De tweede jeugd van Karei Appel Oogstrelende verkoelers Russische troosteloosheid benauwt Singing donkeys Ilya Kabakov kunst cultuur 18 VRIJDAG 19 FEBRUARI 1993 Mag een schilder ook eens wat anders dan schilderen? Karei Appel wel. In het Haagse Museum Paleis Lange Voorhout werden woensdag de deuren geopend voor de tentoonstelling Singing donkeys, twintig nieuwe, zeer grote sculpturen van één van de meest produktieve schilders. Het is een vrolijke reeks beelden, met clownskoppen, fabelachtige wezens en reuzenhanden. De expositie is in elk geval een klapper voor kinderen. Karei Appel: Vitale ontwikkeling. Begin 1991 wijdde het Haags Gemeentemuseum nog een grote overzichtstentoonstelling aan Karei Appel, die in dat jaar 70 werd. Een 35-tal recente schilderij en en enkele sculpturen lieten toen al zien dat Appel een nieuwe weg was ingeslagen. Er werd gesproken van een nieuwe Appel, een tweede jeugd. De presentatie van Karei Appels nieuwste beelden in het Pa leis Lange Voorhout zijn een ver volg hierop. Ze werden niet eerder getoond. De presentatie is een we reldprimeur. aldus het museum over deze nog door Rudi Fuchs, in middels directeur van het Stede lijk Museum in Amsterdam, sa mengestelde expositie. De 20 omvangrijke sculpturen be staan uit assemblages van de meest uiteenlopende voorwerpen: dierekoppen en mensenhoofden van papier-maché, relikwieën uit verschillende culturen, zoals wa jangpoppen en boerenstoelen, ge vonden voorwerpen uit het moder ne leven: kwartsklokken en vlieg tuigmodellen. De schilder heeft ook de straten afgestruind naar sloophout en bouwfragmenten, is aan het zagen geslagen, heeft ge knipt, geplakt, geassembleerd. Karei Appel heeft de afgelopen ja ren op twee plaatsen inspiratie op- foto ANP Karei Appel, Singing Donkeys. gedaan en aan zijn objecten ge werkt. In New York. waar hij zijn atelier heeft en op zoek ging naar recente gebruiksvoorwerpen uit de Aziatische en Zuidamerikaanse sfeer. In zijn huis in Toscane ver gaarde hij voornamelijk gebruikt hout. oude landbouwwerktuigen, bankjes, trapjes en klassieke bouwfragmenten. De onderdelen werden aaneenge smeed tot nieuwe sculpturen, zon der veel kleurtoevoegingen. Palet en penseel zijn nog net niet hele maal overbodig. Bijna elk object heeft wel wat kleur gekregen, soms maar een enkele veeg. Slechts een enkel beeld vertoont heftige kleur contrasten. In een paar gevallen heeft Appel onderdelen in brons laten gieten, bij een bronsgieterij in Verona. Het vergroot de duurzaamheid van zijn installaties. Maar het beeld Horse, samengesteld uit brons, ijzer en hout is ook een van de mooiste op de tentoonstelling. De beelden zijn zeer uiteenlopend van karakter. Horse is uiterst sub tiel. De meeste andere sculpturen zijn juist enorm complex. Veel beelden maken een vrolijke, carna valeske indruk. Het opvallendst is het beeld waarnaar de tentoonstel- ling genoemd is: Singing donkeys. Het bestaat uit vier blauw geschil derde ezelskoppen onder rode pa rapluutjes, tegen een achtergrond van oude deuren. De ezels zingen niet alleen maar lijken de toe schouwer ook uit te lachen. Bijna alle sculpturen lijken een dubbele bodem te hebben, of mis schien wel meer dan één. De geas sembleerde bouwfragmenten zien er soms uit als ruïnes na een bom bardement en worden aangemerkt als echo's van wat Appel zag in de Tweede Wereldoorlog. De masker achtige gelaatsuitdrukkingen van vreemde wezens verbergen onge twijfeld een diepere betekenis. De vrolijke (clowns(koppen hebben soms iets onuitgesproken draco