Altijd is er de angst voor een nieuwe klap Dagelijkse praktijk lacht de politiek uit PZC reportage ZATERDAG 14 NOVEMBER 1992 22 J 25 W Illegalen in Nederland De tientallen volgepakte dozen in de hoek van de woonkamer in de Bella- mystraat in Terneuzen wijzen op de na bije verhuizing. Over enkele weken gaan de 64-jarige invalide Temeuzenaar D. J. C. Wanst en zijn vrouw hun huis vol hindemissen verlaten om een volledig aangepaste woning in het Berliozhof te betrekken. „Twee jaar lang hebben we pressie uitgeoefend op de gemeente en de woningbouwvereniging om een an dere woning toegewezen te krijgen", ver telt Wanst. „Maar binnenkort kunnen we dan eindelijk een huis betrekken waarin óók ik een redelijke mate van bewegings vrijheid heb." Wanst weet zich nog helder voor de geest te halen hoe hij vier jaar geleden aan ta fel plotseling duizelig werd. Wanst: „Mijn vrouw belde daarop de dokter en die con stateerde dat ik een hersenbloeding had. Geheel onverwacht moest ik met een verlamde rechterhand en twee verlamde benen in het ziekenhuis worden opgeno men." Wanst werd na een verblijf in het zieken huis overgebracht naar revalidatiecen trum Hoensbroek om door middel van fysiotherapeutische oefeningen opnieuw te leren lopen. Daarnaast deed hij aan ar- beidstherapie om zijn verlamde rechter hand opnieuw te leren gebruiken. Wanst: „Na vier maanden mocht ik het revalida tiecentrum verlaten. Ik kon weer net zo goed lopen als vóór mijn hersenbloeding. En hoewel mijn hand niet helemaal her steld was, had ik in Hoensbroek toch vaardigheden als koken en het maken van nestkastjes onder de knie gekre gen." Bloedvaten De Temeuzenaar keerde opgelucht te rug naar de havenstad om zijn oude le ven opnieuw op te pikken. Maar na een maand of drie thuis te zijn geweest kreeg hij te maken met een pijn in zijn benen die steeds hardnekkiger werd en hem op een gegegeven moment het lopen belet te. „Mijn bloedvaten bleken verstopt te zijn", vertelt Wanst. „Amputatie was daardoor noodzakelijk. Mijn ene been beer ik me op andere dingen te concen treren. En gelukkig heb ik genoeg lief hebberijen. Ik lees veel, luister graag naar muziek en ben verzot op koken." Groot probleem voor de Temeuzenaar was tot nu toe echter de geringe bewe gingsvrijheid in zijn woning aan de Bella- mystraat. Wanst: „Ik ben in dit huis ta melijk hulpeloos. Er liggen overal drem pels die een belemmering vormen voor het rijden met een rolstoel. Verder zijn de lichtknopjes te hoog aangebracht. Daar door ben ik verplicht in het donker te zit ten in de gevallen dat mijn vrouw wat la ter thuiskomt van haar werk. En ook het kokkerellen is hier onmogelijk. De kans op brandwonden is aan dit hoge gasfor nuis veel te groot." Woning Omdat Wanst en zijn vrouw meer bewe gingsvrijheid willen zijn ze al bijna twee jaar op zoek naar een aangepaste wo ning. „De drie instanties die bij het toe wijzen van een aangepaste woning be trokken zijn - de woningbouwvereni ging, de Gemeenschappelijke Medische Dienst <GMD> en de gemeente - werken echter langs elkaar heen", vertelt Wanst. „Pas nadat een vriend van mijn zoon. die advocaat is, een officieel aangeklede brief naar die drie instanties had ver stuurd waren ze bereid om met elkaar en met mij rond de tafel te gaan zitten." Het gevolg van dit overleg is dat Wanst en zijn vrouw over enkele weken naar een aangepaste flat in het Berliozhof kunnen verhuizen. Wanst: „De woning is op aan wijzing van de ergotherapeut ingericht zonder drempels. Verder worden er meerdere telefoons aangebracht zodat ik snel ter plekke kan zijn als er wordt ge beld. Andere verbeteringen