De oorlog blijft heet hangijzer Selfmade businessman sterft uit k'S- PZC reportage ZATERDAG 12 SEPTEMBER 1992 Rijks Instituut voor Oorlogsdocumentatie Dr Loe de Jong, nu oud-direeteur van het Rijks Instituut voor Oorlogsdocumentatie, bepaalde voor veel Nederlanders het beeld van de oorlog. foto Ed Oudenaarden volk opgeroepen materiaal te bewaren voor de latere documentatie. Schuiten: „Men ervaarde de bezetting als iets bijzonders en daaruit ontstond de be hoefte om het vast te leggen. Veel mensen hielden in die tijd een dagboek bij." Peter Romijn. plaatsvervanger van Schuiten: „Men wilde de beproeving tonen aan het nageslacht. En je ziet dat de kinderen en kleinkinderen van deze mensen hier weer terug komen voor die dagboeken." Bijna vijftig jaar later puilt het Riod uit van al het verzamelde materiaal, dat in de eerste jaren letterlijk met vrachtwagens vol aan de Herengracht werd afgeleverd. Schuiten en Romijn zijn er vast van over tuigd dat de groei van het archief er nog lang niet uit is. De vraag welke rol het Riod heeft ge speeld in het verwerken van de oorlog, is volgens beide heren moeilijk te beant woorden Schuiten: „Je zou het pas mer ken als het Riod niet meer zou bestaan." Het Riod wordt wel dagelijks geconfron teerd met de grote interesse in de oorlog. Vanwaar die nooit aflatende belangstel ling? Schuiten: „Dat heeft te maken met het herkenbare van die oorlog. In de ridder tijd ondergingen mensen dezelfde pijn, maar die tijd staat te ver van ons af. Dat element van vervreemding speelt niet als het gaat om de Tweede Wereldoorlog. Die oorlog is afschuwelijk, verbijsterend, maar in al zijn tragiek ook doodgewoon. Voor mensen van nu is dat fascinerend en eng tegelijk." Romijn: „Een vraag die bij het zien van de Balkan-oorlog veel wordt gesteld: hoe rea geerde destijds onze samenleving op de oorlog? En bij werkelijk grote, dramati sche gebeurtenissen worden er al snel analogieën met die oorlog gemaakt. Sad dam Hussein werd tijdens de Golfoorlog vergeleken met Hitier. Servische gevan genkampen worden concentratiekam pen, en de nazi-analogie is onmiddellijk daar." IJkpunt De Tweede Wereldoorlog is dus nog altijd een belangrijk ijkpunt. maar erg rationeel zijn de parallellen die worden gemaakt, vaak ook weer niet. En nog lang na 1945 is bijvoorbeeld een voetbalwedstrijd tegen Duitsland extra beladen. Betekenen al die oorlogsmetaforen dat dit verleden nog altijd niet goed is verwerkt? Romijn: „Ik denk dat de oorlogsmetafoor bij het voetballen in 1988 zijn hoogtepunt kende, maar daarna is afgenomen. We zijn inmiddels ook in staat om de oorlog te re lativeren. en dat kon vroeger niet. Het klassieke grapje over de Nederlander die nou eindelijk zijn fiets terug wil. is zo'n re lativering. Voor de Duitsers bestaat zoiets niet. Een fatsoenlijke Duitser heeft geen middelen om die oorlog te relativeren." Koningin Wiihelmina bezoekt op 13 maart 1945 het geteisterde Breskens: voor veel inwoners was haar komst een on\ ergetelijke gebeurtenis. De oorlogsmetafoor zal het echter nog lang goed doen. Romijn: „Met name calvi nistische groepen maakten tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruik van me taforen die waren ontleend aan de Spaan se tijd. aan de Tachtigjarige Oorlog. Seyss -Inquart werd vergeleken met Alva, en de term Geuzen dook weer op." Zoiets heeft dus niets te maken met het uitsterven van de oorlogsgeneraties? Schuiten: „Nee. Als de laatste verzetsstrij der is gestorven, dan zullen zijn kinderen en kleinkinderen er voor zorgen dat de herinnering levend wordt gehouden. Men accepteert niet zo gemakkelijk dat over grootouders wordt gezegd: dat is zo lang geleden, dat vinden we niet meer belang rijk. Het zit gebakken in de nationale identiteit." Wrijving Er is, zo menen ze allebei, geen recept voor hoe het verleden moet worden verwerkt. Romijn: „Zo'n proces van verwerking gaat met hevige schokken gepaard. De overdracht van oorlogservaringen aan jongeren is niet altijd zonder wrijving ge weest. De jongeren van de jaren '60 stel den het gedrag van hun ouders tijdens de oorlog aan de orde - dat leverde veel con flicten op. Het terublikken op de oorlog werd toen een politiek wapen om de sa menleving te veranderen. Tegenwoordig is er meer een soort wisselwerking tussen generaties, waarbij oorlogservaringen en kennis worden overgedragen." Hevige schokken in de verwerking van het nationale oorlogstrauma werden ook ver