Tweespalt
rond de
boomkor
De balans slaat altijd door
Visserijbeleid
als kop van Jut
PZC
reportage
ZATERDAG 20 JUNI 1992
Het visserijbeleid kentert. Minister Bukmans structuurnota voor de jaren
negentig 'Vissen naar evenwicht' zweemt naar meer bescherming van de
natuur. In de kustwateren moeten de vissermannen een stap terugdoen. Maar
de weegschaal is nog niet in balans. De aangekondigde beperkingen gaan de
visserij, vooral de schelpdierkwekers, te ver. Zij spreken over de groeiende
macht van de ecocraten, die het beleg van hun boterham willen snaaien. Ze
zullen niet zonder slag of stoot capituleren. De zeevissers voelen zich
eveneens in het nauw gedreven. Wie hun grote boomkorren schadelijk durft te
noemen, moet dat eerst maar eens met harde bewijzen staven.
Ook in het kamp van de natuur- en milieubeschermers heerst ontevredenheid.
De nieuwe beleidsvoornemens van de minister ruiken naar een compromis,
dat een ongestoorde ontwikkeling van belangrijke biotopen te weinig
waarborgt. Kortom, meer pretentie dan inhoud. Reden voor vissers èn
natuurbeschermers de beleidsvoornemens de komende maanden stevig te
attaqueren.
De vaste kamercommissie voor de visserij neemt woensdag alvast een
voorschot op de structuurnota. Het parlement buigt zich in het najaar over
Bukmans toekomstvisie op de visserij.
Voorzitter J. Nooitgedagt van de Nederlandse Vissersbond zucht eens
diep: „Waarom ben ik nog lid van Greenpeace Hij voelt zich
verbonden met de milieubeweging. Visserij en milieubeweging zijn geen
natuurlijke tegenpolen. Ze hebben elkaar nodig. Nooitgedagt voelt zich
echter in de rug aangevallen door verklaringen van Greenpeace (en ook de
Werkgroep Noordzee) over de effecten van intensieve visserij op het
Noordzee-milieu. De term 'intensieve visserij' is direct ontleend aan de
landbouw, aan 'intensieve veehouderij'.
Nooitgedagts collega K. Kra
mer van de Federatie van Vis
serijverenigingen kan er ook over
meepraten. Vooral vissers met gro
te kotters zijn bij de Federatie van
Visserijverenigingen aangesloten.
Zij vissen met de boomkor, een vis
tuig dat, zoals Kramer het formu
leert, 'in een kwalijke reuk' staat.
Hij heeft gelijk gekregen. Het mi
nisterie van Landbouw, Natuurbe
heer en Visserij wil de zware boom-
korvistuigen verbieden.
Greenpeace en de Werkgroep
Noordzee ondersteunen dat be
leidsvoornemen van harte. De
boomkorvisserij is vernietigend
voor het leven op de zeebodem. En
niet alleen dat. De boomkorvissers
snijden zichzelf in de vingers. Die
vorm van visserij is te doelmatig.
Met de grote viskotters die de laat
ste jaren zijn gebouwd, wordt naar
verhouding eerder minder gevan
gen. De opbrengsten dalen zelfs.
De milieubeweging weet heel goed
op welk moment zij haar ideeën
naar buiten moet brengen. De vis
serijspecialisten in de Tweede Ka
mer discussiëren volgende week
over het visserijbeleid van minis
ter drs P. Bukman. Greenpeace en
de Werkgroep Noordzee hebben
een signaal afgegeven aan de poli
tiek, zoals het Nederlands Insti
tuut voor Onderzoek der Zee
(NIOZ) dat vorig jaar heeft gedaan.
Het NIOZ bracht de rapportage
Beschermde gebieden Noordzee
uit, met de ondertitel Noodzaak en
mogelijkheden.
Wekkerketting
In het NlOZ-rapport moet de
boomkorvisserij het sterk ontgel
den. De boomkorvissers werken
met twee netten, die aan weerszij
den van het schip over de zeebo
dem worden voortgetrokken. Aan
de netten zitten stalen kettingen,
die de platvis (tong en schol) uit de
grond moeten jagen. In de zuidelij
ke Noordzee worden de zwaardere
kettingmatten gebruikt. Er is an
ders geen doorkomen aan op de
met stenen bezaaide zeebodem.
