Spoor naar het hart Anne maakt een vriend Prozadebuut van Meindert Inderwisch Freud en Mahler stappen in Leiden Digna Sinke stapt boven de bergen kunst cultuur VRIJDAG 11 SEPTEMBER 1992 2 3 L Jr mk Eerst was er de poëzie. Meindert Inderwisch (Vlissingen, 1958) begaf zich in 1985 op het literaire pad met de bundel 'Romantische Gedichten (Nijgh en Van Ditmar), vier jaar later gevolgd door Het comfort van een vertrouwde min naar (Contact). Lovende besprekingen sterkten de jonge dichter - in het dagelijks le ven leraar Engels en marketing aan het Zeeland College - in de overtuiging dat de poëzie, zijn tweede grote liefde, hem een door braak naai- een groter publiek zou bezorgen. Muziek, de eerste échte liefde, had hem ondanks contac ten met Hilversum niet in de grote zalen gebracht. Nog altijd schrijft hij muziek, bespeelt hij als autodi dactzijn slaggitaar en zingt hij met zijn vrouw Frederike - „Ik schreeuw meer. mijn vrouw zingt echt" - in zijn eigen band de Straight Johns. Maar de muziek is nu hobby. Al getuigt een volle pla ten- en cd-wand in zijn werkkamer nog altijd van een meer dan mid delmatige interesse. Het grote publiek dus. Bij het ver schijnen van zijn tweede dichtbun del zei hij in een interview: „Ik heb een sterke drang tot manifesteren. Dat komt voort uit een hang naar harmonie en communicatie... Ik ben niet bang voor het podium." De overstap van poëzie naar proza komt voort uit die opvatting. In zijn werkkamer, hartje Vlissingen. zegt hij: „Proza is veel breder, toe gankelijker voor een grote groep lezers. Omdat ik met mijn creativi teit mensen wil bereiken, heb ik nu voor die vorm gekozen. Wat is de oplage van een dichtbundel, een paar honderd exemplaren, dui zend misschien? Niet meer dan een paar zandkorrels op een strand dus. Bovendien, ik lees zelf ook lie ver proza dan poezie. Ik schrijf wel graag gedichten, maar lezen, nee." Overgangsvorm Toch is de poëzie niet uit beeld ver dwenen. Inderwisch is ervan over tuigd dat er nog meer dichtbun dels zullen volgen. En wat het he den betreft: in het prozadebuut zijn vele, door de hoofdpersoon gé schreven gedichten opgenomen. „Nee, je kunt die gedichten niet losmaken uit het boek. het is be slist niet zo dat mijn novelle een in proza verpakte dichtbundel is. Voor mij is deze aanpak een ideale overgangsvorm: ik verloochen mijn oude liefde, de poëzie, niet. en ik verwelkom mijn nieuwe liefde, het proza." De discipline van de leugen is het verhaal van een zoon, die zijn moe der verloren heeft. Haar overlijden verwart zijn geest, hij ziet plotse ling overal zwarte afgronden, kra ters voor zich opduiken. „Het be gon met kleine dingen", legt de hoofdpersoon in het boek uit. „Ik liep op het trottoir, op weg naar de slager of bakker en dacht dan na over de diepte onder de tegels. Als de straat zich opent en mij ver zwelgt ziet niemand me ooit terug. Dat soort dingen." En na een be zoekje aan de groentewinkel: „Op weg naar buiten stapte ik bijna in een smalle krater. Door een snel le sprong zijwaarts wist ik een val te vermijden. Ik draaide me om. De groenteman keek me verbaasd aan vanachter zijn etalageruit. Ik wees naar de grond en riep: Een grote put, vlak voor je deur. Even de gemeente bellen voor iemand aan een ongeluk komt." Kliniek Zoonlief is het spoor bijster en be landt in een kliniek bij zuster Mor fine. Om het genezingsproces te versnellen maakt hij een treinreis met Zwart-Wit. een verpleger die dag en nacht tot zijn beschikking staat. Tijdens de reis. die de even eens dolende vrouw Blonde Krul len nabij brengt, overdenkt hij zijn situatie en besluit op aandrang van de verpleger - zijn bediende, zijn God - te gaan schrijven. De pijn die het overlijden van zijn moeder teweeg bracht wordt zo verwoord: „Mijn waarheid was ge halveerd. De pijn woekerde voort als taaie blauwe distels, ongevoe lig voor het gif van medicatie. Hun wortels verbonden waken en sla pen. Ik was vastgeklonken