nisch. In bijna alle sculpturen komen handen en voeten voor. Gipsen voeten aan 'magere' latten en reu zenhanden waaraan niet altijd te zien is of ze iets goed dan wel kwaads in de zin hebben. Soms is er duidelijk sprake van een uitge stoken hand, maai- er is ook een ag- gressieve, zwarte, uithalende vuist met een boksbeugel. Appel laat zien dat hij zijn handen nog goed kan gebruiken. De Cobra schilder, ook al ziet hij zich zelf niet zo, is duidelijk een andere weg in geslagen. Maar, Appel viste ook in vroeger jaren wel thema's uit het verleden op om er nieuwe versies van te maken, signaleerde Rudi Fuchs al tijdens de eerste fase van de nieuwe ontwikkeling. In die zin De waaier is als verkoelingsmiddel verdrongen door modernere technieken van klimaatbeheersing. Maar qua charme en elegantie haalt de air-conditioning het in de verste verte niet bij de ouderwetse waaier. Het wuiven met een uitgevouwen waaier hoort niet voor niets al eeuwen tot de wapenen der verleidingstaktiek. Door zijn vorm en afmetingen biedt de waaier bovendien ongekende esthetische mogelijkheden, zonder dat het praktisch nut ervan hoeft te worden aangetast. Hoog tijd dus voor een herwaar dering, moet men ook in het Textielmuseum in Tilburg ge dacht hebben. Daar is op de expo sitie Waaiers nu een veelvoud aan hedendaagse exemplaren te zien, waarvan een deel heeft meegedon- gen in de prijsvraag De eigentijdse waaier als kunstwerk. De tentoonstelling is samenge steld door de in textielkunst ge specialiseerde Luikse galerie Phil- harmonie in samenwerking met de Belgische vereniging Quaternaire. Aan de tentoonstelling neemt een internationaal gezelschap van 35 kunstenaars deel. De enige beper king die zij kregen opgelegd was het maximum formaat dat moest overeenkomen met de klassieke afmetingen van de waaier. De expositie waaiers laat vele va riaties op het thema zien, soms mooi, soms ontroerend, soms hu- moresk. Omdat als enige beper king het formaat gold, hebben niet alle kunstenaars zich gestoord aan de functie van het verkoelings- an nex verleidingsmiddel. Dat heeft geleid tot bijvoorbeeld geometri sche weefsels van Marie Thérèse Pregardier die mijns inziens even goed hadden kunnen worden inge zonden in de prijsvraag De eigen tijdse placemat als kunstwerk. Wel waaier-vormig, maai- niet bruik baar als zodanig, is het intrigeren de weefsel van de Nederlandse Ma rian Bijlenga. Zij maakte twee is er dan ook geen sprake van een fundamentele breuk met het verle den. Het is niet zozeer een nieuwe maar veeleer eeh vitale ontwikke ling die de nieuwe Appel zo boeiend maakt. De beeldententoonstelling vult de begane grond en de eerste verdie ping van het museum. Op de twee de verdieping worden ook nog gouaches en tekeningen van Karei Appel getoond, afkomstig uit de collectie van het Haagse Gemeen temuseum en deels uit de verzame ling van de kunstenaar zelf. Jan Rijsdam Museum Paleis Lange Voorhout. Lange Voorhout 77. Den Haag. Geopend: dins dag tlm zondag van 11 tot 17 uur, t/m 25 juli. creaties, waarbij haar menselijk of dierlijk als ondergrond dient voor pastelkleurig band of draad dat daar in een fraai patroon is op. gemaasd. Weer een andere inter, pretatie komt van Lydia Predomj. nato uit Italië, die uitging van et., bestaande afbeelding en daarin de waaier extra nadruk geeft, door hem met veren driedimensionaal te maken. Blijven er nog talloze waaiers over die ook als zodanig gebruikt kun nen worden. Bijzonder fraai zijnde groene en zwarte waaiers van de Italiaanse Wanda