Dat naïeve is verdwenen
Overdonderende
kitscherigheid
Sacha
Bulthuis
ER
t 1.
5 Sti
kunst cultuur
VRIJDAG 4 DECEMBER 1992
De opmerking is bedoeld als
welgemeend compliment: Sacha
Bulthuis maakt haar tweede grote
artistieke bloeiperiode door. Maar
»an* echt gevleid toont de actrice in
kwestie zich niet. „Ik hoor het meer.
J Zelf ervaar ik dat totaal niet zo. Voor
mijn gevoel speel ik niet beter of
slechter dan vroeger. Wel is het zo
dat ik laatste tijd weer meer in grote
rollen ben te zien. Misschien is het
daarom dat mensen denken dat ik in
een nieuwe bloeiperiode ben beland.
Maar dat is puur een zaak van
leeftijd. Actrices komen er in
vergelijking met acteurs toch al
bekaaid vanaf in het
wereldrepertoire, maar voor de
groep die tussen piepjong en ouder
inzit is helemaal weinig geschreven.
Ik ben nu weer aan de goede kant
van de streep beland."
t>er i
l-lfl
Sacha Bulthuis (44) speelt Lotte, de
hoofdfiguur uit wat vrij algemeen
wordt gezien als het mooiste toneelstuk
van de Duitse schrijver Botho Strauss:
Groot en Klein (1978). In tien scènes toont
hij de hedendaagse kruisweg van een mid
delbare vrouw die door haar echtgenoot
aan de kant is gezet. Haar pijnlijk onhan
dig bedelen om geloof, hoop en liefde laat
zich niet alleen zien als een psychologisch
portret van een vrouw die langzaam maar
zeker het contact met de werkelijkheid
verliest. Het stuk analyseert tevens Lot-
te's omgeving, geeft een koel, rationeel
maar ook licht-satirisch beeld van een
geestelijk verkilde maatschappij.
Voor wie goed luistert zit de tekst boorde
vol verwijzingen naar de bijbel. Groot en
Klein is Strauss' commentaar èn actuali-
serig van de lijdensweg van de Christus-fi
guur. De Haagse toneelgroep De Appel,
het gezelschap waaraan Bulthuis meer
dan vijftien jaar verbonden is, gaat met
deze produktie op reis.
Het is de dag na de eerste try-out. „Je mag
het best weten: gisteravond ben ik een
beetje doodgegaan. Doodeng vond ik het.
Een tegelijk was ik woedend op mezelf.
Waar komt die angst voor vergissen van
daan? Elke keer weer hetzelfde liedje. Tij-
Sacha Bulthuis: Als de mensen maar niet denken dat ik me roodhoofdig sta op te Iaden voordat ik het toneel op stap.
dens de repetities nooit enige moeite met
een tekst hebben, 'm van achter naar vo
ren kunnen spelen en omgekeerd, maar
daar toch géén vertrouwen aan kunnen
ontlenen zodra er publiek in de zaal zit.
Walgelijk. Zou je je verspreken, so what.
Waarom sta ik hier te denken dat ik me
niet mag verspreken, terwijl ik me nog he
lemaal nooit eerder met deze tekst heb
versproken? Waarom denk ik in hemels
naam wat ik denk inplaats van gewoon
vrijuit te spelen? Ik moet zeker tien voor
stellingen met publiek door voordat ik ac
teren plezierig begin te vinden."
Dromen
- Die speelangst is door de jaren heen niet
afgenomen?
„Nee, eerder erger geworden. Ik was één
van die vele kinderen die wel eens droom
de van een succesvolle toneelcarrière. Bij
mij kwam die droom wonderlijk snel uit.
Misschien tè snel. Net van de toneelschool
en ik kreeg meteen al een Theo D'Or, in
1974 voor mijn rol in Een vleug van honing
bij Globe. Ik wist net dat dat ding be
stond, iets voor goden als Paul Steenber
gen of zo. Ik vond in die tijd acteren alleen
maar leuk. Gewoon opkomen en kenne
lijk goed zitten. Ik was me nauwelijks be
wust van mijn mogelijkheden en dacht
vrijwel niet na over wat ik op het toneel
deed. Het kwam gewoon, en ik genoot er
van. En dan blijkt volkomen overwacht
dat men je als een groot actrice ziet. J a, die
bewijslast heeft inderdaad op me gedrukt.
Ik heb het geluk gehad dat ik door mensen
als Ton Lutz goed ben opgevangen, maar
dat naïeve is er toen wel erg snel vanaf ge
gaan."