zijn het aan gepaste toilet en de keuken met kerami sche kookplaat op rolstoelhoogte. Voor al met die laatste voorziening ben ik enorm in mijn sas. Want die biedt me de vrijheid om zonder kans op brandgevaar een lekkere maaltijd voor mijn vrouw in elkaar te zetten." Hans Heijt D. J. C. Wanst: Ik kan meer dan ik anderhalfjaar geleden durfde te hopen. foto Ruden Riemens moest boven de knie worden afgezet en het andere onder de knie." Wanst werd na deze nieuwe klap in ver pleeghuis Ter Schorre in Terneuzen op genomen. „Het medisch en verplegend personeel gaf geen cent meer voor me en was ervan overtuigd dat ik me voor de rest van mijn leven vooral zou moeten beperken tot niets doen." Tegen alle ver wachtingen en dank zij een zeer intensief fysiotherapeutisch oefenprogramma was Wanst echter al na drie maanden zover dat hij zich in een brug redelijk wist voort te bewegen. De gewezen zeeman putte hieruit zoveel moed dat hij de fy siotherapeuten toestemming vroeg om met een stok met vier punten, een zoge heten vierpoot, te lopen. Daarbij zou hij D. J. C. Wanst zich aan één kant door zijn vrouw moe ten laten ondersteunen. Wanst: „Tot de verrassing van een ieder bleek dat prima te gaan en ook het lopen met een rekje was geen onoverkomelijke hindernis. Vorig jaar september was ik zelfs al zover gerevalideerd dat ik Ter Schorre mocht verlaten om mijn eigen huis te betrek ken." „Ik kan meer dan ik een anderhalf jaar geleden durfde te hopen", vertelt Wanst. „Maar toch word ik zo nu en dan depres sief als ik er aan denk dat andere mensen veel meer kunnnen doen dan ik. Boven dien is er na twee van die tegenslagen al tijd op de achtergrond de angst voor een nieuwe klap. Op de momenten dat het me allemaal teveel dreigt te worden pro- Hoe ferm de politiek nu ook roept dat het illegalen- probleem moet worden aangepakt, de werkelijkheid is weerbarstig en stribbelt tegen. In het eind oktober gepubliceerde rapport van de Haagse sociale dienst over illegalen, staat het dan ook eerlijk: 'De vraag dient zich aan of de overheid niet maatschappelijk en beleidsmatig moet accepteren dat illegalen hier wonen en werken'. Het probleem van de illegalen is groot en complex en de maatregelen vaak ontoereikend, soms onuitvoerbaar. Zo is daar het sofi-nummer. Vorig jaar werd het voor illegalen definitief onmogelijk ge maakt een sofi-nummer te bemachtigen, en op die manier konden ze ook niet meer aan een 'witte baan' komen. De Sociale Verzekeringsraad bepleitte on langs om illegalen maar weer een sofi- nummer te geven, want dan kan beter ge controleerd worden of zo iemand ook in derdaad illegaal in Nederland is. Als ze een sofi-nummer hebben, dan kunnen de bedrijfsverenigingen, via koppeling van bestanden bij de gemeentelijke bevol kingsadministratie, kijken of iemand hier legaal of illegaal verblijft. Dat is een onzinnig voorstel: je kunt nu tenminste constateren dat iemand ille gaal is als hij géén sofi-nummer heeft. Trouwens, die gemeentelijke bevolkings administratie - weten we sinds de Bijl merramp - deugt niet. Want een illegaal kan zich daar inschrijven, zonder over een verblijfsvergunning te beschikken. Toen de gemeente Den Haag vorig jaar op eigen houtje toch naar identiteitspapieren ging vragen, als iemand zich in het bevolkings register wilde laten inschrijven, werd ze door haar eigen gemeenteraad op de vin gers getikt. Koppelen Bestuurders hebben hoge verwachtingen van het koppelen van zoveel mogelijk be standen. Maar deskundigen uiten grote twijfels. „Koppelen van bestanden kwa drateert de vervuiling van de bestanden", zegt een ingewijde. Er is op zijn