Luchtbellen
van een
charmeur
Pikante Holli Would
kwetst Hollywood
'ZC
{ij de verjaardag
an Harry Mulisch
Ga maar naar je
regenboogeiland
kunst cultuur
17
VRIJDAG 24 JULI 1992
Tan de muzen krijg je nooit pensioen. Harry Mulisch
wordt op 29 juli 65 jaar. Maar waarschijnlijk is hij dan
druk bezig met De ontdekking van de hemel. Het eerste
emplaar van deze nieuwe, vuistdikke, roman wordt op 9
ptember door uitgeverij De Bezige Bij aangeboden aan de
teur. Op die dag zal ook Mulisch' verjaardag met veel
)mmels en trompetten worden gevierd in de Sonesta-
jepelzaal in Amsterdam. De televisie zal uitgebreid
rslag doen van dit festijn. Begin oktober is Mulisch
te gast in de eerste uitzending van het nieuwe
izoen van Sonja Barend. Rond die tijd rolt ook het
O.OOOste exemplaar van De aanslag van de persen. In het
Museum zal van 17 oktober tot en met 21
1993 een grote Mulisch-tentoonstelling te zien zijn.
Hoe denken collega's en critici
eigenlijk over het werk van de
man die is begonnen als een 'en
fant terrible' en is uitgegroeid tot
'the grand old man' van de Neder
landse literatuur?
Jaap Goedegebuure, hoogleraar
literatuurwetenschappen aan de
Katholieke Universiteit Brabant
en recensent van het weekblad HP
/De Tijd:
„Het schrijverschap van Mulisch
wordt altijd afgezet tegen dat van
Reve en Hermans. Maar het merk
waardige is dat Mulisch, in tegen
stelling tot Reve en Hermans, geen
school heeft gemaakt. Navolgers
zijn niet te vinden. Dat is gek, om
dat Mulisch, vooral aan het begin
van zijn loopbaan, altijd aanslui
ting heeft gezocht bij de maat
schappij, veel naar buiten is getre
den. Eerst bij Provo, toen in zijn
Cuba-periode, en daarna met die
manifestaties tegen de neutronen
bom.
Al heeft zijn werk een zeer hoog ni
veau, er ontbreekt iets aan. Het
ziet er bijna te gemakkelijk uit.
Het is niet afgedwongen van het le
ven, zoals dat bij Reve wel het ge
val is. Mulisch' oeuvre is spits en
sophisticated en hij zegt er de diep
zinnigste en zwaarwichtigste din
gen in. Maar als je die dingen dan
tegen het licht houdt, blijkt het
piepschuim te zijn.
Zijn romans zitten uitstekend in
elkaar. Het zijn fraaie machine
rieën. Ik vergelijk hem wel eens
met Athanasius Kirchner, een Je
zuïet uit de zevende eeuw die de
meest ingenieuze systemen heeft-
ontworpen. Knap, maar als je ze
goed bekeek, bleef er niets meer
van over. Het werk van Mulisch
ziet er ook buitengewoon indruk
wekkend uit, maar het heeft iets
charlatanesks. Mulisch is een ge
niale charlatan. De Elementen is
bijvoorbeeld een boek dat zeer
knap in elkaar zit, maar het is zel
den bezielend. Het mist het pathos
dat het werk van Reve heeft. Mu
lisch is een bellenblazer. Maar hij
maakt wel héle mooie bellen.
Als mens is hij erg charmant. Hij
heeft uitstraling, een grote vaar
digheid ook om met mensen om te
gaan. Als hij ergens binnenkomt,
beheerst hij meteen het gezel
schap. Maar niet op een zware ma
nier."
Aad Nuis, ex-criticus van De
Volkskrant, kamerlid voor de D66
-fractie:
„Mulisch' oeuvre is volledig auto
noom. Mulisch heeft niet, zoals ve
le andere schrijvers hier, één be
paalde typische kant van Neder
land in beeld gebracht. Zijn werk
heeft iets 'internationaals'. Bij
Cees Nooteboom zie je dat ook,
maar hij heeft dat verworven door
veel te reizen. Mulisch heeft het
blijkbaar al in het begin van zijn
schrijverschap meegekregen.
