2pzc Varen voor vrijheid Amerikanen winkelen op grote voet Liberty The Mali reportage 25 i i s éér ZATERDAG 14 NOVEMBER 1992 Liberty staat voor vrijheid. Daarom gaven de Amerikanen tijdens de Tweede Wereldoorlog een scheepstype die naam. Ze bouwden er 2710 van. Later, toen de overwinning van de geallieerden in zicht kwam, werden de Liberties gevolgd door de Victories, die wat meer aanzien hadden. Een Liberty was een simpel schip, dat - zonder enige franje - vooral en veel lading moest kunnen vervoeren: voor de goede vrede. In de loop van 1942, een halve eeuw geleden alweer, kwam er goed vaart in de bouw van een vloot standaardschepen die tot 's werelds grootste zou uitgroeien. Het produktietempo lag hoog; heel hoog zelfs. De gemiddelde bouw tijd van een Liberty kon uiteinde lijk tot dertig dagen worden terug gebracht. En soms ging het nóg sneller. De Oregon Shipbuilding Company, een van de vele werven die Liberties bouwde, stond wat dat betreft aan de top; met een doorsnee-bouwtijd van niet meer dan 17 dagen! Het niet of nauwelijks te breken 'wereld-scheepsbouwrecord' werd eveneens met een Liberty geves tigd. De werf Permanente Metals in Richmond (Califomië) had in no vember 1942 tussen kiellegging en stapelloop van de Robert E. Peary niet meer dan vier dagen en vijftie- neneenhalf uur nodig. Bovendien kon dit schip al na drie afbouwda- gen naar zee. Liberties waren in de oorlog drin gend nodig voor het vervoer van voedsel, materieel en vaak ook mi litairen; ze stoomden over alle we reldzeeën. Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog en nog vele jaren daarna waren de schepen ook op de Westerschelde een bekende verschijning. Oorspronkelijk kon een Liberty- schip door 45 bemanningsleden worden gevaren, maar dit aantal moest later - toen er geschut aan boord kwam - tot tachtig worden opgevoerd. In de Verenigde Staten konden nauwelijks voldoende zee lieden worden geworven. Soms werden er jongens van zestien jaar na een opleiding naar zee gestuurd. Tot aan de geallieerde overwinning van 1945 hing het leven van men sen in grote delen van de wereld voor een belangrijk deel af van de Liberties. Maar ook geruime tijd na de oorlog hebben deze schepen een voorname rol in het transport van lading gespeeld. Massa-produktie De massaproduktie was eigenlijk gebaseerd op een drie jaar voor de oorlog gelanceerd vernieuwings project voor de deels verouderde koopvaardijvloot van de Verenigde Staten. Deze plannen werden snel aangepast, toen Engeland met Duitsland in oorlog was geraakt. Najaar 1940 al hadden de Engelsen in de Verenigde Staten schepen be steld, als compensatie voor de ton nage die door torpedo's van Duitse U-boten verloren was gegaan. De Engelsen wilden een schip met een draagvermogen van zo'n 10.000 ton, dat met een stoommachine van 2500 paardekrachten elf mijl per uur moest kunnen varen. Ze kwamen met een ontwerp-idee dat gebaseerd was op een in eigen land gebouwd type vrachtschip dat Em pire Liberty heette en ongeveer 7.150 brutoton groot was. De Ame rikanen zouden met hun Liberty (7.176 brutoton) op dit ontwerp voortborduren. De Amerikanen besloten negen nieuwe werven te bouwen en de Li- berty-schepen te gaan lassen in plaats van te klinken (zoals tot aan de oorlog nog zeer veel werd ge daan). Hoewel de eerste Liberties al in april 1941 op stapel werden ge zet, werd de officiële bekendma king van het nieuwe type oorlogs vrachtschip pas op 27 september van dat jaar gedaan: de dag die 'Li berty Fleet Day' zou