X Littekens in het landschap and: 300.000 inwoners bereikt 15 m Achter de sluitgaten bleef vriendelijk water. Hier het natuurgebied Den Inkel bij Kruiningen. Ouvverkerk: vier scheefgezakte caissons vormen een plomp monument. Na de ramp verschijnen zware dijklichamen in het land, zoals deze De- lingsdijk tussen Brouwershaven en Serooskerke. Op deze houten noodwoning in Kruiningen is de waterstand van 1 fe bruari 1953 met een bordje aangegeven. Eenduidige grafstenen op de begraafplaats van Stavenisse: Overleden op 1 februari 1953. Ouwerkerk: Vermist, vermist- fotografie Wim Riemens e geschiedenis van een volk is niet alleen terug te vinden in boeken en archieven, maar ook in het landschap waarin uit iedere tijd restanten overblijven. In het Zeeuwse landschap zou je in een aantal gevallen eerder van littekens spreken. Inlagen, kreken, rare kronkels in dijken: ze herinneren aan de nooit eindigende strijd tegen de zee. De meest verse littekens houden het beeld vast van 1953. Het water dat toen wreed toesloeg, heeft nu op sommige plaatsen voor vogels en vrijetijdsvierders aantrekkelijke gebieden laten ontstaan, vol uitbundig groen en met vredige binnenmeertjes, waarin sportvissers hun geluk beproeven en kinderen met plastic bootjes spelevaren. Bezijden de doorgaande route liggen kerkhoven met de eenduidige grafstenen, waarop de namen staan van wie er toen allemaal 'weggingen' en wie nooit werden teruggevonden. 'Vermist', vermeldt de zerk bondig. En hier en daar geeft, soms al een beetje vervaagd en verkleurd, een speciale stenen in de buitenmuur van een kerk of een huis het aan: zo hoog kwam het water. Straatnaambordjes verwijzen naai- landen en steden die gul gaven: de Noorse en Zweedse straat in Ouwerkerk. het Bostonplein in Brouwershaven. Het zijn tastbare elementen voor de nieuwe generatie, de zich later in Zeeland vestigende personen en de vele toeristen, die de Ramp alleen kennen van de verhalen, de documentaires. Eigenlijk is Schouwen-Duiveland één grote stille getuige van de watersnoodramp. In die eerste februaridagen lijkt dit deel van Zeeland compleet van de aardbodem te zijn weggevaagd. Later zou zelfs nog even worden overwogen Schouwen-Duiveland maar definitief aan de zee prijs te geven. Met name in de polders voltrekt de ramp zich in zijn vernietigendste kracht. Muren van water overspoelen de polder Duiveland van twee kanten, zich in het zuiden baanbrekend door- het dijkgat bij Ouwerkerk. in het noorden via het dijkgat bij Sirjansland. Bij Nieuwerkerk ontmoeten de waterbergen elkaar en maken daar vernietigende krachten vrij die met een aardbeving te vergelijken zijn. Vijfhonderdvierendertig mensen komen om. Dat is ruim één op 43 Schouwen-Duivelanders. Op plaatsen waar destijds op dit noordelijke deel van Zeeland de grootste stroomgaten waren gesitueerd, kan nu in milde jaargetijden aangenaam worden verpoosd. Het beruchte 'Schelphoek' van toen is inmiddels omgevormd tot een natuurreservaat, waar gidsen groepen rondleiden en wijzen op wat groeit en bloeit en altijd weer boeit. Een op het eerste gezicht wat slordig buitendijks in het water 'geparkeerde' caisson geeft de plek aan van het gevecht van Mari Andriessen maakte dit beeld voor de begraafplaats van Ouwer kerk. de mens tegen de kracht van de zee, die bij 'Schelphoek' een gat van 38 meter diep uitschuurde. Per getij stroomde daar 130 miljoen kubieke meter zout water met geweld in en uit. Het watergeweld concentreert zich in die zwarte februaridagen van '53 op nog een ander gat. Bij Ouwerkerk. Door de dagelijkse getijbeweging ontstaan er brede kolkgaten en kilometerslange krekenstelsels. Pas begin november van het rampjaar lukt het de zee definitief buiten te sluiten. Samen vormen vier scheefgezakte plompe blokken beton op de plaats van die strijd een onbedoeld, gigantisch herinneringsmonument. In de luwte van de na de ramp opgeworpen dijk is een aantal campings gevestigd. Een ervan heet 'Het Sluitgat'. 'Het park, de dijk en de directe omgeving bieden wandelaars prima mogelijkheden' meldt de wervende folder van de Kruiningse camping Den Inkel. gesitueerd in een 25 hectare groot natuurpark met bossen, visvijvers, wandel- en ruiterpaden en zowaar ook 'pick-nick-weides'. Op dat punt vond de generale repetitie plaats voor de sluitingen bij Schelphoek en Ouwerkerk. Daar, bij de veerhaven van Kruiningen, is bij het dichten van het gat in de dijk voor het eerst gebruik gemaakt van zogenoemde Phoenixcaissons, betonnen dozen die in de Tweede Wereldoorlog waren benut bij de invasie van Normandie. Tekens onderweg. De aanduiding 'Rampweg' is er niet gekomen omdat daar zoveel ongelukken zijn gebeurd. Deze