De discussie over de boomkorvis
serij spitst zich toe op de vraag hoe
sterk de boomkorren en vooral de
stalen wekkerkettingen het leven
in de zeebodem verstoren. Het
NIOZ baseert zich voornamelijk
op onderzoeken die in de jaren ze
ventig zijn gedaan. De kettingen
van boomkorren bleken acht a tien
centimeter in zachte zeebodems
door te dringen en anderhalve cen
timeter in harde. In 1990 is nog
eens zo'n studie verricht met mo
derne commerciële boomkorren.
De wekkerkettingen van dat vis
tuig woelden harde grond tot een
diepte van zes centimeter om. Al
thans, de studie leverde daarvoor
aanwijzingen op.
Het NIOZ concludeert dat de
grootschalige visserij binnen de
Nederlandse sector van de Noord
zee heeft geleid tot aanzienlijke
verschuivingen in het ecologisch
systeem èn dat beschermende
maatregelen nodig zijn.
De twijfels over het NlOZ-rapport
zijn groot en niet alleen onder vis
sers. Drs P. H. Draaisma, directeur
Visserijen bij het ministerie, is zelfs
van mening dat het NIOZ te veel
veronderstelt en te weinig hard
maakt. Hij is zelfverzekerder over
het vernietigende effect van ket
tingmatten. „De zeesterren
vliegen je dan werkelijk om de
oren", weet Draaisma.
„Waarop baseert Draaisma die
kennis vragen de Arnemuidse
reder J. Meulmeester en Nooitge
dagt van de Nederlandse Vissers
bond zich in koor, af. „Laat hij dat
eerst maar eens bewijzen. Ook zijn
verhaal is niet wetenschappelijk
onderbouwd."
Alles lijkt daar om te draaien: de
wetenschappelijke onderbouwing.
„Da's toch heel logisch", reageert
Meulmeester. „Als er wordt gezegd
dat een auto veel veiliger is dan
een fiets, dan moet dat ook eerst
worden bewezen." Het visserijbe
drijfsleven weet dat het met bewij
zen .moet komen. Het Rijksinsti
tuut voor Visserij-onderzoek (RI-
VO) heeft van het Produktschap
voor Vis en Visprodukten de op
dracht gekregen de effecten van de
boomkorvisserij in kaart te bren
gén.
Harmen van der Werf
Als het aan minister Bukman ligt zal
de kustvisserij waarschijnlijk het
zelfde proces moeten doormaken als de
landbouw. De maatschappij prikt lang
zaam maar zeker door de romantiek
heen. Romantiek van vrije jongens die
woelige wateren trotseren om de consu
ment culinaire lekkernijen te bezorgen.
De werkelijkheid is iets anders. Moderne
schepen met een batterij computers en
efficiënt vistuig aan boord kunnen zeeën
overbevissen en natuurgebieden geweld
aandoen. Boert de landbouwer op eigen
grond, de kustvisser verdient zijn brood
in wateren, die primair een natuurfunc
tie hebben, zoals de Oosterschelde en de
Waddenzee.
Boeren en vissers hebben met elkaar ge
meen dat maatschappelijke groeperin
gen en de overheid hen niet langer volle
dige vrijheid gunnen. Werd de boer ge
dwongen minder kwistig gewasbescher
mingsmiddelen en onkruidverdelgers te
spuiten of zelfs uit te bannen, de minister
verlangt nu dat mosselkwekers, kokke
laars en in mindere mate garnalenvissers
zich aanpassen, omdat de maatschappij
natuurschade steeds minder tolereert.
Over de vraag of de kustvisserij daad
werkelijk gekoesterde stukjes natuur
schade berokkent, woeden heftige dis
cussies. Bukman is er in elk geval van
overtuigd dat het wel zo is. Dat blijkt uit
de beperkende maatregelen die hij voor
stelt in de structuurnota zee- en kustvis
serij 'Vissen in evenwicht'. De bewinds
man wil natuur en visserij van elkaar
scheiden in wateren waar deze twee func
ties elkaar niet verdragen. In de praktijk
betekent dat het sluiten van gebieden.
