Gezondheidszorg Amerika is ziek Zorgeloze zorg In Ruhrgebied gaan de ovens uit Russische ambassade in Parijs wil af van stalinistische bunker opinie en achtergrond President Clinton wil drastische hervorming VRIJDAG 19 FEBRUARI 1993 Als een reden voor hun astronomisch hoge tarieven geven de Amerikaanse dokters, specialisten en ziekenhuizen op dat zij zich zo zwaar moeten verzekeren tegen schade claims, die het gevolg kunnen zijn van het minste geringste foutje. Zij nemen geen enkel risico en dekken zich aan alle kanten in. Bij moeilijke gevallen roept een dokter al gauw advies van collega's in idie ook betaald moeten ivorden). Er wórden meer tests gedaan dan vaak nodig is. Een beoordelingsfout, hoe menselijk ook. kan immers al gauw een schadeclaim van miljoenen dollars betekenen. Er zijn speciale advocatenkantoren die alleen artsen en zie kenhuizen vervolgen en speciale telefoonnummers die pa tiënten dag en nacht voor juridisch advies kunnen bellen. Wat de invloed hiervan is op de kosten van de gezondheids zorg is niet bekend, maar wie de verzekeringspremies ziet, beseft, om welke bedragen het gaat. van onze correspondent in Washington Hans de Bruijn Twee jaar geleden werkte David voor een klein com puterbedrijf in Virginia. Leuke baan, plezierige werkgever en zo'n zestig fijne collega's. Toen werd David ziek. Hartklachten. Hij moest geopereerd worden en lag weken in het ziekenhuis. Verzekering dekt de schade, zeggen we dan. David was goed verzekerd en dat gebeurde dus ook. De ziektekosten werden vergoed en na een paar maan den kon hij weer aan de slag. Maar toen begonnen de proble men. Davids bedrijf kreeg de re kening van zijn ziekte gepresen teerd. De ziektekostenverzeke raar verhoogde de premies, die goeddeels door de werkgever worden betaald, in 1991 met 90 procent. Vorig jaar kwam daar nog eens 25 procent bij. Alleen door de behandeling van zijn hartkwaal. Dit jaar gaat de pre mie waarschijnlijk verder om hoog. Het ziet er nu naar uit dat Davids verzekering wordt opge zegd. Amerikanen verzekeren zich meestal in 'pools' en per bedrijf. Er rolt een verzekeringspakket uit alleen voor dat ene bedrijf. De premies worden berekend over het te verwachten risico in dat bedrijf. Zolang iedereen ge zond is, is de premie laag. Wordt iemand ziek, zoals David, dan moet de rest voor die last op draaien. David moet zich nu elders verze keren. Dat gaat veel geld kosten. Als er al een maatschappij is die hem met zijn hart wil hebben, ook al is hij volledig genezen ver klaard. Ziektekostenverzeke raars zijn niet verplicht hem aan te nemen. Er zijn ook geen zie kenfondsen voor een 'geval' als het zijne. Het risico bestaat dat hij tot zijn pensioen, nog tien jaar, onverzekerd zal blijven rondlopen. Tenzij Bill Clinton zijn zin krijgt. De lotgevallen van de computer man zijn de uitwassen van het Amerikaanse stelsel van ge zondheidszorg, waaraan de pre sident een eind wil maken. Een systeem dat onbetaalbaar is ge worden, de helft van het al enor me financieringstekort opslorpt en miljoenen in de problemen stort. Als zij het zich al kunnen veroorloven zich te verzekeren; 37 miljoen Amerikanen (een op de zes werknemers) zijn immers helemaal niet verzekerd tegen ziektekosten. Als zij een ongeluk krijgen of ziek worden moeten zij de dok ter uit eigen zak betalen. Wat dat betekent, merkte ik toen ik vorige maand mijn pols brak. De Nederlandse verzekering dekt de schade achteraf, maar vóór de dokter bereid was een paar fo to's te maken en een simpel gips verband aan te leggen, moest ik eerst dokken: bijna duizend dol lar (1900 gulden). Zonder beta ling geen behandeling. Voor de echte armen is er 'Medi caid', een overheidsprogramma dat voor hun ziektekosten op draait. De bejaarden kennen 'Medicare', waarvoor premies betaald moeten worden. David moet nog tien jaar