voor provincie
Belastingstrop
Een gerust en stil leven
redactie
PZC WOENSDAG 20 JANUARI 1993
Verloren proces over naheffingen
MIDDELBURG - Alle fractie
voorzitters in de Zeeuwse sta
ten willen stante pedc ophelde
ring over de gevolgen van een
door de provincie verloren be
lastingproces. Dat levert een
fikse strop op. Er is een bedrag
van 1,5 tot 2 miljoen gulden aan
gemeenschapsgeld in het ge
ding. Een groot deel daarvan is
afgelopen jaren al door de pro
vincie aan 's rijks belastingen
afgedragen. Volgens de reke
ning 1089 resteert een bedrag
aan belastingschuld van 524.000
gulden. Het gaat om naheffin-
gedeputeerden en ambtenaren
voor een belangrijk deel belast
baarzijn. Hij vond de vergoedin
gen te hoog t vanaf '84 zijn ze
door de provincie bijgesteld».
Over de periode 1979-1984 kwam
de Inspecteur met een navorde
ring aanzetten De handelwijze
van Hanssen werd door gedepu
teerde staten, met instemming
van de toenmalige fractievoor
zitters, aangevochten tot bij de
Hoge Raad
Die bepaalde enkele maanden
geleden dat de heffing voor de
gedeputeerden terecht is opee-
1985 af. De staU
gens het zicht op i
het geschil en de
volgen voor de p
geraakt Vandaar
na de uitspraak
Raad en bij het Of
afrekening.
Duidelijkhei
Erbu komt dat bij
voorzitters uit di<
vangen. Dat bem>
constructie Tocl
huidige fractie-aa
zeer gewenst. „H<
Alle fractievoorzitters in de
Zeeuwse staten willen stan
te pede opheldering over de ge
volgen van een door de provincie
verloren belastingproces. Dat le
vert een fikse strop op. Er is een
bedrag van 1,5 tot 2 miljoen gul
den aan gemeenschapsgeld in
het geding. Een groot deel daar
van is afgelopen jaren al door de
provincie aan 's rijks belastingen
afgedragen. Volgens de rekening
1989 resteert een bedrag aan be
lastingschuld van 524.000 gul
den. Het gaat om naheffingen
loon- en inkomstenbelasting
voor tien (oud)leden van gedepu
teerde staten en ongeveer 200
(hogere) ambtenaren.
Op deze wijze informeert de PZC
23 november 1990 over wat zal
uitgroeien tot de Zeeuwse belas
tingaffaire. Bestuurlijk Zeeland
komt voor hete vuren te staan.
Niet gewend aan een al te kriti
sche houding jegens autoritei
ten, blijven de bestuurlijke pro
blemen doorgaans beperkt tot
wat stormpjes in glazen water:
een burgemeester die het veld
moet ruimen, een directeur van
een nutsbedrijf die ontslagen
wordt. Deze keer loopt het an
ders: door de belastingaffaire
worden vier gedeputeerden de
laan uitgestuurd en beschadigt
het aanzien van de commissaris
van de koningin.
Vooral het feit dat betrokkenen
tot op het laatst toe gebrek aan
bestuurlijke openheid demon
streren en onzorgvuldige besluit
vorming goedpraten, wordt ze
door een meerderheid van pro
vinciale staten zwaar aangere
kend. De affaire slaat diepe won
den. Andere kant van de medail
le is dat pogingen worden onder
nomen een opener bestuurscul
tuur in de Middelburgse Abdij te
introduceren. Tegelijk met een
nieuwe provinciale huisstijl.
Deze bijlage is gemaakt door de PZC-redacteuren:
Rinus Antonisse, Jacques Cats, Kees Cijsouw, Jan vai. "lamme
(eindredactie), M.P. Dieleman, Maaike van Houten, Ben ^ansen,
Marten de Jongh, Arie Kroon (eindredactie). Kees van der Maas.
Louwke Meinardi, Bart Mullink. Ernst Jan Rozendaal, René
Schrier, A.J. Snel, Mariette Woudenberg en Mirjam van Zuilen.
Vormgeving: Kees Lammers
kleine groep door het water
bedreigde mensen. Het ging om
hónderden mensen die allemaal
in bijzonder kritieke situaties
verkeerden. Die zonder onderdak
de wind. de regen en de kou in
waren gevlucht. Die op de daken
van de huizen stonden, of op de
puinhopen en zelfs in de bomen
waren geklommen. En dan was er
water, overal water, water zover
het oog reikte."
