Spanje is anders
Poëzie zonder pantser
Fanmail voor Brakman
Sierlijk
en bot
Sprakeloos met veel woorden
kunst cultuur
VRIJDAG 17 JULI 1992 2
De wereldtentoonstelling in
Sevilla. De Olympische
Spelen in Barcelona. Madrid
culturele hoofdstad van
Europa. Dit is het jaar van
Spanje. In de Nederlandse
letteren valt daar een echo van
te beluisteren. Cees Nooteboom
bracht zijn Spaanse
reisverhalen bijeen in De
omweg naar Santiago. Hij is,
met een aantal andere
Nederlandse auteurs ook
vertegenwoordigd in de bundel
Het Spanje-verlangen. Maarten
Steenmeijer tenslotte schreef
Spanje is anders.
Er zijn twee soorten Spanje-
gangers De toeristen die zich
thuis voelen op de volle stranden
en de reizigers die het land willen
ontdekken. Over de motieven van
de eerste groep om naar Spanje te
gaan is men snel uitgepraat. Enige
nieuwsgierigheid komt er niet aan
te pas bij deze zonzoekers. Bij de
tweede groep ligt dat anders.
Spanje trekt hen omdat het land
zich zo lang van de rest van de we
reld heeft afgekeerd. Oude ge
woontes zijn er bewaard gebleven.
Het is een overgangsgebied tussen
oost en west, noord en zuid. Zij be
reizen Spanje kortom omdat het
land anders is.
Spanje is anders, zo luidt ook de
titel van een alleraardigst boek dat
Maarten Steenmeijer publiceerde.
Hij vertaalt uit het Spaans en kent
Spanje al een jaar of twintig. In zijn
bundel peilt hij de Spaanse volks
aard, beschouwt hij de plaatselijke
gebruiken en vergelijkt hij de
Spanjaarden met de Nederlan
ders. Het boek begint als een lo
flied. De Spanjaarden zijn niet zo
zeer anders alswel beter dan wij, zo
lijkt het. Steenmeijer jubelt over
de spreekvaardigheid die men in
Spanje aan de dag legt. „Een Span
jaard staat nóóit met zijn mond vol
tanden", weet hij. Hij signaleert
bovendien „de alomtegenwoor
dige elegantie waarmee wordt ge
sproken."
Gebarentaal
Niet alleen in taal, maar ook in li
chaamstaal overtreffen volgens
Steenmeijer de Spanjaarden ons.
Hij laakt „onze weinig ontwikkel
de en weinig elegante manier van
bewegen" en prijst hun „gespierde
expressieve gebarentaal". Ook
van het volgende hoofdstuk dreigt
men een minderwaardigheidscom
plex te krijgen. „Spanjaarden zijn
een streling voor het oog", vindt de
auteur. Dat zou vooral te danken
zijn „aan de natuurlijke sierlijk
heid waarmee Spanjaarden hun
uiterlijk verzorgen." Steenmeijer
stelt ook vast: „Het Spaanse li
chaam laat zich nu eenmaal moei
lijk een ordinair uiterlijk aanme
ten."
Gebrek aan enthousiasme kan de
schrijver van Spanje is anders dus
niet verweten worden. Maar ver
derop in het boek volgen er kriti
sche opmerkingen. Het loflied lijkt
af en toe in een klaaglied om te
slaan. Hij hekelt het verkeersge
drag van de Spanjaarden, „schrik
barend" vindt hij de achteloze ma
nier waarop zij zich van afval ont
doen, verder signaleert hij dat
Spanje „na Japan, het meest la
waai producerende land ter we
reld" zou zijn. De Spaanse keuken
krijgt van Steenmeijer ook al geen
gunstige recensie: „Hoeveel ver
schillen er ook per streek mogen
zijn. overal is het eten grof en vet."
Bovendien is de bediening door
gaans „klungelig" en worden de
maaltijden op „ongelukkige tijd
stippen" gebruikt.
Slecht is de schrijver eveneens te
spreken over de wrede behande
ling die dieren in Spanje ten deel
valt. Al teveel gevoel voor humor
hebben de Spanjaarden volgens
hem ook al niet, grappen zijn veel
vaker dan bij ons van het „van-dik
-hout-zaagt-men-planken type".