wachten voor hij daarvan kan profiteren. Maar Medicaid en Medicare zijn zo duur geworden (ruim 200 miljard dollar- in 1992), dat Clinton wel genoodzaakt is ook daar de ko- van onze correspondent in Parijs Hans Gertsen De Berlijnse muur is geval len. de supermacht Sovjet unie bestaat niet meer, maar wie de gigantische ambassade van de voormalige Sovjetunie in Parijs betreedt, bekruipt al snel het gevoel dat de tijd hier stil heeft gestaan. De rijkelijk met kil marmer betegelde hal van de betonnen kolos aan de Boulevard Lannes in het sjieke 16e arrondissement boezemt vrijwel onmiddellijk angst in. Dezelfde vage angst die toeris ten voelen als ze de immense Alexanderplatz, een ander hoogstandje van stalinistische architectuur, in het voormalige Oost-Berlijn oversteken. Dat effect is destijds bewust op geroepen door de architect, zo vertelt Alexander Melnik, pers voorlichter van de Russische ambassade. „De bezoeker moest onmiddellijk voelen dat dit de ambassade van een supermacht was, van een land dat over een verschrikkelijk vernietigingspo- tentieel beschikte". De architect is meer dan ge slaagd in zijn opzet. Het Rus land van Boris Jeltsin heeft het gebouw 'geerfd' van de voorma lige Sovjetunie. De huidige ge neratie Russische diplomaten voelt zich, net zo min als bezoe kers, thuis in de ambassade die in 1977 door niemand minder dan Leonid Breznjev met veel socialistisch feestvertoon werd geopend. Als het aan Melnik ligt, verhuist de ambassade zo snel mogelijk naar een gebouw met een wat menselijker maat. „Dit gebouw ademt te veel de sfeer van de Koude Oorlog; een tijd die ge lukkig ver achter ons ligt. De ambassade is geconstrueerd als een belegerd fort in een vijan dige omgeving". Lenin slaapt De meeste van de vijftig diplo maten willen liever vandaag dan morgen naar een andere stek, maar of het er ook daadwerke lijk van komt is de vraag. Rus land heeft wel andere prioritei ten en bovendien geen geld. Per sattaché Melnik zit al een half jaar zonder visitekaartjes, laat staan dat een dure verhuizing er van af kan Tijdens een rondleiding door 'de bunker', zoals Melnik het ge bouw voortdurend noemt, blijkt de tijd toch niet helemaal stil te hebben gestaan. Het levensgro te standbeeld van Lenin boven aan de imposante trappartij is verdwenen. Of beter gezegd: weggemoffeld. De vader van de revolutie is verpakt in een soort rechtopstaande marmeren sar cofaag die met de Russische vlag omwikkeld is. „Lenin is er nog, maar hij slaapt", zo grapt Melnik. „We wilden het beeld eerst helemaal weghalen, maar dat leverde een architectonisch probleem op. Het gebouw is min of meer om dat beeld heenge- bouwd. Het simpelweg wegha len zou een storende leegte heb ben opgeleverd". Met de geko zen oplossing kan Lenin, als de tijden veranderen, zo weer te voorschijn worden getoverd.... De rondleiding voor de pers - de eerste in de geschiedenis van de ambassade, verzekert Melnik - beperkt zich tot de eerste verdie ping, die bestaat uit een serie grote, hoge en Spartaans gemeu bileerde zalen. In de jaren '70 verdrong dé hele Parijse 'beau monde' zich in zalen als 'de zaal van de vriendschap der volke ren' om de zoveelste verjaardag van de oktoberrevolutie te vie ren met kaviaar en Russische champagne. Sinds de val van het communisme dienen de za len nauwelijks nog ergens voor. Geld voor feesten en partijen heeft de ambassade niet meer en bovendien valt er weinig meer te vieren. Een verzoek om ook de werkver trekken op de vijfde en zesde verdieping van 'de bunker' te mogen bezichtigen, wordt be leefd maar resoluut afgeslagen. Daar bevindt zich het hart van de ambassade en ongetwijfeld ook een forse afdeling van de voormalige KGB. De Sovjetunie mag dan niet meer bestaan, de spionage-activiteiten gaan ge woon door. zo blijkt uit rappor ten van de Franse binnenlandse