minst overeenstemming nodig over bijvoor beeld de overzetting van arabische namen in het Nederlands. De overheid weet dat ook. In een reactie op het rapport van de commissie-Zeeval- king (die de regering vorig jaar adviseerde over de illegalen-problematiek) schreef het kabinet: 'De ervaring leert dat zowel de technische als de financiële problemen kunnen tegenvallen'. Dat blijkt bij het ontwerpen en invoeren van een nieuw gemeentelijk administra tief systeem, de Gemeentelijke Basis Ad ministratie. Via deze bron van geautoma tiseerde informatie zou bijgehouden moe ten worden of een betrokkene hier legaal verblijft. De ontwikkeling van dit systeem is echter dermate ingewikkeld, dat de beoogde invoering in 1994 niet wordt ge haald. Behalve 'koppelen' is er natuurlijk nog een steekwoord: controle. Maar bij veel uitvoerende instanties is het absoluut niet de gewoonte, niet de cultuur, om bij voorbeeld de identiteit van cliënten te checken. Een GAK-arts vraagt niet naar een paspoort. Woningbedrijven evenmin. Dat geldt ook voor scholen en bedrijfsver enigingen. Vriendelijk Bij het ministerie van justitie, waar juist grote voorstanders zitten van strenger controleren, krabt men zich ook achter de oren. H. Nawijn, directeur Vreemdelin genzaken bij Justitie: „Veel instanties wil len vriendelijk zijn, ze willen helpen en vragen dus niet naar de identiteit van de klant. Vaak is men ook gevoelig voor het verhaal van de zielige vreemdeling." Toch is er wel wat veranderd bij sommige diensten. Nadat middenjaren '80 geleide lijk de discussie op gang kwam over frauderen met sociale voorzieningen, wer den de geesten bij bijvoorbeeld de sociale diensten langzaam rijp voor een meer con trolerende taak. Nu vindt men het er de gewoonste zaak van de wereld dat even contact wordt ge legd met de plaatselijke vreemdelingen politie, om zeker te weten dat geen bij stand naar een illegaal wordt overge maakt. „En dat terwijl ze hier toch van de sociale academie komen, bij de vreemde lingenpolitie komen ze van de politie school - dat zijn de jongens van opsporen en vervolgen", klinkt "net bij een grote randstedelijke sociale dienst. Bij een instantie waar men helemaal niet schrikt van een beetje controle, zoals bij de Dienst Inspectie Arbeidsverhoudin gen, is men onderbemand. De dienst wil niet klagerig overkomen in de media, maar komt onvoldoende toe aan het tac kelen van werkgevers die illegalen in dienst hebben. De dienst „studeert" nu op de vraag hoeveel uitbreiding er nodig is om aan de wensen van de Haagse politiek te kunnen voldoen. Voorstel Soms worden interessante ideetjes gelan ceerd, die weliswaar de problematiek van de illegalen niet in één klap oplossen, maar wel het uitproberen waard zijn. Een - humaan! - voorstel werd een tijdje gele den gedaan door de stichting Inlia, die il legalen bijstaat in het vinden van asiel in Nederland en andere landen. Inlia suggereerde Poolse illegalen te hel pen een nieuw bestaan in hun eigen land op te bouwen. Dat zou moeten via het Te rugkeerbureau, dat vreemdelingen finan cieel ondersteunt als ze naar hun geboor teland terug willen. John van Tilburg van Inlia: „Om die men sen een kans te geven in Polen, zou Neder land een jaar lang hun huisvesting daar moeten betalen. Zo zouden ze ginds weer een basis hebben, opdat ze niet in ons land onderduiken." Kosten: maximaal dui zend gulden per jaar per persoon. Van Til burg: „Het opsluiten van een opgespoorde illegaal kost in Nederland al een paar hon derd gulden per dag. Maar het voorstel werd afgewezen door Justitie." Marokko Eigenlijk moet een opgespoorde illegaal