Schokkende cijfers over fraude
PZC
4
Ter Veld sluipt
op kousevoeten
rond fraudeurs
Jonge republiek Slovenië tussen
hoop en vrees naar de stembus
In deze tijd
van geen tijd
opinie en achtergrond
Ter Veld roept om meer controle op bijstandsuitkeringen
VRIJDAG 4 DECEMBER 1992
77* en derde tot de helft van alle ontvangers van bijstands-
Hj uitkeringen in Groningen lijkt ten onrechte het geld te
incasseren. Dat was het schokkende resultaat van een on
derzoekuitgevoerd door de sociale dienst van Groningen.
Ook elders blijkt bijstandsfraude schering en inslag, zoals
naar voren komt uit een vergelijking van de bestanden van
de belastingdienst en diverse sociale diensten.
Staatssecretaris Elske ter Veld ziet hierin reden de gemeen
ten te vragen meer werk te maken van hun controleznogelijk-
heden door bestanden te koppelen. Al eerder kondigde zij
aan het aantal controle-ambtenaren uit te zullen breiden van
1 per 1000 uitkeringsgerechtigden tot 1 op 750.
Door Peter Slavenburg
en Louis Burgers
Schattingen over de fraude
met sociale uitkeringen zijn
moeilijk te vinden. En als ie
mand zich eraan waagt, dan
wijkt zijn oordeel nog vaak mij
lenver af van een oordeel van
een even ter zake kundige col
lega. De uitkomst van het on
derzoek in Groningen, en de ge
gevens van de belastingdienst
in Dordrecht, zullen de sugges
tie dat uitkeringsfraude slechts
op kleine schaal gebeurt, defini
tief naar het land der fabelen
hebben verwezen.
De - klassiek-linkse - Groningse
wethouder Klaas Swaak gaf toe
geschrokken te zijn van de uit
komsten van het onderzoek in
zijn stad. Van de onderzochte 78
gevallen die representatief wor
den geacht voor alle 18.000 ont
vangers van een bijstandsuitke
ring. moest direct een derde wor
den stopgezet of opgeschort. In
rond de helft van de gevallen ble
ken de betrokkenen onjuiste in
formatie te hebben verstrekt
over hun woonsituatie.
Staatssecretaris Ter Veld heeft
er bij de gemeenten op aan ge
drongen meer werk te maken
van het bestrijden van fraude
met uitkeringen. Zij wil het aan
tal controle-ambtenaren uit
breiden, maar tegelijkertijd
moet ook het vergelijken van de
bestanden van sociale dienst en
de belastingen versterkt worden
voortgezet. Gemeenten ontvan
gen voor elke controleur een ver
goeding van 80.000 gulden van
het rijk.
Toevalligerwijze maakte de so
ciale dienst van Dordrecht deze
week eveneens bekend dat zij
2700 ontvangers van een uitke
ring nader gaat onderzoeken. Zij
blijken in 1990 een uitkering te
hebben ontvangen en verdien
den daarnaast een tweede inko
men. Dat wil niet zeggen dat zij
Verscherpt
door Henri Kruithof
Om een probleem aan te pak
ken, moet je eerst erkennen
dat het probleem bestaat. Dat
lijkt de belangrijkste oorzaak
van het feit dat met de regel
maat van een klok in de politiek
wordt gesproken over de aan
pak van de fraude in de sociale
uitkeringen.
Deze week werd de uitslag be
kend van een tweetal onderzoe
ken naar gerommel met bij
standsuitkeringen. In Gronin
gen en Dordrecht zit het niet
goed met een derde tot de helft
van het totaal aantal uitkerin
gen. Niet dat het allemaal om
fraude gaat, het kunnen ook ad
ministratieve vergissingen zijn,
maar de cijfers zijn hoe dan ook
verontrustend.
Het is niet de eerste keer dat der
gelijke cijfers naar buiten ko
men. In het vroege voorjaar
maakten de leden van de com
missie sociale zaken een rond
gang langs enkele gemeentelijke
sociale diensten. Ook toen al
werd gesproken over fraude bij
een derde van alle bijstandsuit
keringen.