veiligheidsdienst. Bij de opvol ger van de KGB blijven de deu ren dus dicht voor de westerse pers. „Wat mij betreft zouden we daar ook kunnen gaan kijken", zegt Melnik, „Helaas zijn veel van onze medewerkers nog door drongen van het oude veilig heidssyndroom. Het is net als met de baard van een dode. Die groeit ook nog een hele tijd door". mende jaren het mes in te zetten. De hervorming van de gezond heidszorg is een van zijn hoofd doelen geworden. Hij heeft zijn vrouw Hillary belast met een plan. dat in april klaar moet zijn. „Als we niets doen, zal de ge zondheidszorg dit land bankroet maken", zei hij onlangs. „Er is dan geen geld voor onderwijs, milieu of industriebeleid", zegt ook prof. Henry Aaron van het Brookings Institution, een in vloedrijke denk-tank. De Amerikanen geven dit jaar 940 miljard dollar uit aan hun ge zondheidszorg, elf procent meer dan vorig jaar. Over vijf jaar is dat 1700 miljard dollar, eenvijfde van elke dollar die in de VS wordt besteed. De groei van de ziektekosten is vier maal zo hoog als de inflatie. De dokter starieven stijgen ongeremd, een dagje ziekenhuis dreigt onbe taalbaar te worden, medicijnen zijn duurder dan waar ook ter wereld. Miljoenen mensen zijn doods bang om een griepje te krijgen. Dat kan immers een dure grap worden. En de kindersterfte in de VS is ondanks al die kostbare zorg de hoogste van alle geïn dustrialiseerde landen. Miljoe nen kinderen in de VS zijn niet ingëent tegen kinderziekten. Het dubbele Een doorsnee gezinspolis kost al gauw 3500 dollar (6500) gulden per jaar, het dubbele van in Ne derland. Velen nemen dan ook de gok: zij verzekeren zich niet, hopend dat de uitgespaarde pre mies ooit tegen de kosten van een behandeling zullen opwe gen. Gevolg: alleen wie geen ver zekering nodig heeft omdat hij nooit ziek is, kan zich er een ver oorloven. Wie ziek is en zorg no dig heeft, valt buiten de boot. Het geval van David is slechts één illustratie. Wie in een klein bedrijf werkt, met een kleine 'pool', heeft pech. Grote onder nemingen hebben grote pools en gespreide risico's. Omdat vooral de werkgevers de premie beta len, zullen zij sollicitanten met een medisch verleden niet gauw aannemen. Vrije markt Het huidige stelsel is een uit vloeisel van het vrije-marktprin- cipe: wie weinig zorg nodig heeft, betaalt weinig, wie veel ziek is betaalt veel. „Economisch is dat juist, sociaal niet", zegt Aaron. Er zijn al staten (New York, Ha waii) met een wet. die verzeke raars verplicht elke nieuwe cliënt aan te nemen, ook als die ziek is. Vooral aids-patiënten zijn blij met zo'n wetgeving. De vrije markt betekent ook dat iedereen elke dokter en elk zie kenhuis kan kiezen. Wie drie specialisten wil raadplegen, mag dat. De verzekering betaalt. Dokters en ziekenhuizen kun nen rekenen wat zij willen. Clin ton wil nu naar een systeem van 'beheerste concurrentie', waar bij de overheid bemiddelt tussen burgers en verzekeraars, die met elkaar moeten concurreren om cliënten te krijgen. De verzekeraars zouden in een bepaald gebied samen met zie kenhuizen en dokters een 'pak ket gezondheid' moeten bieden, dat wordt beoordeeld op effi ciëntie en kostenbeheersing. Clinton wil de gezondheidsuit gaven per staat aan een plafond binden. De overheid zal daar door een grote greep krijgen op de gezondheidszorg, wat niet al leen verzekeraars, dokters en ziekenhuizen, maar ook de Ame rikanen huiverig maakt. De gezondheidswereld heeft, zich lang verzet tegen elk her vormingsplan, dat neerkomt op meer overheidsbemoeienis. Pas eind vorig jaar kwamen er teke nen dat de verzekeraars willen praten over een ander stelsel, zo als een basispakket, dat via be lastingmaatregelen betaalbaar gehouden kan worden. Boven dien zou men belasting moeten betalen over wat men méér krijgt dan het basispakket. Zending Maar de Clintons zullen nog veel