oorzaakt door de discussie rond de Drie (later Twee) van Breda, en door de affaires Weinreb en Pieter Menten. Soms speelde het Riod op de achtergrond een rol, met name in de persoon van zijn befaamde di recteur Loe de Jong. die het standaard werk over Nederland in de Tweede We reldoorlog schreef. De Jong bracht de ARP-politicus Willem Aantjes ten val door diens lidmaatschap van de Ger maanse SS te onthullen. Een zeer belangrijke bijdrage aan de dis cussie over de eigen oorlogsjaren leverde Loe de Jong in de eerste helft van de jaren zestig met zijn uitputtende tv-serie over de bezetting, een serie die voor een groot deel tot stand kwam op basis van mate riaal dat via het Riod was gedocumen teerd. Voor veel Nederlanders was de serie een absolute eye opener. 'Zat het zo?' - dat was de algemene noemer van veel reac ties, zei De Jong ooit. Verdieping Nu de vele kennis over de oorlog is samen gebracht in het standaardwerk van De Jong. komt men steeds meer toe aan ver dieping van de kennis. Kunnen we. nu er meer afstand is tot de oorlog, nieuwe in zichten verwachten? Romijn werkt aan een boek over de be rechting en zuivering van foute Nederlan ders. Bij hem ontbreekt de woede en de emotie waarmee iemand als J. B. Charles te keer is gegaan tegen diezelfde soepel heid jegens foute landgenoten. Na vijftig jaar onderzoek blijken er ook nog steeds lacunes te zijn in de kennis van de bezettingsjaren. Schuiten: „Er komt nog altijd materiaal vrij uit andere archie ven, en ons eigen materiaal is ook nog Voorspoedig De discussie over en de verwerking van de Tweede Wereldoorlog is volgens de beide historici in Nederland nog relatief voor spoedig verlopen. „Wij waren toen en nu een kleine, overzichtelijke nationale staat, met een democratisch, open debat De kwestie van goed en kwaad leverde weinig problemen op: Nederland werd overvallen door Duitsland. Er was met de complicerende factor van bijvoorbeeld een grote Duitse minderheid. Dat zijn alle maal voorwaarden, die maken dat we met al te verwrongen op het verleden tem? blikken en redelijk normaal met de Duitse buren omgaan." Schuiten: „Op de Balkan ligt dit allemaal oneindig veel ingewikkelder. Wij doen wei eens moeilijk over de oorlog. Maar andere volken lijken het nog veel moeilijker te hebben met hun eigen oorlogsverleden Maurice Wilbrink grachtengordel gelegen panden. Een nieuw optrekje voor het Riod mag gerust een maat te ruim zijn - de belangstelling voor de Tweede Wereldoorlog is onverminderd groot. Riod-directeur Kees Schuiten: „Hooguit een nieuwe oorlog kan de aandacht voor de vorige verdringen." Drie boerenmensen op hun akker in het noordwesten van Bosnië-Herce- govina. Een angstige, verwarde blik in de ogen, want in hun omgeving is nu ook de etnische zuivering gaande. Ze weten dat het noodlot over hen zal neerdalen, en de oude vrouw zegt: „We hebben al een oor log meegemaakt. Daarna is het leven goed geweest. Dat komt nooit meer terug. Waarom?" Riod-directeur Kees Schuiten: „Hoeveel kan een mens aan in één leven? Er komt een moment dat het hoofd helemaal vol zit met ervaringen, dat er niks meer bij kan." Zoiets voltrekt zich nu in duizenden Joegoslavische hoofden. De Nederlanders zijn daarentegen een be voorrecht volk. Sinds Napoleon hebben ze niet meer dan vijf jaar gezucht onder een vreemde bezettingsmacht, tussen 1940 en 1945. En sinds de bevrijding heeft dit volk geen enkel nationaal trauma meer opgelo pen. Voorlopig lijkt niets de Tweede Wereld oorlog uit de actualiteit te kunnen ver dringen. Dus gaat de verwerking van 'on ze' oorlog nog altijd door. steeds nieuwe generaties ontdekken de bezettingsjaren, er worden nog altijd nieuwe vragen ge steld. Schuiten denkt dat hooguit een vol gende oorlog de aandacht voor de vorige zal wegnemen. Het Rijks Instituut voor Oorlogsdocu mentatie werd vlak na de oorlog opgericht om zo goed mogelijk vast te kunnen leg gen wat er tijdens de bezettingsjaren was gebeurd. Al tijdens de oorlog werd het steeds niet uitgeput. Je schopt tegen een doos archiefmateriaal en je hebt weer nieuwe gegevens." Romijn: „Een systematisch onderzoek naar de partijcultuur van Nederlandse na- tionaal-socialistische organisaties moei nog altijd van start gaan." Schuiten: „Nog een vraag die men veertig jaar geleden absoluut niet kon stellen: Wat bewoog sommige verstandige, nette personen om actief te worden binnen de NSB? In 1952 kon daarover geen discussie worden gevoerd. Dat