- U werd super-bewust van wat u op het
toneel deed?
„Toe, dat gebaartje kennen we nu wel van
je, Sas! Kom, probeer eens iets anders, dat
heb je in de vorige rol ook al zo opgelost!
Voortdurend jezelf uiterst kritisch in een
spiegel bekijken, daar kun je dus tamelijk
gek van worden. Daar heb ik nu geen last
meer van, hoewel ik nog steeds heel alert
ben op het gevaar van doorspelen. Een an
dere tekst, een ander pak, een andere in
houd en toch geen wezenlijk verschil met
de vorige rol die je hebt gespeeld. Gebeurt
vaak genoeg, hoor Je moet zorgen dat het
dagelijkse leven de voedingsbodem voor
het toneel blijft inplaats van andersom.
Zodra je je inspiratie alleen maar kunt ha
len uit de vorige rol die je hebt gespeeld, of
watje in de bus met je collega's hebt mee
gemaakt, is er iets grondig mis."
- U heeft een aantal jaren xveinig ge-
„Ja, toen heb ik gekozen voor mijn drie
kinderen. Een bewuste keus, zeker. Wat
moet ik er verder van zeggen. Natuurlijk
had ik moeite met het huisvrouwenbe
staan. Iedereen met een druk leven achter
zich zal dat zo ervaren."
In 1988 speelde Sacha Bulthuis samen
met Willem Wagter de pop in Ghetto van
Joshua Sobol. Een keerpunt in haar loop
baan, vindt zij zelf. Beiden kregen er een
Colombina voor, de prijs voor de beste bij
rol in een bepaald seizoen. „Een zware rol,
waar ik veel zelfvertrouwen aan heb ont
leend. Doe het maar eens: je volledig de
bewegingen van een pop eigen maken -
wat heel veel speltechniek en discipline
vergt - en daarnaast ook nog eens een sur
plus geven zodat de mensen het niet kun
nen hebben dat de pop aan het einde
wordt afgeschoten."
Dit en vorig seizoen onderstreepte Bult
huis nog eens haar grote talent als neuro
tische psychiater in de trilogie Ingeblikt
van Lodewijk de Boer „Lodewijk maakt
zinnen waarin je je niet hebt te vergissen.
Een dwangmatige manier van schrijven.
Vraag je bij hem vooral niet af wat er pre
cies bedoeld wordt, wat het motief is,
maar speel de tekst rücksichtlos op de
punt nauwkeurig en dan zul je zien dat hij
werkt."
„Botho Strauss schrijft heel anders. De
Lotte-figuur kun je heel dicht bij jezelf
houden. Vergis je je in je claus, dan is dat
geen ramp De emotionele lijn van Groot
en Klein is goed herkenbaar. Kijk maar
om je heen: hoeveel vrouwen stellen hun
leven niet in dienst van hun echtgenoot,
zijn nauwelijks in staat om 'ik' te zeggen."
- Heeft Sacha Bulthuis voldoende in haar
leven 'ik' gezegd?
„Ik denk het wel. Kan bijna niet anders.
Was dat niet zo geweest dat zou ik nu geen
actrice meer zijn geweest."
- Uw acteren wordt vaak bejubeld met
beeldspraak als 'een vulkaan die op uit
barsten staat' of'gespannen als een veer'.
„Zal best. Als de mensen maar niet den
ken dat ik me roodhoofdig sta op te laden
voordat ik het toneel op stap. Ik concen
treer me, zet me vrij krachtig voor een rol
in, maar het blijft spel. Een 'make believe'
Een van mijn dochters kon er vroeger ab
soluut niet tegen als ik op het toneel huil
de. Met haar had ik een stilzwijgende af
spraak. Als zij in de zaal zat. dan draaide
ik tijdens een emotionele uitbarsting aan
mijn ring. Voor mijn dochter een teken dat
ik aan haar dacht Wist zij dat de woede of
het verdriet niet echt was
„Wat ik altijd probeer, is om een geheim te
bewaren. Iets anders spelen dan wat er
echt aan de hand is. Een voorgeschreven
lach vertalen in een huilbui. Van een
beetje tegenspelen wordt een karakter
doorgaans interessanter."
-- Waarom speelt u toneel?
„Bewaar mij voor oppervlakkige of pre
tentieuze antwoorden. Ik ben geen maso
chist, dus kennelijk moet er toch iets zijn
wat maakt dat ik toneelspelen werkelijk
leuk vind. Maar wat? Misschien kan ik je
dat over een paar weken vertellen. Als ik
me vrij ben gaan bewegen in de rol van
Lotte. Nu niet."
