Het licht
gevonden in
de schaduw
'aul Baum
wam terug
kunst cultuur
£••5,4;$ r-^.p?' VRIJDAG 24 JULI 1992
aul Baum is terug in Zeeuwsch-
Vlaanderen. Bijna tachtig jaren geleden
liet hij Sint Anna ter Muiden, zijn huis, de
ien op het pleintje, het kleine stadhuis dat
atelier was. Honderd meter verder stond
iorlog aan de grens. Paul Baum, de schilder
seizoenen, trok naar het Oosten, een
lere oorlog tegemoet. In Sint Anna streken
ere schilders neer. Veel veranderde in de
,veel blééf. Sint Anna viert op de
cheiden schaal die haar waarmerk is, het
enhonderd en vijftig jarig bestaan als stad.
iet atelier van Baum exposeren
van een andere generatie. Paul
kreeg zijn plaats onder het Belfort, in de
van het Sluise raadhuis.
rmann Katelhön, portretlithografie
il Baum, 1916.
Paul Baum, Nazomer op het Marktplein
van Sint Anna, 1905, Neue Galerie Kassei
Terug naar de Natuur? Manden vol
bloemen, sierlijke krullen en vreed
zame landschapjes op broos porcelein.
Veel verder dan dit nuttig en bewonderd
handwerk komt de jonge Paul Baum niet.
Hij is op 22 september van het jaar 1859
geboren in Meissen aan de Elbe en bij dat
stadje hoort Porzellan. Hoe voortreffelijk
de krullen ook lukken, Paul Baum houdt
het nijver bedrijf maar twee jaren vol. In
1878 wordt hij ingeschreven op de kunst
academie van Weimar. Baum heeft zich in
het hoofd gezet dat hij eens een gevierd
natuurschilder zal zijn. Hij heeft de eerste
schreden gezet. De twijfels aan eigen kun
nen blijven. Buiten Weimar lokt het wij
der perspectief van het grotere Europa
dat andere kleuren kent en melodieuzer
talen spreekt. Paul Baum wordt een reizi
ger, de reiziger wordt een schilder, de twij
fels verdwijnen. In 1890 noteert hij in zijn
dagboek vastbesloten te zijn het leven te
vinden 'in das grosse Getriebe der Mal-
kunst'. De natuur, het steeds wisselende
landschap, is zijn voornaamste bron van
inspiratie. Mensen spelen in zijn werk een
rol van ondergeschikt belang; ze dienen
uitsluitend compositorische doelen.
Voorbeelden
De landschapskunst is zeer in zwang. Het
'terug naar de natuur' wordt gelijktijdig
op veel plaatsen in Europa beleden. De
kunst spreekt een taal die over deze en ge
ne grens wordt verstaan.
De jonge Baum hoeft het niet zonder voor
beelden te stellen. In Duitsland wordt hij
aangeraakt door de 'klassieke' land
schapsschilders als Karl Bucholz en Hein-
rich Giebel. In korte tijd wint het pure
schilderen aan kracht. De autonomie van
het schilderij is voortaan van hoger waar
de dan het natuurlijk gegeven. Baum
komt in aanraking met het werk van vak
broeders als Theodor Hagen en Max Ar
thur Stremel en die ontmoeting laat dui
delijke sporen na. De vonk wordt evenwel
een vuur als Paul Baum op het pad van de
bewonderde Camille Corot geconfron
teerd wordt met de schilderkunst van Ca
mille Pissarro. De weg naar het impressio
nisme ligt open.
Frankrijk
Het. impressionisme, het nieuwe schilde
ren, betekent Frankrijk. Het valt niet he
lemaal onverwacht, als een steen in de vij
ver, maar de effecten zijn dezelfde. Op de
kring volgt een kling in een steeds wijder
wordend patroon. De verzelfstandiging
van de kunst reikt verder dan het oude
continent.
De 'nieuwe' schilders wordt een brute re
bellie verweten. Normen en waarden zou
den verroekloosd worden in de hang naar
opzienbarende effecten. De rebellen wor
telen evenwel stevig in de traditie. De zoe
kers naar het licht worden buiten de grote
stad Parijs gedreven. Ze hervinden de
ruimte en vinden zichzelf.
Beau del, vrai del, regarde-moi qui change
Après tant d'ofgueïl, après tant d'étrange
Oisivité, mais pleine de pouvoir,
Je m'abandonne d ce brilliant espace.
De overgave aan 'deze schitterende ruim
te', in de woorden van Valéry, blijkt een
uitlevering aan kleuren, het licht, alle ver
moeden van leven, het leven zelf. De toon
is vroeger gezet dan de jeugd van de im
pressionisten toestaat. Fontainebleau,
Barbizon en Chailly zijn de pleisterplaat
sen onder de vrai del van Corot, Rous
seau, Millet, Monet, Sisley en Cézanne. De
schilders ontmoeten elkaar opnieuw op
het natuurlijk terrein van Boudin en Dau-
bigny: Honfleur, Deauville en Trouville.
Courbet, Renoir en Manet. schilderen aan
de Seine. En Parijs? In Parijs bruist het
leven en komen allen samen, alsof er geen
ideale verten en gebiedend licht om regi
stratie vragen. In de theaters en op de ter
rassen wordt de kunst geëerd, wordt de
kunst bespot en groeit het besef dat ook
'het nieuwe schilderen' voor direct ge
bruik beperkt houdbaar zal blijken. De re
bellenclub wacht de strikte regels van een
nieuwe optische kleurenleer: het volle
licht dient in het vervolg de resultante van
een veelheid aan gedeeld licht te zijn. De
divisionisten Seurat en Signac markeren
hun punt. De neo-impressionisten zijn ge
boren.