Spanje is anders dan menigeen
denkt, toont de auteur op soms
ontnuchterende wijze. De flamen
co voor velen „een soort oerbe
schaving van Spanje" - is naar we
lezen „pas in de achttiende eeuw"
Cees Nooteboom schrijft op een uitgesproken saaie manier over Spanje.
foto Oscar van Beest
Chris van der Heijden, gunstige uitzondering in de
zwakke bundel Het Spanje-verlangen.
foto Gerhard Jager
Jean Pierre Rawie schreef fraaie vertalingen van
Spaanse gedichten.
foto GPD
letterkundige kroniek
nilM 111 nr
TE
ontstaan en „de meeste Spanjaar
den" moeten er niets van hebben.
Maarten Steenmeijers gloedvolle
boek Spanje is anders maakt in
elk geval dat men het land met an
dere ogen gaat zien.
De Nederlandse literatoren die
over Spanje hebben geschreven,
slagen er veel minder in de clichés
te ontstijgen. Dat blijkt bijvoor
beeld uit de bundel Het Spanje-
verlangen, die overigens door de
zelfde Steenmeijer werd samenge
steld en uitgeleid. Hij geeft in zijn
nawoord een interessant overzicht
van de Spaanse invloed op de Ne
derlandse literatuur. De bloemle
zing die hij maakte en waarin
onder anderen Rik Zaal, Gerrit
Jan Zwier, Albert Helman verte
genwoordigd zijn kan veel min
der bekoren. De meeste verhalen
zijn uitgesproken zwak. Een van
de gunstige uitzonderingen is 'De
Spaanse cirkel' door Chris van der
Heijden. Het onderwijs in de va
derlandse geschiedenis wekte bij
hem een diepe weerzin tegen Span
je. Toen hij het land bezocht, vatte
hij een grote üefde voor onze tegen
standers uit de Tachtigjarige Oor
log op. Van Jean Pierre Rawie wer
den fraaie vertalingen van Spaan
se gedichten geplaatst. Uiteraard
kon ook Cees Nooteboom niet ont
breken.
Santiago
Van hem werd het reisverslag 'Ik
heb me nu eenmaal aan Spanje
verkocht' geselecteerd. „Daar
hoor ik", vindt Nooteboom. Hij ge
tuigt van deze gevoelens ook in de
ruim vierhonderd pagina's tellen
de bundel De omweg naar San
tiago waarin hij al zijn Spaanse
reisverhalen verzamelde. Hij koes
tert jegens het land „een liefde
voor het leven", het Spaanse ka
rakter correspondeert naar hij
meent „met bewuste en onbewus
te dingen in mijn wezen, met wie ik
ben." Tussen Nederland en Span
je. heet het. „beweegt zich mijn le
ven, ik ben in alle twee thuis en
niet thuis."
Nooteboom schrijft over Spaanse
steden, Spaanse landschappen.
Spaanse kunstenaars, maar hij
doet dat op een uitgesproken saaie
manier. Bovendien is zijn taal dik
wijls stuntelig. In een Spaanse eet
zaal ziet hij een Engelse geestver
want: „Hij leest en schrijft, ik
schrijf en lees, en onze blikken ver
mijden elkaar, zoals van honden
die weten dat ze dezelfde ziekte
hebben." Nootebooms proza kan
nog zotter klinken. Elders ont
waart hij „een stam Duitse hippies
die, net als Japanse soldaten in het
oerwoud van Borneo, nog steeds
niet hebben gehoord dat de oorlog
is afgelopen en hier rondhangen in
de Volendammer klederdracht
van een leeggeblazen denkwijze."
Zo wankelt Cees Nooteboom in De
omweg naar Santiago van de ene
onbeholpen zin naar de volgende
onmogelijke vergelijking. Ook lief
de voor Spanje maakt blijkbaar
blind.
Hans Warren
Maarten Steenmeijer: Spanje is anders
- 116 pag Jf 24.50 - Wereldbibliotheek.