worden ge noemd. Op de voorlaatste dag van 1941 le verde Bethlehem-Fairfield in Balti more - de werf die het grootste aan tal zou bouwen (385!) - de Patrick Henry als allereerste Liberty af. Vierentwintig uur later, op Oude jaarsdag, kwam de Oregon Ship building Corp. in Portland (aan de Amerikaanse westkust) met de tweede: de Star of Oregon. In hun voortreffelijke standaardwerk The Liberty Ships schrijven de auteurs L.A. Sawyer en W.H. Mitchell dat de Star of Oregon de naam droeg van het eerste (houten) zeeschip dat een eeuw eerder in dezelfde stad was gebouwd. Lang heeft deze Liberty overigens niet gevaren, want het schip werd reeds in augus tus 1942, in de Caraïbische Zee, door de Duitse onderzeeboot U 162 getorpedeerd. De Patrick Henry heeft het aan zienlijk langer uitgehouden. Dit in januari '42 in de vaart gekomen schip heeft een groot aantal kon vooi-reizen over de Atlantische Oceaan kunnen maken. In maart van dat jaar was de Patrick Henry het eerste Amerikaanse schip dat het Suezkanaal passeerde, nadat de Verenigde Staten aan de strijd waren gaan meedoen. De Patrick Henry kwam ongeschonden de oor log door, maar raakte in juli 1946 vast op een rif voor de kust van Flo rida. Het schip werd vlotgetrokken en opgenomen in een van de 'reser- vevloten'. In oktober 1958 werd de Patrick Henry in Baltimore ge sloopt. Ook de Robert E. Peary vond daar zijn einde; vijfjaar later. Bijna alle Liberties droegen namen van 'grote' Amerikanen; van man nen en vrouwen uit alle geledingen van de maatschappij, die iets had den betekend voor de historie of de cultuur van hun land. Zo werden, toen de oorlog al een flink eind was gevorderd, 120 schepen-vernoemd naar omgekomen zeelieden. Hun rang speelde daarbij geen rol; er waren kapiteins bij. maar ook koks. Meer dan honderd schepen hadden de naam van een vrouw. Maatgevend was dat de naamgever overleden moest zijn. Slechts één Liberty werd naar een levende ge noemd, maar dat was een vergis sing. Het ging om Francis J. O'Gara, een purser van het schip Jean Nicolet, dat door een Japanse onderzeeboot was vernietigd. De Amerikanen gingen er vanuit dat O'Gara daarbij was omgekomen; na de oorlog keerde hij echter uit gevangenschap terug. Door het enorme bouwtempo ging er natuurlijk wel eens iets mis. Zo had meer dan tien procent van de Liberty-schepen last van lasbreu- ken; in de koude van de poolzeeën braken twee schepen op lasnaden. Prestaties Ondanks de technische onvolko menheden hebben de Liberties in het algemeen geweldig gepres teerd. Sawyer en Mitchell hebben daar in hun boek enkele frappante staaltjes van opgesomd. Zo bracht de bemanning van de van Kaap stad naar Paramaribo onderweg zijnde Stephen Hopkins in septem ber 1942 - vier maanden na de in- dienststelling - met de lichte scheepskanonnen in het zuiden van de Atlantische Oceaan de Duitse hulpkruiser Stier tot zin ken, voordat de aangevallen Liber ty zelf ten onder ging. Er kwamen 42 opvarenden bij om het leven; vijftien man bereikten na 31 dagen met een sloep de kust van Brazilië. Uit eerbetoon aan de moedige be- De gemiddelde bouwtijd van een Liberty kon tijdens de Tweede Wereldoorlog tot dertig dagen worden teruggebracht. foto Instituut voor Scheepvaart en Luchtvaart. 