aan mijn verlies. Veroordeeld tot een levenslange afrekening met het verleden. Mijn waarheid was ge halveerd, jij en ik hadden samen de discipline van de leugen weten bui ten te sluiten, we hadden onze toe vlucht bij elkaar gezocht en ons verbond was onaantastbaar ge weest. We hadden ons bewapend met kluizenaarsmanieren en - vriendelijkheden, we hadden de liefde opgewekt van kleine leuge naars en angstige koningskinde ren, we waren ongemerkt ver groeid tot één ziel, slechts gesple ten in lichaam en speelvoorkeu- ren." Verholen Autobiografisch? „Het is een boek geworden", zegt hij. „zoals ik vond dat het geschreven moest worden. Verholen, ja. je kunt de schrijfstijl verholen noemen, om dat de hoofdpersoon eerst niet wil toegeven dat hij gek is geweest. Het boek is autobiografisch in die zin. dat de beschreven gewaarwor dingen in een droom de mijne zijn. En ik laat zien hoe ik zou reageren als ik zelf over de rand zou zijn ge gaan." „De thematiek laat zich vangen in de woorden: verliezen, liefhebben en er is een leven na de dood. De trein waar mijn hoofdpersoon in zit is het veiligste vehikel voor de reis naar de dood. Ik denk dat ik op die manier met mijn boek wat te bie den heb. De absolute eerlijkheid, de nederigheid, de thematiek van het leven, die elementen kunnen voor de lezer wat toevoegen. Ik streef ernaar zo te schrijven dat mensen het voelen, je moet hun hart bereiken. Pure eerlijkheid vind je bij heel weinig schrijvers." „De dood van mijn vader is van grote invloed geweest. Hij stierf toen ik 7 jaar was. Als kind met. de dood geconfronteerd worden, dat is beangstigend. Ik kreeg dromen waarin mijn moeder werd ver moord, ik ging hyperventileren omdat ik het gevoel had dat de dood mij ook kon overkomen. De angst voor de dood van mijn moe der voelde ik het sterkst in mijn dromen. De emotie, het verdriet en de zwartheid zijn dan verplette rend. Ik had geen broers of zussen, mijn moeder en ik zijn altijd met zijn tweeën geweest." Inderwisch heeft de tekst voor een volgend boek al afgerond. Ellen dige sex. een roman in vijftien hoofdstukken die over de scha duwzijden van het sexleven gaat. In literaire tijdschriften zijn inmid dels enkele hoofdstukken gepubli ceerd. „Het is een wrang, geestig en zwartgallig boek. waarin ik de stoute, harde kant van mezelf be schrijf. Heel anders dan De disci pline van de leugen', daarin zie je meer mijn zachte en gevoelige ik." Jan van Damme Meindert Inderwisch, De discipline van de leugen. Uitgeverij Contact. 94 pag.. f 24.90 De psycho-analyticus Sigmund Freud en de componist Gus- tav Mahler hadden op 26 augustus 1910 in Leiden een gedenkwaar dige ontmoeting. Een wanhopige Mahler, bij wie de artsen een defec te hartklep hadden geconstateerd, raadpleegde er Freud over zijn hu welijksproblemen met zijn vrouw Alma. Waarom, waarom, zo vroeg Mahler zich af. moest hij toch altijd maar werken en verwaarloosde hij haar zo? Waarom moest ze bij hem zo lijden? Freud. die in Nederland een paar dagen op vakantie was. stelde zijn diagnose. In het voor malige Leidse restaurant In Den Vergulden Turk - nu is er op die plek een vestiging van Vroom Dreesmann - wees hij op een te grote moederbinding bij Mahler. Rond deze ontmoeting schreef Martin van Amerongen. colum nist, schrijver en hoofdredacteur van De Groene Amsterdammer. Mahlers Mater Dolorosa, een kostelijke novelle, waarin hij de twee joodse grootheden naast el kaar in een kerkbank in een katho lieke kerk laat plaatsnemen. Bin nenkort wordt Van Amerongens novelle door Frans Rasker verf ilmd. „Het idee voor dit boek is precies vier jaar en zeven maanden gele den geboren. Frans Rasker vertel de me toen dat hij die ontmoeting tussen Mahler en Freud in Leiden wilde verfilmen. 'En dan moet jij de basis daarvoor aanleveren', zei hij. 