'Witte fraude' wordt het ge
noemd. De min of meer positieve
klank die van dat begrip uitgaat
is volstrekt onterecht. Want er
wordt mee bedoeld dat mensen
met een bijstandsuitkering er
een 'wit' inkomen naast hebben.
Door administratieve onvolko
menheden blijkt dat echter niet,
waardoor de uitkering gewoon
kan voortduren.
Om 'heksenjacht' te voorkomen
heeft vooral de verantwoordelij
ke staatssecretaris Elske ter
Veld (PvdA) altijd vergoeilij-
kend gedaan over dit probleem.
Zo groot is de fraude niet. hoog
uit een procent of zes. zeven,
pleegt ze te zeggen.
Elke directeur van een sociale
dienst kan de staatssecretaris
uit de droom helpen. Uit hun cij
fers blijkt hoe omvangrijk het
probleem werkelijk is En dan
wordt nog niet eens de min of
meer geaccepteerde fraude mee
geteld van bijstandsmoeders die
er één of meer 'werkhuisjes' op
na houden. Dat blijkt nu een
maal uit geen enkele adimini-
stratie.
Ook het zwart klussen van men
sen met een uitkering wordt niet
meegeteld. We weten dat het be
staat maar hebben geen idee
van de omvang ervan. De bij
standsuitkering (toegegeven:
het is geen vetpot) wordt meer
en meer beschouwd als een ba
sisinkomen. Daar zorgt de staat
Toch wordt er af en toe wel een
puntje van de sluier gelicht. Dor
drecht maakte bekend dat zich
2700 mensen mogelijk hadden
schuldig gemaakt aan fraude in
1990. Dat bleek uit de vergelij
king van de bestanden van de
belasting- en de sociale dienst.
In dat jaar kregen 8200 Dord-
tenaren een uitkering.
In februari 1991 maakte Amster
dam een dergelijk gegeven be
kend. In de hoofdstad was vast
gesteld dat 11.000 van de 70.000
uitkeringsgerechtigden in 1989
bijverdiensten hadden. In 6000
gevallen ging het om 5000 gul
den of meer. De belastingdienst
concludeerde dat de betrokke
nen inkomsten uit meerdere
bronnen ontvingen en meldde
dat bij de Amsterdamse sociale
dienst.
In 1989 kregen 500 Amsterdam
mers een proces verbaal wegens
steunfraude. Het gemiddelde
fraudebedrag bedroeg 29.000
gulden. Naar schatting keerde
Amsterdam in de jaren 89-90 al
leen al ruim 100 miljoen uit aan
mensen die daar geen recht op
hadden.
Meer is niet bekendgeworden.
De grote massa van de fraudeurs
wordt individueel afgehandeld,
en komt daarom niet in de sta
tistieken voor. Want naast de
'uitstroom' van uitkeringsge
rechtigden die werk hebben ge
vonden, of die gefraudeerd heb
ben, staat een nieuwe groep 'in-
stromers'. Door de slechtere eco
nomische omstandigheden
dreigt het aantal ontvangers
van een bijstandsuitkering de
komende maanden weer toe te
nemen.
fraude hebben gepleegd: daar is
alleen sprake van wanneer uit
kering en inkomen op hetzelfde
moment werden ontvangen. Ie
mand kan immers volkomen te
recht een deel van het jaar een
uitkering krijgen en in een ander
deel normaal werken.
Volgens de medewerker Leo van
de Kerkhof van de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten
(VNG) is de controle op uitkerin
gen sinds zo'n anderhalf jaar
duidelijk verscherpt. Sinds die
tijd ontvingen de gemeenten
ook een overzicht van de bestan
den van de belastingdienst. Op
die manier worden de uitkerin
gen al zeker anderhalf jaar stren
ger gecontroleerd op 'witte
fraude' (mensen die met een uit
kering werken, en normaal be
lasting over hun extra inkom
sten betalen).