Casaril, elegan te constructies waarbij figuratieve elementen in fijn weefsel zijn ver werkt. Het Nederlandse collectief Atelier J, bestaande uit Robert J. Nottrot, Christina Linaris-Coridon en Jo! hannes Visser, gaat met Le truc it ma tante (Het ding van mijn tante) min of meer terug naar de essentie door een krant tot waaier op te vouwen en daar een damessjaaltje omheen te binden. Dit collectief was een van de winnaars van het waaier-concours. Waaiers en veren horen bij elkaar; veel kunstenaars spelen met die associatie. De Zwitserse Vera Loe- liger verwerkt daarbij heel intrige rend fotografie in haar waaiers. L'eventail pour artistes endomis (Waaier voor ingeslapen kunste naars) lijkt op het eerste gezicht te bestaan uit gefotografeerde veren, maar in tweede instanties blijken dit veervormige foto's van geslo ten ogen te zijn. De waaier mag dan als verkoeler hebben afgedaan, de tentoonstel ling Waaiers toont aan dat dit ac cessoire nog niets aan verleiding-, kracht heeft ingeboet. Marjo Peppelaar Tentoonstelling: Waaiers. Nederlands Textielmuseum Tilburg, dinsdag IM vrijdag 10 tot 17 uur, zaterdag en zot. dag 12 tot 17 uur. Tot en met 14 maart Verena Loeliger (Zwitserland), Eventail pour artistes endormis. Marian Bijlenga Sans Titre, 1991. Thierry Huygen (België), Sans Ti tre, 1991. France Mariehal (België), Sans Ti tre, 1991. De Russische kunstenaar Ilya Kabakov (1933) is een meester in het ensceneren van situaties. Met zijn werk is de installatie-kunst definitief volwassen geworden. Het werk van Kabakov gaat voor een belangrijk deel over 'displacement', over het op een ongebruikelijke plaats reconstrueren van een alledaagse situatie, die door de- vervreemdende context in een - vaak verontrustend - ander daglicht komt te staan. De afgelopen vijfjaar heeft Kabakov in verschillende Westerse musea en galeries (in Europa en de Verenigde Staten) installaties gemaakt, waarin hij een typisch Russische omgeving zo nauwgezet mogelijk nabootst. We konden daardoor onder andere verzeild raken in een alledaagse Rus sische flat (met als meest prominente ruimte de keuken), een museumzaal, een gekkenhuis, een school, een bibliotheek, een kindertehuis en zelfs een tot woonhuis omgebouwd openbaar Russisch toilet. Het zijn ruimtes die kenmerkend zijn voor het functioneren van het openbare leven in de voormalige Sovjetunie. Alle installa ties maken onderdeel uit van het totaal kunst-werk 'De Russische Wereld', een 'e- pos in installaties over de Sovjet-Unie waarin ik geleefd heb', aldus de kunste naar in een recent interview. Kommervol Het is de concentratie en overgave waar mee Kabakov gestaag aan zijn epos werkt, die zo indrukwekkend is. Als een ontheemde en dolende bohemien trekt hij van stad naar stad, van museum naar ga lerie. om zijn projecten te realiseren. En steeds meer krijgt het kommervolle dage lijkse bestaan van de 'gewone' Rus daar mee reliëf. Cynischer dan het zo exact mo gelijk kopiëren van karakteristieke Russi sche ruimtes kan Kabakov eigenlijk niet te werk gaan. Hij hoeft er in feite niets aan toe te voegen. Het Grote Archiefzoals dat nu in het Stedelijk Museum is te zien. is daar een goed voorbeeld van. Het laat de achilleshiel van het dictatoriale Sovjet tijdperk zien: de verstikkende bureaucra tie. De statige tentoonstellingszalen van het Stedelijk Museum hebben een complete metamorfose ondergaan. In negen ka mers roept Kabakov meesterlijk de sfeer op van een deprimerend bureaucratisch doolhof. Allereerst zijn de plafonds van al le zalen