zendingsarbeid moeten verrich ten. De dokters voelen niet voor door de overheid vastgestelde tarieven. En de medicijnenfabri kanten zien hun enorme winsten inzakken als Clintons plan voor maximumprijzen doorgaat. Hij hekelde vorige week nog het feit dat de medicijnenindustrie jaar lijks een miljard dollar meer uit geeft aan reclame dan aan on derzoek. Het vaccineren van kinderen te gen kinderziekten kostte in 1982 nog zeven dollar per kind, nu is dat 90 dollar. Een simpel polio- vaccin, in Nederland twee gul den, kost in de VS tien dollar. Er valt dus heel wat te besparen, geld dat Clinton wil gebruiken om 37 miljoen onverzekerde Amerikanen aan een polis te hel pen. Belasting op verzekeringspre mies en 'bovennormale' zorg zou werkgevers en werknemers kun nen dwingen goedkope verzeke raars te zoeken. Maar het is de vraag of de burgers die last wil len dragen. Enquêtes zijn weinig hoopgevend. Het is ook moeilijk aan de belastingbetaler uit te leggen dat hij nu dieper in de portemonnee moet tasten om te zorgen dat zijn gezondheidszorg op den duur goedkoper wordt. van onze correspondent in Berlijn Hans Hoogendijk Als het in het Ruhrgebied brandt, heeft de Rijn niet genoeg water om het vuur te blussen. Dat zei eens Konrad Adenauer, de eerste naoorlog se Duitse kanselier. Het brandt nog niet in het Re vier, zoals Europa's grootste industriegebied tussen Rijn en Ruhr wordt genoemd, maar het scheelt niet veel. De crisis in de auto-industrie heeft ook hier hard toegeslagen. Meer dan 10.000 arbeidsplaatsen zullen verdwijnen. In de toch al dramatisch ingekrompen mijnbouw staan 8000 banen op het spel. Maar de grootste klap dreigt te vallen in de staalindustrie. Daar zijn naar schatting 40.000 werknemers acuut be dreigd. In de toeleveranciers- sector dreigen als gevolg van deze klappen ook nog eens 15.000 mensen hun werk ver liezen. „Wij worden het armenhuis van de republiek, terwijl wij het land ten koste van onze ge zondheid hebben opge bouwd", voorspellen sombere vakbondsbestuurders. Waar eens het 'Wirtschaftswunder' begon, heerst nu een crisis stemming. Het herstructure ringsproces, waardoor in toe komstgerichte industrietak ken tienduizenden nieuwe ba nen voor vrijkomende 'staal- kokers' en kompels moeten worden geschapen, komt maar traag op gang. De so ciaal-democratische regering van Noordrhein-Westfalen, al jaren geplaagd door een gigan tisch begrotingstekort, moet machteloos toekijken hoe de kaalslag doorgaat. De metaalbewerkers zijn het gesol met hun arbeidsplaat sen nu zat. "Wij zijn niet zo agressief als de boeren en we hebben ook geen eieren. Maar we hebben staal en daarmee kunnen we ook naar Bonn trekken", klinkt het dreigend. Waartoe de staalwerkers in de 'Ruhrpot' in staat zijn beleef de Duitsland vier jaar geleden toen Krupp dreigde de hoogo vens in Duisburg-Rheinhau- sen te doven. Burgemeesters, geestelijken en middenstan ders trokken hand-in-hand met tienduizenden arbeiders door de steden. Uiteindelijk zegevierden ze. Maar toen ging het om één fabriek, nu staat volgens de voorzitter van de machtige vakbond IG-Metall, Franz Steinkühler, de staalin dustrie in heel Duitsland op het spel. De Duitse staal verkeert na acht min of meer vette jaren De Duitse staalindustrie is er beroerd aan toe. op de rand van het faillisse ment. De gigant Krupp- Hoesch leed vorig jaar een ver lies van meer dan 550 miljoen gulden, dat dit jaar waar schijnlijk alleen maar groter uitvalt. Klöckner is dankzij staatssteun en een gedeeltelij ke sanering van de schulden door de banken op het nipper tje aan het faillissement ont snapt. Thyssen verliest dit jaar in de staalsector tussen de 500 miljoen en een miljard en gaat een hoogoven sluiten. De toekomstvisie van de mana gers is somber: uiteindelijk zullen in heel Duitsland een of twee staalconcerns kunnen overleven. Van