Kerst
We leven in een oergezellig landje
De leraar als schietschijf
i i
Jf
PZC
Klieren is
gewoon leuk
27
DONDERDAG 24 DECEMBER 1992
Hoe gezellig is Nederland in deze don
kere dagen? Heel gezellig! Voor wie
het zoekt, ligt 't voor het opscheppen.
Tot in het kleinste dorpje. Wij gingen
voor u op verkenning en troffen een
knappend haardvuur in een verlaten
Friese boerderij. Karbonade bij kaars
licht in een Achterhoeks familiehotel.
Carnavals-aristocratie in Brabant. Poë
zie in een achterzaal van een Gronings
café. „En laat het nu maar buiten lekker
te keer gaan."
De wind zwiept over de smalle donkere
weg, door vlakke, lege Friese velden. Een
fietser trekt zijn regenbroek aan. Ver weg
zien we massieve, zwarte silhouetten van
boerderijen. Achter de raampjes brandt
licht. Tegen de raampjes tikken drup
pels. om het huis loeit de storm.
Oh. wat moet het daarbinnen gezellig
zijn.
We verlangen naar 'bed en brochje'. Fries
voor bed en broodje, ooit opgezet door de
Bond van Plattelandsvrouwen in Fries
land. Bed en Brochje: gastvrijheid, een
warm bed. een gul ontbijt, huiselijkheid.
Gezelligheid ook. gokken we.
Door een raam zien we een blond jon
getje, hij maakt staartdelingen aan een
dressoir. Rechts staat een harmonium.
De schemerlampen branden, het inte
rieur is streng, sober. De boerin doet
open en ziet twee mannen staan. Nee,
legt ze uit, 's winters doen we niet aan
bed en brochje. „We slapen nu weer in
ons eigen bed."
De vrouw laat ons toch binnen en vertelt
dat zij en haar man 's zomers op het erf in
een caravan slapen, de echtelijke sponde
is dan voor de toerist. Ze pakt de telefoon
en belt. In het Fries worden we aangepre
zen: Twee heren. Ze zoeken gezelligheid.
,,'t is goed spul."
Na vier pogingen is het raak. We zijn wel
kom in de buurt van Abbega. „Zal ik te
kenen hoe jullie daar kunnen komen?"
Een half uur later zijn we haar daar zeer
dankbaar voor. Een weggetje als een pot
loodstreepje op de kaart voert ons naar
ons Bed en Brochje! Eindelijk.
Daar staat Ieke Cnossen al op ons te
wachten. Het is behaaglijk in haar boer
derij, de koffie sijpelt door het filter en de
woeste wind is buitengesloten.
Ieke en haar man Wiebe nodigen ons uit
in de huiskamer. Ze praten moeiteloos
een avond vol over de jarenlange toewij
ding waarmee ze hun hoeve hebben op
geknapt. Veel karakteristieke elemen
ten die bij het slopen vrijkwamen - orna
mentjes, typisch Friese bouwstenen -
hebben ze opnieuw verwerkt in het
prachtige huis.
Knus is het er. Knussig, prettig, aange
naam. Alles op z'n plaats, alles in verhou
i i ••"v
foto Monique Baan
ding. Knappend open haardvuur, gedek
te traditionele kleuren. Het verleden, de
worteling in Friesland, boerentraditie en
cultuur bewaren en zichtbaar maken, zo
wordt volgens hen gezelligheid goed uit
gedrukt.
„Hier is het vertrouwd, we hebben het zo
ingericht dat we ons thuis voelen. Ook
onze gasten herkennen het meteen als
gezellig."
Wiebe zet bier op tafel en vertelt verder.
Over de paarden in de stal. „Mijn vader
was goed met paarden, ik heb dat van
hem overgenomen." Hij verhaalt van de
Elfstedentocht, die zijn vader liefst zes
maal reed - de kruisjes wil hij bewaren,
als erfgoed. En van de oude boerenvoet-
paden. die met de aanleg van geasfal
teerde wegen in onbruik raakten, maar
nu gelukkig door de toerist weer worden
bewandeld.
Ook in hun dorp Abbega blijft veel bij het
oude. Het is een van die kleine kernen
waar het gemeenschapsleven nog hecht
is. „Als we een dorpsfeest houden, komt
iedereen. Allemaal doen ze mee met
sprietlopen en zakgooien. In de dorpen
met nieuwbouw en import zijn die fees
ten al lang niet meer zo gezellig.''
Overigens zijn Wiebe en Ieke niet zo uit
huizig. Wiebe: „Ik zit graag binnen, zeker
in de winter. Met de beesten op stal. de
ramen en de deuren goed dicht. Laat het
nu buiten maar lekker te keer gaan.
