pzc
Biografie vergt moed
Wat moeten we
zonder Kikker?
Frederic
Bastet
Desnoods een schaterlach
kunst cultuur
Ingeborg
Elzevier
in zwarte
komedie
VRIJDAG 15 JANUARI 1993 1 7
Natuurlijk is hij blij dat er een
nieuw Couperus Genootschap is
opgericht. Couperus-biograaf
Frédéric Bastet heeft jarenlang
gepleit voor een gestructureerd
onderzoek naar leven en werk van de
auteur die met boeken als Eline Were,
Van oude menschen, de dingen die
voorbijgaan en De stille kracht
generaties aan zich bond. „We
hebben een Vestijk Kring, een Proust
Kring, een Byron Genootschap, een
Achterberg Kring... Waarom dan niet
Couperus, die moet toch hoognodig
nader worden bestudeerd. Ik zie hem
als de belangrijkste schrijver van
zijn generatie."
Frédéric Bastet: Couperus is van klassiek niveau.
foto Klaas Koppe
Een nieuw Couperus Genoot
schap. En als logisch uitvloei
sel daarvan ook een Louis Coupe
rus Museum? Frédéric Bastet
glimlacht. Hij kent de twee Leidse
geschiedkundigen José Conradi
en Joyce Ryken, die het initiatief
hebben genomen voor het Coupe
rus Genootschap en nu hun zinnen
hebben gezet op de inrichting van
een echt Couperushuis. De beide
historici vroegen hem ere-voorzit-
ter te worden van hun genoot
schap, een uitnodiging waaraan
Bastet met plezier gehoor gaf.
Maar toch: „Ach, ja. die dames zijn
nog zo onervaren, ze hebben geen
idee wat het betekent om een mu
seum te stichten. Het kopen van
een huis, het opbouwen van een
collectie, de bewaking... dat alles
betekent heel veel geld."
„Er is volgens mij niet onmiddel
lijk behoefte aan een museum,
want een groot deel van de literaire
nalatenschap van Couperus ligt in
het Haagse Letterkundig Mu
seum, waar het goed wordt be
heerd. Een apart museum is waar
schijnlijk niet haalbaar. Kijk maar
eens naar het Multatuli Museum in
Amsterdam: daar komt niemand.
Nederland is daarvoor te klein."
Dinsdag houdt Frédéric Bastet in
de Zeeuwse Bibliotheek in Middel
burg een lezing voor de SLAZ, de
Stichting Literaire Activiteiten
Zeeland. Hij is na Michel van der
Plas de tweede schrijver die voor
de Zeeuwse literatuurliefhebbers
het biografiejaar 1993 - een initia
tief van de CPNB (Collectieve Pro
paganda van het Nederlandse
Boek) - glans geeft. In 1987 ver
scheen Bastets Louis Couperus,
een biografie, een ruim 800 pagi
na's tellende levensbeschrijving.
De voordracht komt meteen na de
heroprichting van het Couperus
Genootschap, vorige week. Coupe
rus (1863-1923) werd van 1928 tot
1937 al eens eerder vereerd met een
genootschap, dat in de crisisjaren
ten onder ging.
Bronnenuitgave
De tijden zijn veranderd. Louis
Couperus 1863-1923) is nu lang ge
noeg dood. zegt Bastet. om weer
volop in de belangstelling te staan.
De Couperus-biograaf zelf heeft in
de loop van de jaren zeventig en
tachtig een belangrijke aanzet ge
geven voor een herwaardering. In
1977 verzorgde hij de bronnenuit
gave Waarde Heer Veen. waarin
brieven van Couperus aan zijn uit
gever zijn opgenomen. Drie jaar
daarna volgde de bundel Een zuil
in de mist, een voorproefje van de
zeven jaar later verschenen biogra
fie. Bastet is classicus en archeo
loog. De klassieke schilderkunst
was tot 1979 eén van zijn belang
rijkste aandachtsgebieden. Van
1966 tot 1976 was hij hoogleraar
aan de Leidse Universiteit, daarna
was hij tien jaar conservator van
de klassieke afdeling van het
Rijksmuseum voor Oudheden in
Leiden. De vijf bundels Wandelin-
gen door de antieke wereld getui
gen van zijn interesse voor de klas
sieken.