Vlaanderen
Paul Baum drinkt het in. Hij ziet Parijs,
maakt nieuwe vrienden, palavert mee en
schildert. Het gebeurt alles in de schaduw
van de groten. Op het spoor van Corot ont
moet hij Pissarro. Tegelijkertijd onder
houdt hij nauwe banden met de vertegen
woordigers van het 'duitse' impressionis
me. Met Stremel en Lovis Corinth ont
staat een warme vriendschap, Max Lie-
bermann en Max Slevogt werken op meer
afstand.
De beslissende periode voor Baum valt in
de Lage Landen. In 1890 strijkt hij in
Knokke neer. Daar zal hij enkele jaren la
ter Camille Pissaro weerzien. De krach
tige en in veel opzichten voorbeeldige Hit-
Paul Baum, Zicht op Sluis.
zeroth-hagiografie die aan leven en
werken van Baum is gewijd, gewaagt van
Pissarro's nooddruft- naar het open kust
landschap. Er is echter iets anders aan de
hand. Nadat president Sadi Carnot is ver
moord, wordt in Frankrijk de jacht ge
opend op de invloedrijke anarchistische
beweging. Zelfs een zachtaardig anarchist
als Pissarro voelt zich niet langer veilig.
Zijn verblijf aan de Vlaamse kust is dus
meer het gevolg van politieke dan van ar
tistieke overwegingen. Hij hernieuwt de
kennismaking met Baum die dan nog
midden in zijn ontwikkeling als neo-im-
pressionist staat, terwijl Pissarro al stap
pen verder is en zijn persoonlijke schrif
tuur heeft gevonden. Baum lijkt in die tijd
verdronken in de woelingen van het divi-
sionisme. Een kleine tien jaren eerder stel
de Seurat met zijn Grande Jatte de wet.
Paul Baum verwerkt de regels met
moeite. De gestrengheid van Seurat en -
later- Pissarro en Van Rysselberghe be
valt hem zéér maar blijkt in zijn praktijk
nauwelijks toepasbaar. In veel gevallen
verhoudt zijn losse, wat slappe composi-
tiewijze zich slecht tot de techniek van
punt en toets. De lichtwerking krijgt wol
lige overlopen: wat op het netvlies zou
moeten gebeuren, is al aanwezig op het
schilderij. Vergelijken we bijvoorbeeld
een krachtig Hollands herfstlandschap
uit 1895 met veel werken uit de latere tijd,
dan valt op hoeveel Baum binnen het con
cept van de divisionisme offert aan de
zwier.
Dat is niet zonder betekenis. De twintig
laatste jaren van zijn werkzaam leven
blijkt de eens gedreven neo-impressionist
terug bij zichzelf, bij het pure impressio
nisme. Dan, in het Toscane dat zijn aan
vankelijke liefde voor het land van Sint
Anna ter Muiden althans enigszins ver
vangt, heeft hij pas zijn eigen stijl gevon
den. Het is die van de zoet gevoileerde
landschapskunst vol zachte kleuren, geel
tjes, blauwen en talloze groenvarianten.
Zijn vriend Pissarro heeft zich inmiddels
in en om Eragny een groot en krachtig
schilder getoond.
Sint Anna
Het verblijf in Knokke is kort. De in de on
middellijke omgeving gevonden rust van
het kleine Sint Anna kluistert de schilder
Baum. De overzichtscatalogus onder
scheidt tussen 1890 en 1914 vier periodes
in Sint Anna. Ze vormen de opmaat tot
Toscane en zijn zeer belangrijk voor de
ontwikkeling van Baum. In zijn atelier in
het oude raadhuisje van Sint Anna maak
te hij 231 werken. Met de 29 uit de Knokse
tijd betekent dat de gigantische produk-
tie van 260 werkstukken. Juist de moge
lijkheid tot intensief werken in de sfeer
van het oude stadje bond hem. Hij had er
zijn eigen huis en richtte dat in met een
keur uit zijn befaamde antiekverzame
ling. Paul Baum werkte gedreven en ver
koos de eenzaamheid boven een gezel
schap dat hem van werken zou kunnen af
houden.
De gemeente Sluis eert hem nu met een
bescheiden tentoonstelling in de raad
huiskelder. Het werk uit verschillende pe
riodes, van uiteenlopende techniek en
kwaliteit, bewijst hoe juist het kan zijn de
hier -nagenoeg- vergetene de plaats te ge
ven die hem toekomt.
Paul Baum werd op de twintigste mei van
1932 begraven in San Gibiignano. Hij
werd 72 jaren oud. Op de gedenksteen
vindt men het eenvoudige opschrift Paul
Baum, ein deutscher Maler. Daar had best
europaischer mogen staan.
Andreas Oosthoek
Paul Baum. schilderijen, krijttekeningen en
grafisch werk, raadhuiskelder Sluis, tot 31 au
gustus. Aangevuld met werk van Hermann Ka
telhön, Otto Sohn-Rethel en Paul Parmentier.
Monografieloeuvrecatalogus: Wolfram Hitze-
roth, Paul Baum, Ein Leben als Landschaftsma
ler, 604 pp.