111 Jaar burgeroorlog heeft Servië niets opgeleverd PZC Uitzichtloos conflict in Joegoslavië reportage 27 ZATERDAG 20 JUNI 1992 Het feestje was leuk, maar de kater kwam hard aan en duurt al een jaar. Op de avond van 26 juni 1991 verklaarde de Joegoslavische republiek Slovenië zich met een korte, maar goed geregisseerde plechtigheid onafhankelijk. Slechts enkele uren later rolden de tanks door het land. Europa hield geschrokken de adem in en haalde opgelucht adem toen twee weken later een vredesakkoord werd bereikt. Maar de korte oorlog in Slovenië bleek uiteindelijk maar een voorspel te zijn. Het eerste teken van het naderende Joegoslavische drama werd gadege slagen door duizenden belangstellenden in het centrum van de Sloveense hoofd stad Ljubljana. Maar het was zo'n onop vallend incident dat het vrijwel iedereen ontging. Amper had president Milan Kucan zijn feestrede uitgesproken, of ij kreeg, wat af zijdig van het podiu het slechte nieuws te horen dat het Joegoslavische leger (JNA) op weg was naar de grenzen van de nieuwe staat. Terwijl de feestelijkheden op het plein doorgingen en een katholieke pries ter de nieuwe staat zegende, verliet de pre sident de plechtigheid zwijgend en met een somber gezicht. Naar achteraf bleek om te overleggen met zijn militaire advi seurs. Terwijl de Ljubljaners op de talrjke terras jes in de stad de onaankelijkheids-cham- pagne rijkelijk lieten vloeien, beraads laagden de president en zijn officieren over de verdediging van het land. Zo pak weg op het moment dat de laatste feest gangers naar huis gingen, werden de eer ste kiepwagens met barricademateriaal in de plantsoentjes geparkeerd en de kruispunten rond Ljubljana met bussen geblokkeerd. In de verklaringen de volgende ochtend reageerde de Sloveense regering veront waardigd en verbaasd over het legeroptre- den. Maar achteraf rijst de vraag of dat echt zo onverwacht kwam. De snelheid en de precisie waarmee de verdediging werd georganiseerd, was opmerkelijk. Binnen 24 uur waren de reservisten gemobili seerd, was er zo ongeveer op iedere straat hoek een wachtpost geplaatst en waren de JNA-kazernes van de buitenwereld afge sneden. Het Sloveense ministerie van informatie deed zijn werk perfect en de wereld werd dan ook in rap tempo op de hoogte gesteld van de vernietigingen die het leger had aangericht. Maar uiteindelijk leek het JNA aan alle kanten de grote verliezer. Niet voorbereid op echte weerstand raak ten tankcolonnes klem tussen Sloveense verdedigers, werden helikopters uit de lucht geschoten en kon het leger niet veel meer doen dan de onderhandelingen over terugtrekking uit Slovenië starten. Toch tekende zich in Slovenië het patroon af dat zich in de maanden daarna zou her halen, eerst in Kroatië, toen in Bosnië- Hercegovina: de soep zou steevast heter worden gegeten dan hij werd opgediend. De Slovenen waren voorafgaande aan de onafhankelijkheid vervuld van sombere voorgevoelens, maar de gewone burgers hadden zeker geen rekening gehouden met een mini-oorlogje. Iedereen ver wachtte een economische oorlog, maar bepaald geen aanval met tanks. Sober Dat lag anders in het buurland Kroatië, dat zich een dag vóór Slovenië al in een soort spoedprocedure onafhankelijk had verklaard. De Kroaten hadden de plech tigheden beperkt tot een kleine speech in het parlement en een receptie voor jour nalisten en genodigden. Ze hadden het niet voor niets zo beschei den gehouden. Zagreb wilde de toch al ge prikkelde gemoederen in de republiek niet onnodig irriteren. De onafhankelijk heid was vooraf gegaan door een aantal bloedige botsingen tussen Serviërs en Kroaten, waarbij dé moord op dertien Kroatische politieagenten begin mei in het Donaustadje Borovo Selo een droevig hoogtepunt was