In het nieuwe visserijbeleid voor de jaren
negentig lijkt dus sprake van een om
slag. Lijkt, want de milieuvoorvechters
roepen dat de natuur er bekaaid vanaf
komt. De tijdens de Waddenzee-confe
rentie in het Deense Esbjerg gewekte
verwachtingen, worden allerminst inge
lost. Sluiting van een kwart van de
droogvallende platen en de tussenlig
gende geulen in de Waddenzee en een ze
vende deel van de Oosterschelde voor
mosselzaad- en kokkel visserij, is in hun
ogen een doekje voor het bloeden. „Ne
derland heeft zich in Esbjerg verplicht
tot het sluiten van aanzienlijke gebieden
op het Wad, maar de uiteindelijke per
centages vallen ons bitter tegen. Boven
dien zijn alle voorstellen van de groene
poot van het ministerie van Landbouw,
Natuurbeheer en Visserij gesneuveld.
Die betroffen onder meer het afgrende
len van ruim de helft van de Waddenzee.
In de structuurnota overheerst dus het
visserij belang en dat betreur ik, temeer
omdat de minister voorbijgaat aan het al
jaren lopende natuurbeschermingsbe-
leid voor de Waddenzee", meent Hans
Revier, bioloog en actiecoördinator van
de Waddenvereniging.
Voor de Oosterschelde en Voordelta
klinkt hetzelfde wijsje. Door het 'magere'
verbod op schelpdiervisserij (hoofdzake
lijk kokkelvisserij) in de noordoostelijke
tak en de helft van de Roggenplaat, blij
ven natuur en visserij met elkaar op ge
spannen voet staan, De Zeeuwse Milieu
Federatie (ZMF) pleit er dan ook voor de
gehele Roggenplaat en tevens de Zand-
kreek tot verboden gebied te verklaren,
maar de minister wil daar pas in het jaar
2000 over praten. Woordvoerder Thijs
Kramer: „In ondiepe kustwateren weten
de schelpdiervissers de kokkel- en mos-
selbanken feilloos te vinden en leeg te
vissen. De technische ontwikkeling in
die sector heeft ervoor gezorgd dat ecolo
gische grenzen zijn overschreden. Wil je
kenmerkende milieutypes behouden, en
dat lijkt me logisch in een wetland-ge-
bied, dan moet je de visserij beperken."
De visserij krijgt in de Voordelta dan wei
nig voet aan de grond, toch wordt voor de
kust van Schouwen mosselzaadvisserij
toegestaan. „Da's jammer, want het ge
bied ontstaat uit zichzelf en er doen zich
allerlei spontane processen voor. Het is
natuur in de beste zin van het woord. La
ten we daar vanaf blijven, we hebben er
al zo weinig meer van", vult Revier aan.
Bittere pil
Ook het andere kamp slikt een bittere
pil. Hoewel de mossel- en kokkelsector
tegenwoordig genuanceerder denkt over
de relatie visserij-natuur, niet in de laat
ste plaats door de massale weerstand die
de ongebreidelde en natuurbeschadi-
gende vangsten van enkele kokkelaars
in 1990 opriepen, ligt de omvang van de
te sluiten gebieden zwaar op de maag. De
vissers, langzamerhand ervan doordron
gen dat vrije visserij historie is, zijn op
zich bereid water bij de wijn te schenken.
De vraag is alleen hoeveel water?
„Wij accepteren dat we gebieden met
rust moeten laten, zodat oude mossel-
banken, zeegrasvelden en andere bioto
pen zich ongestoord kunnen ontwikke
len", zegt voorzitter drs D. J. Langstraat
van het Produktschap voor Vis en Vis
produkten, dat namens de visserij ver
enigingen spreekt. „Zevibel is daarom
met een eigen voorstel voor gebiedsslui-
ting gekomen. Dat kwam neer op vijftien
procent van de Waddenzee. Ook in de
Voordelta hebben we één gebied aange
wezen. De minister gaat echter veel ver
der. De Voordelta wordt, op een stukje
na, verboden terrein, in de Waddenzee en
Oosterschelde verliezen we flinke delen.
Dat is niet meer aanvaardbaar. Ergens is
een grens. Het ergste is dat we in 2000. als
het beleid wordt geëvalueerd, verdere
sluitingen mogen verwachten. Daar
wordt bij voorbaat al vanuit gegaan en
dat is kwalijk. Het heeft ook niet altijd
zin, sommige delen zijn gewoon te storm-
gevoelig."