- Waarom bent u al die jaren trouw geble
ven aan De Appel?
„Omdat het een gezelschap van fijne col
lega's is en omdat het eenvoudig zo is gelo
pen. Vaak hoor ik zeggen: die speelt nooit
meer ergens anders. Maar zo ligt het dus
niet. Vraag me maar, een afspraak is zo ge
maakt."
- Waarom bent u zo weinig in films en in
televisieseries te zien?
„Je moet keuzes maken, 's Avonds spelen
en overdag televisie doen, daar zou ik
hartstikke gek van worden. Ik ben iemand
die maar één ding tegelijk kan doen. Meer
breng ik niet op."
Eric van der Velden
Voorstelling: Groot en Klein van Botho Strauss.
Groep De Appel Regie: Aus Greidanus. Met:
Sacha Bulthuis, Henk Votel, Marjolein Beumer,
Hugo Maerten, Carline Brouwer, René Vernout.
Te zien: t.m. 16 jan Appeltheater in Den Haag,
28 jan. Leiden, 2febr Haarlem; 8febr Utrecht.
10 en 11 febr. Rotterdam
1-19
DO
Het museum werd drie jaar geleden
ter verantwoording geroepen door
Sonja Barend zelf. In haar talkshow
moest Rini Dippel, conservator van het
Stedelijk Museum, ten overstaan van
kunstjournalist Rob Malasch en de pre
sentatrice, die maar al te graag het gewe
ten van ons land wil zijn, maar eens ver
tellen waarom er fors in de buidel was ge
tast om het beeld van Jeff Koons dat nu
bekend is als het biggetje van Beeren te
kopen. Hoongelach in de zaal, veront
waardiging bij Malasch en Barend en een
conservatrice die onder het uitroepen
van „en toch is hij een goed kunstenaar"
de aftocht blies. Nederland had kennis
gemaakt met Koons en kan dat nu in het
Stedelijk uigebreid overdoen op de re
trospectieve expositie van zijn werk die
daar te zien is.
Het aandoenlijk varkentje met de groene
strik dat met zijn snuit in de grond wroet,
omringd door drie kinderen van wie twee
met vleugels, ach, het hééft nog wel iets
als je het beeld afzonderlijk ziet. Het
staat nu wat verloren in één van de zalen
tussen al het andere werk van Koons op
de door Stedelijk-directeur Wim Beeren
nu al „historisch" genoemde tentoon
stelling. Wie daaraan twijfelt, moet nog
maar een jaar of tien wachten want dan
zal iedereen er van overtuigd zijn, zo zei
hij tijdens de presentatie van de exposi
tie.
De redenatie van Beeren lijkt verdacht
veel op die van Peter Schjeldahl in de ca
talogus waarop het rose hoofd van
Koons in close-up prijkt. Schjeldahl be
kent het werk van Koons eerst niet zo
goed gesnapt te hebben, net zoals nu 'de
gemakzuchtige professionals uit de
kunstwereld' dat niet kunnen of willen.
Want die professionals hebben de waan
'het patent te hebben op inzicht en be
grip'. zo schrijft hij. Nee. dan Schjeldahl.
hij begrijpt Koons wel en werpt zich op
als fan en beschermer, als iemand die het
licht wel heeft gezien. Om de kunstenaar
en zijn kunst te begrijpen moetje een in
gewijde zijn, een houding die Schjeldahl
gemeen heeft met de volgelingen van
Baghwan of Lou de Palingboer-
Hoe je het ook bekijkt. Koons gebruikte
en gebruikt de mogelijkheden die de me
dia hem geven gewiekst. Tijdens de voor
bezichtiging van de expositie liet de
glimlachende jonge god zich gewillig in
terviewen voor de vele camera's, hij po
seerde professioneel bij zijn werken,
zwaaide met de tentoonstellingscatalo
gus en toonde verder een gedrag dat veel
weg heeft van media-grootheden als Ma
donna of Prince, met wie hij dan ook in
publicaties veel wordt vergeleken. Het is
geen toeval dat een van zijn beelden Mi
chael Jackson met zijn aap Bubbles
voorstelt en dat een artikel in de catalo
gus Sympathy for the Devil, naar een
nummer van de Rolling Stones, heet.