Het is volgens Van de Kerkhof
niet duidelijk om hoeveel geval
len het precies gaat. Veelal wor
den deze gevallen bij de normale
controle geconstateerd en door
de sociale dienst uit de bestan
den verwijderd. Er bestaat de
mogelijkheid de ten onrechte
uitgekeerde gelden terug te vor
deren, en in ernstige gevallen
wordt er ook een strafzaak aan
gespannen. In de toekomst zal
de pens op 7000 gulden komen
te liggen.
Verder zijn er weinig harde cij
fers beschikbaar. De schattin
gen blijken onbetrouwbaar.
Vandaar dat de VNG, in samen
werking met het Centraal Bu
reau voor de Statistiek onlangs
voor het eerst een overzicht pu
bliceerde van het aantal werke
lijke fraudegevallen. Vorig jaar
bleek er in 15.100 gevallen spra
ke te zijn van fraude. Volgens het
CBS zegt dit niets over de werke
lijke omvang omdat de cijfers
gebaseerd zijn op de aangiften
van de uitvoeringsinstanties.
Staatssecretaris ter Veld
voor en er schuilt niets kwaads
in als je dat hongerloontje iets
probeert op te schroeven, zo
luidt de publieke opinie.
Maar anders wordt het natuur
lijk als een bijstandsuitkering
wordt aangevuld met loon uit
een gewone baan, al dan niet in
deeltijd. Als dat soort banen niet
wordt opgegeven aan de sociale
dienst is er domweg sprake van
fraude is de zuiverste zin van het
woord. En die fraude lijkt veel
omvangrijker te zijn dan de be
windsvrouwe wil toegeven.
Sinds enige tijd is het niet alleen
de WD meer die hamert op dit
probleem. Hans Wiegel komt de
eer toe het probleem als eerste te
hebben gesignaleerd. Al zo'n
twintig jaar geleden wees hij op
de fraude bij de sociale uitkerin
gen. Toen nog werd hij echter
weggehoond. 'Borrelpraat' en
'rechtse prietpraat' waren twee
van de nog meer beschaafde ver
wijten die de WD-leider toen
naar zijn hoofd kreeg.
Inmiddels is het fraudepro
bleem gemeengoed geworden in
de politiek. Behalve misschien
Groen Links, zijn alle partijen er
inmiddels wel van overtuigd dat
aanpak van fraude met sociale
uitkeringen krachtig aangepakt
moet worden. Uitr onderzoek is
bovendien gebleken dat ook uit
keringsgerechtigden zelf dat
vinden.
Middelen die tot voor kort nog
taboe waren, worden tegenwoor
dig openlijk besproken. Koppe
ling van computerbestanden
van bij voorbeeld de sociale
diensten en de belastingen,
stuitte voorheen altijd op be
zwaren van 'privacy'. Inmiddels
lijkt het één van de meer voor de
hand liggende oplossingen voor
het probleem.
De Tweede Kamer heeft het on
derwerp inmiddels uit de taboe
sfeer getrokken. Alleen de
staatssecretaris heeft er nog
moeite mee dat de mens 'ganse
lijk onbekwaam is tot enig goed
en geneigd tot alle kwaad'
Het wordt tijd dat het probleem
van de fraude krachtig wordt
aangepakt, omdat anders de wal
het schip wel eens zou kunnen
gaan keren. Veel ingrijpender
maatregelen zijn dan waar
schijnlijk nodig om het stelsel
van sociale zekerheid betaal
baar te houden. Elske ter Veld
hoeft nog geen klompen aan te
trekken om mee door de porce-
lijnkast van de uitkeringsfraude
te struinen. Maar een paar
schoenen met stevige neuzen
zouden haar niet misstaan.
van onze correspondente
in Oost-Europa
Runa Hellinga
Maanden na de korte onaf
hankelijkheidsstrijd
van juni vorig jaar lagen
overal in Slovenië betonnen
en metalen obstakels gereed.
Voor het geval dat... Want wie
garandeerde de Slovenen dat
de generaals in Belgrado niet
terug zouden komen, ditmaal
beter voorbereid op een echte
oorlog.
Inmiddels zijn ze er wel van
overtuigd dat ze geen gevaar
meer lopen. Het barricadema
teriaal is overal opgeruimd.