Een dag later belanden we in hotel On
land. waar de gezelligheid meedogenloze
vormen heeft aangenomen. Jan Stam. de
vriendelijke eigenaar van dit typische fa
miliehotel. gelegen in het buurtschap
Meddo boven Winterswijk, heeft niets
nagelaten om het zijn gasten optisch
naar de zin te maken.
Gezellig, dat is volgens Stam: hout. Aan
de muur. tegen het plafond. Waar je ook
kijkt, het houdt niet op. En veel bruin en
beige. Oranjebruine gordijnen. Gehaak
te kleedjes op de tafels. Gezellig volgens
Jan Stam is ook: dingen van zolder halen
en neerzetten. De kolenkit, de melkbus,
het spinnewiel, de lampetkan.
Bokbieren
In het hotel zit een hoogbejaard echt
paar. dat nog maar weinig woorden heeft
voor elkaar. Het zijn de enige gasten. Tij
dens het diner - soep. karbonade, bitter
koekjespudding - krast het bestek over
de borden. Opeens zegt zij: „Jij hebt geen
honger, hè."
Hij schudt van nee.
Stilte-
De eigenaar had ons al gewaarschuwd.
Het is november. Als je het treft, dan val
je midden in een gezellige middag van de
vereniging van oud-mariniers uit de Ach
terhoek. Ze komen in hotel Onland kaar
ten en sjoelen. Maar zoveel geluk hebben
we niét.
Het besluit is dan ook snel genomen.
Vlakbij het hotel staat café Spiekerman.
Daar krijgt een man biljartles van een ty
pe dat met zijn handen op zijn rug com
mando's geeft aan zijn leerling. „Veel te
dun. jongen." snerpt het door het café en
de leerling krimpt ineen.
Later, vele bokbieren later, wordt het
toch nog gezellig. De biljart-comman
dant is vertrokken en de deelnemers aan
Meddo s rijke verenigingsleven druppe
len binnen. Mannen die 's morgens de
koeien melken, dan acht uur voor een
baas werken, weer thuis de koeien mel
ken en dan nog eens even meedoen aan
de zangvereniging of de schietvereni
ging. We laten ons uitvoerig inlichten
over de melkquota.
Café Spiekerman telt twintig kamer
planten (we kunnen er een gemist heb
ben). en nog enkele droogstukjes en
bloemstukken. Daarmee scoort het eta
blissement keurig. In een gemiddeld
huisgezin staan 22 kamerplanten, zo re
kende het Informatiecentrum Volkscul
tuur vorig jaar uit. Kamerplanten, zo
wist men vorige eeuw al. zijn bij uitstek
huiselijk en gezelligheidsverhogend.
Toneelavond
We hebben nog twee etmalen gezellig
heid te gaan en zetten koers naar de Bra
bantse Kempen. Een groot bord in het
dorp Wintelre wijst ons erop dat de Ka
tholieke Plattelands Jongeren hun jaar
lijkse toneelavond houden.
We betreden een gymzaal die versierd is
met ballonnen van de boerenleenbank
en gevuld met verwachtingsvol geroeze
moes. Nog even en maanden van voorbe
reiding zullen hun hoogtepunt vinden in
verloren teksten, slappe lachbuien, en
zwaar aangezet acteren.
Het zaaltje zit vol; dit mag men niet mis
sen in Wintelre. We worden beloond. In
de beste tradities van het volkstheater
wordt de ruimte één grote huiskamer,
met tussen de schuifdeuren overspel,
moord, chantage, leugens en dronken
schap.
En alsof het niet op kan in dit dorp. wordt
op een steenworp afstand de nieuwe
prins carnaval gekozen.
De liefde voor taal en gezelligheid leidde
in de vorige eeuw tot de oprichting van
tientallen rederijkerskamers in ons land.
Hereboeren. dorps- en stadsnotabelen
zochten elkaar op om gedichten te de
clameren. voordrachten te houden en to
neel in te studeren. Op het platteland
kwam de kamer het liefst bijeen met vol
le maan. De boeren in hun sjees konden
dan het beste de weg vinden op donkere
winteravonden
In de achterzaal van café De Lopster-
kroon in het Groningse plaatsje Lopper-
sum komt op onze laatste avond de in
1860 opgerichte rederijkerskamer Sap
pho bijeen. Notabelen zijn het allang niet
meer. de Sappholeden. Hoewel, ze wor
den door de toneelverenigingen in de
omtrek toch nog wel als elitair gezien,
omdat Sappho geen dorpskluchten
speelt. En niet iedereen heeft een dicht
bundel op zijn nachtkastje liggen
Sappho vergadert en besluit de avond
met improvisaties en reciteren. Een van
de leden krijgt een woord op en moet met
een hele korte voorbereiding daar drie
minuten op los improviseren. Harrie
krijgt 'trappetjeskandelaar'.