de nu nog 180.000 banen in Oost-en West- Duitsland zullen er tussen de 30.000 en 40.000 moeten ver dwijnen. Toch kunnen de managers en de vakbondsleiders niet hele maal verrast zijn door de cata strofale ontwikkelingen. Een blik op de eigen produktie en die van de concurrentie had hen al jaren geleden ongerust moeten maken. De Europese staal heeft, immers een overca paciteit van meer dan 30 mil joen ton. waarvan alleen al een kwart in Duitsland. Sinds de revolutionaire veranderingen in het Oostblok wordt West- Europa ook overstroomd met spotgoedkoop staal uit Polen, Rusland. Tsjechië en Slowa kije. De prijzen zijn maar liefst 40 procent gedaald. Staal is net zo goedkoop als in 1980. IG Metal voorzitter Franz Steinkühler geeft toe dat hij bijna machteloos is. Hij kan weinig meer bieden dan de op roep aan de regering een natio nale staalconferentie bijeen te roepen. Alleen een nationaal concept en een Europees anti- orisisbeleid kan de staal red den". Vernietiging Vanuit Bonn liet de nieuwe minister van economische za ken Rexrodt prompt weten niets te zien in zo'n nationale staalconferentie: „Als staat kunnen en willen wij de bedrij ven niet voorschrijven wat en hoeveel ze moeten produce ren". In de praktijk betekent dit dat de staalconcerns hun, zoals Steinkühler zei, 'genade loze, kortzichtige vernieti gingspolitiek' kunnen voort zetten. De arbeiders kregen van hun voorzitter te horen dat zij zich niet door de werk gevers uiteen mogen laten drijven. Maar hoe lang houdt de solidariteit stand als je weet dat het schrappen van banen bij de concurrentie mo gelijk het behoud van de eigen werkgelegenheid betekent? Daar komt dan nog bij dat er in de ex-DDR ook nog hoogo vens en andere staalbedrijven zijn, die zwaar onder de prijs leveren. En of het nog niet ge compliceerd genoeg is heeft de IG Metal de Oostduitse werk nemers beloofd dat hun loon binnen afzienbare tijd op het niveau van de Westduitse col lega s zal komen. Voor dit jaar foto Archief PZC zou dat een loonronde van meer dan 25 procent beteke nen, terwijl de arbeidsproduk- tiviteit slechts een kwart van die in het Westen bedraagt. Steinkühler weet dat hij deze spagaat niet vol kan houden en dat de sluiting van com plete fabrieken onvermijdelijk is. „Het zou wel erg zelfingeno men zijn, als wij zouden doen alsof we een pasklare oplos sing hebben", verzucht hij. De staalarbeiders in het Ruhr gebied verliezen met de dag het vertrouwen in hun bond. De voor 26 maart aangekon digde lange mars naar Bonn is voor hen mosterd na de maal tijd. De voorzitter van de on dernemingsraad van Hoesch: „Franz. je komt te laat. Wij verzuipen hier". De stemming aan de basis wordt snel radica ler. Wegen worden geblok keerd, stille marsen georgani seerd, bedrijfsbezettingen zijn niet langer uitgesloten. Het vertrouwen in de politiek heb ben ze al lang opgegeven. „De acties van vier jaar gele den zullen kinderspel zijn ver geleken wat hier gaat gebeu ren als ze ons laten barsten", klinkt het dreigend. De miljoe nen aan Rijn en Ruhr vertrou wen. misschien wel tegen be ter weten in, op hun eigen kracht. „Niet bedelen, niet vragen, maar vechten", stond er woensdag op een spandoek. En vechten willen ze. Nog brandt het niet in het Revier, maar de rooksignalen kan nie mand meer negeren. Meneer, ik zie u vaak met de hoofdzuster praten, weet u misschien wie de dokter van mijn kind is?. De jonge moeder die mij de vraag stelt, kijkt daar bij diep onderdanig. Alsof ik de ziekenhuisdirecteur zelf ben in plaats van gewoon maar de ou der van een patiëntje, net als zij. „Maar iveet u dat dan niet?", reageer ik verbaasd omdat ik haar al een paar zoeken iedere dag trouzo aan het bed van haar zoontje heb gezien, „hoelang ligt uw zoontje hier al?" „AZ drie en een halve zoeek", zegt ze gelaten „en ze hebben toen ge zegd dat hij na