Maar met het besef dat de Slo
venen hebben bereikt wat ze
wilden, is ook doorgedrongen
dat het allemaal toch anders is
gelopen dan ze hoopten.
Het land aan de zonnige zijde
van de Alpen, zoals Slovenië
zichzelf graag afficheert, is in
de vergetelheid geraakt. De
kortstondige internationale
belangstelling is voorbij. Voor
Europa is Sloveniè uiteinde
lijk niet meer dan het zoveel
ste ministaatje. En de verhou
dingen met de rest van het
voormalige Joegoslavië lopen,
mede maar niet alleen van
wege de oorlog, veel stroever
dan de Slovenen hadden voor
zien.
Wat resteert, is een kwakke
lende economie die haar oor
spronkelijke Joegoslavische
markt kwijt is en die nog geen
aansluiting bij het westen
heeft gevonden. En een bevol
king die haar geloof heeft ver
loren in politici die met slo
gans over privatisering en
markteconomie de kiezers
voor zich proberen te winnen.
Komende zondag gaan de Slo
venen naar de stembus om een
nieuw parlement en een
nieuwe president te kiezen.
Wie die laatste verkiezingen
wint. staat nu al vrijwel vast.
Dat is blijkens alle opiniepei
lingen de huidige president
Milan Kucan. een voormalig
communist die bij de kiezers
veel krediet heeft vanwege de
wijze waarop hij het land naar
de onafhankelijkheid heeft ge
leid. Hij kan rekenen op zo'n 60
procent van de stemmen.
Ruzies
Heel wat onduidelijker is het
beeld in de parlement De Slo
veense politiek werd het afge
lopen jaar gekenmerkt door
partijpolitieke ruzies en rege-
ringscrises, waarvan de fines
ses de meeste kiezers zijn ont
gaan. Het gevolg is een gigan-
Het barricade-materiaal in Sloveniè is overal opgeruimd. Toch
liep alles anders dan velen hoopten... foto Archief PZC
tische versplintering. Niet een
van de 23 partijen die aan de
verkiezingen meedoen, weet
de burgers massaal aan te
spreken. Veertig procent heeft
nog geen idee waarop zondag
te stemmen. En dat is niet zo
gek. want blijkens hun pro
gramma willen de partijen al
lemaal hetzelfde: privatise
ring, markteconomie en aan
sluiting bij Europa.
Grootste kanshebbers zijn de
Liberaal Democratische Par
tij en de Christendemocraten.
Maar op meer dan tien, cq
twintig procent van de stem
men kunnen ook zij niet reke
nen. Daarnaast maken zowel
de ex-communistische Partij
voor Democratische Verande
ring als de Democraten een
goede kans. De meeste van de
overige partijen zullen de kies
drempel van 3 procent waar
schijnlijk niet halen.
Privatisering
Met één probleem hoeven de
nieuw gekozen afgevaardig
den straks in elk geval niet
meer te worstelen. Op de val
reep heeft het oude parlement
een privatiseringswet aange
nomen. Eindelijk, want welis
waar hadden alle partijen de
privatisering al hoog in het
vaandel staan, maar in de
praktijk bleek het moeilijk om
afstand te doen van het vroe
ger zo liefdevol gekoesterde
model van arbeiderszelfbe
stuur.
De wet is een begin, al blijft
geld het grote knelpunt. De
buitenlandse investeerders
staan niet te dringen aan de
grens, hoewel Slovenië met
zijn lage lonen en zijn naar ver
houding goed geschoolde be
roepsbevolking zeker wat te
bieden heeft.
Het grootste probleem is dat
de 'natuurlijke' markt, het
vroegere Joegoslavië, volko
men is weggevallen. De handel
met Servië en Montenegro ligt
sinds augustus stil vanwege
het VN-embargo. Macedonië
is te arm om veel te importe
ren. Zelfs de handel met buur
land Kroatië loopt moeizaam,
zoals alle relaties met Zagreb
momenteel tamelijk kil zijn.