Daar hoeft hij eigenlijk nauwelijks over
na te denken, hij ergert zich er al lang ge
noeg aan.
„Na 5 december zie je ze weer. de trap
petjeskandelaars. Ik schat dat er daar in
Nederland al zo n miljoen van zijn ver
kocht. Een miljoen huishoudens die dat
ding in de vensterbank zetten, om te la
ten zien hoe gezellig het bij hen wel niet
is. En dan doen ze ook de gordijnen nog
dicht, zodat je behalve dat kandelaartje
niks meer ziet
Bij Sappho gaan deze met verve uitge
dragen ergernisjes er in als koek. De
dichtheid van trappetjeskandelaars in
dit literaire gezelschap is dan ook klein.
Gezelligheid, daar is men het bij Sappho
wel over eens, zit 'm in kleine dingen.
Daar is niet veel voor nodig. En het zou
geen rederijkerskamer zijn als ze daar
geen gedicht bij konden vinden - Het Vol
le Leven van Judith Herzberg:
Zullen we
zei ze
samen
in een groot bed
in een hotel
kamer
gaan liggen
met pyjama's
aan en
dan de knecht
taart
laten brengen
Zo simpel is dat nou: gezelligheid.
Maurice Wilbrink
en Pieter van de Vliet
Om gèk van te worden. Zo'n jochie dat
achterin in de klas, veilig verschanst
achter z'n leerboek Duits, voortdurend
'vroem-vroem'-geluiden produceert. Of een
stel mavo-meiden, dat de hele les overdre
ven zit te kuchen. Een béetje geroutineerde
scholier weet z'n slachtoffer feilloos uit te
kiezen. Ilij herkent de 'watjes' en de
'doetjes' onder het lerarenkorps op het eer
ste gezicht: ze gedragen zich onzeker en heb
ben - erger kan bijna niet - vaak de verkeer
de kleren aan. De ervaren leerling weet óók
wanneer hij vooral z'n mond dient te hou
den. Dat is op het moment w aarop de - door
gaans wat oudere - leerkracht, uitgerust
met een vlotte babbel èn een oogopslag
waaruit onmiskenbaar gezag spreekt, het
klaslokaal betreedt.
Leraartje pesten. Een leraar of lerares die
lijkbleek het lokaal uitbeent en in blinde
woede de deur met zo'n vaart achter zich
dichttrekt, dat de ruit uit de sponningen
vliegt; voor een klas dwarsliggende leerlin
gen is nauwelijks een groter triomf denk
baar.
Het aloude gummetje schieten heeft weinig
aan populariteit ingeboet. Maar een in inkt
gedoopt propje papier dat - liefst vlak naast
het hoofd van de geplaagde docent - krachtig
tegen het schoolbord uiteen spat, is goed
voor een nog hogere amusementswaarde.
Minstens zo leuk is het tafeltje van de leraar
Engels zó te verschuiven, dat de man bij de
minste of geringste beweging met tafel en al
van z'n verhoginkje afklettert. Een met lijm
ingesmeerde deurknop wil de wat minder
stress-bestendige docent ook nogal 's uit z'n
evenwicht brengen. Net als het volstorten
van 's mans fraai lederen aktentas met zand.
Tot de wat verfijndere technieken behoort
de quasi-geinteresseerdheid: hoe dodelijk
kan het niet zijn de wiskundeleraar op een
zuigend toontje te vragen die som - voor de
twaalfde keer - nóg 's uit te leggen. Vooral
meisjes zijn daar zeer bedreven in.
De jongens gaan doorgaans wat minder fijn
besnaard te werk: zij grijpen naar de wat ru
were methoden. Ze hanteren de veel beproef
de stinkbom. Of schieten met blaaspijp en
erwt een welgevormde ster in het bord.
Binnen de perken
Het kind als kwelling. Ach. doet Adri Bier
steker. decaan van de mavo-afdeling van het
Goese Lyceum sussend, het valt wel mee.
„Maar dan praat ik puur vanuit mijn eigen
ervaring."
'Tuurlijk valt er op z'n school wel eens een
grote mond. En natuurlijk zijn er óók op zijn
school leerkrachten, die geen orde kunnen
houden. „Maar dat zijn er hooguit twee of
drie. Als je zo'n klas binnenloopt, merkje dat
meteen. Het is er nét iets rumoeriger dan in
andere klassen. Maar het blijft bij ons alle
maal binnen de perken."