„De antieke wereld, ja. Couperus
had diezelfde liefde. Voor mij is dat
één van de belangrijkste raakvlak
ken. Wie niet van de klassieken
houdt kan niet over Couperus
schrijven, daarvan ben ik over
tuigd. Hij ging in Italië al die impo
sante musea bekijken en raakte,
dat vind ik zo grappig, ook geïnte
resseerd in de archeologische
kant. Zelf heb ik ontzettend veel in
Italië gezeten; Pompeii, zo mooi.
en Rome ken ik beter dan Amster
dam."
„Ik ontdekte Couperus tijdens de
hongerwinter van 1944. Ik zat thuis
in Haarlem ondergedoken, met
mijn 18 jaar was ik rijp voor de Ar-
beitseinsatz. Mijn vier jaar oudere
broer is in die tijd opgepakt en
heeft het concentratiekamp
Neuengamme niet overleefd. Het
opgesloten zitten was niet onaan
genaam. ik kon weinig anders
doen dan lezen. Mijn moeder stamt
uit een Haags-Indische familie en
in Den Haag woont nog een tante -
ze wordt dit jaar 101 - die resi
dentsvrouw is geweest."
Sierlijk
..Korte Arabesken en Eline Vere
waren mijn eerste boeken. Vooral
de Arabesken zijn heel sierlijk ge
schreven. Couperus staat als mens
en denker boven zijn tijdgenoten,
je herkent in hem een figuur van
internationale allure. Hij is van
klassiek niveau, van alle tijden.
Toen ik klassieke letteren studeer
de was het geen enkel probleem
om eerst Horatius, dan Virgilius en
vervolgens Couperus te lezen. Dat
kun je van heel weinig Nederland
se schrijvers zeggen."
„Die biografie, daar ben ik heel ge
leidelijk naar toe gegroeid. Coupe
rus diende zich voor mij als studie
object aan in 1973. het jaar dat het
Nederlands Instituut in Rome in
het kader van het 70-jarig bestaan
me vroeg een feestrede over hem te
houden. Omdat ik iets nieuws wil
de brengen, ben ik in het Letter
kundig Museum in zijn correspon
dentie gedoken. In één middag
vond ik zo veel nieuw materiaal
dat ik dacht: dat is van de gekke,
dat moet gepubliceerd worden."
„Door die brieven en de lezingen
daarover kreeg je mensen als Jo-
han Polak die zeiden: Jij moe die
biografie maar schrijven. In eerste
instantie ging ik daar niet op in. ik
was archeoloog, had geen tijd. Na
het boekje Een zuil in de mist werd
het op een gegeven moment zo erg.
dat je in recensies van mijn werk
steeds kon lezen: Bastet is bezig
aan de biografie. Dat werd gênant,
omdat het echt niet het geval was.
Nee, ik ben er natuurlijk niet tegen
heug en meug aan begonnen. Maar
een boek van 700 tot 800 bladzij
den. daar is móed voor nodig."
Opgraven
„Ik had geluk. Een Australische
nazaat bleek in de loop van de ja
ren zeventig een deel van het fami
lie-archief in het Rijksarchief in
Den Haag ondergebracht te heb
ben. waarin de hele figuur van de
vader van Couperus verstopt zat.
In dat familie-archief ben ik stuk
ken gaan opgraven. Zeker, opgra
ven. Het schrijven van een biogra
fie is voor mij een vorm van archeo
logie. waarbij je veel steun hebt
aan de historische methode."
Couperus is voor Bastet een afge
sloten periode. De biograaf heeft
zijn zinnen verzet. In 1963 ver
scheen zijn eerste roman Lava. Ko
mend voorjaar zal het tweede om
vangrijke prozawerk in de winkels
liggen onder de titel FunéraHles.
„Het verhaal speelt op Capri en
gaat over het ouder worden. Dat
blijkt opeens een heel actueel the
ma. Zelf word ik ook ouder, maar
dat speelt slechts ten dele een rol.
Ik vind het leuk om zonder voetno
ten te schrijven. Niet dat dat mak
kelijk is. Een roman wil een be
paald niveau hebben, zo'n boek
heeft meer pretentie."
Jan van Damme
Lezing Frederic Bastet over Couperus,
dinsdag 19 januari om 20 uur in de
Zeeuwse Bibliotheek in Middelburg
Fredenc Bastet. Louis Couperus, een
biografie, Querido Amsterdam, 65.-.
Eind vorig jaar blonk Ingeborg
Elzevier nog uit in 'Brutale
winterbekentenissen' van Paul
Haenen. inmiddels toert ze alweer
rond met de voorstellingen van de
zwarte komedie Een doos vol krui
mels ('The gingerbread lady') van
de Amerikaanse toneelschrijver
Neil Simon. In dit stuk speelt Inge
borg Elzevier een drankzuchtige
nachtclubzangeres die zich ver
twijfeld vastklampt aan illusies.