'l V CVv manning leverde de werf die dit schip had gebouwd, in mei 1944 een tweede Liberty met de naam Ste phen Hopkins af. Wederopbouw In totaal gingen er tijdens de oorlog meer dan tweehonderd Liberty- schepen verloren. In juni '42, toen 35 schepen in konvooi van IJsland naar het noorden van de Sovjetu nie koersten, haalden niet minder dan 23 schepen hun eindbestem ming niet. Daaronder waren vier Liberties. Met deze schepen ver dwenen tevens 3.500 voertuigen, 430 tanks, meer dan 200 bommen werpers en 100.000 ton oorlogs goederen naar de zeebodem. De Nederlandse koopvaardij, die door torpederingen en bombarde menten een flink deel van haar ton nage ten onder had zien gaan, heeft gedurende de eerste, moeilijke na oorlogse jaren veel aan de Liberties te danken gehad. Verschillende rederijen kregen de ze schepen in beheer van de rege ring, die ze voor schappelijke prij zen van de Amerikanen had kun nen overnemen. In de periode 1946 - 1947 werden 27 Liberty-schepen onder Nederlandse vlag gebracht. Drie voeren er voor de Koninklijke Rotterdamsche Lloyd <KRL), twee voor de Stoomvaart Maatschappij Nederland (SMN) en tien voor de Vereenigde Nederlandsche Scheepvaartmaatschappij (VNS), die bovendien acht Victories toege wezen kreeg. In de periode 1946-1947 had Neder land in totaal 27 Liberty-schepen kunnen kopen. Ons land zette daarbij de traditie voort deze sche pen namen van bekende (in dit ge val Nederlandse) personen te ge ven: soms met en soms niet met voornaam. Er werd onder meer ge kozen voor; Anthonie Leeuwen hoek. Bredero, Erasmus. Lely, Thorbecke. Boerhaave. Jacob Cats en Simon Stevin. Behalve Liberties had Nederland, dat een enorm tekort aan schepen had. ook nog eens 36 Victories van de Amerikanen kunnen overne men. De Victory was wat groter en sneller. De Holland-Amerika Lijn kreeg de meeste toegewezen: twaalf stuks. Acht Victory-schepen gingen naar de VNS, die bovendien tien Liberties had gekregen; al deze schepen werden in lijndiensten ge bruikt. Uit eerbetoon aan het Li- berty-schip herdoopte de rederij na enkele jaren al haar toegewezen schepen van dit type. Er kwamen 'kerk'-namen op. die alle met de let ter 'L' van Liberty begonnen: Lau- renskerk, Lekkerkerk. Lemster- kerk. Leopoldskerk, Leuvekerk, Lieve Vrouwekerk, Lindekerk, Lis- sekerk, Loenerkerk en Lutterkerk. Tussen 1960 en 1962 - de VNS had inmiddels voldoende geld verdiend om schepen te kunnen laten bou wen - werden alle Liberties afgesto ten. De allerlaatste Liberty in de Nederlandse koopvaardijvloot was de Texel, die voor de Stoomvaart Mij. Triton in Rotterdam voer. Als Tomini en later als Kamerlingh Onnes had dit schip (het was de oorspronkelijke George L. Baker) eerder voor de Koninklijke Rotter damsche Lloyd gevaren. De Texel werd in november 1962 naar de Phi- lippijnen verkocht. Van alle Neder landse Liberties die in lijndiensten hebben gevaren, heeft de Alamak van Van Nievelt Goudriaan het langst overleefd. Na elf jaar voor deze Rotterdamse rederij dienst te hebben gedaan, werd het als Geor ge H. Flanders gebouwde schip in augustus 1958 naar Italië verkocht. Het werd vele jaren later in Joego slavië gesloopt: in november 1972. Reserve De Amerikanen hielden verreweg de meeste schepen toch zelf: of om dat particuliere rederijen ze voor rekening van de regering gingen exploiteren of omdat ze in de Natio nal Defense Reserve Fleet (de in 1946 ingestelde 'mottenballen- vloot') werden ondergebracht. Uit eindelijk belandden ze vrijwel alle maal op de sloop. Hoewel er nu her en der over de we reld ook nu nog enkele verbouwde, maar niet meer varende Liberties bestaan (onder meer als opslag ruimte), is er nog maar één origi neel schip over. Dat is de Jeremiah O'Brien, genoemd naar de man die in 1775 veel moed had getoond tij dens een zeegevecht tegen de En gelsen. Deze Jeremiah O'Brien ligt als museumschip afgemeerd in de baai van San Francisco. Eenmaal per jaar maakt het museumschip een korte "Seamen's Memorial Cruise' en af en toe - met echte lief hebbers aan boord - ook wel eens een rondje in de baai. 