zo'n week of drie, vier naar huis zou mogen en ik vraag me nu iedere dag af..." „En al die tijd hebt u geen dokter gesproken?" „Nee', zegt ze, „de zusters zeggen dat hij heel weinig tijd heeft...". Dit gesprek vond een aantal ja ren geleden plaats op de afde ling heelkunde kinderen van een groot ziekenhuis. Mijn zoon tje was daar opgenomen van- zoege een dijbeen breuk. Twee dagen na de opname had ik aan de hoofdzuster gevraagd wie zijn behandelend arts zoas en of ik hem te spreken kon krijgen. Ze had gezegd dat dat moeilijk was omdat hij meestal aan het opereren zoas, maar dat ik voor vragen altijd bij haar terecht kon. Zij zou die, als het tenmin ste nodig zvas, zoel weer aan hem voorleggen. Ik had me daarmee een dag la ten afschepen, maar bedacht toen dat ik verdorie gewoon zelf van hem wilde horen hoe het er met mijn zoontje voorstondhoe lang hij vermoedelijk in het zie- kenhuis moest blijven, enzo voorts. De eerstvolgende keer dat ik de hoofdzuster weer zag. vertelde ik haar dat ik erop stozid een afspraak met hem te maken. Opnieuzv probeerde ze me af te schepen. Uiteindelijk zoist ik haar naam en telefoon nummer van de dokter in het zie kenhuis afhandig te maken. Om te voorkomen dat ik weer afge scheept zou worden, liet ik mijzi secretaresse het nummer bellen, zeggen dat ze de secretaresse van titel die en die zoas en dat die graag dokter zus en zo wilde spreken. Binnen de kortste ke ren had ik beet en de zeer vrien delijke arts gaf me al de informa tie die ik me wenste plzis de toe zegging dat ik altijd kon bellen zoanneer ik dat nodig vond. Zo wel voor mijn gezin als mijzelf had de informatie en de open stelling van een informatielijn een geruststellend en onzeker- heidsverminderend effect. Maar tegelijkertijd hield ik er ook het onbehaaglijke gevoel aan over dat er iets niet helemaal klopte. Het leek zoat al te veel op een ziit- zonderingsbehandeling op grond van oneigenlijke argu menten. Dat het dat ook zoas, werd me pas echt duidelijk door het ge sprek met de jonge moeder zon der titel en zonder voldoende as sertiviteit) die al wekenlang met allerlei vragen rondliep zoaarop ze graag en terecht van de arts zelf een antzooord wilde. Dubieus Ik heb haar overigens aan de arts geholpen, maar op een ma nier die op zichzelf behoorlijk dubiezis was. Het toeval wilde dat ik precies de dag na het ge sprek met haar was ziitgenodigd door een groep tweedejaars stu- denten geneeskunde voor een discussie-bijeenkomst over het belang van psychologie in het ziekenhuis. Aan die bijeenkomst nam ook een vijftal medische specialisten deel, die allen vóór mij het zvoord voerden. Stuk voor stuk beklemtoonden ze het grote belang van psychologi sche processen bij ziekte en ge zondheid. Al luisterende, met het verhaal van de vrouw en mijn ei gen ervaring in het achterh begon ik hoe langer hoe fa te worden. Op een bepaaldi blik hield ik het niet meer,j. om de microfoon en vertelq> het er psychologisch in eer kenhuis zoerkelijk kon toep- Het werd doodstil in hetho de leeuw. Toen ik uitgespn zvas, gebeurde er iets da merkzvaardig maar ook u kere zin vertederend vozii specialisten die eerder hat gesproken, reageerden op verhaal en in die reacties l; iedere keer iets van een w schuldiging door. Alsof# stuk voor stuk beschaamd* den over het feit dat zulkt gen in hun directe werkm ving konden gebeuren. Maar het meest opmerkelijk beurde een paar uzir later,] ik mijn zoontje ging l Terzoijl ik de zaal op liep, b. vanuit een zijkamertje de k zuster op mij af en vroeg, a dat ook azidere ouders he\ ben moeten kunnen horen neer Diekstra, zvilt zi dokter spreken?". Het voorval is inmiddels allt, denkwijzer TT TT René Dieks elkaar zo 'njaar of zeven gu en ik zou het vermoedelijk uit mijn herinnering hebba gegraven als ik onlangs me. een kennis een vrijzvel ida verhaal had