'Geen script, want dat is een vak apart, maar gewoon een mooi ele gant verhaal met veel dialoog er in'. Dat heb ik gedaan." Van Amerongens novelle is onder verdeeld in drie hoofdstukjes: 'We nen', 'Leiden' en 'München' In het hoofdstukje 'Wenen' zien wij Mah ler als een 'workaholic' avant-la- lettre. altijd maar bezig met zijn muziek. Alma wordt door hem schromelijk verwaarloosd. Haar eigen artistieke aspiraties beteke nen niets voor de grote componist. Als zij hem vertelt dat zij zelf ook liederen schrijft en daarmee graag wil doorgaan, onsteekt Mahler in woede. „Er is hier maar één com ponist in huis. en dat ben ik." Minnaar Alma besluit een offer te brengen op 'het altaar van de kunst'. Ze trouwt met Gustav Maar na nachten onbemind in bed te heb ben gelegen, neemt zij een potente, jonge minnaar. Een minnaar bo vendien die haar niet zoals Gustav een goedkeurend klapje op haar derrière geeft na de coïtus en daar na weer vlug aan het werk gaat. Wanneer de componist hoort van de verhouding, raakt hij hevig ont steld. In 1910 maakt hij met Freud een afspraak in Leiden. De psycho -analyticus is op dat moment een paar dagen op vakantie in Noord- wijk. dus dat komt mooi uit. Met behulp van vele bronnen tracht Van Amerongen te recon strueren hoe het gesprek tussen Freud en Mahler, dat zij hielden tij dens een lange wandeling, moet zijn verlopen De twee grootheden hadden afgesproken in het restau rant In Den Vergulden Turk in de Breestraat. Na wat inleidend ge praat. besloten zij een wandeling te gaan maken, die hen via het Van der Werffpark. de Lodewijkskerk. het Rapenburg en de Hortus Bota nicus weer terug zou brengen naar In Den Vergulden Turk, Freud weet op het eind van hun wande ling wat Mahler mankeert. De componist heeft een te sterke moe derbinding. „Wij noemen dit in de psycho-analyse het Mariasyn- droom." Door die te grote moeder binding wordt Mahlers gedrag te genover Alma verklaard. „Uw moeder heeft ongetwijfeld geen ge makkelijk leven gehad. Zij heeft veel geleden, niet in de laatste plaats dank zij haar slechte huwe lijk. Eigenlijk vindt u - onbewust, begrijp mij goed - dat ook uw echtgenote lijden moet, de vrouw die u naar het beeld van uw moe der wilt modelleren." Neurosen Van Amerongen: „Ik zeg niet dat de wandeling en het gesprek pre cies zo zijn verlopen als ik het be schrijf. nee. het had zo. kunnen gaan. Mijn boek is voor 10Ó procent bedacht en voor 98 procent waar. Ik heb één keer een systematische wandeling gemaakt door de bin nenstad van Leiden. Toen ben ik ook naar het Gemeente-archief ge weest. waar ik wat materiaal heb gevonden over die ontmoeting. Om erachter te komen wat voor weer het was op die dag. heb ik oude kranten doorgenomen. Het regende op die middag in 1910." „Ach. ik steek in dit boek af en toe wel eens de draak met mijn hoofd figuren. In zo'n passage bijvoor beeld waarin ik Freud laat zeggen dat. de stropdas een symbool is voor het mannelijk lic^. Hoewel, hij heeft wel gekkere dingen verzon nen. Ik waardeer Freud vooral als denker, maar zijn psychoanalyti sche verhandelingen zijn mij soms te bizar. Hij is voor mij gewoon een verstandige ouwe opa." Cees van Hoore Martin van Amerongen. Mahlers Mater Dolorosa. De Arbeiderspers./24.90 Martin van Amerongen. Even zag het er naar uit dat de uitgeverij geen raad wist met het manuscript dat vanuit Vlissingen was gestuurd. Het verhaal was zo afwijkend van opbouw, zo anders van toon, dat er bijna een vriendelijk briefje werd teruggestuurd met: „Beste Meindert, bedankt voor de moeite, maar helaas..." Zover kwam het niet. Binnen het uitgeversconcern klonken ook stemmen, die de novelle prezen als een uitzonderlijk verrassend en kwalitatief sterk verhaal. Dus ligt het prozadebuut De discipline van deleugen van Meindert Inderwisch vandaag (vrijdag) in de boekhandel en volgt vrijdag 19september een (besloten) feestelijke presentatie - met Adriaan Morriën, Yvonne Kroonenberg, Lévi Weemoedt en Marjan Berk-in de Schouwburg van Middelburg. Meindert Inderwisch: Absolute eerlijkheid. foto Ruden Riemens Sinds Digna