'De Jeremiah O'Brien is een actief gedenkteken voor de enkele mil joenen mannen en vrouwen die de schepen niet alleen bouwden, maar ze gedurende de Tweede Wereld oorlog ook bemanden, verdedig den, repareerden en bevoorraad den. Het schip is tevens een sym bool van datgene waartoe natio nale vastberadenheid en interna tionale samenwerking kunnen lei den', schrijven Sawyer en Mitchell in hun boek over deze laatste Liber ty. Daarmee hebben ze niets te veel gezegd! Bram Oosterwijk Overdekt en verwarmd winkelen begint al een beetje gewoon te worden. Bij voorbeeld in Plaza in Rotterdam, Magnus Plaza in Amsterdam, Hoog Catharijne in Utrecht kan de verwende consument zich in deze weelde verheugen. Maar 'the Mail of America' in de Amerikaanse stad Minneapolis verslaat de concurrentie met gemak: dit overdekte winkelcentrum van 378.000 vierkante meter en vier verdiepingen heeft zelfs een pretpark in huis. De splinternieuwe 'Mali' (het Ameri kaanse woord voor een overdekt win kelcentrum) is sinds augustus van dit jaar geopend en loopt als een trein, zegt de di rectie. Terwijl de gemiddelde Mali - vaak een enorme schuur - bezoekers nog maar vier uur per maand weet te boeien (tegen 12 uur tien jaar eerder) heeft de Mali of America zijn prognoses verhoogd: in plaats van 'maar' 40 miljoen klanten ver wacht manager Maureen Hooley er in 1996 52 miljoen per jaar. En waar komen die mensen - zelfs toeris ten die een dagtochtje ondernemen - op af? Naar een 'place for fun in your life', zegt de Mall. Winkelen moet leuk zijn, de con sument wil een hele dag amusement Niet gehinderd door jengelend kroost, dat met een paar tientjes in het pretpark kan wor den gedropt. De Amerikanen stampten voor 625 mil joen dollar in drieënhalf jaar dit winkel- en pretcentrum uit de grond. En het moet nog groter: er komt een waterwereld met een aquarium van vijf miljoen liter bij voor 'een onderwatertour van de Missis sippi tot de Golf van Mexico'. De vernach te horden toeristen kunnen een extra ho tel met 1000 kamers tegemoet zien. De Mali ligt in Bloomington, een van de door snelwegen gedomineerde, levenloze buitenwijken van Minneapolis. Van bui ten een soort bunker, van binnen is in The Mali alles gedaan om die indruk te voor komen: vijftien meter hoge palmbomen, 400 bomen en meer dan 41.000 struiken en planten. Ze hebben er zelfs eekhoorntjes in losgelaten. Meer dan 350 winkels, waarvan vier wa renhuizen ter grootte van de Bijenkorf, 14 bioscopen en meer dan 30 restaurants staan de consument ter beschikking. De kinderen kunnen zich amuseren in 23 ker misattracties (waaronder een wildwater baan. 800 meter achtbaan, zweefmolen), een soort Legoland (met dinosaurussen van zes meter hoog), ballontripjes, een ka belbaan en een kindvriendelijk park in de stijl van striphond Snoopy. Schedels en botten Volgens Maureen Hooley, een van de ma nagers van de Mali, trekt het centrum op hoogtijdagen 250.000 bezoekers. De Mali is sinds 11 augustus open en telde in de eerste twee maanden bijna zeven miljoen bezoekers. De gemiddelde bezoeker geeft 80 tot 145 dollar uit. wat een jaaromzet van meer dan zes miljard dollar moet ople veren. De Mali blinkt uit in veel en groot, in