De inzet is in elk geval zo groot mogelijk PZC reportage 21 Jaap van der Poel ZATERDAG 30 JANUARI 1993 Naast de deur van de burgemeesterskamer in het Vlissingse stadhuis hangt een houten paneel met de namen van de eerste burgers die de stad in de loop der eeuwen heeft gehad. Onder Jacobus Cornells Theresia van der Doef is nog plaats voor een handvol opvolgers. Als het aan Van der Doef zelf ligt, blijft de lijst verder leeg. :rs$o Hij is fervent voorstander Vlissingen in een groter verband op te laten gaan: in een gemeente Middelburg/ Vlissingen en liever nog in een gemeente Walcheren. Zo'n maatregel past volgens hem het best in de geest van bestuurlijke herindeling die op dit moment door Nederland waart. Jaap van der Doef: de laatste burgemeester van Vlissingen. Wat is er toch veranderd aan Jaap van der Doef? Hij heeft nog steeds dat grijze ringbaardje, dat dunne brilmontuur en die voorkeur voor kleurige maar net niet uitbundige stropdassen. Toch mankeert er iets. Natuurlijk! Waar is zijn pijp? Van der Doef behoorde tot het type rokers dat voortdurend met zijn pijp in de weer is: stoppen, aansteken, aandrukken, weer aansteken, uit laten gaan, even neerleggen, nog maar eens aansteken en schoonmaken. Zo heeft een mens wat omhanden. „Inderdaad", lacht Van der Doef, „zo'n pijp geeft houvast. Pijp roken verschaft je vaak ook een adempauze. Wanneer je een pijp aansteekt, kun je even nadenken over wat je wilt zeggen. En: een pijproker straalt rust uit en zekerheid. Veel mensen associëren dat graag met een pijproker. Da's iemand die bedachtzaam en zelfverzekerd is, denken ze." Enkele jaren geleden is Van der Doef met roken gestopt. Een verkoudheid van een week vormde de aanleiding. Daar na was er telkens weer een reden om niet opnieuw te beginnen. Een paar maanden lang heeft hij nog met zijn rookgerei op zak gelopen. Inmiddels zijn de pijpen als relieken bijgezet in een fraai besneden kist in zijn werkkamer. Tegenstanders van Van der Doefs ingrij pende ideeën over gemeentelijke herinde ling zullen ongetwijfeld menen dat de bur gemeester van Vlissingen aan bedacht zaamheid heeft ingeboet nu hij niet meer rookt, maar zijn zelfverzekerdheid heeft er in elk geval allerminst onder geleden. Van der Doef gaat er eens goed voor zitten. „Waar gaat het nu om? Om het behoud van bestaande gemeentegrenzen of om het behoud van invloed op wezenlijke be leidsterreinen? De derde versie van de no ta 'Besturen op niveau', die nu in Den Haag circuleert, koerst aan op solide re gio's. waaraan rijk èn gemeenten taken moeten afstaan. Nou. dan vind ik datje als gemeenten een schaal moet zien te berei ken waardoor je sterk komt te staan. An ders blijven voor de gemeenten alleen maar beheers- en uitvoerende taken over. De regio - in de Zeeuwse situatie is dat na tuurlijk de provincie - houdt zich dan wel met het beleid bezig. Het gaat bij een ge meentelijke herindeling in Zeeland dus om de vraag of er volwaardige gemeenten over zullen blijven." Je mag van Van der Doef verwachten dat hij zich inzet voor zulke volwaardige ge meenten. Hij is voorzitter van de Vereni ging van Zeeuwse Gemeenten en vice- voorzitter van de landelijke organisatie voor gemeenten, de VNG. Hij heeft er be grip voor dat bestuurders in gemeenten uit bekommernis om hun eigen toekomst pleiten voor instandhouding van de be staande gemeentelijke structuur, ook al leidt dat ertoe dat ze met een uitgekleed takenpakket blijven zitten. „Ik kan me voorstellen dat in kleine gemeenten wordt gezegd: liever een sterke provincie of regio dan een herindeling. Maar er staat ook iets principieels op het spel. Gemeenten vormen de laagste democratisch gekozen bestuurslaag in Nederland. Daar moet be sluitvorming