Meteen op het
verkeerde been
Volleybal-vedetten worden vet betaald
)e openingszet
ran Peter Monté
I
lil ill Illillllll i 111,; A
A IB A B III A IB
Jan Posthuma
en Ron Zwerver
VRIJDAG 19 FEBRUARI 1993
sport
IBwI
Ïet gambiet komt voort uit de Italiaanse uitdrukking Dare il
gambetto, wat inhoudt beentje lichten of op het verkeerde been
:etten. In de Italiaanse worstelsport is het een veel gebezigde
ütdrukking, maar ook in het schaken kan een tegenstander met
rambiet in verwarring worden gebracht. Sinds de zestiende eeuw wordt
iet gambiet op het schaakspel toegepast. De Middelburger Peter Monté
53) raakte in de ban van het koningsgambiet (1. e2-e4. e7-e5. 2. f2-f4) dat
net tegengambiet 2... d5 beantwoord is. Al zo'n dertig jaren spookt het
rervolg op deze openingszetten door zijn hoofd.
Schaker Peter Monté: Mijn boek is een uit de hand gelopen studentengrap.
foto Lex de Meester
Peter Monté raakte tijdens zijn middel
bare schooltijd op slag verliefd op de
aanvallende speelwijze van een partij
schaken. Als student geschiedenis in Lei
den besloot hij een boekje over het tegen-
gambiet te schrijven. In de jaren zestig
voltooide hij zijn eerste boek, maar stuitte
op een onwillige uitgever.
Vijf jaar geleden herleefde zijn plan om
een boek over het tegengambiet te schrij-
ven. Hij begon weer aan een serieus onder
zoek dat hem leidde van de zestiende
eeuw tot het heden.
Intussen puilt zijn boekenkast uit met on
geveer 700 werken over schaken. In zo'n
vijf ordners heeft hij gegevens uit die boe
ken, manuscripten en vaktijdschriften
verzameld, die hij weer verwerkt heeft in
zijn bijna afgeronde werk over het tegen
gambiet.
Zijn schaakboek is in wording. Door nieu
we vondsten wordt zijn versie The Coun
ter-gambit (hij schrijft in het Engels om
dat het Nederlandse taalgebied voor een
schaakboek te klein is) steeds verder uit
gebreid. „Ik wil mijn boek over een jaar
afronden. Eens moet ik er een punt achter
zetten. Het is een uit de hand gelopen stu
dentengrap, die maar eens in een volwas
sen boek moet uitmonden", zegt hij.
Montés boek zal niet uitsluitend droge no
taties en oordelen bevatten. In enkele
hoofdstukken zal hij uitwijden over de
eeuwenoude geschiedenis van het ko
ningsgambiet en het in de vorige eeuw po
pulair geworden tegengambiet. In de Ko
ninklijke Bibliotheek van Den Haag
maakte hij kennis met de wereldvermaar
de collectie Van der Linde-Niemeyeriana.
„Daar zoek ik regelmatig naar sporen van
het koningsgambiet."
Hij heeft een verzameling opgebouwd die
verrijkt is met een kopie van de oudste ge
drukte bron van het koningsgambiet, dat
van de hand komt van de Spanjaard Lo
pez. Lopez schreef in de zestiende eeuw al
over het koningsgambiet.
Polerio
„Hij besteedde daar veel aandacht aan.
Elke speelwijze is onderhevig aan mode.
Uit Lopez' boek kan ik opmaken dat het
koningsgambiet in die jaren in zwang
was."
Van enkele tientallen jaren later dateert
het manuscript van Polerio, een jonge Ita
liaanse knaap, die van zijn leermeester
Leonardo de notatie van de partijen
moest bijhouden. Polerio stond zijn mees
ter bij tijdens een toernooi in 1575 aan het
hof van Philips II in Madrid. De aanteke
ningen van Polerio, noem hem maar een
secondant, gaven Monté inzicht in de ont
wikkeling van het koningsgambiet.