verlaagd en grauwgrijs geschil derd en over de wanden loopt een groeze lig groene band. De belangrijkste 'sfeer makers' zijn echter de kale peertjes, die de ruimtes in een schemerig geel licht zetten. In de eerste kamer word je al direct in een hokje geduwd. Voor iedere leeftijdsklasse en voor ieder geslacht ligt een vragenfor mulier klaar als metgezel voor de tocht door het bureaucratisch systeem. In de volgende twee kamers worden de catego rieën nog scherper afgebakend ('zieken', 'plattelandsbewoners', 'diegenen die in de gevangenis hebben gezeten', 'plannenma kers'). Heb je het juiste formulier in han den en de vragen nauwgezet ingevuld, dan moet je parafen en stempels gaan verza melen. Niets is immers zo belangrijk op een Sovjet-formulier als een stempel. Daarvoor kun je terecht bij één van de ta feltjes in de volgende twee zalen. Schotjes Hier ontvouwt het doolhof zich pas letter lijk. Met schotjes van een meter hoog is een dwingende route langs de tafels afge bakend. Je hebt overzicht over de hele zaal, maar toch word je gedwongen de tocht van het begin tot het einde af te leg gen. Bij ieder tafeltje hangen papieren en kaarten met handgeschreven teksten. Het zijn aanvullingen, aandachtspunten en waarschuwingen voor de betreffende ambtenaar bij het beoordelen van de inge vulde vragen. Kabakov weeft hiermee een dicht web van ambtelijke regels. Met ie dere vraag wordt het verhoor intenser en intenser en de bureaucratische ondervra ging begint associaties op te roepen met een KGB-verhoor. Werkelijk niets blijft onbevraagd. Heb je alle parafen en stempels, dan rest nog de ultieme handtekening, die van de directeur. Deze zetelt in de volgende ka mer. Het is er troosteloos leeg, stoelen staan langs de wand als in een wachtka mer. Dit is het voorgeborchte, de plaats die oordeelt over goed of fout. Hier ben je pas echt aan de bureaucratische wolven overgeleverd. Wat daarna volgt is opnieuw een labyrint, maar nu zijn de muren kamerhoog. Je weet niet wat je te wachten staat als je door de slingerende gang loopt. En wat blijkt, je komt uit in een helverlichte 'ge wone' tentoonstellingszaal. De gang is ontmanteld, de schotten staan schots en Het Grote Archief van Kabakov: een dwingende route langs de bureaucratie. scheef tegen elkaar aan. halverwege de ruimte. Vanuit de boze droom sta je in eens weer in de realiteit van de museum ruimte. De scherpte van Kabakovs installaties ligt in het gewone dat hij representeert. Hij roept de geest op van het voorbije Sov jet-systeem. waarvan hij tot op het bot doordrenkt is. Als kunstenaar heeft hij tot de perestrojka van Gorbatsjov altijd een dubbelleven geleid. Officieel verdiende hij zijn geld als illustrator van kinderboeken, onofficieel was zijn huis een ontmoetings plaats voor kunstenaarsvrienden, waar avant-garde kunst werd getoond die 'bo vengronds' verboden was. Kabakovs werk ontleent zijn kracht aan de context waaruit het voortkomt, maar een verstikkende bureaucratie is zeker niet exclusief Russisch. Ook in Nederland moetje voor iedere officiële handeling een formulier invullen, waarbij je met regel maat het nut van een bepaalde vraag ten zeerste betwijfelt. Kabakov blaast dit op tot extreme proporties, om de groteske boodschap een extra impact te geven. Los van de maatschappelijke implicaties heeft Het Grote Archief belangrijke kunst zinnige kwaliteiten. Kabakov hecht veel waarde aan details. Alles staat in dienst van het te creëren gevoel. Zo zijn de vloe ren bezaaid met afval, wat de ruimtes een beklemmend