Zijn boeken zitten vol met gekke
vondsten. Soms word je gefrap
peerd door uitspraken, en denk je:
ja, zo is het en niet anders. Maar
naderhand blijkt dat dan een ge
lijk dat Mulisch heeft verkregen
door zijn stijl, door de manier
waarop hij het heeft gezegd.
Als mens mag ik hem graag. Hij
heeft mij destijds naar aanleiding
van een recensie eens een brief ge
schreven. In die recensie had ik
hem verweten dat hij Keppler
maar met één p had geschreven.
Dat vond ik slordig. Want volgens
mij hoorde het met twee p's. Mu
lisch stuurde me in die brief een
bladzijde uit een heel oud boek
waarin Keppler inderdaad met
één p stond."
Lef
Maarten 't Hart, schrijver:
„Mulisch is een briljant stilist en
een boeiend innovator. Kortom:
een voortreffelijk schrijver. Ik vind
het van een enorme lef getuigen
dat hij De compositie van de we
reld heeft geschreven. Dat hij
zoiets groots heeft aangedurfd.
Want je weet dat dan de critici
meteen met zware voorhamers
klaar staan om je de schedel in te
slaan.
Maar hoewel ik bewondering voor
hem heb, is zijn romanwereld mij
wezensvreemd. Er zitten geen rim
pels of oneffenheden in, alles past
perfect. Zoiets ligt me helemaal
niet.
Mulisch is begonnen als een 'en
fant terrible' en geëindigd als 'the
grand old man' van de Nederland
se literatuur. Zoiets vind ik fantas
tisch.
Het is een ontzettend aardige man.
Hij heeft me als collega meteen se
rieus genomen, ook toen ik nog
maar pas begon met schrijven. Hij
had destijds op de VPRO-televisie
een programma waarin literaire
kwesties werden aangesneden.
Voor dat programma heeft hij mij
ook een keer uitgenodigd. Mulisch
had een boekje bij zich waarin hij
Collega's en critici over de jarige Mulisch: Hij is een ziener, een romanticus...
foto Peter Senteur
achterin had opgeschreven wie er
nooit, maar dan ook nooit, in dat
programma zouden komen. Dat
was een hele lijst. Boven die lijst
had Mulisch een doodskop met
twee gekruiste beenderen eronder
getekend. Bovenaan de lijst stond
Gerrit Komrij, die hem eens op een
hele gemene manier heeft gepakt.
Dat heeft toch iets jongensachtigs.
Ik mag dat wel."
Journalistiek
Drs W. F. L. Brugsma, journalist,
lid van de Herenclub:
„Laat ik allereerst zeggen dat ik de
journalistiek van groter belang
vind dan de literatuur. Met Harry,
die een goeie vriend van me is, heb
ik het nooit over literatuur. Laatst
heb ik voor een tijdschrift een stuk
geschreven over mijn relatie met
Mulisch. Het heette: 'Maar nooit
over literatuur'. In wat Harry
schrijft zit trouwens wel iets jour
nalistieks. Daarom heeft hij zijn
boek over Eichmann ook aan mij
opgedragen.
Ik heb hem ontmoet toen ik als
jong journalistje eens een literaire
avond in de Haarlemse sociëteit
Teysterbant moest verslaan. De
kunstredacteur was ziek, dus werd
ik er naar toe gestuurd. Daar zag ik
Harry voor het eerst, in zijn geblok
te pullover en zijn pilotbroek. We
hebben anderhalve minuut met el
kaar gesproken, in perfect Duits,
met een Kartoffel in de keel, zeer
overdreven allemaal. Na afloop
stonden we te bulderen van de
lach-
Ik heb nooit ruzie met Harry ge
had. Ook niet in 1967, toen ik een
column voor de Haagse Post
schreef met de titel 'De dorpsdioot
van Havanna'. Dat ging Harry echt
te ver. Ja, ik heb veel met hem ge
sproken over politiek. Maar daar
wist-ie niets van af.
