duizenden aan manshoge geoliede speren prikken. Bloed aan de paal kortom. Het is zelfs Freudiaans ver klaard: Vlad junior zou zijn diensten als schandknaapje moeten hebben aanbie den in de harem van de één of andere sul tan... Hoe dan ook, met zijn latere plun dertochten verwierf hij de twijfelachtige bijnaam 'Vlad de Spietser', in de loop der eeuw meer en meer synoniem voor satani sche bloeddorstigheid. De Ierse schrijver Bram Stoker gebruikte in 1897 een afge leide van Vlad voor Graaf Dracula's nachtelijke avonturen. „Dat boek is echt een klassieker", bezweert Brautigam. Christopher Lee, het bekendste gezicht van Dracula. De Amsterdammer laat het niet bij het na pluizen van de pakweg 2700 verzonnen verhalen over vampiers of de bespiegelin gen van hoogleraren uit Amerika of Ca nada. Hij trekt zijn sporen kriskras door Europa, langs archieven en grafeuilen. Zo heeft hij heeft heel wat voetstappen in af gelegen oorden in Roemenië gezet, over kronkelige bergpaadjes op weg naar een stokoud vrouwtje dat uit de 'eerste hand' kan vertellen over vermeende vampiers. „De vampier-verhalen grijpen terug op het oude volksgeloof. Dat heeft stand ge houden ondanks de invloed van de ortho doxe kerk. De gebruiken zijn bedoeld om de mensen een dienst te bewijzen, anders gaat de overgang van de ziel mis. Daar draait alles om." Knoflook Tijdens zijn speurtochten over de poesta's hoorde hij bizarre rituelen rond de dood en het graf. In sommige dorpen werden de Rob Brautigam: In Nederland is het maar bloedeloos gesteld met de vampiertraditie. lichaamsopeningen van overledenen met- teentjes knoflook gevuld, hun tongen doorboord om te voorkomen dat ze de na men van familieleden kunnen influisteren aan de duivel of kreeg het stoffelijk over schot een steen in de mond. „Zodat hun tanden breken als ze eventueel vampier worden." Het is volgens Brautigam nog tot op z'n minst twintig jaar geleden in Roemenië voorgekomen dat bij gestorvenen een houten spies door het hart werd gedreven, uit angst dat het ontzielde lichaam bij nacht en ontij zou herrijzen. Brautigam steekt zijn handen er niet voor in het vuur dat het niet nog voorkomt. Iedereen kan, in het bijgeloof op de Bal kan, tot vampier verworden. Sommigen zijn voorbestemd, als ze met de 'helm' op worden geboren (met geboortevliezen om hun hoofd), al een welige haardos of tan den hebben als ze ter wereld komen of aaneensluitende wenkbrauwen ontwik kelen. Een hazelip is een 'pré', net als een dubieuze levenswandel. Criminelen en hoeren, mensen die vervloekt worden door hun ouders of sterven zonder de laat ste sacramenten? Die gewelddadig aan hun eind komen of van wie het dode gelaat wordt weerkaatst in een spiegel? „D'r is zoveel dat mis kan lopen, als je er in ge looft", aldus Brautigam. Neemt hij deze fabels serieus? „Die mensen nemen 't se rieus, dat is voor mij interessant." Bloeddrinkers In California, maar vooral in het Verenigd Koninkrijk is er een ware rage rond vam piers ontstaan, stelt Brautigam. Behalve de eerbiedwaardige en ietwat stoffige Dra cula Society in Engeland - de leden hijsen zich op Bram Stokers verjaardag in stem mig rokkostuum - zijn uit de punk-scene allerlei schimmige groepjes 'vampyroids' opgestaan. Ze kleden en gedragen zich als nazaten van de Count uit Transsylvanië. „Er zitten ook échte bloeddrinkers tussen. fotoCeesZorn Dat is oppassen geblazen, sommigen zijn knap agressief. Maar ik vind ze als 'studie object' interessanter dan iemand die al leen in het weekend een vampier-pak aan trekt." Zijn kwartaalblad 'International Vam pire' - in het laatste nummer onderbouwt hij de stelling dat Robin Hood óók een vampier was - bindt zo'n honderd gelijke geesten over de hele wereld. „Ik moet streng zijn in mijn toelatingsbeleid. Al leen mensen die serieus bezig zijn met vampirisme, verdienen het om mijn blad te krijgen. Meer kan ik er financieel gezien niet verspreiden." De Amsterdammer krijgt veel 'fanmail' op zijn periodiek. Van een lovende brief van professor Devendra Varma uit Canada - dè ultieme kenner van vampier-literatuur - tot reacties ondertekend met een bloed vlek. Rob Brautigam weet het zeker. „De vampier heeft m'n leven verdiept." Bert Janssen

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1993 | | pagina 23