troosteloze aanblik geeft. Het geheel is een kille werkplaats, een ambtelijke machinerie, waarin geen ruim te meer is voor persoonlijke emoties. Vuil en stoffigheid zijn een onlosmakelijk on derdeel van de Sovjet-cultuur. Het realisme van Kabakov ligt in het ver lengde van de realistische schilderkunst, maar nu is niet de verf het materiaal, maar foto G PD echte objecten. In die zin werkt Kabakov in de traditie van Marcel Duehamp. In feite gebruikt hij de alledaagse Russische ruimte als ready-made. De techniek van de installatie is in dit proces een essentieel gegeven. Als kunstvorm is de installatie nog rela tief jong. Ontstaan in de jaren zestig, staat deze kunstvorm in principe nog in de kin derschoenen. Een belangrijk onderdeel van een installatie is het gegeven dat de toeschouwer wordt betrokken bij het kunstwerk. Bij Kabakov is de toeschou wer zelf onderdeel van het kunstwerk en kan dus niet meer een louter beschouwen de positie innemen. Als deelnemer moet hij of zij zich engageren met wat hij er vaart en dat dwingt tot een positiebepa ling. Kabakov weet dit gevoel met grote precisie op te roepen. In het geval van Het Grote Archief is de participatie voor een deel cultureel s bonden. Een Oost-Europeaan zal waar schijnlijk meer herkenning voelen dan een westerling. In de kern is bureaucratie gelijk, maar in het westen wordt ze geca moufleerd door mooi ontworpen ruimtes, met een mensvriendelijk uiterlijk en veel licht. In de voormalige Sovjetunie (en nog steeds waarschijnlijk) was de intimideren de ambtelijke machine open en bloot zichtbaar. Wat Kabakov laat zien is welis waar geworteld in de repressie van de voormalige Sovjetunie, maar is feitelijk een universele matrix voor een cultuur van ambtelijke onderdrukking door mid del van formulieren, regels en controleren de organen. Geheimen Het fascinerende aan Kabakov is dat hi in staat is een complex web te weven dat meerdere ingangen heeft. Een installatie geeft nooit in één keer zijn geheimen bloot. Hoe verder je erin doordringt, hoe meer dimensies het krijgt en hoe meer je er ook door geboeid wordt. Op het mo ment dat het vervolgens ook nog eens bin nen het raamwerk van de totaalinstallatie 'De Russische Wereld' wordt gezet, zijnde mogelijkheden schier oneindig. In dit pro ces is Kabakov zowel een sturende als ver warrende factor. Zijn teksten verklaren net zo veel, als dat ze onderdeel van het spel zijn. Bert Steevensz omschreef de installaties van Kabakov in het jongste nummer van het kunsttijdschrift Metropolis M als een roman, een dikke Russische roman „Wanneer je eraan begint vraagje je bijna wanhopig af hoe er doorheen te worstelen Men is immers niet meer gewend om voor kunst uitgebreid de tijd te nemen. Kaba kov toont zijn publiek niet alleen een rijk en complex visueel amalgaam, maar over voert het bovendien met allerlei teksten, commentaren en opmerkingen van gefin geerde personen en toeschouwers." Met de tentoonstelling van Ilya Kabakov neemt Wim Beeren definitief afscheid van het Stedelijk Museum. Zijn directoraat werd gekenmerkt door zijn aandacht voer de Russische avant-garde uit de jaren twintig van deze eeuw. Met het uitnodigen van Kabakov voor zijn artistieke saluut, spreekt Beeren ook zijn vertrouwen uit in de Russische avant-garde van nu. Robbert Roos Expositie Ilya Kabakov, Het Grote Archief. K zien tlm 28 maart. Stedelijk Museum, Paula-' Potterstraat 13, Amsterdam Dagelijks H uur. Catalogus.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1993 | | pagina 18