In Montés tot op heden 250 bladzijden tel
lende boek zullen ervaringen en partijen
verwerkt zijn van Lopez tot Judit Polgar.
„Judit Polgar is erg thuis in het konings
gambiet. Zij is een van de weinige scha
kers van deze tijd die frequent het ko
ningsgambiet toepast."
De onderzoeker speurt naar materiaal,
speelt partijen na en doet zo af en toe een
aardige ontdekking. „Zo heel af en toe
vind je een 'nieuwtje' dat de moeite waard
is. Een tijd geleden had ik in een andere
variant van het koningsgambiet een sterk
vervolg bedacht. Maar Judit Polgar die
dat gambiet ook vaak met wit speelt,
bracht dezelfde zet in een partij tegen de
Engelsman Flear op het bord. Jammer
voor mij, want ik kan nu die primeur niet
aan mij toeschrijven. Maar het streelt na
tuurlijk dat een grootmeester als Judit
Polgar die ontdekking deed. Het was ove
rigens een sterke zet. Zij won er de partij
heel snel mee."
Peter Monté schaakt in competitiever
band bij het Utrechtse Paul Keres, dat uit
komt in de derde klasse KNSB. Hij heeft
daar gewoond en onderhoudt op die ma
nier zijn contacten met enkele vrienden.
Volgens hem leeft schaken in de Rand
stad veel meer dan in Zeeland. Tijdens de
jongste schaakmatch van Jan Timman en
Nigel Short was er in het Utrechtse
schaakcafé Het Ledig Erf een monitor met
teletekst geplaatst. Op een demonstratie
bord voorzag een commentator de partij
voor ongeveer 25 schaakenthousiastelin
gen van opmerkingen. „En aan acht bor
den wisselden we ideeën uit over het spel-
verloop en dachten we met de grootmees
ters mee."
Hij noemt zichzelf met bijna 2000 punten
op de Elo-ranglijst een redelijke schaker.
„Ik ben lang niet de beste schaker van
Zeeland. Ik doe dit jaar mee aan de
Zeeuwse titelstrijd. Uit vier partijen heb
ik drie punten vergaard, waarmee ik een
half punt achtersta op het leidende trio,
René Tiggelman, Rudi de Smit en Wout
Punt. Dit weekeinde zit ik tegenover Wout
Punt. Het wordt spannend."
Variaties
Monté houdt zich ook graag bezig met het
analyseren van andere openingsvarian
ten dan het koningsgambiet. „Als ik een
wedstrijd speel, heb ik het natuurlijk niet
alleen voor het zeggen. Vandaar dat ik al
lerlei openingen bestudeer." Als hij zwart
heeft en zijn tegenstander opent met het
koningsgambiet, reageert hij niet met het
tegengambiet. Hij weet hoe gevaarlijk die
stelling voor zwart kan worden.
Zijn eerste versie van het boek was een
overzichtelijk geheel. Totdat hij tot nieu
we inzichten kwam en tussen de getypte
regels door aantekeningen maakte. ..Der
tig jaar geleden heb ik de basis gelegd
voor mijn boek. Vijfjaar geleden ben ik be
gonnen nieuw onderzoeksmateriaal daar
in te verweven en ben ik gaan herschrijven
en herschrijven."
Peter Monté wil zijn boek niet als levens
werk beschouwen. Hij interesseert zich
ook voor de herkomst van het moderne
spel. waarvoor hij een door hemzelf uit het
Russisch vertaald artikel van grootmees
ter Averbach onder handen heeft. Daaruit
voortvloeiend heeft hij zich in twee histo
rische onderwerpen verdiept: De ont
staansgeschiedenis van het moderne
schaakspel in Europa omstreeks 1500 en
de manuscripten van Polerio. Om zijn on-
derzoeksdrift over Polerio te bevredigen
bezoekt hij de bibliotheken van Florence,
Parijs, Göttingen, Cleveland en Rio de Ja
neiro.