waren landverraai ers. Punt. Wat die mensen dreef was der halve niet van belang." Door bijna alle media werd het toch tamelijk onbetekenende feitje gemeld: Rijks Instituut voor Oorlogsdocumentatie, het Riod, zoekt nieuwe behuizing. Het barst uit zijn voegen, vanwege de immer uitdijende collectie. Makelaars meldden zich spontaan met andere, even rustiek binnen de Amsterdamse Wim Scherpenliuijsen Rom. jan Timmer. Voor heden die een broertje dood heb ben aan studeren, maar desondanks hoog willen eindigen binnen een grote onderneming ziet de toekomst er somber uit: de 'self-made man' sterft uit. Tegen woordig is een academische opleiding een vereiste om naar de top te klimmen, zo blijkt uit een onderzoek van het maandblad Quote naar de achtergron den van de bestuursvoorzitters van de honderd grootste ondernemingen in Ne derland. Toch zijn ze er nog. de 'self-made men' die over geen enkel diploma beschikken dat het niveau van de middelbare school ontstijgt. Zoals Jan Timmer van Philips en Cor Boonstra van Douwe Egberts. Ook André Baar van NBM Amstelland, Bram Huibers van RetailNet en Jelle Dohmen van Volmac studeerden niet. Tijdens hun gevecht op weg naar de hoogste sport op de ladder werden zij slechts geholpen door een allesverteren- de ambitie en in de loop der jaren opge dane managementvaardigheden. Meer dan de helft van de huidige genera tie 'captains of industry' studeerde in Leiden. Delft. Amsterdam. Rotterdam of Tilburg. Hofleverancier is de Technische Hogeschool in Delft - tegenwoordig uni versiteit - die zestien man in de top van het bedrijfsleven bracht. Een economi sche studie (economie, bedrijfskunde of accountancy) is met 41 procent veruit fa voriet bij de huidige topmanagers. De technici en ingenieurs komen met 20 pro cent op de tweede plaats, gevolgd door de juristen, die 15 procent van het totaal uitmaken. Van de huidige topbestuurders is een aantal ver weggedreven van de oor spronkelijke opleiding. Wim Scherpen- huijsen Rom bijvoorbeeld, de kersverse topman van ING. was beroepsmilitair en ---- Cor Boonstra. Arie Maas van de Koninklijke Bijenkorf Beheer studeerde voor vliegtuigbouwer. Bij de uitgeverijen lijkt het wel alsof op leidingen al helemaal geen rol spelen. Mijndert Ververs van Wolters Kluwer studeerde chemie. Pierre Vinken van El sevier is gediplomeerd chirurg en Peter Appeldoorn van Wegener Tijl stond voor de klas. Nijenrode Opvallend is dat niet één bedrijf in de Ne derlandse top-honderd wordt geleid door een vrouw. Zelfs in de top-tweehon- derd laten de dames verstek gaan. Toch is de helft van de studenten aan bij voor beeld Nijenrode van het vrouwelijk ge slacht en worden ook de Nederlandse universiteiten de laatste decennia zo'n beetje voor de helft bevolkt door vrouwe lijke studenten. Maar de verwachte golf van vrouwelijke ondernemers blijft uit. Echter, ook als het om mannen gaat is het een misverstand te denken dat een gedegen opleiding garant staat voor een prachtige loopbaan. Het diploma is niet meer dan een entreebewijs. Na de eerste tien jaar doet de ooit genoten opleiding al vrijwel niet meer ter zake voor het car rièreverloop. Dan tellen nog slechts de prestaties. Headhunters trouwens vin den persoonlijkheid ten minste zo be langrijk als opleiding en ervaring. En van alle eigenschappen waarover een toe komstig topmanager moet beschikken is ambitie veruit de belangrijkste Wie bij een groot concern carrière wil ma ken ontkomt er niet aan dat hij van hot naar her wordt gestuurd. Ooit zal hij de vuurproef van de buitenlandse statione ring moeten doorstaan. Zo hebben bijna alle topmensen van de Nederlandse on dernemingen een poosje in de Verenigde Staten of in Zuid-Amerika gezeten. Jaarlijks voltooien negenduizend men sen een voor het management relevante studie De concurrentie is dus moor dend. Logisch dat velen op weg naar de top blijven hangen en dat er na een jaar of vijftien slechts een fractie van dat jon Pierre Vinken. ge talent van weleer komt bovendrijven. Het in de jaren tachtig nog populaire 'job -hoppen' is inmiddels taboe verklaard tenzij dat binnen het eigen concern ge beurt. En de commercie is en blijft de be langrijkste carnèrelijn in het bedrijfsle ven Dat vak vereist doortastendheiden charisma: de flamboyante verkoper z® zich vaak beter kunnen laten gelden dan de sobere financieel directeur. Louis Westhof

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1992 | | pagina 24