blijven plaatshebben over het milieu, over ruimtelijke ordening en over volkshuisvesting. En niet in een re gionaal of provinciaal bestuur. De drei ging dat gemeenten zich alleen maar met beheer en uitvoering van ergens anders vastgesteld beleid mogen bezighouden, is niet denkbeeldig." Signaal Een gemeentelijke herindeling in Zeeland moet. vindt Van der Doef, een echte stap vooruit zijn. In zijn opvatting betekent dit dat Zeeland de volgende eeuw met 'drie. vier of vijf gemeenten in moet gaan. „Als de gemeenten op Walcheren het er bij voorbeeld eens over kunnen worden dat het verstandig is één nieuwe gemeente voor het eiland te vormen, dan geven ze daarmee een signaal af dat van beslissen de invloed kan zijn. Want een gemeente van zo'n omvang kun je niet zonder meer van wat taken ontdoen." 4 Jaap van der Doef. foto Ruden Riemens Die Van der Doef heeft makkelijk praten, klinkt, het schamper in gemeentehuizen ten plattelande. De burgemeester van Vlissingen wordt dit voorjaar 59. een leef tijd waarop menigeen aan de bekoringen van de vut begint te denken. Maar Van der Doef piekert niet over vervroegd uittre den. Integendeel, hij voelt meer voor het in Amerika gehanteerde systeem, waarin niemand voor zijn 70ste kan worden ont slagen. Van der Doef behoort tot de late roepingen in het burgemeestersambt. Hij was 51 toen hij werd benoemd tot burge meester van Vlissingen. Zijn eerste ge meente: en zijn laatste. Sinds hij in het Vlissingse stadhuis resideert, is Van der Doef twee keer gevraagd of hij in de markt is voor iets anders: één keer voor een bur gemeesterschap en één keer voor een hoge functie op een ministerie. Beide keren heeft hij vriendelijk maai- beslist bedankt en er even stellig aan toegevoegd dat het niet nodig is hem nog eens te polsen voor een andere baan. „Ik heb het zeer naar mijn zin in Vlissingen, Ik wil hier niet weg. Dat betekent dat ik geen carrière meer hoef na te streven en geen vacatures hoef te volgen. Een geweldige rust geeft dat." Van der Doefs voornamen duiden op een katholieke komaf. Zijn vader verkoopt groenten in Doorn. Een moeilijk bestaan, omdat de overwegend gereformeerde be volking niet bij een roomse groenteman wil kopen. Vader gaat failliet en wordt na de oorlog in het naburige Driebergen be zorger van kranten en tijdschriften. Van der Doef beschrijft hem als 'een lieve, in telligente maar toch tragische man', die het af en toe op een drinken zet. uit onvre de met wat hij als een mislukt leven be schouwt. Jaap van der Doef moet zijn va der regelmatig uit het café halen. „Er kwa men dan klachten dat de krant nog niet bezorgd was. Uit de adressen van die abonnees viel af te leiden waar mijn vader op zijn route het café was ingedoken." Indianenbloed Na de mulo - de katholieke in Zeist - heeft Van der Doef drie ambities. In volgorde van voorkeur: toneelspeler worden, advo caat of boekverkoper. Het wordt het laat ste Een opleiding die geld kost. ligt bui ten bereik Van der Doef leert het boekver kopersvak. Het toneel blijft evenwel lok ken. Hij meldt zich aan bij de toneelver eniging Artis Amore in Driebergen, maar die wenst geen leden van eenvoudige af komst. Van der Doef wil hoe dan ook de planken op en richt met steun van de Ka tholieke Arbeiders Beweging de toneel club Ghesellen van Sint-Paulus op. Als voorzitter, regisseur en speler laat hij niets aan het toeval over. Zijn talenten blijven niet onopgemerkt bij Artis Amore dat hem eerder zo hooghartig heeft afgewezen. De ze vereniging vraagt hem voor de hoofdrol in het toneelspel Indianenbloed. Ook dat kruipt waar het niet gaan kan en Van der Doef accepteert het aanbod. Dat wil zeg gen onder de voorwaarde dat op de rolver deling wordt vermeld dat