Argwaan
Met een kleine 120 kilometer per
uur over de Rijksweg door
Beveland rijdend, bedenk ik hoe
het beleid in de jaren na de ramp
en in het spoor van de
Deltawerken onverdroten poogt
de verschillende delen van de
Zeeuwse samenleving dichter bij
elkaar te brengen, Hoe
bestuuurders en hun adviseurs
Bevelanders. Tholenaren, die van
Walcheren en Schouwen en
Zeeuws-Vlamingen proberen om
te bouwen tot Zeeuwen, zodat
onverschilligheid en argwaan
tussen de verschillende
eilandbewoners zouden
verdwijnen om plaats te maken
voor Zeeuws besef.
Even een omwegje langs
Ovezande, om het gebrek aan
Zeeuws besef in familiekring in de
tweede helft van de jaren vijftig te
illustreren. In die tijd had mijn
vader een nering in naaimachines
en doordat hij in de krant met
grote regelmaat kleine
advertenties plaatste, strekte zijn
actieradius zich over een groot
deel van Zeeland uit. Toen ik m'n
eerste brommer had, vroeg-ie me
op een zaterdagmiddag of ik een
naaimachine te Ovezande wilde
afleveren. Ovezande - ik was er
nooit geweest, ik wist alleen dat
het in de Zak van Zuid-Beveland
lag. Toen ik wilde afreizen, gaf hij
me de laatste raadgevingen en ik
hoor het hem nóg zeggen „Kees,"
riep-ie boven het lawaai van de
brommer uit. „Kees, dienkt eróm,
daije strèkjes 't geld goed naetelt,
wan die Bevelanders bin zó
gemeen as pitwaeter."
Eerder onderlinge rivaliteit dan
hechte samenhang - is er eigenlijk
veel veranderd? Het bestuurlijke
streven naar meer sociaal
regionaal besef ging immers
gepaard met de materiële aanleg
van industrieterreinen, van
recreatieparken, van dammen en
wégen over die dammen, met
verlies van eigenheid dus en met
nivellering. Soepel bereikbaar
voor elkaar is iedereen intussen
wel.
Rondrit door dammenland.
Veersedam. stormvloedkering,
Grevelingendam. Philipsdam.
Slaakdam. Oesterdam. De eerste
die er lag was tussen Noord- en
Zuid-Beveland de Zandkreekdam
en de opheffing van het veer
markeerde het verdwijnen van
het oude Zeeland - bij de laatste
afvaart speelde een
muziekvereniging de treurmars
van Chopin. Ik kies voor de lange
route richting Walcheren, die over
de tolvrije Zeelandbrug. In de
jaren vijftig kostte zo'n rondgang
door de provincie je minstens een
dag; nu red je het binnen de drie
uur.
Onderweg zie je hoe de dammen
de zeearmen hebben
geamputeerd. En hoe de meren,
opgesloten tussen dijk en dam, de
kistkalveren van het Deltaplan
zijn geworden. Voldoende reden
voor een stil en gerust leven.
Op de pijlerdam ben ik er voorbij
voor ik er erg in heb. Het lijkt
bijna achteloos terzijde van de
weg gezet, het monument, waarin
een tekst is uitgehouwen, even
schitterend als die van het
ambtsgebed van Duiveland. Ed
Leeflang vatte daar, in elf
woorden, veertig jaar
maatschappelijke verschuiving
samen:
hier gaan over het tij
de maan de wind en wij
Zo vanzelfsprekend is het toch?
Kees Cijsouw
fotografie Wim Riemens
oog te houden. Soms kostte dat,
in het vooruitzicht van een
nieuwe tijd, enige moeite. J.
Markusse. als sociaal-economisch
adviseur betrokken bij het werk
op onder meerTholen. verhaalde
me er ooit van. Tot de
aantrekkelijke kanten van een
verkaveling hoorde de kans om
het bedrijf te vergroten. Op
Tholen kreeg de commissie in een
van de vergaderingen zo'n
verzoek te behandelen van een
landbouwer, uit het midden van
het eiland. Keuterboertje, klein
schuurtje, een paar koeien, een
trekkertje en 'eel weinig geld.
„Kunnen we dat nu wel doen?"
aarzelde de commissie - waarop
een van de leden vroeg: „Hebben
jullie weieens naar z'n handen
gekeken?" Verbazing en een
ontkenning. „Die bin goed."
meldde het commissielid, „en z'n
hoofd is nèt zo." Verzoek
toegewezen.