gehoord. Verstoord Er is voor mijn gevoel nogc iets fundamenteel mis rus georganiseerde gezondb zorg. Het evenzoicht tzissa technische genezen, de 'curt als dat heet, en de zorg of li re', het zorgzaam en zorgr omgaan met mensen is vols verstoord. Dat is in firm opzicht zo; wie aan 'cure' krijgt veel meer betaald d> 'care't'. En dat is ook in zm ring zo; de status van de'a specialismen is duidelijk h dan die van de 'care'-me, Nog altijd bestaat er de o; ting dat 'zorg' iets vaags, get sachtigs is, terzvijl de techm sche geneeskunde tenminsh doet voor de mensen. Boveii heeft zorg iets van: een j troostprijs. Dat zijn ernstige misvattir, Zorg of 'care' kan het besl den begrepen als een posii emotionele en onderstem reactie op de toestand of sit\ van andere mensen. Voo: mand zorgen betekent een der onze tijd, aandacht, syi thie en de mogelijke hzdp gi om de situatie dragelijk U ken en er hoe dan ook vol zorgen dat hij of zij zich zm de steek gelaten voelt. Dat wezen wat de jonge moedi kwestie gebeurde: ze wast het systeem en daarmee doe genen die verantivoordelijk voor het systeem in de steel laten. Ze hadden het te druk 'cure' om nog tijd voor over te houden. Ik ben het volstrekt eens met niel Callahan in zijn boek Kind of Life. waar hij sch care moet altijd priority ven 'cure' krijgen en wél of meest voor de hand liggend den: er is nooit enige zeken dat onze ziekten kunnen wc genezen en onze dood afgeu Uiteindelijk zullen en moeit triomferen. Onze overwin op ziekte en dood zijn altijdi lijk. maar onze behoefte steun, aan zorg, wanneer ut die txvee geconfronteerd i den, is blijvend." PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT Hoofdredactie: M. P. Dieleman, algemeen hoofdredacteur; C. van der Maas, hoofdredacteur commentaar; A. L. Oosthoek, adjunct-hoofdredacteur. Eindredactie: K. Cijsouw en J. D, van Scheijen. Bureauredactie provincie: F. P. J. Doeleman; M. E. Ernens-Abrahamse; B. Goudswaard; P. C. de Jonge; M, T. O. van der Vleuten; I. D, A. M. Russel; J. P. van de Sande; J. P. Verbeek. Redactie binnen- en buitenland: M. S. van Reems (chef); G. J. Kers; J. P. H. Noot; C. J. Schets; W. P. Staat. Redactie bijlagen: A. L. Kroon (chef); J, van Damme; J. A. M. Tabbers; A. Zevenbergen. Sportredactie: J. M. van den Berg (chef); J. F. D. Bakker, E. L. Ramakers; R Thannhauser; T. J. van den Velde. Vormgeving: A. A. Adriaanse: N. Geelhoed; A. F. Schreurs; W. M. J Verstuyf. Systeembeheer: C. W M. Keuning. Nieuwsdienst: A. J. Snel (chef). Algemeen verslaggevers (Vlissingen): M. Antonisse (plv. chef nieuwsdienst); J. C. M. Cats; A. M. van der Jagt; B. Jansen: H. O. Postma; M. J. Schrier; M. van Zuilen (Den Haag). Regio Bevelanden/Tholen (Goes): W. J. van Dam (chef); F. B. Balkenende; M. A. de Jongh; L. J. Meinardi; M. E. Woudenberg. Regio Schouwen-Duiveland (Zierikzee): M. van Houten (chef): A. W. C. Mullink; I. M. Dekker. Regio Walcheren (Vlissingen): A. A. van der Sluis (chef); Y. Hoekstra; N. J. C. Kluijtmans (Ondernemend Zeeland): E. J. Rozendaal; C. M. J. Sondervan; H. van der Werf. Regio Zeeuwsch-Vlaanderen (Terneuzen): W. A. Bareman (chef). C A. M. van Gremberghe. J. J. Heijt; R. E. A. Hoonhorst; M. Modde. Correspondenten Gemeenschappelijke Persdienst (GPD): A. Knol (Brussel); P. de Vries (Brussel); H. B. Hoogendijk (Berlijn): J W. M. Gertsen (Parijs): C. van Zweeden (Londen); R. Hellinga (Boedapest); A. Bloemendaal (Tel Aviv). E. J A. van der Linden (Rome): S. van Rijn (Willemstad); J. A. Geleijnse (Moskou): D. R, M. de Wit (Madrid); J. A. M de Bruijn (Washington); F. J. M. van der Houdt (Nairobi): P. G. W. van Nuijsenburg (Johannesburg) W Bunschoten (Paramaribo). Een harttransplantatie in de operatiekamer van het universiteits-ziekenhuis van Linda, Californië. foto AP

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1993 | | pagina 4