Ik heb geen tijd De ijzeren wachter PZC Probleem van de jaren 90 Riant reportage 25 ZATERDAG 20 JUNI 1992 Daar heb ik geen tijd voor' is waarschijnlijk de meest gebezigde kreet aller tijden. Veel mensen hebben problemen met tijd. Te weinig tijd voor dit en te weinig voor dat. Voor de dingen die ze zouden moeten doen of willen doen. Weliswaar een luxe-probleem, maar toch... Tijd: hét probleem van de jaren negentig. Ik zou zo graag dit willen doen of dat, maar ik heb geen tijd." Her kenbaar, dat zinnetje? Voor heel veel mensen in elk geval wel. Of je nu alleen woont of samen of een ge zin hebt, het probleem blijft het zelfde. Bijna iedereen laat dingen liggen, omdat men er simpelweg geen tijd voor kan vrijmaken. Maar er is hoop. Onder de titel Daar heb ik geen tijd voor hebben Dianne Schellekens en Addy Schortinghuis-Sprangers een handleiding voor tijdbeheer ge schreven, die zowel voor alleen staanden als gezinnen is bestemd. Addy Schortinghuis heeft op dit terrein jarenlange ervaring met het adviseren van echtparen en al leenstaanden. Dianne Schellekens is huishoudkundig ingenieur en werkzaam bij de Katholieke Vrou wenorganisatie van de NCB in Til burg. Hun boekwerk is een praktische handleiding voor mensen in aller lei leefsituaties. Zoals daar zijn partners zonder kinderen ofwel met kleine kinderen ofwel met tie ners in huis, mensen in de vut of met pensioen, eenoudergezinnen, alleenwonenden of mensen in een woongroep. Alles draait, zo zeggen de twee schrijfsters, om het uitvoeren van een zelfonderzoek. Zoek de knel punten op aan de hand van een ac tiviteitenlijst. Ontdek wat je het liefste wilt, maar waar je niet aan toekomt. Spoor die knelpunten op en pak ze aan. Leer conflicten uit de weg te gaan door te onderhan delen over tijd. Creëer tijd en leef gelukkiger, is de mooie boodschap van Dianne Schellekens en Addy Schortinghuis. „Ik denk dat dit hele probleem steeds meer de kop opsteekt," zegt Dianne Schellekens (29). „Er wordt steeds meer van mensen verwacht. Vrouwen gaan meer de arbeids markt op, maar er wordt wel van ze verwacht dat ze ook het gezin en het huishouden draaiende hou den. Mannen krijgen daardoor een stukje zorg erbij. Met als gevolg dat er steeds minder vrije tijd over blijft. Het probleem is typisch iets van deze tijd. Adviezen Addy Schortinghuis heeft in de loop der jaren heel veel adviezen gegeven over budgetten. Zij be merkte dat veel mensen eigenlijk net zoveel, zo niet meer, behoefte hadden aan een handreiking qua tijdbeheer. „Tijd is niet in te delen in vakjes," zo bedacht ze, maar prioriteiten stellen is wel degelijk mogelijk. Het uitgangspunt is: Doe de dingen die je leuk vindt. Aan de hand van een activiteiten lijst kunnen partners, los van el kaar, die dingen aankruisen. „En dan naast elkaar leggen." zegt Schellekens. „Het opvallende is dat de meeste partners van elkaar niet eens weten wat ze het liefste zouden willen doen." De bedoeling van de handleiding is uiteindelijk, zo zegt ze, dat er meer en beter wordt gecommuniceerd. Maar dat er in elk geval afspraken worden gemaakt. Schellekens: „Een van de redenen waarom men sen uit elkaar gaan is dat er on enigheid bestaat over de tijd die ze samen doorbrengen. Uit een on derzoek naar onvrede in relaties uit 1983 bleek al dat dit punt het hoogste scoorde, zowel bij mannen als bij vrouwen. Onze handleiding is een methode om tot een betere communicatie te komen. Als men sen gaan samenwonen, verkeren ze meestal in een flinke roes. Er worden geen afspraken gemaakt over wie de was doet, wie de bood schappen haalt. Maar dat is wel be langrijk, wil er ook nog tijd over schieten voor andere en leuke din gen. Samen Anita (38) en Evert (42), zo ver meldt het boek, realiseerden zich dat ze nauwelijks tijd voor elkaar hadden. Uit elkaar gaan zat er dik in. Na het invullen van de activitei tenlijst, spraken ze af een avond per veertien dagen samen uit te gaan en ten minste een dag per maand voor familie of relaties te bestemmen. Het heeft gewerkt. „Tijd vrijmaken is in de eerste plaats een kwestie van instelling," «eggen de twee