Langs de Oesterdam tussen
Tholen en Zuid-Beveland
springen de tekens van een
nieuwe tijd je tegemoet. Schelde-
Rijnverbinding, Kreekraksluizen,
spuikanaal, een lap natuur- en
recreatiegeied, zoals overal langs
de Deltawateren en dichte
drommen watervogels. Hier
kreeg, zondagmiddag 1 februari
1953. Sabena-piloot Gérard
Trémérie als een van de eerste
verkenners van buitenaf een idee
over de omvang van de ramp. Hij
was per helicopter de lucht in
gestuurd op de melding, dat als
gevolg van een dijkdoorbraak
'enkele mensen in de buurt van
Middelharnis door de vloed
geïsoleerd zijn.'
Later rapporteerde hij over zijn
vlucht die zondag: „Hoe meer ik
zicht kreeg op de ondergelopen
gebieden, vanaf Zandvliet en
verder weg in de omgeving van
Tholen. hoe duidelijker het me
werd hoe groot de catastrofe was.
Hier was geen sprake van een
et is een januari-
ochtend vroeg in de
jaren negentig, een
dag vol grauwe
luchten en
windkracht 8 uit het
westen. Langs de
oprit trekt de windzak bol. De
stormvloedkering staat erbij met
een vanzelfsprekendheid alsof ze
er altijd is geweest en altijd zal
blijven. Een meeuw laat zich. de
vleugels stil geheven, honderden
meters wegzweven op de storm.
Opkomend tij. bijna hoog water.
De Noordzee spat zich te pletter
tegen de pijlerdam.
Schuim vlokt de weg over tegen
m'n voorruit en plotseling ben ik
weer even twaalf: 1 februari 1953
Een zwijgzame zondagochtend
thuis in Westkappel. De radio aan
- en een sfeer van groeiende
beklemming bij elke volgende
uitzending van de nieuwsdienst.
Een dag vol goor licht en wind om
het huis. Halverwege de middag
kon ik het binnen niet meer
houden. Ik pakte de fiets van m'n
broer, trapte door de inmiddels
afgenomen storm de dijk op en
reed die af tot aan het Iezderen
Torentje. De glooiing glom en
schuimde, af en toe schoot er een
guizer water over de weg. Met m'n
haar steil overeind, brandende
ogen, het zout om de lippen en de
kleren doorweekt, kwam ik weer
thuis. Verder geen
bijzonderheden. Twee dagen later
was m'n broer woedend - z'n fiets
was één boenke roest.
Kerkring
Op weg door de provincie ben ik,
om indrukken over veertig jaar
Zeeland te verversen. De kreken
van Ouwerkerk zijn op zo'n rit
bijna een verplicht nummer. Ze
liggen erbij als geslaagde en
geaccepteerde infiltraties in het
land, maar het gaat me even niet
om Ouwerkerk. De Kerkring van
Nieuwerkerk moet het wezen,
want daar staat het
gemeentehuis en daarin
vergadert sinds de vorige
herindeling al meer dan drie
decennia de raad van Duiveland.
In de jaren zestig hielp ik de
rayonredactie Beveland/
Schouwen-Duiveland bemannen
en tot mijn werkzaamheden
hoorde onder meer de taak het
besprokene in de raden van
Duiveland en Bruinisse ordelijk
samen te vatten voor de krant
van de volgende dag. Geen groter
bestuurlijk contrast in die tijd
dan de raden van Duiveland en
Bruinisse. In Bru spraken ze over
de voorstellen van b en w met de
stemverheffing van vissers die
gewend zijn wind en zee te
overschreeuwen, de democratie
werd er regelmatig met de vuist
op tafel gediend en de
vergaderingen wilden nog
weieens tot één uur, half twee 's
nachts doorgaan, zodat het in
Bru tot in de kleine uurtjes
rumoerig bleef.
Niets van dat alles aan de
Kerkring in Nieuwerkerk: je nam,
in de jaren voor de Zeelandbrug.
's middags om half zes het veer
van Kats naai' de Val bij
Zierikzee, bromde naar
Nieuwerkerk waar de vergadering
om half acht begon en had de
zekerheid datje zonder moeite de
boot van negen uur terug zou
halen. Weinig woorden en een
milde toon kenmerkten de
beraadslagingen in de raad
Duiveland.
Die ambiance werd voorbereid
door het mooiste ambtsgebed,
dat ik ken. Burgemeester A. A.
van Eeten, in stemmig zwart
gekleed, sprak het op gedragen
t' on uit en het bevatte méér dan
alleen de wens, "dat wij in alles
Uw eer en het heil der gemeente
mogen bedoelen." Het bevatte
ook deze bede: „Zegen de burgers
van deze gemeente, elk in zijn
beroepopdat een ieder zijn
dagelijks brood met ere moge
genieten en in onderwerping aan
de zoetten van het land een gerzist
en st*l leven moge leiden."