geweest. In Kroatië hield iedereen rekening met meer geweldadigheden. De Serviërs rond de stad Knin hadden zich al autonoom verklaard. Het opblazen van spoorweg rails en het in brand staken van winkels en huizen van Kroaten in Servisch gebied en omgekeerd was al aan de orde van de dag. Geweld tussen beide bevolkingsgroepen behoorde tot het leven van alle dag. Maar niemand, ook de regering niet, heeft op de dag van de onafhankelijkheid voor zien hoe gewelddadig de oorlog uiteinde lijk zou worden. Hoe groot de verwarring in regeringskring was en nog steeds is, V Foto geheel boven: Een Bosnische soldaat kijkt rond op de militaire begraaf plaats van Sarajevo, nadat hij daar het graf van een vriend heeft bezocht. foto Santiago Lyon Links: Studenten van de universiteit van Belgrado eisen het aftreden van de Servische president Milosevic. De betogers dragen spandoeken met teksten als: 'Ga weg', 'Heeft u voedsel voor kinderen?' en 'President, waarom hebben we geen vrienden?' foto E PA Boven: Bosnische militairen bewaken de straten van Sarajevo tijdens een staakt-liet-vuren van de strijdende partijen. foto Santiago Lyon Onder: Drie oude Bosnische mannen, die naar Zagreb vluchtten, zitten daar in het gras voor een moskee. De gevechten in Joegoslavië veroorzaken de grootste volksverhuizing sinds de Tweede Wereldoorlog. foto EPA blijkt alleen al uit de regelmatige wisse ling van bewindslieden. Zagreb verslijt de ene minister van defen sie na de andere en benoemt iedere paar maanden weer nieuwe mensen op binnen landse zaken en andere cruciale ministe ries. Dat geen van hen er ooit in slaagt het geweld tot stilstand te brengen, is op zich niet zo vreemd. Maar alle machtswisselin gen leggen de interne zwakte van de Kroa tische regering pijnlijk bloot. Februari vorig jaar, slechts enkele maan den voor het uitbreken van de burgeroor log, verklaarde de toenmalige Kroatische minister van defensie en ex-generaal Mar tin Spegelj nog dat hij een ingrijpen van het Joegoslavische leger in Kroatië eigen lijk uitsloot. 'Psychologische oorlogsvoe ring', zo omschreef hij het dreigende in grijpen van het JNA op dat moment. Half mei, twee weken na de moord op de agenten in Borvolo Selo, beweerde de ka binetschef van het ministerie van toeris me in Zagreb Davor Faget nog, dat toeris ten volkomen veilig naar Kroatië konden reizen, zolang ze bepaalde gebieden maar meden. Zonder blikken of blozen deed hij de berichten over een dreigende burger oorlog af als 'Servische propaganda'. De waarheid is simpelweg dat de Kroaten de Servische reactie op hun onafhanke lijkheid hebben onderschat. Ook op een ander punt hadden ze misgerekend: ze verwachtten dat de wereld Kroatië on middellijk zou erkennen en te hulp zou snellen, al hadden ze vaak genoeg te horen gekregen dat dat niet het geval zou zijn. Al met al hebben de Kroatische politieke leiders hun volk en heel Joegoslavië tame lijk roekeloos in een avontuur gestort waarvan ze de reikwijdte op dat moment niet konden of wilden overzien. Maar ook de Slovenen hebben medever antwoordelijkheid voor het Joegoslavi sche drama. De regering in Ljubljana heeft er in de maanden voor de onafhanke lijkheid bewust (en terecht) op gegokt dat Slovenië buiten de grootste misère zou blijven. Vanuit Belgrado waren hinten ge noeg gekomen dat een onafhankelijk heidsverklaring van Slovenië niet echt hoog opgenomen zou worden. In Ljubljana is de onafhankelijkheid daar om doorgezet, ook al waren de politici zich er zeer wel van bewust dat Kroatië zich gedwongen zou zien het Sloveense voor beeld te volgen en dat Macedonië en Bos- nië-Hercegovina, ook al geen vrienden van Servië, in een zeer moeilijke positie gemanoeuvreerd zouden worden. De Slo venen hebben de problemen die