Aanleiding is een aantal
grensconflicten. Daarbij
springen de ruzie over een
door Kroatië geclaimde berg
en een door Slovenië geclaimd
dorp het meeste in het oog.
Op de achtergrond spelen be
langrijkere zaken, zoals een
conflict over viswater. Sinds
de onafhankelijkheid dreigt
de Sloveense visserij ten onder
te gaan, omdat het de vissers
vrijwel onmogelijk wordt ge
maakt in Kroatisch water de
netten uit te werpen.
Te optimistisch
Vóór hun onafhankelijkheid
spraken de Slovenen over
open grenzen met Kroatië die
nauwelijks merkbaar zouden
zijn voor de reizigers en het
handelsverkeer. Inmiddels
worden overal definitieve
grensposten gebouwd en heeft
Zagreb een importbelasting
van 23,5 procent op Sloveense
goederen ingesteld.
In vergelijking met de rest van
Joegoslavië zijn de Slovenen
goed af. De werkloosheid van
ruim twaalf procent is laag
voor Joegoslavische begrip
pen. De Sloveense tolar is in
middels redelijk waardevast
en de winkels zijn gevuld met
westerse importgoederen.
Maar die spullen zijn onbe
taalbaar met een salaris van
rond de 350 gulden per maand
en dat zullen ze voorlopig wel
blijven. „Wij zijn wat erg opti
mistisch geweest", verzucht
een ober in een restaurant aan
het Meer van Bied, het belang
rijkste toeristische centrum
van de kleine republiek. Hij
wijst op de tafeltjes: allemaal
leeg. Slovenië is. als deel van
het vroegere Joegoslavië, geen
aantrekkelijke vakantiebe
stemming. De ober is somber
over de toekomst. „Het zal nog
zeker vier. vijf jaar duren eer
we het peil van vóór de onaf
hankelijkheid hebben be
reikt".
Als ik zijn kamer binnen kom,
is het eerste dat mij opvalt
de reusachtige tafel waarop gro
te diskette-bakken, allemaal
propvol, rondom een spierwitte
computer gegroepeerd staan. Ik
ivijs op de bakken en vraag:
„Wat zit daar in?" Oh, op die
diskettes staan alleen maar
spelletjes", antwoordt hij. „Hoe
veel?", vraag ik. „Nou, ik denk
zeker zo'n 2300", zegt-ie. Ik moet
even slikken: „2300! en speel je
die ook?" Nee, natuurlijk niet",
zegt-ie, hoogstens maar een
paar, de meeste niet". „Maar
waarvoor heb je ze dan?", vraag
ik onnozel. „Nou gewoon, omdat
ik hel leuk vind ze te hebben",
zegt-ie.
'Is dat nou normaal of is het ge
stoord?' vraag ik me af als ik la
ter op de avond terug naar huis
loop. En ik herinner me een be
richt dat ik enige tijd geleden
las. In het huis van een 55-jarige
accountant werd na zijn dood
door verblufte familieleden een
verzameling van ruim 500 scha
ren gevonden.... Of wat te den
ken van het hamstergedrag van
de machtigen der aarde waar
over we van tijd tot tijd horen: de
duizenden paren schoenen en de
honderden zwarte bustehouders
die Imelda Marcos, de weduwe
van de vroegere Filipijnse presi
dent, in haar paleis achterliet
toen zij en haar man het land uit
moesten. Trouwens, als het Brit
se koningshuis nu naar Elba
werd verbannen, dan zouden we
alleen al met de kleren van
Diana de halve Kalverstraat
kunnen bevoorraden. En met de
hoeden van haar schoonmoeder
zou half vrouwelijk Nederland
onder dak zijn.
Wat drijft mensen ertoe om bezit,
om dingen, te verzamelen ver
voorbij de grens van wat nog
nuttig is of zin heeft? Wat levert
de privé opeenhoping van din
gen, die nooit van zijn leven echt
genoten of geconsumeerd kun
nen worden, nou eigenlijk op?