Zo kan het ook bijna geen toeval zijn dat
het succes van Koons middenjaren tach
tig begon ten tijde van de top van het
Amerikaanse yuppiedom. De kunste
naar zelf handelde een tijdje in aandelen
voordat hij zijn zorgvuldig uitgekiende
kunsthandel begon.
Basketballen in een aquarium, een rijtje
stofzuigers in een vitrine, kort daarop
een in roestvrij staal uitgevoerd opblaas-
konijn om hierna te belanden bij zijn
door Europese houtsnijders uitgevoerde
houten varkentjes en hondjes en zijn be
roemdste mediahype; zijn verbintenis
met pornoster Ilona 'Cicciolina' Staller
(in een informatiebulletin van het Stede
lijk ook 'politica' genoemd).
Die relatie zorgde voor een reeks, soms
nogal kuise, beelden en foto's van het
paar terwijl het de liefde bedrijft op idyl
lische plekjes bezaaid met bloemen,
maar mondde uit in fotoseries die niet
onderdoen voor die uit pornoboekjes.
Carrière
Om zo'n zorgvuldig geplande carrière te
doen slagen, daar zijn galeriehouders,
critici en museumdirecteuren voor no
dig. In het New York van de jaren tach
tig. waar de slogan 'anything goes' op
geld deed was die eerste soort snel ge
vonden, de rest volgde.
Jeff Koons, Wall
Relief with Bird,
1991,
gepolychromeerd
hout.
Jeff Koons,
Michael Jackson
and Bubbles. 1988,
porcelein.
Om Koons' werken te duiden en een
plaats te geven in de kunstgeschiedenis
werden en worden de kunstenaar Du-
champ (die begin deze eeuw een urinoir
op zijn kop zetten en die 'fontein' noem
de). cultuurfilosofen als Beaudrillard (we
leven in een maatschappij die van het
ene spektakel naar het andere holt) en
Andy Warhol als hulptroepen ingezet-
Waar het urinoir als ready made bij Du-
champ nog diende als een intellectuele
provocatie zijn de ready mades van
Koons slechts stadia in zijn eigen ge
schapen zorgvuldig geplande universum
dat de kitsch ver overstijgt. Kritiek op
zijn werk. een discussie erover, hij gaat ze
eigenlijk het liefst uit de weg. het is maar
vermoeiend.
Koons en Cicciolina. sinds kort verblijd
met de geboorte van hun zoon Ludwig,
zijn op weg naar hun eigen gelukzalig
heid (de sexserie heet veelbetekendend
Made in Heaven), waarbij een gezin met
flink wat kinderen hoort. Het is dus han
dig dat Koons' sperma naar eigen zeggen
erg sterk is. Het publiek mag in het geluk
van het paar meedelen door middel van
het werk dat Koons aanbiedt.
Goedkope porno
Het is duidelijk dat degenen die zich op
werpen als fan van Koons (een betere
omschrijving is eigenlijk niet te vinden)
tegen de platte porno uit zijn serie Made
in Heaven oplopen. Ook al doet Koons in
een aantal foto's van het echtpaar een
beroep op de kunstgeschiedenis door ze
'Manet' te noemen, de sterkvergrote
beelden van de in vakkringen zogeheten
meat- en comeshots. die nu aan de wand
hangen in het Stedelijk, zijn vergelijk
baar met foto's in goedkope pornolec-
tuur.
Kitsch of kunst, echt of namaak, charla
tan of kunstenaar: het zijn vragen die
zich bij de rondgang in de zalen in het
Stedelijk steeds weer opdringen. Hier
staat een in roestvrij staal uitgevoerd
borstbeeld van Bob Hope te glimmen,
daar een kennisbeeld van blonde vrouw
die Pink Panther omhelst, daar een vaas
met felgekleurde bloemen en een glazen
beeld van het copulerende paar Koons/
Staller in een van de houdingen uit de
Kama Sutra.
Vragen naar inhoud, zin of bedoeling in
het werk van Koons zijn zinloos. Hij
amuseert met totale inhoudsloosheid,
hij verleidt het publiek met spiegels en
kralen, vult de museumzalen met de
leegte van de banaliteit die volgens hem
zelf 'onze redding' kan betekenen. Ieder
volk krijgt de politici die het verdient en
iedere tijd krijgt de kunst die ze verdient.
Op dus naar het Stedelijk, leve Jeff
Koons!
Henk Meutgeert
Overzichtstentoonstelling van werk van JefJ
Koons tot 4 januari in het Stedelijk Museum
Amsterdam, dagelijks van 11 tot 17 uur.