„Ik ben vooral bezig met het moderne
schaken. Van Polerio bijvoorbeeld, die
Italiaanse schaker, kan ik nog veel meer
zeggen dan ik in mijn boek prijsgeef."
Edith Ramakers
)e meisjes van de middelbare school zijn
die woensdagmiddag speciaal voor hem
ar het trainingscentrum van Benetton in
eviso gekomen. Voor niemand anders. Als
de bal met hoge snelheid langs het blok
aat, en dat gebeurt nogal eens tijdens deze
ssïe, glinsteren hun ogen en klinkt er
ondering en verlangen in hun stem bij het
reken van zijn naam: 'Zerver'.
De verbastering, in Italië hebben ze
moeite met de letter w, leidt niet tot
misverstanden. We zijn voor dezelfde ge
komen. Voor de krullebol in bermuda
broek, in wie heel gemakkelijk 's werelds
beste volleyballer is te herkennen: Ron
Zwerver. Kan niet missen. Al was het al
leen maar vanwege zijn afwijkende ma
nier van afreageren. Op z'n plat Amster
dams.
Gilberto Benetton, eigenaar van de club
en bij elke training aanwezig, kan een lach
niet onderdrukken bij het vertoon van zo
veel geestdrift bij zijn jongste aankoop.
Hij is 'zeer content' met de olympische
ster van vorig jaar. „Iedereen is tevreden,
de supporters, de trainers. Zerver speelt
goed, maai- hij kan nog beter. We moeten
even geduld hebben."
De Italiaanse tycoon werkt met een be
groting van vijftien miljoen gulden. Het is
een schijntje overigens vergeleken bij wat
er in totaal omgaat in het concern, bekend
van de 'verenigde kleuren' en berucht om
zijn controversiële advertentiecampag
nes. De volleybaltak speelt onder de naam
Sisley, vrijetijdskleding voor mannen.
Het is één van de vele dochteronderne
mingen van de familie Benetton. De ve
detten worden vet betaald (Zwerver ont
vangt jaarlijks 650.000 dollar) en Gilberto
Benetton eist daarvoor iets terug. Publici
teit. Inzet ook. En een titel. Als het even
kan.
Porsches
Om dat te bereiken legt de directeur van
de sporttak (behalve volleybal ook bas
ketbal en rugby) zijn veelverdieners in de
watten. Cantagalli en Bernardi, de be
kendste Italiaanse internationals, hebben
een verzameling Porsches in hun garage.
Onlangs vroeg Zwerver, zelf in het bezit
van een Duits scheurijzer, voor zijn vrien
din een autootje. Is zo gemakkelijk voor
de boodschappen. Een paar dagen later al
stond het hebbedingetje geparkeerd
dereen meteen vertrokken. Ze beschou
wen het volleybal echt als hun werk." Zij
gaf haar baan in een Amsterdams zieken
huis op om met haar vriend naar Italië te
verhuizen. Overdag sport ze een beetje.
Werk heeft ze niet. „Dat contact mis ik
wel."
Egoïstisch
Ron Zwerver (rechts) en Jan Posthuma in Italië: Natuurlijk zitten we hier voor het geld.
naast hun huis. Na afloop van de training
informeert Gilberto Benetton hoe het
wagentje bevalt.
„Een heel aardige vent", zegt Zwerver
over de gulle (werk)gever. „Hij is heel be
trokken. Er is hem alles aan gelegen dat
we goed presteren. Hij creëert daarvoor de
voorwaarden." De 25-jarige speler is aan
geschoven aan een tafel in het restaurant
van La Ghirada, het sportcentrum van
Treviso. De meeste spelers eten er na de
training. Jan Posthuma heeft zijn maal
tijd dan al op. Zwerver heeft eerst zijn
vriendin opgehaald.
De 2.09 meter lange Posthuma, voor het
vierdejaar in Italië en voor het tweede sei
zoen bij Sisley Treviso, heeft zojuist drie
pakken zuurkool in zijn tas geschoven.