Gaat het om een oerdrift, een
evolutionair overblijfsel uit de
tijd dat verzamelen en oppotten
voor overleven nog noodzake
lijk was? Of gaat het om heel iets
anders, om een ziekelijke en be
paald niet zeldzame uitwas van
onze tijd? De filosoof Gunter An
ders schreef ooit dat de vloek
van dit technische tijdperk de
stelregel is: "Wat gedaan kan
worden, moet ook gedaan wor
den'. Of, in wat aangepaste ver
sies: 'Wat ik verzamelen kan,
moet ik ook verzamelen'.
Faroek-syndroom
Lance Morrow, columnist in Ti
me magazine heeft in dit ver
band ooit de term 'Het Faroek
Syndroom' gelanceerd. De in
1960 gestorven vroegere koning
van Egypte, Faroek, at elke
week 600 oesters en zijn grootva
der stierf toen hij ooit probeerde
twee flessen champagne in een
keer tegelijk leeg te drinken.
Maar ook bij niet-koningen
komt het syndroom voor. Ik was
onlangs tijdens een feestje ge
tuige van een gesprek dat als
volgt begon. Een van de gasten
keek op een bepaald moment de
kamer rond, zag een plank met
een verzameling cd's en zei toen
tegen de gastheer: „Zo, jij hebt
ook een behoorlijk aantal van
die dingen". Waarop de gast
heer met een ondertoon van be
zitterige trots zei: „Ja, da's
waar, ik denk dat ik er hier ze
ker zo'n tachtig heb staan en
trouwens, da's niet eens alles
want...". Op dat moment werd
hij in de rede gevallen door een
andere gast, misschien kan ik
beter zeggen andere 'haan', die
kivam kraaien dat hij er toch
ook zeker zo'n 120 had en dat het
einde nog bepaald niet in zicht
was
!St
Hij bleek overigens onlangs
een mountain-bike te heb
aangeschaft: „Een pracjor
ding, jonge. Als je voelt hoe
remt...! En vooral, hoe dat s$Ll
kelt, werkelijk niet te gelovqx
Op de vraag of hij wel tijd
om op dat ding te rijden, lu\ ee
het verzuchtende antwot id
„Nou eigenlijk maak ik er in en
daad nog niet genoeg peöjrii
van... Maar ja, misschien kir
dat nog wel"
Mooi niet dus. We leven allai
een ivereld, tvaarin we nooit
zijn leven voldoende tijd hel
om alles wat we bezitten, te
liseren, te gebruiken, waanj E
het gemaakt is. De dingen diéde
al hebben of die we ons qe 1
schaffen in deze tijd van hetjf h
- home-computer, video
der, camcorder - die staan
allemaal maar om ons heez
wachten tot ze eens gebri
worden. Alleen al hun aanwefh
heid maakt ons onvrij, omdi
om tijd vragen, omdat ze 01
het ware lijken toe tefluisti
„Maar waarom heb je me
gekocht als je me niet
bruikt?".
In het nauw
Geleidelijk aan worden lek
steeds meer door de dingen
het nauw gedreven. Benatif-
heid is het eerste symptoom)
de overvloeds-influenza, deL_
fluenza. De dingen die zee öll
ten zijn als virussen die
macht in ons overnemen, 'n
bezitter worden we bezetenei
zitsbezeteneDe televisie or-'
ons, de computer bezit ons, dj
-speler bezit ons, de surfplaièk,
de bike in de schuur bezit omjl'
auto bezit ons, de motor fct
ons, de boot bezit ons. Ze vron
allemaal om tijd, maar dat 4»
gewoon niet. We kunnen 2o»v(
dingen bijkopen als we mii
maar tijd kunnen we niet öijos
pen. De tijd die we aan de din)\
geven, moet altijd ergens am
5b
denkwijzer
I I M I I I
van af. En dat anders waar |j
van af gaat, zijn vrijwel i
anderen. Wij leven in de tijd fog
geen tijd. De meest gehooj
klachten van deze tijd zijn: I.U
wou dat ik eens rustig de tijdig
om..." en 2. „Eigenlijk zoudeii
toch eens samen rustig de [in
moeten nemen om..."