schrijfsters in hun boek. „Als je die tijd namelijk niet specifiek reserveert, gaat die on herroepelijk op aan achterstallige administratie en andere klusjes tussendoor. Ongetwijfeld zeer nut tig allemaal, maar je doet er jezelf wel te kort mee." Volgens Schellekens en Schorting huis moet je zeker als je een baan buitenshuis hebt, ten minste een dag of avond per week (het abso lute minimum) tijd vrijmaken voor jezelf om leuke dingen te doen. Desondanks blijft het een luxe probleem. „Het idee is: realiseer een of twee dingen die je echt wilt doen. Sommigen ontdekken dat ze gewoon teveel dingen tegelijk wil len doen. Dat kan natuurlijk'ook achter elkaar, je hoeft niet alles op hetzelfde moment te willen, want dan kom je zeker in tijdsproble men." Cursussen Het boek is bedoeld voor alle men sen die regelmatig vinden dat ze ergens geen tijd voor hebben. Een hele brede doelgroep dus. „Tijd is op dit moment erg in als onder werp," vervolgt Schellekens. „Er worden opeens heel veel time-ma- nagementeursussen gegeven. Maar voor alles geldt dat het be langrijk is dat je weet hoe je je tijd wenst te besteden. Het uitwerken van onze activiteitenlijst is een be wustwording van wat je wensen zijn. Dat je je gelukkiger voelt in je tijd. Bovendien, als je leuke dingen doet, lijkt de tijd ook langer te du ren." Wie op dit terrein echt in de proble men komt, moet volgens haar mis schien ook wel concessies doen. Bij voorbeeld kiezen voor een vier daagse werkweek in plaats van een vijfdaagse. „Het is trouwens opval lend dat mensen met een betaalde baan veel minder tijd nodig heb ben om hetzelfde huishouden te doen als mensen die geen betaalde baan hebben. Dus daar zit al heel veel ruimte in. En als je het huis houden vervelend vindt, organi seer het dan zo dat je daar weinig tijd aan hoeft te besteden. Gebruik kasten om je troep op te bergen. Dan lijkt je huis toch aan kant. Of als je thuis een hulp hebt, geef die dan de karweitjes die je zelf niet leuk vindt." Een voormalig medewerker van de afdeling sociale zaken van Transa- via Holland BV heeft ooit eens een lijstje grote tijdverspillers opge steld. In volgorde: niet plannen, crisissituaties (stel vervelende za ken niet uit), niet effectief vergade ren, storingen door telefoon en be zoekers, een rommelige werkplek, niet kunnen of durven delegeren, niet 'neen' kunnen zeggen en tot slot uitstellen. Om morgen meteen mee aan de slag te gaan. Evelien Baks 'Daar heb ik geen tijd voor', een hand leiding voor tijdbeheer van gezinnen en alleenstaanden, door Addy Schorting huis-Sprangers en Dianne Schellekens, uitgeverij Jan van Arkel, 96 pag.,fl5,-. STANDPLAATS Budapest Wat ik nou weer heb meege maakt". Pieteen goede Neder landse vriend, had de duivelse grijns op zijn gezicht die hij meestal krijgt als de Hongaren in zijn ogen weer eens iets heel erg fout hebben gedaan. Vaak, en ook in dit geval, gaat het dan over de bouwkun dige kwaliteiten van zijn woning. Hij woont riant, oppervlakkig bekeken. Een ruime nieuwbouwwoning in de heu vels van Buda, met vloerverwarming en een terras met een weids uitzicht over de bossen en de stad. Zijn huis, door de eigenaar gemeubi leerd verhuurd, is de typische Hongaar se uitvoering van de Amerikaanse droom: diepvries, mbouivkeuken, afwas machine, ivasdroger. Gelukkig konden ze de verhuurder overhalen het absolute pronkstuk, een spuuglelijk ivit wand- meubel met gouden krulletjes, elders op te slaan. Dat kostte nog veel moeite. Verhuurders vinden het heel gewoon om je voor drie a vierduizend gidden huur per maand op te zadelen met meubels die je nog niet zou willen hebben als je geld toe kreeg. Buda, het rijke gedeelte van de Hon gaarse hoofdstad, staat vol met dit soort huizen. Aan de buitenkant ogen ze als de degelijkheid zelve: dikke, witgepleister de muren, donkere balken, dubbel glas en een paar zeer onwaarschijnlijke uit stulpingen die door de architect artistiek werden gevonden. Ook binnen hebben ze een aantal geza menlijke kenmerken. De traditionele parketvloer is, tot groot verdriet van de meeste buitenlandse huurders, meestal