Hij heeft een joodse moeder gehad.
Maar toch heb ik zijn affiniteit met
Israël nooit kunnen begrijpen. Dat
enge gedoe met die kibboetsen
daar. Ik hou niet van groepen, van
georganiseerde eenheden, dat is
eng en gevaarlijk. Ik zei eens tegen
Harry: weet je dat de eerste ont
werpen voor de genocide zijn ge
maakt in Israel? Lees het er maar
eens op na in het Oude Testament,
Maar daar sluit hij dan zijn ogen
voor.
Een erg goede eigenschap? Hij is
nooit jaloers. Nee. hij juicht de
roem van anderen juist toe. Hij
heeft wel eens het plan gehad om
een Club van Genieën op te rich
ten. Maar daar moest hij dan wel in
als geniale schrijver."
Michael Zeeman, dichter, chef
kunstredaktie van De Volkskrant:
„Omdat hij tot de naoorlogse
schrijvers behoort wordt Mulisch
altijd ingedeeld bij wat men dan de
grote drie noemt: Mulisch, Reve en
Hermans. Maai- Mulisch is in te
genstelling tot Reve en Hermans
nog een ouderwets-romantische
oeuvrebouwer. Zijn werk is een
pleidooi voor het alomvattende
karakter van de literatuur. Ver
beelding en reflectie vinden hun
plaats in zijn romans. En ook zijn
er allerlei vormexperimenten in te
ontdekken. Natuurlijk bestaat er
tussen de verschillende boeken
wel een zekere samenhang, maar
Mulisch heeft zich nooit herhaald.
Hij heeft een onrustige nieuwsgie
righeid over zich, een talent voor
verwondering ook, en dat talent
volgt hij altijd.
De compositie van de wereld is,
vind ik, door de kritiek hier abso
luut ondergewaardeerd. Filoso
fisch gezien vertelt Mulisch niet
veel nieuws, maar als post-scrip-
tum bij zijn werk is De compositie
van de wereld uiterst leesbaar en
waardevol. Ik hem hem enkele ke
ren persoonlijk ontmoet en daarbij
is mij gebleken dat hij helemaal
niet ijdel is. Integendeel, hij is erg
belangstellend."
Erna Staal en Mariëtte Haarsma,
inrichters van de Mulisch-exposi-
tie in het Letterkundig Museum:
Haarsma: „Wat ik heel aardig
vond om te zien bij het samenstel
len van de expositie is dat Mulisch
al heel vroeg een atoompacifist is
geweest. Al in 1960 waarschuwde
hij in het verhaal 'De knop' tegen
het gevaar van de atoombom. Dat
was echt een eyeopener voor mij.
Hij is de eerste die er een persiflage
over heeft geschreven."
Staal: „Hij is een schrijver die zijn
fascinaties volgt en trouw blijft.
Dat heeft hij ook altijd gedaan.
Dat werkt kennelijk. Ik heb me la
ten vertellen dat hij bij Albert
Speer mocht komen omdat die de
Duitse vertaling van zijn boek over
Eichmann had gelezen."
Pure verbeelding
Ronald Dietz, directeur van uitge
verij De Arbeiderspers:
„Ik ben een bewonderaar van het
werk van Mulisch. Hij heeft de pu
re verbeelding in de Nederlandse
literatuur gebracht, is een abso
lute tegenhanger van de polder
ziekte en de pan met spruiten. Om
het maar eens even bloemrijk te
zeggen: hij is een eenzame astro
naut die voor ons de ruimte van de
verbeelding heeft verkend. Hij
heeft nooit school gemaakt, nee.
Daarvoor is hij een maatje te groot.