Meegenomen door Nederlandse visite. Ze
hadden hem geen groter plezier kunnen
doen. „Dat eten hier is best lekker, maar
op een bepaald moment verlang je toch
naar een stevige Hollandse hap. Worst er
bij, aardappeltje en klaar is Kees. Heer
lijk."
Het is één van die kleine dingetjes die een
Nederlandse miljonair in Italië mist. Hij is
verder aardig ingeburgerd. Italiaans is
voor hem geen abacadabra meer. Pos
thuma, gestopt als international, maakt
geroutineerd grapjes met de ober. „De
taal spreken is een must", zegt de Fries.
..Ron moet zorgen dat hij het snel onder
de knie krijgt. Dat maakt het leven er ge
makkelijker op. Ik heb het spelenderwijs
geléérd,"
Cursus
„De taal", vertelt Zwerver, „is nog een pro
bleem. „We zijn hier nu een halfjaar. Jac-
ky en ik. We zitten op cursus, maar het
blijft lastig. Ik merk wel dat er verbetering
in zit. Over een paar maanden moet het
goed gaan."
Zwerver roemt de organisatie van Benet
ton. „Alles is hier prima geregeld. Daarom
heb ik ook voor deze club gekozen. Als je
hoort hoe lang spelers bij andere clubs
soms op hun geld moeten wachten... Dat
foto G PD
wilde ik voorkomen. Ik hoef maar een kik
te geven en ze staan voor me klaar. Echt
ideaal. En je wordt hier gewaardeerd als
sportheld. Ze kennen je, hè. Onze wedstrij
den zijn heel vaak op tv. Volleybal bete
kent hier echt iets."
Maar er kleven ook nadelen aan de miljoe
nenjacht. „Je gaat niet zo maar even naar
de bioscoop, wantje verstaat er toch geen
moer van. En je knoopt niet één, twee, drie
een gesprek aan op straat. „Maar", praat
hij zichzelf moed in, „we zitten nu in een
donkere periode van het jaar. Als de
maand februari voorbij is en het weer wat
beter wordt, ziet alles er weer anders uit.
Komt er weer familie over de vloer. We
moeten hier gewoon even doorheen. We
moeten er aan wennen dat je niet 's
avonds even op bezoek gaat bij vrienden
en dat je niet effe de stad in gaat met be
kenden om iets te drinken."
„Het is hier allemaal anders", vult zijn
vriendin aan. „In Nederland is het gebrui
kelijk dat je na de wedstrijden iets drinkt
met de meiden van de spelers. Hier is ie
De geboren Dokkumer Jan Posthuma is
in z'n eentje in Italië. Dat wil zeggen: zon
der vriendin. „Het leven hier is gericht op
volleybal, alleen maar op volleybal. Daar
kies je voor. Je bent eigenlijk vrij egoïs
tisch bezig. Het is dan heel moeilijk om
concessies te doen in je relatie. Dat kan
tot spanningen leiden. Je moet altijd in je
achterhoofd houden datje hier bent om te
werken, om geld te verdienen. Dat is even
het allerbelangrijkste."
Het maakt hem niets uit of hij met een an
dere Nederlander speelt, zoals nu met
Zwerver, of alleen. Soms kan de aanwezig
heid van een landgenoot zelfs een nadeel
zijn. „In het tweede jaar bij Montichiari
(zijn eerste club), speelde ik met Olof van
der Meulen. Na vier maanden werd-ie al
weggestuurd. Dan kan ik me wel druk
gaan maken, maar dan gaat het ten koste
van mezelf. Ik dacht toen wel: verdomme,
dat mag niet. Maar als je het met dat soort
zaken niet eens bent, moet je hier niet-
gaan spelen. Het is namelijk inherent aan
het Italiaanse volleybal. Als je niet vol
doet, halen ze een ander. Ik probeer Ron
natuurlijk zo goed mogelijk te helpen. Hij
zit nu nog met de taalbarrière. Maar hij
moet het straks toch zelf gaan doen. Het
maakt niet uit watje gedaan hebt. Al ben
je twintig keer wereldkampioen geweest.