Sinke's speelfilm Boven De Bergen tijdens het Film Festival Rotterdam in we reldpremière werd gebracht, rou leerde het werkstuk inmiddels langs de festivals van Berlijn, Crè- teil. Houston. Rivertown. Seattle en Sao Paulo. Sinds vorige week kan er ook in de Nederlandse thea ters naar gekeken worden, te be ginnen in Amsterdam. Nijmegen en Den Haag. Boven De Bergen producent Re- né Scholten is de eerste om het toe te geven is een 'road movie' die evident is afgeleid van Wim Wen- ders. Daarmee is eigenlijk ook al aangegeven dat het een film is die karakteristiek is voor de generatie die de jaren zestig bewust heeft meegemaakt. Eigenlijk is deze filmformule afge leid van een literaire vorm die on eindig veel ouder is dan de jaren zestig. Hij gaat terug naar Plato en kreeg nieuwe populariteit in de ne- genttiende eeuw toen in Neder land bij voorbeeld Jacob Geel zijn personages pallaverend bergen liet bestijgen in Het Gesprek Op Ben Drachenfels. De classicus Geel was goed bekend met Plato, maar hij had ook Duitse voorbeel den. Goethe's Wilhelm Meisters Behrjahre bij voorbeeld dat weer de directe inspiratiebron geweest is voor Wim Wenders film Falsche Bewegungmet de conversatie-ge- wijze beklimming van de Zugspit- ze als finale. Hoe het ook zij. Digna Sinke in Zonnemaire geboren laat er geen misverstand over bestaan dat ze bepaald niet van de straat is en dat ze in 'kunst' doet. Dus heeft ze haai- film ook stevig ingebed in smaakvolle -muziek Purcell's ope- ra- Dido Aeneasen haar prota gonisten in staat gesteld om diep gaand van gedachte te wisselen over allerhande ontwikkelingen °P filosofische, fysiologische en culturele gebieden door de eeuwen heen. Ze citeren Bruce Chatwin alsof het niks kost en ze zien reizen als een zoektocht naar 'God', waar bij 'God' dan weer van alles en nog wat kan betekenen. Al die zaken komen ter sprake tij dens een meerdaagse zomerwan- deling die begint in de provincie Groningen en eindigt op de hoog ste berg van Zuid-Nederland. Ge- zessen begint men aan de onderne ming. Twee deelnemers haken voortijdig af omdat ze te verwend, te cynisch of te egoïstisch zijn ge worden en niet kunnen volharden in een poging een abstract doel te bereiken, waar niks materieels bij te winnen valt. Twee andere wandelaars worden alleen al door de ervaring van geza menlijk iets te proberen, onderweg weer zo gelukldg met elkaar dat het bestijgen van de laatste hoge bergtop er niet meer toe doet. Zo dat het dak van Limburg alleen ge haald wordt door een eerder in cri sis geraakte opera-zangeres (die daar nieuwe zang- en levenslust uit weet te putten) en door een twin tigjarig jongeman die eerder gety peerd was als futloze nihilist maar die door de katharsis van de wan deltocht alsnog bewijst dat de hui dige jeugd niet al te snel mag wor den afgeschreven. Er gloort nog hoop. De film is intelligent ontworpen, maar tamelijk stram en streng uit gevoerd. wat de levendigheid wei nig bevordert. Een echte 'road mo vie' is Boven De Bergen dan ook niet. want dan dient het te gaan om mensen die andere mensen te genkomen en in overwachte ge beurtenissen verdwalen. Sinke's zestal komt alleen zichzelf tegen en hun verhaal is eigenlijk al te vaak verteld. Pieter van Lierop Iets meer of minder dan 35.334 Zeeuwse basischoolkinderen deelden deze week het grote ge noegen eindelijk weer naar school te mogen. Een aantal van hen zal zeker met spijt uitge zwaaid zijn door een jonger broertje of zusje dat zich voorals nog tevreden moet stellen met verhalen over hoe leuk het elke dag weer is. Voor het eerst naar de peu terklas is een lievig prentenboek van Catherine en Laurence An- holt over een meisje dat nog te klein is om naar school te gaan. maar al te groot om een hele dag thuis te spelen: „Het is tijd datje meer vriendjes krijgt. Het is tijd dat je naai- de peuterklas gaat." Anne's vreugde over de grote stap die ze eindelijk zal gaan zet ten slaat om in paniek door de problemen die ze plotseling ziet opdoemen. Want wat als er nie mand is om haai- te helpen haar schoenen aan te trekken en nog erger niemand haar aardig vindt? Haar resolute besluit dan toch maar liever thuis te blijven houdt echter geen stand tegen de vriendelijke overredingskracht van haar moeder. Door juf Roos op haar gemak ge steld ontdekt Anne al snel dat ze zich op school geen tel hoeft te vervelen én hoe inspirerend het is met andere kinderen te spelen: „Opeens was mamma er weer. 