Mulisch is een groot schrijver. En
die worden in dit drasland altijd
voor ijdel versleten. Ik heb nog
eens een hele bijzondere ontmoe
ting met hem gehad. Ik zat toen
nog bij Wolters-Noordhoff. Daar
heb ik het literaire tijdschrift Diep
zee gemaakt. Het ging naar biblio
theken en middelbare scholen. Elk
jaar vroegen we aan de scholieren
welk boek ze het mooist vonden.
Mulisch stond op een gegeven mo
ment op de eerste plaats met De
aanslag. In Groningen moest hem
een prijs worden uitgereikt, in de
aula van de Rölingschool. 'Gronin
gen?', zei Mulisch. 'dat is zo ver, ik
wil er wel heen, maar dan met het
vliegtuig'. Ik kende iemand die een
vliegbrevet had en toen hebben we
een Cessna, een eenmotorig toe
stelletje, gehuurd. Dat had Mu
lisch niet vernacht. Hij was diep
bewogen, maar in zo'n klein gam
mel toestelletje, nee, dat zag hij
toch niet zitten. Hij vroeg of we de
ze beker aan hem voorbij wilden la
ten gaan. Dat vond onze eenzame
astronaut toch iets te los van de
aarde. Toen hebben we een dienst-
limousine gestuurd."
Cees van Hoore
De ervaren reiziger ruimt in de
rugzak behalve voor een potje
oogzalf en de snelkookpan ook plaats
in voor enkele leesboeken, want beter
mee dan om verlegen.
In Eilandheimwee neemt Selma
Noort lezers tussen zes en negen
jaar mee naar een paradijs van
rust. De hoofdpersoon van haar
sprookjesachtige boek woont op
een klein eiland van zand met
plukjes helmgras, stekelige besse-
struiken en brede, stille stranden
waar zeehonden spelen en vogels
dansen op dunne, lange poten. Ra
ven heeft op zijn eiland alles om ge
lukkig te zijn.
Op een dag komen twee mannen in
donkergrijze pakken en een vrouw
in een zwart mantelpakje hem ech
ter vertellen dat hij net als andere
kinderen naar school moet en
daarmee eindigt voor hem een le
ven van onbezorgd genieten. Ra
ven komt op het vasteland in een
wereld terecht waar hij niet wordt
begrepen. Hij zingt andere liedjes,
wil met in de poppenhoek spelen,
maar ook niet tekenen. Zelf kan hij
geen hoogte krijgen van zijn klas-
genoootjes. die tussen vier balken
met een beetje zand spelen dat ze
taartjes bakken. Maar als hij na
een poosje toch wat meer van zich
zelf durft te laten zien en over zijn
eiland vertelt, wordt hij uitgela
chen: „Roze huizen bestaan niet!",
schreeuwden ze. „Gele trappen
zijn stom! De zee is niet van zilver!
Liegbeest, liegbeest!" Ze volgden
hem tot aan de tuin van de zus van
dokter Claus. Verder durfden ze
niet. Raven rende naar zijn bootje,
sprong er in en voer weg zo snel hij
kon. „Ga maar weg, liegbeest",
schreeuwden ze hem achterna.
„Ga maar gauw naar je regenboog
eiland."
Pas als zijn juf hem na een enkele
dagen durend geheimzinnig spel
met een reuzenschelp in staat stelt
de kinderen in de klas voor zich te
winnen, zijn ze bereid Raven te ac
cepteren.
Omdat de schrijfster tevreden was
met tachtig pagina's, blijft de lezer
op het einde met een niet geheel
bevredigd gevoel zitten. Zelfs als
hij of zij volop genoten heeft van de
ingetogen verteltrant en de drome
rige beelden als 'Zijn moeder lach
te zacht. Ze aaide hem over zijn
haar. Hij greep haar nog steviger
vast en snoof diep. Al de geuren
van zijn eiland zaten in zijn moe
ders rok. Zand. zee, zout en verf.'
T J lieland in gevaar is het tweede
V jeugdboek van Gerrit Jan
Zwier, die als schrijver van kinder
boeken in 1989 debuteerde met
Het meisje en de mol dat een sterk
informatieve inslag kent.