Amsterdam
Het Spanje-verlangen. Nederlandse
schrijvers over Spanje - Samengesteld
en van een nawoord voorzien door
Maarten Steenmeijer - 184 pag 'f 24.50
Wereldbibliotheek. Amsterdam.
Cees Nooteboom De omweg naar San
tiago - 416 pag.nnet foto's door Simone
Sassenlf 39,90/gebonden f 55,- - Atlas,
Amsterdam
Elly de Waard igeb. 1940) publiceerde sinds 1978 een aantal dichtbun
dels. Na Afstand. Luwte. Furie. Strofen. Een wildernis van verbindin
gen en Onvoltooiing volgt nu het omvangrijke boek Eenzang. Wanneer
de naam van deze dichteres valt. reageren de meeste poëzieliefhebbers
ongemakkelijk. Elly de Waard, is dat niet de schrijfster van nauwelijks in
toom gehouden liefdeslyriek - bij menigeen is dat de eerste gedachte
Men kan haar werk ook van een heel andere kant benaderen en dan krijgt
het een bijzondere plaats in de hedendaagse dichtkunst.
Tussen alle Nederlandse dichters die zich veiligheidshalve bij het kleine
bestek houden is Elly de Waard een durfal. Zij is niet bang zich helemaal
te geven, zij schuwt de grote woorden niet, zij schrijft zonder terughou
dendheid over de lesbische liefde. Maar wie zoveel waagt, loopt risico's.
Bevlogenheid kan gemakkelijk in bombast omslaan. Te groot vertoon
van openhartigheid kan de indruk wekken van aanstellerij. Ironie ont
breekt in haar gedichten, dat maakt haar positie nog riskanter.
De nieuwe bundel straalt, ondanks alle verwijten die haar in de kritiek
worden gemaakt, een ongebroken zelfvertrouwen uit. „Alleen een dich
ter heeft die macht", kan ze in het openingsgedicht triomfantelijk vast
stellen. Als men Eenzang opslaat, lijkt vooral het woord véél van toepas
sing. Zo'n groot aantal gedichten, zulke hevige gemoedsaandoeningen,
zo'n grootscheepse aanpak, een dichteres die zo nadrukkelijk in de ge
dichten aanwezig is - het is misschien wel té veel.
Aan hoogst romantische ontboezemingen is er geen gebrek: De nacht die
ik doorkruislis niet dezelfde meerll sinds ik jou ken. Even kenmerkend is
dat zij zich tussen opperste vreugde en diepste teleurstelling beweegt: Ik
dacht dat ik aan/de hemel toe ivas, nietleen dieper hel. Haar liefde is. zo
verzucht de dichteres zelf: „hardnekkiger dan elke rede." In een ander
helder moment beseft ze: mijn hoopllging altijd maar iveerlmet mij op de
loop.
De Waard bezingt in haar boek een geliefde vrouw: „Jij maakt een man
van mij." Maar de dichteres heeft met een rivaal te kampen, een echte
man. Blijkbaar verliest ze het pleit. Had je gedacht dat ik alles/voor je op
zou geven, dan?, vraagt de geliefde. Alleen je man, antwoordt de dichte
res.
Waarachtig
Dit zijn gedichten zonder pantser. Het is daarom nogal gemakkelijk zich
vrolijk over deze ernstige verzen te maken. Juist omdat Elly de Waard
zich zo kwetsbaar opstelt, moet de lezer haar werk met welwillendheid
tegemoet treden. De bezwaren die er tegen deze lyriek in te brengen zijn,
worden dan niet weggenomen. Maar men geeft zich in ieder geval de kans
te ontdekken dat dit waarachtige poëzie is, poëzie met een eigen toon.
Het meest opmerkelijk is de mengeling van traditionele vormgeving en
moderne symbolen. O futuristische architectuur .'//waarin een stad een
kioeek/van koepels is of een cidtuurllvan cellen en op het water drijft/als
schuim op een bad. Niemand anders in Nederland zal een gedicht zo
hoogdravend en uitdagend durven te beginnen als Elly de Waard.
H.W.