niet opgesloten worden, maar hij moet er uit, zeker als hij crimineel is, zo heeft de politiek nu duidelijk aangegeven. Maar ook hier wordt de politieke wens uitgela chen door de dagelijkse praktijk. Jonge il legale Marokkanen die gepakt worden vanwege het kraken van een auto, een drugsdealtje of een beroving, kunnen niet worden uitgezet naar Marokko als hun identiteitspapieren zijn verdwenen. Marokko is van mening dat Nederland maar moet bewijzen dat het om Marokka nen gaat. En dat is lastig als iemand zijn eigen paspoort opeet. Overigens is Marok ko best bereid tot een deal. Als Nederland het (voor vrouwen zeer discriminerende) Marokkaanse huwelijksrecht eerbiedigt, is met het Noordafrikaanse land te praten over het terugnemen van de uitgezette jongens. „Het soort chantage waar we dus niet op in kunnen gaan", aldus een ambte naar van Justitie. Maar hoe moet het dan? De bestuurders hebben nu geroepen dat het roer om moet. Aanpakken die handel. Hebben ze het te vroeg geroepen? Hebben ze enig benul van de complexiteit? En waar zijn de crea tieve geesten onder hen die oplossingen verzinnen, die werken en in ieder geval een mensenjacht vermijden? Burgemeester Havermans van Den Haag heeft duidelijk geroepen dat er 'iets' moet gebeuren. Maar hij schuift 'deze branden de kwestie' weer terug naar het parlement en de rijksoverheid. „Je zult het eerst eens moeten zijn over het beleid. Er moet snel een discussie komen over wat we willen doen met de illegalen. In het parlement moeten keuzen worden gemaakt". Die parlementaire discussie moet nog be ginnen. Vooruitlopend daarop hebben sommige burgers, al of niet verenigd in hu manitaire of religieuze organisaties, hun keuze al gemaakt. Ook zij zorgen ervoor dat de maatschappelijke realiteit stugger is dan de politici suggereren en wensen. In reactie op de verstrakking van het over heidsbeleid, ontstaan nu overal solidari- teitsnetwerkjes die voor opvang en bij stand zorgen voor illegalen. In Rotterdam beschikt men over 20 a 25 adressen waar •een in nood verkerende illegaal tijdelijk onderdak kan krijgen. In de Pauluskerk van de bekende dominee Visser worden soms tientallen mensen tegelijkertijd on dergebracht. In Amsterdam zoeken illegalen houvast bij elkaar in het Confectie Comité Illegale Arbeiders, een organisatie die weer ge steund wordt door bijvoorbeeld het Am sterdams Solidariteitscomité Vluchtelin gen. Ook in kleinere steden, zoals Nijme gen en Hengelo, schieten autochtonen de illegaal te hulp: men zoekt artsen en advo caten die bereid zijn illegalen bij te staan als ze dat nodig hebben. De mensen die in deze netwerkjes betrok ken zijn, vrezen dat de keiharde uitspra ken van politici intussen al veel schade hebben aangericht. Het is 'bon ton' gewor den om maatschappelijke onvrede af te wentelen op de illegaal. Alleen: er mogen geen razzia's worden gehouden, het mag er niet al te Orwelliaans aan toe gaan, het "I mag niet al te veel geld en controleurs kos ten, en obscure deals met Marokko zijn niet gewenst. E Dat zal wel uitdraaien op een 'Nederland- h se' oplossing, een maatschappelijk com promis, ontdaan van de scherpste kanten 1 die er nu nog aan zitten. En dan gaat de ji discussie weer in de richting van dat vra- gende zinnetje in het Haagse rapport: zou de overheid uiteindelijk niet toch moeten accepteren dat hier illegalen wonen en werken? r E Harm Harkema en z Maurice Wilbrink e De invoering van een nieuw gemeentelijk administratief systeem moet de opsporing van illegalen vergemakkelijken. foto Annette Vlug

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1992 | | pagina 22