Omdat haar vader en moeder per
se naar Portugal wilden, mag de
elfjarige Wienke met Floortje (die
"nooit, een hartsvriendin van haar
geweest is') en haar ouders ('die
ook een beetje raar zijn'» drie we
ken naar Vlieland. Tijdens een dra
matische gebeurtenis op de veer
boot naar het eiland leert ze twee
'besuikerde types' kennen. De dik
ste blijkt als Scheveningse casino
baas het beste voor te hebben met
het eiland, dat hij tot één groot
pretpark wil omtoveren.
Gerrit Jan Zwier heeft enkele aller
aardigste boeken voor volwasse
nen op zijn naam staan en lijkt met
deze eerste jeugdroman kwalifica
tie van de uitgever) te willen aanto
nen dat je wel 127 pagina's laco
niek kunt leuteren, maar daarmee
nog geen alleraardigst kinderboek
schrijft. Er wordt (met veel educa
tief bedoelde ui tweidinkjes tussen
door) een beetje gewandeld, wat
gevaren, zo nu en dan met geheven
armen hummend gedanst voor de
Heren van het Licht, gezond gege
ten en een heel hoofdstuk lang (22
pagina's) te paard gegaloppeerd,
gedraafd, stapvoets gereden en
stilgestaan. En die Schevingse ca
sinobaas? Die gaat dankzij het bo
ze oog van Wienke drie keer op zijn
bek. O ja, het Vlieplan gaat niet
door.
Voor kinderen die nog niet zelf
kunnen lezen schreef Arend
van Dam Een dagje uit een dagje
weg. Het handzame boekje van
honderd pagina's telt achttien
voorleesverhalen over Jep en Jef
frey die op de laatste schooldag
voor de vakantie nog niet precies
weten wat ze honderd dagen lang
zullen doen, maar plannen zat heb
ben. En zelfs van een dagje verve
len weten ze iets bijzonders te ma
ken.
Jan Smeekens
Eilandheimwee door Selma Noort met
tekenmgen vanAnnemarie van Haerin-
gen. Leopold. Amsterdam; 24,90
Vlieland in gevaar door Gerrit Jan
Zwier. Kluwer, Ede; 22,90
Arend van Dam; Een dagje uit een dag
je weg met tekeningen en acht kleuren
kaarten van Arend van Dam. Van
Goor, Amsterdam;f 20,-
Ze pakte Raven op, droeg hem naar de stoel en zette hem bij zich
op schoot. Raven legde zijn hoofd tegen haar borst. Het raam
stond open. Hij kon de wind tegen zijn warme voorhoofd voelen.
Hij kon Poes om zijn eigen huis zien sluipen. Hij zag in de verte
het licht van de vuurtoren op het vasteland. Hij zuchtte diep. Hij
keek naar de inktblauwe lucht die langzaamaan steeds donker
der werd.
Hij keek naar de melkwitte maan die te voorschijn kwam van
achter een wolk.
Illustratie en tekstfragment uit Eilandheimwee van Selma Noort.
)e manier waarop filmmaatschappij
Paramount reclame maakt voor de deze
fek in wereldpremière te brengen film Cool
end heeft grote opschudding veroorzaakt in
K Angeles. In de bergen boven de filmstad,
|de laatste letter van het monument dat de
lam Hollywood vormt, heeft een twintig
Her hoge, zeer schaars geklede dame
tatsgenomen. Een getekende dame
(liswaar, maar toch een die verdacht veel op
itrice Kim Basinger lijkt. Omwonenden zien
een seksistische ontheiliging in van dit
imbool van de Amerikaans filmindustrie.