Elly de Waard Eenzang - 168 pagJf 34,90 - De Harmonie, Amsterdam
Het gebeurt niet zo vaak: een
uitgever stuurt de
krantenredaeties een brief als
een smeekbede. Nico van
Lieshout, van uitgeverij SUA,
deed het en voegde er de
fotokopie bij van een interview
achtig stuk in het Noordhollands
Dagblad. Van Lieshout vindt dat
de roman Het Trapgat van Edith
van Walsum veel respons
verdient, en zou het betreuren
wanneer het de dupe werd 'van
onbekendheid en onwennigheid
van het publiek'.
Uit het krante-artikel. half
gesprek half bespreking,
geschreven door Job Janssens.
wordt duidelijk dat het in de 'ik'
-vorm vertelde verhaal niet au
tobiografisch is. Al schrijft
Edith van Walsum over een
slachtoffer van incest, zij zelf
heeft er geen ervaring mee. Wel
weet ze uit ervaring wat het be
tekent om verliefd te zijn en
dronken te zijn en hoe het is om
te vrijen en ruzie te maken. Zo
staat het er ongeveer.
Zij noemt zich 'een behoorlijk
saai mens: moeder, huisvrouw
en tekstschrijfster', maar wél
een dromer. En een redacteur
van een Brits televisiestation,
die de roman gelezen had,
„stuurde openlijk aan op een sa-
do-masochistische ontmoeting,
waarbij hij plotseling uitermate
grof werd."
Incest! Sado-masochisme! Sex!
Dronkenschap1 Geweld! Het
komt allemaal voor in de roman
maar je moet redacteur van een
Brits televisiestation zijn om er
opgewonden door te raken. Er
wordt gepraat, geklaagd, ge
knikt. geschreeuwd over al die
gruwelen, en er wordt geen gru
wel getoond.
Rina heet de jonge vrouw die
aan het woord is en haar man
heet René. Zij trouwen kort na
dat zij volmaakt verliefd zijn ge
worden en bedrijven de liefde
met prachtige hartstocht, eén
keer zelfs op het ritme van Ra
vels Boléro. Dan komt er iets
troebels in de relatie. Rina po
seert als hoer, als sexslavin. en
René wordt daardoor opgewon
den en doet haar van alles aan
met een wrede trek om de mond.
Wat hij 'naar aandoet vernemen
we niet. Rina verlangt terug
naar de genoegens van vroeger
en leeft zich tevens uit in de ge
noegens van nu. Ze droomt veel
en veelbetekenend, zij laat het
ons weten.
Ze vlucht, naar Gent. in haar
eentje, en vindt in haar hotel al
gauw een partner met wie zij in
normale gezonde zinnelijkheid
heftig naar bed gaat. Terug in
Nederland gaat zij in therapie,
en haar therapeute krijgt al
gauw door wat er met haar aan
de hand is. Zij blijkt als jong
kind verkracht te zijn geweest
door haar twaalf jaar oudere
broer, een jongen die graag ruwe
spelletjes met haar speelde, met
stompen en angstaanjagerij.
Vandaar dus! Ze zoekt mannen
die ze kan minachten en onder
werpen of mannen door wie ze
zich wil laten onderwerpen.
Traliehek
Tijdens het beslissende thera
peutische gesprek gaat het zo
toe: „Het is stil. Een sprakeloze
ontzetting. Alles staat stil en
houdt op te bestaan. Het woord
is genoemd. Het is benoemd.
Het naamloze heeft een naam.
Martha vervaagt en ik ben al
leen met het woord. Incest. Ik
krimp en de letters worden gr&
ter en groter, reusachtige, zwar
te letters, die boven me uittore
nen. Strenge, harde staven als
van een traliehek die me inslui
ten. Terwijl ik doodga, komen
zij tot leven, draaien in een
waanzinnige rondedans om m*
heen. gillend, krijsend Ik klap
voorover op tafel, verlies bijna
het bewustzijn. Ze storten zich
op me, verpletteren me. Net
schreeuw ik, nee. De kern is ge
raakt, de kern. Mijn mond witf
open. een verscheurende pij:
binnenin De kern. mijn kem
ontbloot. Ik schreeuw het uil.
nee. nee, ik stik."