hij vanuit de ka tholieke toneelvereniging een gastrol ver vult. De eis wordt ingewilligd en zo smaakt Van der Doef wat hij zelf 'een ze kere genoegdoening' noemt. Boekverkoper is Van der Doef maar even. De Katholieke Arbeiders Beweging vraagt hem voor een interne opleiding. Op zijn 22ste is Van der Doef bestuurder van de katholieke transportarbeidersbond, la ter de Vervoersbond NKV. In die tijd is hij enkele jaren actief binnen de Katholieke Volks Partij. Daar voelt hij zich niet thuis. In 1965 bekeert hij zich tot de Partij van (Je Arbeid. Achteraf verwondert Van der Doef zich erover dat hij niet eerder tot de sociaal-democratie is toegetreden. „De uitgangspunten en opstelling van de PvdA spraken me zeer aan. Nog steeds. Er zit een enorme dynamiek in die partij, om dat ze zich niet altijd op dezelfde groep richt. Dat is de dynamiek van de PvdA. Een bondgenootschap tussen de groepen in de samenleving op wie de inhoudelijke boodschap zich richt en intellectuelen. Die solidariteit, da's de Partij van de Ar beid." Eind jaren zestig. Bob Dylan krijgt gelijk: The times they are a-changin' Studente- noproer. de democratiseringsgolf. De vak beweging ontwikkelt een maatschappij kritische visie. Nieuw Links schudt de PvdA wakker. Joop den Uyl werpt zich op als vertegenwoordiger van iedereen die jong is en wat wil binnen de partij. Het vlees geworden Veronicagevoel Van der Doef voelt zich als een vis in het water. Nachtenlange vergaderingen, discussie- weekeinden. contact met geestverwanten in het buitenland. De vergadertijgers zijn niet zo maar wat aan het praten. Nee. het gaat om een Hoger Doel: de maakbaar heid van de samenleving. Die vergt offers en vooral veel omhaal van woorden. „Het was niet alleen ideologisch geneuzel en ge lijkhebberigheid". houdt Van der Doef vol. „Er zat ook wel wat ijdelheid bij. maai de inhoud stond toch centraal. Al die dis cussies hebben veel bijgedragen aan de dynamiek van de partij." staatssecretaris zit Van der Doef enkele maanden als ambteloos burger kniezend thuis. Verkiezingen brengen hem opnieuw in de Tweede Kamer. Hij pakt de draad weer op. In de politiek en in zijn privé-le- ven. De band met Zeeland wordt hechter Van der Doef is als Zeeuws kamerlid te gast bij partij-afdelingen in de provincie. En hij huwt Lies Heystek. onderwijzeres te Meliskerke. Doe-dingen Oppepper In 1971 neemt Den Uyl Van der Doef op in zijn schaduwkabinet, als staatssecretaris op Sociale Zaken. Twee jaar later komt hij de Tweede Kamer binnen. In het kabinet Van Agt/Den Uyl. dat in september 1981 aantreedt, wordt hij staatssecretaris op Verkeer en Waterstaat. „Een fantastische politieke job. Ik was daar buitengewoon gelukkig mee. Ik had een heleboel doe- dingen in mijn portefeuille: NS, KLM, PTT. binnenvaart, zeehavens, goederen vervoer. Het geheel vertegenwoordigde een gigantisch economisch belang." Er is geen bijzonder politiek inzicht voor nodig om te voorspellen dat het kabinet Van Agt /Den Uyl geen lang leven beschoren is. De secretaris-generaal van Verkeer en Water staat raadt Van der Doef dan ook aan maarniet al te veel overhoop te halen. Het kabinet redt het nog geen negen maan den. Na een reeks conflicten over de so ciaal-economische problematiek stappen de PvdA-bewindslieden op. Van der Doef: ..Ik had zwaar de smoor in. Natuurlijk, we zagen zelf ook wel aankomen dat het spaak zou lopen. Het ging in het kabinet altijd over inkomensplaatjes. Ik heb me lang verzet tegen de politieke conclusie dat we het op moesten geven. Maar ja. eind mei 1982 konden we naar huis." Dat huis staat voor Van der Doef inmid dels in Middelburg. De PvdA in Zeeland heeft hem in 1981 hoog op de Zeeuwse kieslijst gezet, omdat Van der Doef in zijn