vervangen door beige tegels. Daaronder verschuilt zich een vloerverwarming, ge woonlijk aangesloten op een ketel die het iedere winter meerdere keren begeeft. Er is dubbel glas, zeker, maar meestal kieren de raamkozijnen zozeer dat de barre Hongaarse winter toch wel naar binnen blaast. Het oogt allemaal fraai, maar als je de massief eikenhouten keu kenkastjes beter bekijkt, blijken ze gefi neerd te zijn en als je een beetje aan het gordijn trekt, valt het naar beneden. Zonder uitzondering hebben dit soort woningen een fors aantal badkamers. Twee is het minimum, drie tot vier heel gewoon. En meestal zijn er dan ook nog meerdere aparte ivc's. Die overvloed aan sanitair ivordt vaak gecompenseerd door een veel te kleine woonkamer, waar je geen meubelstuk kwijt kunt. Voor Piet is het wel prettig dat er twee badkamers zijn, want regelmatig is een van beiden buiten gebruik. Ook nu weer. Dit keer hadden de benedenburen ge klaagd: een lekkage. De loodgieter stel de vast dat de afvoer van de wc in de bad kamer omhoog liep in plaats van omlaag en dat het eigenlijk een wonder was dat het nu pas misging. Toen Piet bij de buren de schade ging op nemen, kwam hij tot een nieuwe ontdek king. De waterleidingen in het hele huis zijn van ijzer gemaakt en in het beton weggewerkt. Gevolg: roest aan de bin nen- en buitenkant van de leiding. „Drie, hooguit vier jaar, dan spuit het water hier uit alle muren", zei hij opgewekt. Zijn buurman trok wat bleek weg toen hij de roestige pijpen zag. Hij kende het eu vel maar al te goed: als manager bij het Budapester Hilton-hotel had hij kort daarvoor de nodige waterballetten mee gemaakt. Het hotel is pas een paar jaar oud, maar heeft inmiddels alle buizen moeten vervangen. Piet zit er niet mee. Die gaat binnenkort toch naar Nederland. Hij kijkt al reik halzend uit naar al die uren die hij dan bespaart omdat hij niet voor de vierde keer in een winter hoeft te gaan zitten wachten op de verwarmingsmonteur die bij het zien van de ketel een gezicht trekt alsof hij van dit apparaat geen enkel ver stand heeft. Levend, verleden De oudste gietijzeren vuurtoren van Nederland bij Nieuwe Sluis, gefotografeerd kort voor de uitvoering van de Deltawerken en de aanleg van de Panoramaweg. foto Wim Riemens r andaag in de rubriek Levend Verleden een zeer duidelijk baken van Toen: de ijzeren vuurtoren van Nieuwe Sluis. Achterop een 'vuurtoren' (een bankbiljet van 250 gulden) is hij niet te vinden. Om onbekende reden is de vuurtoren van Nieuwe Sluis bij Breskens niet opgenomen in het rijtje dat ont werper R.D.E. Oxenaar op de achterkant van het biljet ver meldt. Dat de kustbakens van Westerschouwen en Westkapelle wel zijn vernoemd - de vuurtoren van Haamstede straalt de geluk kige bezitter zelfs vanaf de voor kant van het biljet tegemoet - strooit nog meer zout in de Zeeuws-Vlaamse wond. Het Zeeuws-Vlaamse hart zal naar alle waarschijnlijkheid blij ven bloeden. Als De Nederland- sche Bank al genegen zou zijn om de tekst van het biljet aan te pas sen, gooit een eigen verbod roet in het eten. 'De namaker of ver valser wordt gestraft', meldt het biljet streng. Geen bancaire er kenning voor het Bressiaanse kustbaken dus. Terwijl het toch gaat om een 'gebouw van alge meen belang wegens oudheid kundige waarden en uit oogpunt van geschiedenis der technische ontwikkelingen': de motivatie voor staatssecretaris Wallis de Vries van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk om de vuurtoren in 1981 op te nemen op de Monumentenlijst. De lichtopstand van Nieuwe Sluis is de oudste gietijzeren vuurtoren die nog langs de Ne derlandse kust is te vinden. De achtkantige, kegelvormige to ren, gebouwd in 1866 en in 1867 in gebruik genomen, was de derde gietijzeren kustwachter. De eer ste gietijzeren vuurtoren verrees in 1856 in Renesse. Het Schouw- se exemplaar werd al in 1915 af gebroken. Ouddorps ijzeren vuurtoren hield het nog geen hal ve eeuw vol; in 1862 gebouwd en al in 1911 neergehaald. Het bouwen in gietijzer raakte halfweg vorige eeuw in zwang. De bouwwijze kwam overwaaien uit Engeland. Gietijzer