Het curieuze van deze uitbar
sting is dat het wóórd incest op
Rina zo'n barre werking heeft
Wat doet dat woord ertoe0 Als
een buurjongen het kind had
mishandeld, was het toch ooi
heel erg geweest?
De toon van de roman is over
spannen. zelfs in de beschrijving
van iets gewoons als een rea
naar Assen: „Op een dag heen
en weer. Ik ga met de trein, om
dat ik houd van dat horizontale
voortsuizen door het landschap
Het meegevoerd worden onde:
ratelende begeleiding." Stel je
voor dat die arme vrouw verti
kaal door het landschap zou sui
zen...
Blijkens het interview waaruit
ik citeerde heeft Edith van Wal
sum 'nog het nodige werk op dt
plank liggen waarin 'alcohol'
'geweld' en 'seks' wederom een
belangrijke rol spelen'. Mee
mag hopen dat zij die teksten in
alle nuchterheid persklaar
maakt.
Alfred Kossmann
Edith van Walsum, Het Trapgat, Uil
geverij SUA. Amsterdam. Prij j-
f24,90
Aldo BusiOver de jeugd (Con
tact, 310 blz., 14,90, vertaling Jan
van der Haar). Roman over een
platlelandsjongen,. die de wijde
wereld intrekt omdat hij uitgela
chen wordt do^r zijn mededorps
genoten.
Dada Maraini: De vakantie
(Contact, 164 blz., 19,90, vertaling
Jenny Tuin). Herdruk van Marai-
ni's debuutroman uit 1962 over de
vakantiebelevenissen van een
veertienjarig meisje aan de voor
avond van de Tweede Wereldoor-
Carol Cleivlow: Handleiding
lot overspel (Contact, 268 blz.,
ƒ12,50, vertaling Mieke Linden-
burg). Roman over een jonge
vrouw die verliefd wordt op de
broer van haar geëmancipeerde
vriendin. Er ontstaat een inge-
wiklelde machtsstrijd.
Betsy Udink: Achter Mekka
(Meulenhoff Pocket Editie, 220
blz., 18,90). Onthullende repor
tage over het leven en 'de positie
van de vrouwen in een fundam
talistisch land.
Germaine Greer: De vrouw;
eunuch Meulenhoff Pocket Eds
312 blz., 19,90, vertaling Het
Scheepmaker). Dertiende dr
van Greers klassiek gewwi
boek dat in 1970 voor het eerst!
scheen en haar reputatie als
aanstaand feministe voorgoedt
tigde.
Ethel Portnoy: Opstand
vrouwen (Meulenhoff Pocket!
tie, 168 blz., 15,-). Bundel meti
tretten van 'opstandige vroim
zoals de dichteres Sylvia Plath.
Russische feministe Aleksan
Kollontaj en dfe schrijfster Mar
ret Atwood.
Stephen Marlowe: Dood en le
ven van Miguel de Cervantes (De
Kern, 498 blz., ƒ44,50, vertaling
Pauline Moody). Nieuwe roman
van Marlowe, auteur van De me
moires van Columbus, over de
Spaanse schrijver Miguel de Cer
vantes, auteur van het boek Don
Quichot dat hem een blijvende
plaats in de wereldliteratuur heeft
bezorgd.
Jan Potocki: Manuscript ge
vonden te Zaragoza (Wereldbiblio
theek, 554 blz., 59,50, vertaling
J an Versteeg). Roman van de Pool
se graaf Jan Potocki (1761—1815).
Potocki begon in 1797 aan het ver
haal over de fantastische avontu
ren van een gardekapitein te
schrijven, maar het boek werd niet
meer tijdens zijn leven gedrukt. Na
zijn dood raakten de manuscrip
ten verspreid. De nu verschenen
vertaling is gebaseerd op de eerste
volledige editie van de oorspron
kelijke Franse tekst, zoals die in
1989 is teruggevonden door de
Zwitserse geleerde René Radriz-
zani.
Allan Gurganus: Klein helden
dom (Contact, 326 blz., 39,90, ver
taling Eric van Domburg Scipio).