daar on vermijdelijk uit voort moesten komen, op de koop toegenomen. De Sloveense en Kroatische politici heb ben altijd betoogd dat de onafhankelijk heid noodzakelijk was, omdat de situatie in Joegoslavië vanwege de dominantie van het neo-communistische Servië on dragelijk was geworden. Zeker in het licht van de latere ontwikkelingen heeft die be wering wat belachelijks. De onvrede over de Servische dominantie stond in geen en kele verhouding met het leed dat een oor log veroorzaakt. Het staat buiten kijf dat de Servische poli tici in Belgrado de eerstverantwoordelij ken zijn voor het geweld in het vroegere, Joegoslavië. Maar het is de politici in Slo venië en Kroatië op zijn minst te verwijten dat ze zeer ongeduldig zijn geweest en niet de moeite hebben genomen de ontwikke lingen in Servië zelf af te wachten. Servië mag een groot stempel op Joego slavië hebben gedrukt, het land was op het moment van de Sloveense en Kroati sche onafhankelijkheid geen ondragelijke dictatuur. Er waren forse meningsver schillen over de economische ontwikke ling, waarbij Slovenie voor een markteco nomie was, terwijl Belgrado iedere werke lijke vernieuwing van de economische structuur boycotte. Maar ook Servië stond in de eerste helft van het vorige jaar aan de vooravond van grote veranderingen. In maart vonden er grote demonstraties voor persvrijheid bij radio en televisie plaats, die aanvankelijk hardhandig uit elkaar werden geschoten maar later zeer succesvol bleken. De rege ring deed toezeggingen, de leiding van de televisie werd ontslagen, de minister van binnenlandse zaken vervangen, ook bij de regeringskrant Politika rommelde het. Diep dal Het klimaat was rijp voor verandering. De Servische economie zat in een diep dal, honderdduizenden werknemers hadden al maandenlang geen loon meer uitbe taald gekregen en de onvrede onder de traditionele aanhang van de regerende so cialistische partij groeide. President Milo sevic zag zijn positie ernstig verzwakt. In een vreedzaam Joegoslavië was het niet meer dan een kwestie van tijd geweest, eer hij had moeten opstappen. Het Kroatische streven naar onafhanke lijkheid kwam voor Milosevic dan ook ge roepen. Het nationalisme in Zagreb gaf hem alle ruimte zijn eigen nationalisme uit te spelen en zo de aandacht van de eco nomische problemen in Servië af te leiden. Milosevic kon een burgeroorlog met de Kroaten goed gebruiken en hij kreeg die door de geforceerde onafhankelijkheids- politiek van de Kroatische president Franjo Tudjman in de schoot geworpen. Volgens sommige Servische oppositielei ders heeft Milosevic direct na de studen tendemonstraties vorig jaar fnaart al met de generaals van het JNA overlegd hoe ze de spanningen in Kroatië konden gebrui ken om hun eigen machtspositie te hand haven. Of dat waar is of niet. vast staat in ieder geval dat Milosevic' politieke positie gered was toen de oorlog in Kroatië echt uitbrak. De oppositie in Belgrado had geen enkel antwoord op zijn nieuw verworven popu lariteit. Het ene moment riep Vuk Drasko vic, leider van Servische Vernieuwingsbe weging, de grootste oppositiepartij, op tot de vorming van een eigen Servisch leger en kondigde hij aan met zijn eigen garde in Kroatië te zullen gaan vechten. Het vol gende moment verklaarde hij tegen de oorlog te zijn en riep hij om de hulp van Europa. Maar ook Milosevic kon niet eeuwig pro fiteren van de burgeroorlog. De Serviërs hadden een korte, snelle strijd verwacht en een glorieuze overwinning. In plaats daarvan kwamen de ziekenhuizen vol te liggen met gewonden, vond er een uitput tingsslag plaats rond Vukovar en waren de militaire-resultaten bedroevend. Weliswaar is een derde van het grondge bied van Kroatië door de oorlog getroffen. Maar wat de Serviërs