eigen gewest. Utrecht, buiten de boot dreigde te vallen bij de kamerverkiezin gen dat jaar Zo brengt hij het. tot - gea dopteerd - Zeeuws kamerlid. Van der Doef besluit daar geen papieren status van té maken, maar vestigt zich metter woon in Middelburg. Dat zijn huwelijk is stuk gelopen, vormt daarvoor een extra motivatie. Na zijn korte bestaan als In 1986 veranderen de tijden andermaal voor Jaap van der Doef. Hij wordt burge meester van Vlissingen en vader. In die volgorde. Van der Doef beschouwt het nieuwe vaderschap (uit zijn eerste huwe lijk heeft hij twee zonen en een dochter) als een geweldige oppepper, „'t Is het mooiste watje nog kan overkomen als vijf tiger. Veel leeftijdsgenoten zitten ver schrikkelijk vast. Ik heb een totaal andere kijk op de wereld gekregen. Werk staat niet langer op de eerste plaats." Het leef tijdsverschil tussen Jaap en Benjamin Van der Doef bedraagt 52 jaar. Ze maken daar geen van tweeën een probleem van. „Wanneer ik mijn zoon naar school breng, ben ik de oudste vader. Daar praten kin deren over. Dat merkje, want dan vraagt Benjamin weer eens nadrukkelijk: hoe oud ben je nu eigenlijk. Als ik dan achten vijftig antwoord, knikt 'ie tevreden. Hij vindt het een mooi getal, maar het gaat zijn bevattingsvermogen voorlopig nog te boven." Als kersvers burgemeester van Vlissingen heeft Van der Doef wel eens even moeten slikken. Toen hij naar de functie sollici teerde. is hem vierkant te verstaan gege ven dat hij er niet op hoefde te rekenen dat hij meer taken zou krijgen dan de wet bur gemeesters toekent. Van der Doef ging er van uit dat de soep niet zo heet gegeten zou worden, maar hij heeft moeten erva ren dat de Vlissingse gemeenteraad in dit opzicht zeer standvastig is. Een tikkeltje bitter zegt hij: „Na de eerste raadsverkie zingen die ik als burgemeester meemaak te. ging ik ervan uit dat de partijen me wel op de hoogte zouden stellen van hun con cept-beleidsprogramma. Nou, dat deden ze dus niet. Bij de laatste verkiezingen heb ik gevraagd' zal ik eens naar het beleids programma kijken0 Toen heb ik 't gekre gen. maar met mijn opmerkingen is niets gebeurd Van der Doef heeft zich er in middels bij neergelegd dat de Vlissingse 'gemeenteraad geen politieke taken aan zijn burgemeester wil toevertrouwen. De manier waarop de leden van het huidige dagelijks bestuur van de gemeente sa menwerken en elkaar aanvullen, maakt dat wat hem betreft ook niet meer zo no dig. Ruwweg de helft van zijn tijd houdt Van der Doef zich met gemeentelijke zaken be zig. Verder wijdt hij zich aan bestuurs functies en voorzitterschappen buiten de gemeente, uiteenlopend van de Zeeuwse brandweer tot de overlegorganen van de NV PTT en van Omroep Zeeland tot de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. „Nuttig", meent hij. „ook voor Vlissingen. Het is goed voor een gemeente als een be stuurder eens over de grenzen kijkt van het gebied waarvoor hij verantwoordelijk is. Je doet dan contacten op en nieuwe ideeën waarmee je wat voor je eigen ge meente kunt doen." Waarheid Van der Doef baarde twee jaar geleden enig opzien toen hij tijdens een bijeen komst van de Nederlandse Vereniging van Journalisten verklaarde zich voor te kunnen stellen dat hij wel eens zou liegen als daar een groter belang mee zou zijn ge diend. Dat leverde verbijsterde reacties op. Immers, welk belang is zo groot dat het de Waarheid overvleugelt? Van der Doef krijgt iets gekwelds wanneer hij aan deze discussie wordt herinnerd. „Hoeveel bestuurders zullen niet ontkennen dat ze hebben gesolliciteerd naar een andere functie. Dat doen ze omdat ze anders nau welijks hun werk meer kunnen doen. want dan wordt steeds gezegd: ja. jij hebt mooi praten, jij wilt toch