Verhalenbundel van de Ameri
kaanse schrijver Allan Gurganus
in vertaling. De verhalen spelen
zich af in het zuiden van de Ver
enigde Staten.
J.-K. Huysmans: Lourdes
de Massa (Conserve, 242 t
ƒ39,90, gebonden 65,-, vertal
Hélène van Hoogstraten). De gr
Franse schrijver van Nederlan
afkomst, Joris—Karei Huysm
(1848-1907) publiceerde eenj
voor zijn dood Les foules de Lc
des, een zeer persoonlijke evoca
van het vermaarde bedeva;
soord. Onlangs verscheen hetlx
voor het eerst in vertaling, ingel
door Jan Siebelink.
Viktoria Tokareva: Mara,i
Russische femme fatele (Were!;
bliotheek, 126 blz., 24,50, w
ling Erica Engels). Twee novel
van de Russische schrijfster Vi
ria Tokareva (1937). In beide;
halen staat de vrouw centraai
een is op zoek naar macht en s
de ander is kinderlijk en naïef
De zeventigste verjaardag van
Willem Brakman gaat niet
ongemerkt voorbij. Daar zorgt
een kleine, maar invloedrijke
kring bewonderaars wel voor. De
schrijver mag zoals een van de
medewerkers aan het Brakman
nummer van De Revisor
vaststelde „niet bij de
hedendaagse top" horen en zich
„met een geheel eigen code tot
ingewijden" richten, hij wordt
toch vasthoudend onder de
aandacht gebracht. Zo werd hem
in 1981 zelfs de P. C. Hooftprijs
uitgereikt en is nu in het
Letterkundig Museum te 's—
Gravenhage nog tol en met 13
september een aan hem gewijde
tentoonstelling te bezichtigen.
De speciale aflevering van De
Revisor kwam in samen
werking met het Letterkundig
Museum tot stand en wordt als
een 'Schrijversprentenboek' ge
presenteerd. Dat lijkt een al te
uitbundige benaming. Welis
waar is een aantal foto's afge
drukt maar de teksten nemen
aanzienlijk meer plaats in. De
schrijver zelf stond een frag
ment af uit zijn in september te
verschijnen roman Een vreem
de stam heeft mij geroofd. Het is
weer van dat typische Brakman
-proza, een verkapte vorm van
autobiografie. Het fragment
speelt deels in een mytisch
Zeeuwsch-Vlaanderen. het land
van zijn voorvaderen.
Verder komen liefhebbers aan
het woord. De meeste van hun
beschouwingen lijken vooral be
doeld om andere Brakman
vrienden een plezier te doen.
Voor hen die ongevoelig zijn
voor zijn even genoeglijke als
duistere vertelkunst gaat er
geen wervende kracht van uit.
Willem Brakman staat centraal in De Revisor.
foto AN*
Ernst van Alphen schrijft over
de rol van de herinnering in
Brakmans werk: „In zijn ver
beelding probeert hij alsnog een
verdediging op te bouwen tegen
de traumatische kwetsuren
waarop hij niet voorbereid was."
Gerrit Jan Kleinrensink sprak
met de auteur en ontlokte hem
onder meer aardige opmerkin
gen over sigaren. Bert Vervaeck
komt met 'een sociologische le
zing' van Een weekend in Oos
tende. T. van Deel bekeek de
omslagen van Brakmans boe
ken en gaat na in hoeverre ze bij
de tekst aansluiten. J. Heymans
verkende Enschede, op zoek
naar plaatsen uit wat in Brak
mans proza 'Het onlieflijke stad
je E.' heet.
Gerben Wynia maakte een té
bliografie van Brakmans in
marge verschenen werken. K
naam van dezelfde Wynia vaT-
geregeld in het overzicht. Inefc
Bulte eert 'de zeldzame Neder
landse schrijver die je twee ge
heel verschillende boeken voor
de prijs van één geeft'. Dit W
geen essays meer. Nee, De RW
sor lijkt bijna helemaal gevulc
met fan-mail voor de jarige W
lem Brakman,
HJ'
De Revisor jaargang 19, nummert-
Schrijversprentenboek
Brakman - 112 pag.If 16,- -
rido, Amsterdam.