echt in handen heb ben gekregen, is eigenlijk een klein ge bied: een strook in Oost-Slavonië en een stuk rond Knin. En zelfs die winst is twij felachtig, want volgens de afspraken met de VN moeten die gebieden uiteindelijk weer onder Kroatische zeggenschap ko men. Verleden Na de gebeurtenissen in Kroatië was de oorlog in Bosnië haast onvermijdelijk. Ze ker nadat Macedonië zich onafhankelijk had verklaard, kon Bosnië geen deel meer blijven uitmaken van Joegoslavië. Dat was voor de meerderheid van de bevol king, de moslims en de Kroaten, onaan vaardbaar. Maar even duidelijk was dat de Servische minderheid zich niet zou neerleggen bij onafhankelijkheid. Iedere Bosniër had het - in gesprekken in de kroeg, op politieke manifestaties of bij de bon-el thuis - al gezegd: als het hier ooit begint, wordt het erger dan in Kroatië. Bosnië met zijn gemengde bevolking gold als het schoolvoorbeeld van een republiek waar verschillende volkeren goed met el kaar samenleefden. Maar Bosnië heeft ook een bloedig verle den, bloediger dan welke andere repu bliek. De wreedheden die er in de Tweede Wereldoorlog zijn begaan, bleken nog lang niet vergeten. Er was niet veel voor nodig om oude angsten weer te laten ople ven en het was niet moeilijk buren tegen elkaar op te zetten. Het woord genocide hoefde maar één keer te vallen en iedereen haalde zijn geweer uit het vet. Toen het misging, ging het dan ook erger mis dan wie dan ook verwacht had. Slechts enkele weken voordat de burger oorlog echt uitbrak, blokkeerden Serviërs de straten van Sarajevo. Zelfs Belgrado reageerde geschrokken, want Servië stond internationaal al onder druk en wil de niet nog meer problemen. De Bosnisch -Servische leider Radovan Karadzic (van geboorte overigens een Montenegrin) werd op het matje geroepen. Met veel moeite verdwenen de barricades weer van straat, niet in de laatste plaats omdat tienduizenden bewoners van Sarajevo de straat opgingen om te protesteren tegen het geweld. Na dat incident toonde de Bosnische pre sident Alijah Izetbegovic zich optimis tisch over de toekomst: „Wat hier is ge beurd, zal nooit meer gebeuren. Dit zullen we nooit meer toelaten in Sarajevo. De be volking is de volgende keer bereid om met honderdduizenden de straat op te gaan". Weer leek een Joegoslavische politicus niet te kunnen geloven dat het ooit zo erg zou worden als hij in zijn meest pessimisti sche voorspellingen had gedacht. En het werd zelfs nog erger. Maar inmiddels zit ook de Servische presi dent Milosevic met een probleem. De meeste Serviërs zijn de oorlog zat. Geen benzine, hyperinflatie, totale politieke en economische isolatie, dat was niet wat ze zich een jaar geleden ervan voorstelden. Maar een oorlog beginnen is één ding, hem Stopzetten is een andere zaak. De regering in Belgrado, en dus Milosevic, is zijn greep op de gebeurtenissen verlo ren. Dat bleek onlangs duidelijk toen de top van het Joegoslavische leger instem de met de ontruiming van de kazernes in Sarajevo en de overdracht van het daar opgeslagen wapentuig aan de Verenigde Naties. Niet alleen gingen de Serviërs in Bosnië niet met de overeenkomst ak koord. Toen het leger zich toch aan de af spraak wilde houden, kwamen de JNA-ba- rakken zelfs enige tijd onder Servisch vuur te liggen. Milosevic heeft zijn politieke leven dank zij de burgeroorlog een jaar gerekt. Maar het enige wat hij uiteindelijk heeft be reikt, is de totale destabilisering van Ser vië zelf. Oppositieleden vrezen echter dat de president het eerder laat aankomen op een burgeroorlog in Servië zelf dan af te treden onder druk van de internationale economische boycot en de protesten in ei gen land. Runa Hellinga

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1992 | | pagina 27