De structuurnota ademt wat betreft de
kustvisserij de sfeer uit van een compro
mis, dat geen van beide partijen char
meert. Het valt ook niet mee voor een
vakminister, die tegengestelde verhalen
op zijn bordje krijgt. De vermeende scha
de door de visserij is volgens Langstraat
schromelijk overdreven en bovendien
wetenschappelijk nimmer hard ge
maakt. „Met name de mosselsector is
nooit aanleiding geweest tot klachten.
Die sector is zelfs vrijwillig gekomen met
visplannen en dat waren geen fopspe
nen. De wilde banken en de zeegrasvel
den zijn niet door toedoen van de vissers
verdwenen. Ja. er was dat incident met
enkele kokkelvissers, die inderdaad op
brute wijze hebben huisgehouden, maar
daar mag je geen bedrijfstak op pakken.
We moeten in Nederland waken voor dé
groeiende macht van de ecocraten, zo
van: 't is goed voor de natuur, dus moet
de visserij wijken. We zullen met z'n allen
toch ook ons brood moeten kunnen ver
dienen."
Zeegras
De natuurbeweging tapt uit een geheel
ander vaatje. Revier zegt dat de schade
door visserij wel degelijk is aangetoond.
„Er liggen vier rapporten van het Rijks
instituut voor Natuurbeheer. Het is een
beetje flauw om te ontkennen dat oude
mosselbanken door de bodemberoeren-
de visserij worden vernietigd. Verder is
het evident dat de kokkelaars vaak vis
sen in gebieden waar zeegras groeit. Die
plant herstelt zich niet één, twee, drie.
Bovendien weten ook de vissers dat vo
gels honger lijden als de kokkelvoorraad
in de Waddenzee onder de twintig mil
joen kilo duikt."
Westerschelde
Het is boud te beweren dat beide partijen
op alle fronten lijnrecht tegenover elkaar
staan. Het verlangen naar een duidelijk
visserijbeleid voor de nog steeds 'vogel
vrije' Westerschelde is gemeengoed,
evenals de vrees dat het overleg met Bel
gië daarover lang kan duren en mogelijk
weinig oplevert. De economen en ecolo
gen zijn bijvoorbeeld tegen uitbreiding
van de kokkelvloot, terwijl de visserij-
nota die ruimte wel biedt. Ze zijn voor
stander van een zorgvuldiger zaadvisme-
thode, dië het rendement v^n de mossel-
kweek opkrikt. In opdracht van het be
drijfsleven doet het Rijksinstituut voor
Visserij Onderzoek daar momenteel on
derzoek naar. Dat de sector zuiniger
moet omspringen met mosselzaad is
evenmin een geschüpunt, al heeft de na
tuurbeweging moeite met de gevolgde
route. Zij onderkent wel dat in de weste
lijke Waddenzee veel uitgezaaid mossel
zaad door storm en ijsgang plotsklaps
kan worden weggevaagd, maar verwerpt
de door Bukman gehonoreerde proef
met een blok stabiele mosselpercelen
van tweehonderd hectare op het ooste
lijk Wad. He slib dat de massa's water
verpompende mosselen afzetten, is een
regelrechte aanslag op het zandige bo
demtype, vindt Revier.
Tot voor kort bestookten visserij en na
tuurbeweging elkaar vanuit de loopgra
ven? Ze schoten aantijgingen als milieu
barbaren en ecocraten op elkaar af. De
strijdbijl is inmiddels begraven, een veel
genuanceerdere dialoog is in gang gezet
en ze drinken na afloop van verhitte dis
cussies met elkaar een verkoelend
drankje aan de bar. Toch liggen er nog
veel strijdpunten, die Bukmans struc
tuurnota nauwelijks oplost.
Dat is ook niet de bedoeling van de mi
nister. De nota staat in het teken van een
zich terugtrekkende overheid, die zich
beperkt tot het beheer van quota en vis
standen. De inspraaktermijn loopt tot 1
oktober. Visserij en natuurbeweging
trekken de komende maanden alle regis
ters open om het uitgestippelde visserij
beleid bij te buigen. Ze mogen dan regel
matig verbaal een robbertje vechten,
over één ding zijn ze het roerend eens:
het toekomstige beleid voor de kustvis
serij is vlees noch vis.
Frank Balkenende