Prachtig wlangen: een gerust en
stil leven. In het Zeeland van voor
de oorlog had de raad van
Middelburg het. Op de middagen,
dat de raad van de
provinciehoofdstad bijeen kwam.
plaatsten gemeentewerklieden in
de Noordstraat een paaltje,
waardoor gemotoriseerd verkeer
verhinderd werd langs het
stadhuis te rijden en de raad de
democratie zonder
geluidsoverlast kon dienen. Aan
het begin van de jaren negentig is
het leven van politici lang niet
altijd meer stil en gerust - in de
Abdij, op een steenworp afstand
van het Middelburgse stadhuis,
slaat de afwikkeling van een
declaratiekwestie diepe gaten in
de gelederen van het dagelijks
provinciebestuur.
Hogere versnelling
Door een groot deel van de
provincie trouwens beginnen de
vertrouwde verhoudingen te
veranderen, als de vordering van
de Deltawerken Zeeland ook
maatschappelijk in een hogere
versnelling zet. Op Schouwen-
Duiveland kenden ze de zomerse
drukte al uit de tijd, dat - met de
Pinksterdagen - bepakte
toeristen met prethemden vijf uur
stonden te wachten voor het veer
Zijpe om tot het eiland te worden
toegelaten. Als de
Grevelingendam en even later de
Zeelandbrug er liggen, zijn ze op
Schouwen na half elf 's avonds
niet langer onder ons. En op een
kwade ochtend blijkt te
Oosterland plotseling het
wasgoed van de bleek verdwenen.
Een nieuw fenomeen, de kleine
criminaliteit, begint op te
dringen. Het wasgoed van toen is
de radiocassetterecorder van nu.
Veertig jaar Zeeland. Terwijl ik
gewend ben geraakt aan de
Veersedam. de Brouwersdam en
de Volkeraksluizen die in de
ruimte beginnen en er ook
eindigen, lijkt de kolossale
Philipsdam 'overkill' voor wie de
overzichtelijke maten van St.
Philipsland binnenrijdt. In die
flitsende jaren van de
Deltawerken wordt in het
opkomende gilde dei-
deskundigen regelmatig de vrees
uitgesproken, dat de snelle
ontwikkelingen de
eilandbewoners van de
maatschappij zullen
'vervreemden.'
Vervreemding - ik trof er aan het
begin van de jaren tachtig een
spoor van aan in St. Philipsland.
Van weerskanten rukten de
secundaire Deltadammen op
richting Tholen en Flipland en
van voormannen van de oud-
gereformeerde gemeente wilde ik
weten hoe zij aankeken tegen de
aanstaande veranderingen die
afkwamen op hun dorp in de
luwte.
In de consistorie wachtten vier
kerkeraadsleden me op. van de
wand keken de vijf predikanten
die de oud-gereformeerde
gemeente van St. Philipsland -
waren voorgegaan, donker de
kamer in. Ontheiliging van de
zondag, vreesden de
kerkeraadsleden van de komende
gebeurtenissen voor alles. En ze
waren er beducht voor, dat een
nieuw bejaardenhuis voor
inwoners van Flipland niet op het
dorp of op Tholen, maar in West-
Brabant zou komen. „Wij hebben
als kerkgenootschap zo'n tehuis
liever hier of op Tholen dan in
Brabant. Veel van onze mensen
die niet meer honderd procent
zijn, liggen in het
verzorgingstehuis in Bergen op
Zoom. Met de carnaval doen ze
die mensen daar een rooie
zakdoek om. Dat is toch spotten
met de mensen uit onze
gemeenschap?"
Verkaveling
Veel herkenbare maten en
verhoudingen werden in de jaren
na de ramp uitgewist en
vervangen door die van een
groter schaal. Gemeentelijke
herindeling, industrieplanning,
verkavelingen. Je hoeft onderweg
het land maar in te kijken om de
resultaten te zien. Tholen, open
en laag in de grauwe winterdag,
was een van de eerste streken die
op de schop ging om vooral de
landbouw de ruimte te geven.
MaaiWe moeten niet denken,
dat we hier, zelfs in hoofdzaak,
met een technisch probleem te
maken hebben," waarschuwde
boerenvoorman ir M.A. Geuze
nog in de jaren vijftig. „Niet
alleen de grond, maar ook de
mensen in deze streken en de
gegroeide verhoudingen worden
verkaveld."
Op Tholen - en later elders -
hoorde het tot de taak van de
verkavelingscommissies uit de
streek om bij alle veranderingen
ook de menselijke maat in het
Veranderend beeld in Zeeland: Activiteit in de kerk
en buiten de kerk.