Ingeborg Elzevier koos voor Een
doos vol kruimels nadat zij op Si
mons tragikomedie was geatten
deerd. „Ik las het en was meteen
verkocht", vertelt ze. „Omdat deze
vrouw, dit personage, me aantrok.
Omdat elk gemeend afwijkend ge
drag mij op de een of andere ma
nier fascineert."
De actrice Ingeborg Elzevier, in
tussen vijfendertig jaar in het vak.
beheerst een breed repertoire. Ze
speelde de meest uiteenlopende
rollen, van het zware (tragedies)
tot het lichte genre, bij toneelge
zelschappen als Centrum (waar ze
ruim vijftien jaar actief was i en To
neelgroep Amsterdam.
Driejaar geleden maakte ze de bui
tengewoon succesvol gebleken
overstap naar de vrije-sector-pro-
dukties. waarin ze behalve in de
genoemde hilarische Haenen-ko-
medie - ruim 130 voorstellingen
ook furore maakte in de reprise
van Annie M.G.Schmidts blijspel
'En ik dan', waarin ze onnavolg
baar de huppelpasjes van juffrouw
Bats demonstreerde. Op de televi
sie was de actrice onder meer te
zien in de serie 'In voor- en tegen
spoed'. met Rijk de Gooijer.
In Een doos vol kruimels speelt In
geborg Elzevier een oudere nacht
clubzangeres die is ontslagen uit
een ontwenningskliniek waar ze
werd behandeld voor haar drank
probleem. De zangeres, die niet al
leen met haar stem maar ook an
derszins graag wil uitmunten,
roept dan triomfantelijk uit: „Ik
was de beste alcoholist van de hele
afdeling." Wanneer de zangeres
thuiskomt, kijkt ze. nuchter en hel
der van geest, als een verwonderd
kind om zich heen en merkt ver
bluft op: „Alles ziet er heel anders
uit als je nuchter bent."
De oorspronkelijke titel 'The gin
gerbread lady' bleek onvertaal
baar. Ingeborg Elzevier: ..'The gin
gerbread lady' is in Amerika zoiets
als een taai vrouwtje, het is daar
een begrip; wij kennen er geen
goed alternatief voor. Een doos vol
kruimels is uiteindelijk, letterlijk,
wat er overblijft."
Dronkenschap
Alleen de betere acteurs verstaan
de kunst iemand te spelen die aan
geschoten is. of ordinair bezopen:
bij minder getalenteerden ont
aardt dit niet zelden in pijnlijk ge
nante taferelen ..Dronkenschap
speel je zoals je alles moet spelen:
door het cliché te vermijden, je
moet in dit geval vermijden te
gaan lallen of te gaan zwaaien. Je
moet proberen door te dringen tot
de essentie. En in het geval van
dronkenschap is die dat je geen
controle meer hebt over je den
ken."
Neil Simon, wel de Amerikaanse
meester van de lach genoemd, be
zit de gave om ernstige zaken luch
tig te verpakken. „Bij hem klinkt
er geen grap om wat lucht te ge
ven. zijn humor komt voort uit het
leven zelf. is een gevolg van de si
tuatie Daar houd ik van. Het stuk
is soms ontroerend, maar nergens
sentimenteel, al zou je dat er best
van kunnen maken natuurlijk, het
hangt er maar vanaf hoe je met het
materiaal omspringt. Zelf heb ik
een hekel aan sentiment op het to
neel. De kracht van Simon is dat
hij weet te relativeren: als iets op
het randje is. geeft hij er toch weer
een draai aan om ervoor te zorgen
dat het niet afglijdt
Lichtpuntje
„Pinter, van wie ik 'Een soort Alas
ka' heb gedaan, heeft dat ook. die
humor. Elke schrijver, elke goede
schrijver heeft humor, omdat over
al humor in zit. Zelfs in de vrese-
lijkste gebeurtenis zit humor, een
glimlach, een bevrijdende lach of
desnoods een schaterlach. Je moet
in de treurigste zaak toch ergens
een lichtpuntje zien Het is nooit
alleen maar treurnis in het leven.
Ingeborg Elzevier acteert én zingt
in deze black comedy. „Iedereen
die zolang op het toneel staat als
ik. heeft wel eens gezongen zegt
ze „Veel moeite had ik er ook niet
mee. Ik ben ervan overtuigd dat ik
niet kan zingen; daarom was ik zo
verbaasd dat men mij vroeg een
nummer te zingen. Ik zei dus: Ik
kan niet zingen. Maar toen Lucas
Dietens me gehoord had. zei hij
dat valt wel mee."