De film Cool World is een door Ralph
Bakshi vervaardigde fantasie die.
enigszins vergelijkbaar met Who Framed
Roger Rabbit animatie combineert met li
ve action. Het gaat over de fantasieën van
een striptekenaar die gekweld wordt door
nachtmerries. In die droomwereld ont
moet hij een zelf als stripfiguur ontwor
pen. wulpse vrouwenfiguur die Holli
Would heet, en die de cartoonist verlei
dend en zijn stoutste dromen werkelijk
heid makend - poogt te ontsnappen naar
de echte wereld. Actrice Kim Basinger
speelt Holli Would in menselijke gedaan
te. maar leende tevens haai- bevallige ge
stalte en motoriek aan tekenaar Bakshi
om de cartoonversie van Holli Would op te
baseren.
Dat Paramount in advertenties de film
aanprijst onder de slogan „Holli would if
she could!" betitelt men vanuit de filmge
meenschap als minder smaakvol, maar
wat er met het "Hollywood landmark' is
uitgehaald, dat ervaart men als het prosti
tueren van een monument.
Het is overigens niet de eerste keer dat een
film van Ralph Bakshi controverse ver
oorzaakt. Precies twintig jaar geleden
baarde hij groot opzien met zijn filmversie
van de door Crumb getekende under-
groundstrip Fritz The Cat. Die op een vol
wassen publiek mikkende animatiefilm
werd vanwege het geweld en de gepeperde
seks itoen een noviteit voor avondvullen
de tekenfilms) pornografisch genoemd.
Fritz The Cat is nog steeds Bakshi's be
kendste film die samen met Heavy Traffic
en American Pop werd aangekocht door
het Museum Of Modern Art in New York.
In Nederland is ook zijn animatie-verfil
ming van Tolkiens In De Ban Van De Ring
redelijk succesvol geweest. Bakshi was de
eerste die animatie baseerde op tevoren
gefilmde menselijke motoriek, een zeer
bewerkelijke techniek die het mogelijk
maakte tekenfilmfiguren veel vloeiender
te laten bewegen dan men gewend was
De laatste acht jaar heeft Bakshi niet
meer gefilmd en zich voornamelijk bezig
gehouden met beeldende kunst-studies.
Rotoscope
Voor het vervlechten van live action en
animatie in Cool World is gebruik ge
maakt van vier verschillende technieken.
Er werd gewerkt met 'chromakey' achter
gronden. 'rotoscope'. getekende decors en
een gemoderniseerde versie v£n de zoge
naamde 'multi-plane camera': een pro
cédé dat in 1937 door Disney ontwikkeld
werd en dat in staat is verschillende op
glas geschilderde achtergronden over el
kaar heen te filmen.
Tevens werden huizen en andere setsuk
ken op schaal getekend en vervolgens fo
tografisch uitvergroot zodat ze dienst
konden doen als decors. Waardoor het er
uit ziet of de camera (bediend door John
Alonzoi als het ware de tekeningen kan
binnendringen en daar alle gangbare ca
merabewegingen kan uitvoeren. Op deze
manier is het mogelijk geworden de
nachtmerrie-scènes van Cool World een
levend, ademend droomlandschap te ver
schaffen waarin zelfs de gebouwen bewe
gen en praten. Of om het samen te vatten
in de woorden van producent Frank Ma-
nusco: „De film heeft in de droomscènes
een antropomorfisch landschap waarin de
architectuur tot een levend personage
wordt in het verhaal."
In de film speelt naast Kim Basinger (als
Holli Would) Gabriel Byrne de rol van de
cartoonist die gevangen raakt in zijn door
eigen creaties bewoonde nachtmerries.
Frank Harris speelt de rol van een detec
tive die eveneens toegang heeft tot de
'cool world' van Byrne's fantasmagorieën.
Deze detective is de enige die de stripteke
naar uit zijn nachtmerries bevrijden kan.
wat alleen mogelijk is indien hij de artiest
weet los te weken uit het fatale gezelschap
van diens eigen geesteskind: de vamp
Holli Would.
Pieter van Lierop
De Nederlandse première van Cool World is in
oktober.
fotoGPD
Holli Would en Gabriel Byrne in Cool World.