weg vanuit de droog gebleven Westhoek naar Brouwershaven vormde de eerste berijdbare route als bij opkomend vorig Ja uwe mfjlj laar kan er )DELBURG Gezien de bevolkingscHfers van den uitgegaan, dat in de loop van 1968 eer keling van Zeeland zal worden bereikt, 011 oners zal worden overschreden. Aldus wordt opgemerkt in de arbe 'HKpwthrttvlnf, vun Zmlanii nvAr 1ÖOT. wi.la Hl. Hrtnr h.f. dUM WOENSDAG 20 JANUARI 1993 Op 7 augustus 1968 heeft het inwonertal van Zeeland de 300.000 overschreden. Een magi sche grens en de PZC tekent erbij aan dat in 70 jaar het bevolkings aantal in Zeeland toenam met 40 procent; landelijk was die groei aanzienlijk hoger: 150 procent. Het is in de tijd van de grote toe komstverwachtingen en de Del taboys: Zeeland op in de vaart der volkeren. Het inwonertal van Zeeland neemt over heel 1968 met 3.352 toe. Het record van 1966 en 1967. waarin stijgingen met rond 3.100 inwoners werden geregistreerd, is hiermee over troffen. Het provinciaal bestuur houdt de moed erin. In de Ontwikke- lingsschets 1971 wordt rekening gehouden met een groei naar een bevolking van zo tussen 380.000 en 400.000 inwoners in het jaar 1985. Omgerekend in nieuwe ar beidsplaatsen voor mannen - met vrouwen wordt nog nauwe lijks rekening gehouden - komt dat neer op een gemiddelde jaar lijkse toename van ongeveer 1.250 werknemers (waarvan 600 in de basisindustrie). Parallel daarmee zullen er ieder jaar 300 arbeidsplaatsen door buiten landse werknemers moeten wor den bezet. Het kan verkeren. In het 'magi sche jaar' 1985 krijgt Zeeland er welgeteld 315 nieuwe inwoners bij en komt daarmee op 355.718 zielen. De groei is een gevolg van een geboortenoverschot van 1.070 personen, tegen een ver- trekoverschot van 755. De ooit hooggespannen verwachtingen zijn drastisch herzien. Met een groei van bijna £600 inwoners over 1992 naar een totaal van 360.813 zit de provincie weer in de lift, maar magische grenzen zullen in de twintigste eeuw niet meer overschreden worden. water de polder Schouwen weer vol liep. De route van Brouwershaven naar Serooskerke. Een weg, die na de ramp het versverkavelde landschap wreed maar noodzakelijk doorsnijdt. De weg is uitgelegd over een dijk. de Delingsdijk. een markante scheiding tussen de noordelijke en zuidelijke bedijking. Vloedplanken Op de hoeken van straten die in Zierikzee uitkomen op Oude Nieuwe Haven en het Havenplein zijn op een aantal plaatsen nog de stenen resten en de metalen sleuven te zien van wat in vroeger tijden werd omschreven als 'de vloeyplanken voor extra ordinaire hooge vloeden' Net als bijvoorbeeld in Brouwershaven waren in Zierikzee op sommige plaatsen gevelrijen de feitelijke waterkeringen, met als aanvulling een systeem van vloedplanken ter afsluiting. Het plaatsen van vloedkerende schotten was in Zierikzee sinds de hoge vloed van 1808 een traditionele maatregel geworden als er zwaar weer en extra hoog water werd aangekondigd. Bewoners van woningen aan Oude en Nieuwe Haven hadden een eigen taak om schotten voor deuren en kelders te plaatsen en ze moesten de kieren op straffe van een boete met vette kleiklompjes dicht smeren. In de beruchte nacht braken de schotten als bordkarton. Later zouden er ernstige vraagtekens worden gezet bij de staat waarin de planken verkeerden: 'We kénden de planken' werd er geschamperd. 'Ze waren zo rot als zoete koek'. Op het kerkhof van Ouwerkerk staat een kunstzinnige rampimpressie in steen. Het is een schepping van Mari Andriessen. Twee reikende handen. Toen zoekend en stervend, nu stil verstard en roerloos. In Kruiningen heeft Jan Wolkers een bronzen monument vervaardigd. Het is een vluchtende vrouw met een kind in haar arm gebeeldhouwd. Met in het voetstuk enige regelen van de dichter Adriaan Roland Holst. Het gemeentehuis van Rilland is geen gemeentehuis meer. In de verkoopacte staat te lezen dat het bijzondere raam in de voormalige raadzaal daar ook bij een andere bestemming moet blijven zitten. Merkstenen Blijven er in het landschap uit iedere tijd restanten over, het gebeurt ook dat de mens bewust herkenningspunten in dat landschap aanbrengt Op initiatief van de Vereniging Stad en Lande van Schouwen- Duiveland wordt in 1985 in een muur van het Dorpshuis in Nieuwerkerk een eerste merksteen ingemetseld om de hoogste waterstand te kunnen markeren. In Nieuwerkerk is dat 3.24 meter plus NAP. Er zullen daarna elders in dit gewest nog twintig soortgelijke aanduidingen komen. De hoogste waterstand wordt in 1953 bij Bath aan de Westerschelde gemeten: 5.60 meter. Een herinneringsteken ontbreekt er. Jacques Cats

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1993 | | pagina 33