So glad it's over', zo heet het lied
is een bij vlagen hartverscheurend
en weemoedige song die Peter
Zandstra en Lucas Dietens spe
ciaal voor de actrice componeer
den. Ingeborg Elzevier zingt, onder
begeleiding van piano en een
scheurende tenorsax, inderdaad
niet loepzuiver, maar wie haar he
se. warme stem hoort - een aange
name mix van Marleone Dietrich.
Hildegard Knef en de (ouderei Ma
rianne Faithfull - waant zich een
voudig in een broeierige nachtclub
uit vervlogen jaren.
Nico de Boer
Een doos vol kruimels The ginger
bread ladyi in Temeuzen. zaterdag 23
januari om 20 uur in het Zuidlandthea-
terin Goes woensdag 3 maart om 20
uur in De Prins van Oranje, voorts: Rot
terdam 10 tlm 1312, Oosterhout 16i3. Et-
ten Leur 17/3. Bergen op Zoom 114.
Ingeborg Elzevier met Carol van Herwijnen in Een doos vol kruimels:
Dronkenschap speel je zoals je alles moet spelen; door het cliche te ver
mijden. foto Maarten Steenbergen
Jacqueline Harpman: Het
Strand van Oostende (Thoth, 320
blz.. 34.50. vertaald uit het Frans
door Eef Gratama en Jelle Noor
man). Zesde roman van de Belgi
sche schrijfster Jacqueline Harp
man. in 1991 in Frankrijk genomi
neerd voor de Prix Fémina. Het
boek beschrijft de passie van een
jong meisje voor een man.
Giacomo Casanova: Eigen heer
en meester (Athenaeum-Polak
Van Gennep, 42.50. gebonden
57.50. uit het Frans vertaald door
Theo Karsi. Integrale editie van
het tweede deel van de memoires
van Casanova. Chevalier de Sein-
galt. Aan het begin van Eigen heer
en meester is Casanova negentien
jaar.
Catharina David: Simone Sig-
noret (De Prom. 278 blz.. ƒ34.50.
vertaald uit het Frans door Peggy
van der Leeuw). Levensverhaal
van de Franse actrice en roman
schrijfster Simone Signoret. opge
tekend door de journaliste Cathe
rine David. Signoret overleed op 29
september 1985.
Eduardo Mendoza: De zaak Sa-
volta (Arena. 416 blz 49.50. ver
taald uit het Spaans door Francine
Mendelaar en Harriet Peteri).
Thrillerachtige roman over een
goedhartige jongeman die op een
advocatenkantoor gaat werken en
ongewild betrokken raakt bij lou
che zaakjes.
Hervé Guibert: Voor de vriend
die naliet mij het leven te redden
(Sun. 224 blz.. ƒ34.50. vertaald uit
het Frans door Jeanne Holier-
hoek). Autobiografische roman uit
1990 waarin Guibert liet weten dat.
hij aan aids leed. Het boek be
schrijft de tocht langs allerlei art
sen die in eerste instantie zijn vage
klachten afdoen met de meest bi
zarre diagnoses. De schrijver over
leed in december 1991 op 36-jarige
leeftijd.
Gajto Gazdanov Een avond
met Claire (Wereldbibliotheek.
146 blz,. ƒ27.50. vertaald uit het
Russisch door Helen Saelman).
Roman uit 1929 over een drome
rige jongeman, die in Parijs de
vrouw ontmoet die hij vele jaren
terug in Rusland heeft leren ken
nen. Gazdanov (1903-1971) was in
de jaren twintig en dertig een van
de bekendste Russische emigran
tenschrijvers.
Op de vijftig titels tellende Librislijst
'Best verkocht in 1992' komt slechts
één kinderboek voor. De vijfendertigste
plaats voor Kikker en het vogeltje van
Max Velthuijs heeft ongetwijfeld te
maken met de wervende kracht van een
bekroning met goud. maar zegt zeker ook
iets over het vermogen van het grote
publiek kwaliteit te herkennen.
Kikker in de kou is een nieuw
meesterwerkje in een oeuvre dat alleen
maar toppers kent.
krijgbaar op beeldcassette (Timboek-
toe). Het eenvoudige verhaal over Kik
ker die diep onder de indruk is van een
dood vogeltje, maar het leven zoveel te
mooier vindt, wordt ingetogen voorgele
zen door Peter Noland. De animatie is
bescheiden maar doeltreffend en be
perkt zich tot behoedzame camerabewe
gingen.