Het gaat erom watje hier laat zien. Ze be
talen goed en willen waar voor hun geld."
Geen problemen
Dus heeft Posthuma. al twee keer uitge
roepen tot de beste blokker van Italië,
geen problemen met zijn sobere levens
stijl, die geheel in dienst van het volleybal
staat. Videootje kijken, pizza in de oven, 's
middags een beetje slapen, boekje lezen,
beetje bellen met de andere Nederlanders
in Italië. „Als er familie of bekenden over
komen, geef ik ze de sleutel en dan moeten
ze het verder maar zien. Ik ben door het
moordende ritme van twee wedstrijden
per week niet in staat om ze bezig te hou
den. Mijn ouders vermaken zich prima als
ze hier zijn. ook zonder mij. Je hebt hier
alles op een paar kilometer afstand. De
bergen, het strand. Venetië."
Posthuma (29) keert nog regelmatig terug
naar Montichiari, zijn oude club. „Al was
het alleen maar vanwege het Gardameer.
„Ik ben een echte Fries, hè. Ik moet altijd
het water kunnen zien." Hij stapt dan op.
Hij heeft de vriendin van Olof van der
Meulen (spelend bij Con Cave Napoli) op
bezoek, vandaar.
Privé-vliegtuig
De 'Zwervers' leggen daarna de nadruk op
de leuke kanten van hun bestaan. Hij:
„Prachtig hoe wij naar uitwedstijden in de
Europa Cup gaan. Twee weken geleden
met twee privé-vliegtuigen naar Roese-
lare in België. M'n ouders waren ook geko
men. Ik was eerder terug in Italië dan zij in
Amsterdam." Zij: „Voor je levenservaring
is het heel goed een tijdje in het buiten
land te wonen. En je leert de taal, hè."
Beiden hopen het langer uit te houden in
Italië dan de twee jaar die hen contractu
eel aan Benetton bindt. „In principe wil ik
ook daarna bij Sisley blijven. Maar je weet
het nooit. Misschien ben ik er al voor die
tijd weg. Eén telefoontje en je zit bij een
andere club. Het kan zo maar gebeuren",
weet Ron Zwerver.
Het spel van Sisley is minder op hem afge
stemd dan dat dat in het Nederlands team
het geval was. Daardoor komt hij minder
tot zijn recht. Toch gaat het 'vrij redelijk',
vindt hijzelf. „Volgend jaar, als ik hele
maal gewend ben, moet het echt goed
gaan draaien." Hij mist Peter Blangé en
Avital Selinger. Zij wisten exact hoe hij de
ballen het liefst wilde hebben. Twee we
ken geleden verloor Sisley van Maxicono
Parma, de ploeg van Blangé. Was een rare
gewaarwording voor hem zijn ploegmakk-
ker van het Nederlands team aan de an
dere kant van het net te treffen.
Zwerver zegt, dat hij na het seizoen hard
toe is aan vakantie. „Deze competitie is
slopend, zeker als er play-offs achteraan
komen. Ik weet niet of ik wel zin heb om
alle world league-wedstrijden met het Ne
derlands team te spelen. Misschien een
paar." Het Europees Kampioenschap (dit
jaar nog in Finland) ziet hij wèl zitten.
Hij zegt dat het Nederlands team en hij
niet meer dezelfde belangen hebben. „Dat
is geweest. Oranje is natuurlijk niet meer
nummer één. Eerst komt mijn belang, dan
het belang van de club en dan pas het Ne
derlands team."
Op weg naar huis, in zijn BMW met een
heleboel cijfers en letters, geeft hij het eer
lijk toe. „Ik zit hier voor het geld, natuur
lijk. Daar is toch niets op tegen? Ik heb
veel te lang geïnvesteerd in het Neder
lands team. Nu is het mijn tijd om te oog
sten,"
Fred Segaar