brandschoon en kraakhelder. Het winke lassortiment kent een groot aantal varia ties en specialiteiten. Er is bij voorbeeld de winkel 'Bare Bone' waar het publiek stond te dringen rond de collectie plastic skeletten en schedels: voor op het bureau, aan de muur, op de kast, in de glazenkast. En het wordt echt verkocht: in een buiten wijk zagen we inderdaad een manshoog skelet aan de dakgoot hangen. De sche dels zijn verkrijgbaar in alle soorten, kleu ren en maten. Eventueel te completeren met een t-shirt, bedrukt met een patroon van botten. Wie uitgekeken is op zijn driedimensio nale schedel kan terecht in Hologram Land, de winkel die alles met hologram men verkoopt: stropdassen, scheepjes in flessen! spelletjes, boekenleggers, klok ken. hebbedingen en decoratiestukken. Dit is waarschijnlijk de enige winkel in The Mali waar een slecht lijkend hologra fisch portret van Marilyn Monroe - voor op het dressoir - verkrijgbaar is. Sports bar Is The Mall qua winkelcentrum de over treffende trap, 'America's Original Sports Bar' op de vierde verdieping slaat het ge middelde sportcafé met gemak. Niet zo maar wat sportattributen en een paar tv's, maar continu sport op twee mega-scher- men en een groot aantal tv's.9 De rest van de uitspanning staat eveneens in het teken van sport: het personeel is als scheidsrechter uitgedost, een aantal zit plaatsen bevindt zich op tribunes en de dansvloer is een boksring. (dank zij. ca mera en monitor kan men zichzelf zien dansen). De jeugd kan zich uitleven op poolbiljarts en dartborden. In dit sportca fé kan de klandizie ook basketballen (met z'n tweeën in een kooi) of op een soort ker misattractie de vrije worp oefenen. Ballonvaart, achtbaan, wildwaterbaan: niets is te dol in het megawinkelcentrum. Net-echt-golfen is ook mogelijk, in een kooi, via een levensgroot diascherm en daaraan gekoppelde computer. Die 'mis schien kunt u beter op damesgolf sugge reert als de afslag niet ferm genoeg is. Wie dat te sportief vindt kan zich ook uitleven in een high tech-videospel met virtual rea lity (een videospel waar je echt in zit, voor vijf dollar per persoon per vijf minuten). Overigens is ook aan de inwendige mens gedacht: het 'sports menu' vermeldt broodjes hotdog en pizza... Stadion De Mall is gebouwd op de plaats van het voormalige Metropolitan Stadion, waar the Minnesota Twins (honkbal) en Vi kings (American football) speelden. De zaak is in beheer bij Meivin Simon Asso ciates, die in totaal 140 megacentra in de portefeuille heeft. Volgens de uitbaters is The Mall of America de grootste van de Verenigde Staten. Slechts in Canada win kelt men op nog grotere voet: de aller grootste Mali (ook van MS&A) staat in Edmonton. Simon en consorten mikken met hun mails op kapitaalkrachtig publiek, dat in Minnesota (gemiddeld gezinsinkomen 30.772 dollar per jaar) ruim voor handen is. Jan-met-de-pet ziet men binnen dan ook niet. „Ik kan me die prijzen ook absoluut niet permitteren", zo meldde ons een sjo fele chauffeur, met dito gedeukte taxi. De minder welgestelden treft men even min aan op de chique privéfeestjes waar voor welgestelde particulieren of bedrij ven het centrum kunnen afhuren. Het he le, 28.000 vierkante meter metende Snoopy-pretpark wordt daarvoor ont ruimd en afgesloten. Wat dat kost. zo'n feestje? Dat wilden ze bij de Mali niet zeg gen. „Reken maar op enkele tienduizen den dollars", schat een Amerikaanse reis genoot. Raymond Peil

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1992 | | pagina 25