bleek uit stekend geschikt om vuurtorens van te bouwen. Het materiaal was makkelijk verwerkbaar en letterlijk ijzersterk. De wanden hoefden maar enkele centime ters dik te zijn en de ijzeren pla ten konden onder de moeilijkste omstandigheden worden gemon teerd. Zo'n gietijzeren toren schoot heel wat sneller de lucht in dan de stenen soortgenoot. De kos ten waren dan ook aanmerkelijk lager. Behalve de elf ijzeren vuur torens langs de vaderlandse kust werden er ook nog twintig ge bouwd voor het toenmalige Ne- derlandsch-Indië. Vijftien van de 'koloniale' lichtopstanden doen nog immer dienst. Fier De Bressiaanse vuurtoren staat na 125 jaar nog immer fier over eind. Rechter dan ooit te voren. „De vuurtoren stond altijd een beetje scheef op de dijk. maar na de uitvoering van de Deltawer ken en de aanleg van de Panora maweg lijkt hij een beetje minder uit het lood te staan", weet een medewerker van waterschap Het Vrije van Sluis. Zijn woorden zijn maandag te controleren. Dan verdwijnen de steigers die zo'n 2,5 maand rondom de ijzeren wachter stonden. Het gespecialiseerde Rotter damse bedrijf Smit Iso Mainte nance heeft de vuurtoren van on der tot boven opgeknapt. Eerst is het gebouw gegritstraald en ver volgens van binnen en van bui ten geschilderd. Weer in de kleu ren zwart en wit. Andere kleuren hebben de Smit-medewerkers niet onder de verflagen gezien. „De toren is gegritstraald, oude verflagen zijn daarbij niet naar voren gekomen", zegt bedrijfslei der H. Kant. Geel Oudere Bressiaanders kunnen zich echter herinneren dat de vuurtoren vroeger rood-wit en zelfs geel is geweest. Tonny van Noord, de zoon van de laatste vuurtorenwachter, kan zich niet herinneren dat de Bressiaanse wachter een andere kleur heeft gehad dan zwart-wit. Hij weet het niet helemaal zeker, maar denkt dat het om fabeltjes gaat. J. Boekhout, hoofd technische dienst van het Het Vrije van Sluis en volbloed-Bressiaander, weet uit eigen herinnering nog dat 'Nieuwe Sluis' rood-wit was geschilderd. „En oudere Bres siaanders hebben me verteld dat hij vroeger bekend was als 'de ge le toren'. Tot nu toe heb ik geen documentatie gevonden over het waarom van die kleurverande ringen." Boekhout vindt het niet gek dat Van Noord zich het vroegere jas je van de vuurtoren niet weet te herinneren. De Van Noords kwa men in 1959 van Haamstede naar Breskens. Het zwart-witte pak was Nieuwe Sluis destijds al aan gemeten. Ook P. van Beek, hoofd logistiek van de dienst Vaarweg markering van DGSM. kan geen definitief uitsluitsel geven. Het verhaal dat het zwart-wit en rood -wit een bepaalde vaarroute van de Noordzee naar de Wester- schelde aangaven, komt hem niet onwaarschijnlijk voor. „Maar ik weet niet of die theorie helemaal kloppend is te maken en het blijft vreemd dat de kleu ren dan enkele keren veranderd zouden zijn." Romantiek Tonny van Noord heeft nog net de romantiek van het vuurtoren-, wachtersbestaan mogen mee maken. Vader die met een kan netje olie de gietijzeren trapjes op moest, het wonen onder aan de dijk in een huisje. (Dat moest wijken voor de Deltawerken). „We woonden vlak achter de dijk in zo'n ouderwets huisje. Als je 's avonds in bed. lag en het waaide een beetje, wapperde het haar op je hoofd. Het enige wat ik nu nog over heb, is een rozet dat vroeger bij ons aan de muur hing." Toen zijn vader in Breskens hoofdwachter was, werd Tonny al aangesteld als hulpwachter. Later besloot hij in de voetspo ren van zijn vader te treden door ook bij de kustwacht aan te mon steren. Weliswaar niet als vuur torenwachter, maar als opvaren de. intussen gezagvoerder, bij de Patrouille Opsporingsdienst (POD). Destijds leek die keuze te passen in veranderende, moder ne tijden. Nu wordt de POD met opheffing bedreigd en zal in elk geval sterk ingekrimpen, maar de vuurtoren van Nieuwe Sluis wordt voorlopig niet opgeheven. „Die toren staat er nog minstens een eeuw en waarschijnlijk lan ger. In ieder geval langer dan u en ik zullen meemaken", weet uitvoerder Kant zeker. René Hoonhorst

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1992 | | pagina 25