'Hoe was het?' vroeg ze. 'Heb je iets moois gemaakt?' 'Ja', zei An ne. 'een vriend. Morgen wil ik weer naar de peuterklas." Het sympathieke maar niet zo At ;fV_ f W-XL.' Illustratie uit Voor het eerst naar de peuterklas van Catherine en Laurence Anholt. originele verhaaltje werd door Catherine Anholt geïllustreerd met eenvoudige, gedetailleerd uitgewerkte en levendige kleur- tekeningen waarop behalve van veel herkenbaars uit de peuters speelzaal, de crèche of het kin derdagverblijf vooral te genieten valt van vrolijk bedrijvige kinde ren. In gezinnen met jonge kinderen kan Catherine Anholt geen onbe kende zijn. Haar vorig jaar ver schenen prentenboek Bof jij even! over een meisje dat na de eerste euforie over de geboorte van een broertje moeite heeft te aanvaarden dat voortaan alles anders zal zijn. was in geen tijd aan een herdruk toe. Haar derde prentenboek Alles om je heen is een encyclopedie-achtige gids met gedragingen, stemmingen, relaties en bezigheden die tussen wakker worden en gaan slapen het dagelijks leven van elke peu ter tot zo'n enerverend bestaan maken. Luisterwandeling Goed luisteren is een activiteit die in onze visueel ingestelde maatschappij meer en meer ver waarloosd dreigt te worden. Bo vendien maakt de kakofonie van geluiden die hen de hele dag overspoelt het jonge kinderen bijna onmogelijk zich die belang rijke vaardigheden eigen te ma ken. In De Luisterwandeling suggere ren Paul Showers en Aliki Bran denberg ouders zich met hun kind te concentreren op omge vingsgeluiden die je hoort als je niet praat. Het boek verscheen voor het eerst in 1961 en werd voor de huidige herdruk in tekst en beeld opgepoetst. Deson danks zijn de makers er niet in geslaagd er een eigentijds educa tief prentenboek van te maken Aan de vlakke illustraties valt weinig kijkplezier te beleven en de tekst is veel te braaf: „Ik houd van het geluid van spoeiers. Sproeiers klinken meestal heel zacht. Ze maken verschillende geluiden. Sommige sproeiers fluisteren en ritselen tegelijk. Dat klinkt zo: prflt prflt prflt prflt. Andere sproeiers draaien steeds maar rond. Dat klinkt zo: whoesj whoesja whoesje whoesj." Ijsbeer Veel speelser en sprankelender is Ijsbeer, ijsbeer, toat hoor jij daar? van Eric Carle en Bill Mar tin jr. Het vraag- en antwoord- boek is een vervolg op 'Beertje bruin, wat zie jij daar?' 1984) dat over kijken gaat en dezelfde op zet kent. Op twee naast elkaar opengeslagen pagina's wordt tel kens een nieuw dier met zijn ken merkende geluid geïntrodu ceerd: „IJsbeer, ijsbeer, wat hoor jij daar? Een leeuw die brult, daar luister ik naar/Leeuw, leeuw, wat hoor jij daar? Een nijlpaard dat snuift, daar luister ik naar." De vrolijke kleurenpracht in de illustraties en het simpele herha lingselement in de tekst zullen peuters en kleuters ongetwijfeld aansporen tot een spontaan en uitbundig lawaaifeest Jan Smeekens Catherine en Laurence Anholt: Voor het eerst naar de peuterklas Verta ling Henny KroonenbergVa n Goor. Amsterdam, f 20.- Catherine en Laurence Anholt Alles om je heen Vertaling J H Gever. J H Gottmer H J W. BechtBloe mendaal. f 19.90. Paul Showers en Aliki: De Luister wandeling. Vertaling Ineke Ris. C de Vries- Brouwer. Antwerpen: 24.50 Ene Carle'Bill Martin jr IJsbeer. ijs beer. ivat hoor jij daar? Vertaling J. H Gever: J. H. Gottmer/H. J W Becht, Bloemendaal. f 19.90.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1992 | | pagina 23