weg. En is het zo ver keerd om te ontkennen dat een gemeente uitbreidings- of stadsvernieuwingsplan nen heeft, als je op je vingers kunt natellen dat het bekend worden ervan de grond prijzen opdrijft. Ik heb dat soort leugen tjes om bestwil alleen maar bespreekbaar willen maken. Het is merkwaardig dat ik als onbetrouwbaar word afgeschilderd omdat ik zo eerlijk ben toe te geven dat er situaties denkbaar zijn waarin je de waar heid niet vertelt." Op Van der Doefs schrijftafel in het stad huis staat het Handboek Voetbalvanda lisme nog steeds voor het grijpen. Over blijfsel van het kortstondige betaald voet bal avontuur. Van der Doef is er niet rou wig om dat het is afgelopen. „Ik heb er wei nig plezier aan beleefd Het was van meet af aan een marginale zaak. Op het laatst deed 't Vlissingen meer kwaad dan goed, ook al heette de club dan VCV Zeeland. Het was gewoon een gebrek aan kwali teit." Daar kan Van der Doef zich druk over maken, ook wanneer andere presta ties dan sportieve in het geding zijn. Voor al wanneer naar zijn smaak sprake is van kwalitatief ondermaats werk. „Luiheid, slordigheid, vermijdbare fouten, daar kan ik echt laaiend over worden. Ik leg me er ook niet bij neer. Als ik vind dat iemand slecht werk aflevert, zal ik daar op in blij ven gaan. Ook al is de voorspelbare reac tie: daar heb je Van der Doef weer." Voor de hand liggende vraag: hoe staat het met de kwaliteit van zijn eigen werk? Van der Doef. afgemeten „Ik probeer zelf altijd een optimale prestatie te leveren. Dat lukt niet altijd wat het eindresultaat betreft, maar de inzet is in elk geval zo groot moge lijk." Steun Terug naar Van der Doefs ondubbelzin nige mening over de toekomst van de Zeeuwse gemeenten. Hij is ervan over tuigd dat er meer steun is onder raadsle den. wethouders en burgemeesters voor de ingrijpende schaalvergroting die hij voorstaat, dan uit de officiële reacties van de gemeenten blijkt. Dat die steun onuit gesproken blijft, begrijpt hij. Het is nu eenmaal geen populaire boodschap om voor de opheffing van de eigen gemeente te pleiten. „Maar ik heb een bestuurder van een van de kleinere Walcherse ge meenten horen zeggen: als we willen dat Vlissingen en Middelburg zich betrokken voelen bij het platteland, dan moeten we één gemeente Walcheren zien te maken. Dan denk ik: kijk, het besef is er in elk ge val. De volgende s^ap is dat het ook in het openbaar naar voren wordt gebracht." Van der Doef zou het jammer vinden wan neer de de discussie over de gemeentelijke tjerindeling met halve waarheden en valse sentimenten wordt gevoerd. Hij weet dat het heel makkelijk is voor bestuurders emotioneel te gaan doen over een gemeen telijke herindeling en even makkelijk ma ken ze daarmee emotionele reacties bij het publiek los. Die leiden volgens hem al leen maar tot frustratie, omdat in Den Haag op basis van zakelijke argumenten beslissingen worden genomen over herin delingen. „Iemand die beweert dat de in woners van de Walcherse dorpen in de toe komst voor een paspoort naar Middelburg of Vlissingen moeten en dat van daaruit wel zal worden bepaald waar herbestra- tingswerkzaamheden zullen worden uit gevoerd. geeft geen eerlijke voorstelling van zaken. Natuurlijk zul je in een aantal dorpen vestigingen van het gemeentelijke apparaat houden En het verlies van het eigene van een plattelandsgemeente? Ach kom nou. Wat is nu het eigene van een gemeente die bestaat uit dorpen die bij een vorige herindeling zijn samenge voegd? Gemeentegrenzen zijn niet dier baar Het gevoel Domburger. Westkapel- laar. Arnemuidenaar. Middelburger of Vlissinger te. zijn. dat is dierbaar. En dat blijft Ben Jansen

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1993 | | pagina 21