De mavo-leerling die op het Goese Lyceum
wegens wangedrag de klas wordt uitgezon
den, dient de onvermijdelijke gang naai- het
kamertje van Biersteker te maken. Maar het
aantal zondaren dat Biersteker wekelijks
voor z'n bureau ziet verschijnen is, zegt hij.
met gemak op de vingers van één hand te
tellen. En de aard van de overtreding is - op
een enkele uitzondering na - meestal vrij on
schuldig.
Biersteker kent ze ook. De alarmerende ver
halen over scholieren die een ware terreur
uitoefenen. Die spelen zich echter ver van z'n
bed af. In Rotterdam bijvoorbeeld. Hij heeft
het van horen zeggen: maar daar durven le
raren uit angst voor wraak en vernielzucht
van hun leerlingen hun auto niet eens meer
voor de school te parkeren. Dat soort mis
standen gebeuren op zijn school niet. Weet
Biersteker zeker.
„Wij zijn", zegt hij op een toontje alsof dat
alles verklaart. „Zeeuwen, hè? En vergeet
niet: onze school is een echte regioschool. Ik
denk. dat ongeveer vijftig procent van onze
leerlingen van het platteland komt. En op de
dorpen heersen de oude normen en waarden
nog een beetje."
Het loopt dus allemaal nogal los? „We moe
ten het niet overdrijven. Er zijn nog altijd
heel veel leraren die hun vak met veel lol en
plezier uitoefenen. Maar", zegt voorzitter Jo
Korstanje van de onderwijsbond Abop in
Zeeland, „ik denk tóch dat alleen al in Zee
land zo'n twintig tot dertig leerkrachten per
jaar het onderwijs verlaten omdat ze het niet
meer aankunnen." Vooral in het speciaal on
derwijs. het beroepsonderwijs en het mavo is
het aantal 'afhakers' vergeleken met bijvoor
beeld havo en atheneum relatief groot.
Het zijn niet alleen de treiterijen die onder-
vijzend personeel er toe brengen de school
voorgoed de rug toe keren. Ook de onvrede
over de voortdurende veranderingen in het
onderwijs en over de salariëring spelen daar
bij een rol, nuanceert Korstanje.
De grootste groep afvallers is veertig jaar of
ouder. „Het zijn vaak mensen die moeite
hebben met de jeugd mee te groeien. Ik zal
een simpel voorbeeld geven. Een leraar van
in de twintig die zélf kinderen heeft, kent een
programma als Top Pop uit z'n hoofd. Die
kan daar met zijn leerlingen over meepraten.
Maar als-ie een eind in de veertig is. z'n kin
deren de deur uit zijn. kijkt-ie nóóit meer
naar Top Pop. En dan kun je het contact met
je leerlingen makkelijk verliezen."
Willem van Dam
y,.di O) n s ZcxcC
J (_j
2 hp eJIjtxir £cy*n cd.t***r Q
Ifa/
Schooldecaan
Biersteker:
op de
dorpen heersen
de oude
normen en
waarden nog
een beetje..."
foto Wim
Riemens
Etienne Geluk:achteraf denk je: best wel zielig..."
foto Wim Riemens
TT et geeft een kick als je de klas wordt uitgestuurd." Etien-
n ne Geluk (15) uit Goes is op het eerste gezicht een wat
verlegen jongen. Maar op school weet-ie z'n mondje uitste
kend te roeren. In één mcfand iverd Etienne twee keer de klas
gestuurd. De eerste keer omdat-ie met gummetjes zat te gooi
en. De tweede keer omdat-ie een opmerking maakte die de
leraar niet aanstond. ..Dan moet je je bij de schooldecaan
melden en krijg je corvee: een paar uurtjes in de tuin werken,
of tafels en stoelen aan de kant schuiven. Maar dat vitid ik
helemaal niet erg. Dan zet ik gewoon m'n walkman op
Hij zit in een klas met zo'n dertig leerlingen, meest meisjes.
Propjes schieten behoort tot een van z'n favoriete bezighe
den. En steeds harder gaan praten als een leraar nadrukke
lijk om stilte heeft gevraagd, daar schept hij ook een groot
genoegen in. ..Want klieren is gewoon leuk."
Een beetje stoer doen. daar houdt Etienne van. Al was het
alleen maar om indruk te maken op z'n medeklasgenoten.
Hij vertelt het met een verlegen grijns; hoe leraren soms uit
machteloze woede stampvoetend voor de klas staan, of vol
strekt uit het lood geslagen het hoofd in de handen laten zak
ken en roerloos achter hun lessenaar blijven zitten
..Vorig jaar nog liep een lerares jankend de klas uit. Achteraf
denk je: best wel zielig. Dan stop je een poosje met klieren.
Maar na een tijdje ben je dat vergeten en ga je weer gewoon
door."