Medelijden
Kikker in de kou is het derde boek over
de net-niet bedenkelijk naïeve en juist
daardoor zo sympathieke hoofdpersoon
Max Velthuijs (1922) debuteerde in
1962 met illustraties bij Versjes die
wij nooit vergeten en mocht voor twee
van zijn prentenboeken een Gouden
Penseel in ontvangst nemen. De eerste in
1977 voor Het goedige monster en de
rovers en in 1986 de tweede voor Klein-
Mannetje vindt het geluk. Dat zijn Kik
ker en het vogeltje vorig jaar bekroond
werd met een Gouden Griffel (en een Zil
veren Penseel) moet hem erg verbaasd
hebben. „Griffels gaan naar schrijvers.
Ik ben tekenaar in hart en nieren", zei hij
destijds in deze krant. „Ik zie het verhaal
in beelden voor me, als een filmpje. Is het
verhaal rijp, dan neem ik een schetsboek
en maak het hele boek in tekeningen,
met de tekst er meteen bij."
Kikker en het vogeltje is met het prach
tige Kikker is verliefd en nog vijf van zijn
prentenboeken sinds enige tijd ook ver
in wat hopelijk een lange reeks wordt. En
wat roept hij al meteen een diep medelij
den op zoals hij op de buitenkant van het
botk. met niet meer dan een rood dasje
en een dunne boxershort aan zijn blote
vel, tot aan zijn knieën in de sneeuw door
een bar winters landschap ploetert. Een
grotere tegenstelling dan met het genoe
gen dat zijn vriendjes op het schutblad
beleven aan het gekras van schaatsijzers
in een stille polder is niet mogelijk.
Terwijl Eend in haar warme verenpak.
Illustratie van Max Velthuijs uit Kikker in de kou.
Varkentje met haar dikke speklaag en
Haas in zijn lekkere warme vacht met
volle teugen genieten van alles wat de
winter tot zo'n aangenaam jaargetijde
maakt, tobt Kikker met de vraag of hij
ooit nog warm zal worden: „Ik ben maar
een arme naakte kikker", dacht hij en hij
strompelde treurig weg.
Om te kunnen overleven moet hij echter
toch nog een keer de kou in en juist die
zorg om het bestaan zou hem fataal zijn
geworden als hij zijn vriendjes niet had
gehad. Hoeveel ze van hem houden blijkt
uit de manier waarop ze hem de winter
door helpen en veelzeggender nog uit
hun samenspraak op de laatste bladzijde
als ze Kikker in een paradijselijk groene
wereld opgetogen zien rondspringen.
Haas keek tevreden toe en zei: „Wat zou
de wereld zijn zonder Kikker?" „Niks.
zei Varkentje. „Helemaal niks", zei Eend.
De in schitterend ijle tinten geschilderde
sneeuwlandschappen bezorgen de kijker
een kou tot op het bot en doen je de adem
bevriezen.
Sinds 1985 komen in de prentenboeken
van Max Velthuijs alleen nog maar die
ren voor Ze personifiëren weliswaar
menselijke eigenschappen als bedacht
zaamheid. met anderen kunnen meele
ven. gemakzucht, trouwhartige on
schuld en boosaardigheid, maar kunnen
goed zonder die dubbele bodem. Beter
zelfs, want elk dier is zichzelf in een ijzer-
sterk. eigen karakter.
De respectievelijk in 1985, 1986 en 1987
afzonderlijk verschenen verhalen 'De
Eend en de Vos'. 'De Beer en het Varken
tje' en 'De Olifant en de Krokodil' (alle
drie ook te bekijken en te beluisteren op
de Timboektoecassette) werden enige
tijd geleden opnieuw uitgebracht in de
verzamelbundel Dierenfabels De tekst
van de eerste twee verhalen is in de omni
bus. die een wat groter formaat heeft dan
de oorspronkelijke uitgaven, hier en
daar gewijzigd. Het derde verhaal werd
van de tegenwoordige tijd in de verleden
tijd gezet.
Jan Smeekens
Max Velthuijs: Kikker en het Vogeltje, verza
meiband met 7 prentenboekverfilmingen.
Stichting Timboektoe, Naardenduur 40 min
f24.90
Kikker in de kou Leopold. Amsterdam.
19.90
Dierenfabels. Leopold, Amsterdam: 29.90.