Het ziekelijkst symptoom
deze-tij d-van-geen-tijd
haast stoïcijnse gelatenli.
waarmee wij degenen die uod
dzirend als een soort van pim
ha's onze tijd proberen te roq:
aanhoren en hun werk Zei
doen. Want wat zijn, bijva)
beeld, televisie-kijkcijfers
ders dan even zovele bewij
voor hoeveel tijd ivij ons
hebben laten ontfutselen.
kijkcijfer onthult hoeveel tijdj
aan het 'ding', aan iets am"
dan aan anderen, aan consul
ren in plaats van mediteren
ben besteed. Achter mededef
gen als 'Het journaal van rrzof
dag was het meest bekeken jfae
gramma van de week', gW
iverkelijkheden schuil S i
„Kunnen we even praten pafdl
„Nou hou even je mond, je £n
toch dat ik journaal zit te po
ken". fel
Dus, geef dit jaar geen dim
geef geen boeken- of cd-bonrlr
maar geef iemand anders j
blanco cheque voor jouw ff
Kortom: geef jezelf. Ik ga',
daarbij gemakshalve maar
vanuit dat de ontvanger datv
niks vindt.
redactie
i i i i li i i
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
Hoofdredactie: M. P. Dieleman, algemeen hoofdredacteur:
C. van der Maas, hoofdredacteur commentaar:
A. L. Oosthoek, adjunct-hoofdredacteur.
Eindredactie: K. Cijsouw en J. D. van Scheijen.
Bureauredactie provincie: F. P. J. Doeleman:
M. E. Ernens-Abrahamse; B Goudswaard; P. C. de Jonge;
M. T. O. van der Vleuten; I. D. A. M. Russel;
J. P. van de Sande; J. P. Verbeek.
Redactie binnen- en buitenland: M. S. van Reems (chef);
G. J. Kers; J. P. H. Noot; C. J. Schets; W. P. Staat.
Redactie bijlagen: A. L. Kroon (chef); J. van Damme;
J. A. M. Tabbers; A. Zevenbergen.
Sportredactie: J. M. van den Berg (chef); J. F. D. Bakker;
J. M. Gommeren; E. L. Ramakers; R. Thannhauser;
T. J. van den Velde.
Vormgeving: A. A. Adriaanse; N. Geelhoed; A. F. Schreurs;
W. M. J. Verstuyf.
Nieuwsdienst: A. J. Snel (chef).
Algemeen verslaggevers (Vlissingen): M. Antonisse (plv. chef
nieuwsdienst); J. C. M. Cats; A. M. van der Jagt: B. Jansen;
H. O. Postma; M. J. Schrier: M. van Zuilen (Den Haag).
Regio Bevelanden/Tholen (Goes): W. J. van Dam (chef);
F. B. Balkenende, M. A. de Jongh; L. J. Meinardi:
M. E. Woudenberg
Regio Schouwen-Duiveland (Zierikzee): M. van Houten (chef);
A. W. C. Mullink; J. Versluis.
Regio Walcheren (Vlissingen): A. A. van der Sluis (chef):
Y. Hoekstra; N. J. C. Kluijtmans (Ondernemend Zeeland);
E J. Rozendaal; C. M. J. Sondervan: H. van der Werf.
Regio Zeeuwsch-Vlaanderen (Terneuzen): W. A. Bareman (chef);
C. A. M. van Gremberghe; J. J. Heijt; R. E. A. Hoonhorst;
M. Modde.
Correspondenten Gemeenschappelijke Persdienst (GPD):
A. Knol (Brussel); P. de Vries (Brussel);
H. B. Hoogendijk (Berlijn), J. W. M. Gertsen (Parijs);
C. van Zweeden (Londen); R. Hellinga (Boedapest):
A. Bloemendaal (Tel Aviv): E. J. A. van der Linden (Rome):
S. van Rijn (Willemstad); J. A. Geleijnse (Moskou),
D. R. M. de Wit (Madrid); E. Fennema (Tokyo);
J. A. M. de Bruijn (Washington); F. J. M. van der Houdt (Nairobi);
P. G. W. van Nuijsenburg (Johannesburg).
W. Bunschoten (Paramaribo)