De man van Hare Majesteit
valt niet graag uit de plooi
PZC
Dr C. Boertien neemt afscheid
Eerste
dag
reportage
ZATERDAG 13 JUNI 1992 23
De laatste der Mohikanen.
Met het vertrek van dr C.
Boertien (Enschede, juli 1927)
als commissaris van de koningin
in Zeeland, wordt een periode
afgesloten. Een tijdperk waarin
bestuurders met een automa
tisch gezag en zonder veel tegen
spraak, de belangen van hun
burgers behartigen. Met enige
afstandelijkheid en bescheiden
openbaarheid. Politiek grootge
bracht in de jaren vijftig, past
Boertien als vanzelfsprekend in
de rol van bestuurder-boven-de
-partijen. Méér dan een symbool
van de Kroon; iemand die achter
de schermen probeert te sturen.
De scheidende commissaris
treedt naar buiten toe, samen
met zijn echtgenote J. B. Ve-
lema, vooral als officiële plicht
pleger op.
Minister van Binnenlandse Za
ken drs C. I. Dales prijst Boer
tien voor zijn regenteske stijl
van afstand houden; een stijl die
in het binnenlands bestuur zeer
lang nobel en gewoon bevonden
is. Tijdens een bijzondere zitting
van provinciale staten neemt
Boertien 26 juni afscheid. Zijn
pensioen begint 1 augustus en op
16 september gaat de benoeming
van zijn opvolger drs W. T. van
Gelder in. Het echtpaar Boer
tien (drie kinderen) blijft in
Veere wonen.
Het besturen is voor de commis
saris nog lang niet afgelopen: hij
is nog onder meer voorzitter van
Unicef Nederland, voorzitter
van de voorlopige Raad voor het
Ouderenbeleid en commissaris
van Shell. Portret van een man
nenbroeder, op een breukvlak in
de tijd.
De benoeming van het Tweede-Ka
merlid dr Cornelis Boertien tot com
missaris van de koningin in Zeeland - met
ingang van 16 januari 1975 - zorgt voor op
schudding. De leden van provinciale sta
ten voelen zich gepasseerd. De Zeeuwse
voorkeur is door het kabinet Den Uyl vol
strekt genegeerd. Noch de anti-revolutio
nair drs Rinze Zijlstra, voorzitter van de
Christelijke Boeren- en Tuindersbond,
noch de sociaal-democraat drs Marinus
Verburg, directeur van het Economisch-
Technologisch Instituut voor Zeeland,
wordt naar de Middelburgse Abdij geroe
pen. Metsteun van zijn fractieleider mr
Wim Aantjes, krijgt kamerlid Boertien de
begeerde commissarispost.
Oók anti-revolutionair, maar - anders dan
Zijlstra en Verburg - voor Zeeland een on
beschreven blad. Het gaat de staten niet
zozeer om de persoon Boertien; de kritiek
richt zich op de manier waarop met name
minister van Binnenlandse Zaken mr
W. F. de Gaay Fortman de inspraak van
de staten naast zich neerlegt. De commo
tie over Boertiens benoeming ebt snel
weg. Bij de installatieplechtigheid is er
weinig meer van te merken. De staten ver
zekeren dat ze Boertien sans rancune ont
vangen. Het kabinet zorgt er bovendien
voor dat de gemankeerde kandidaten
goed wegkomen. Zijlstra krijgt het burge
meesterschap van Smallingerland en
voor Verburg is het lidmaatschap van de
Raad van State beschikbaar.
Internationalist
Boertien, de vijftiende vertegenwoordiger
van de Kroon in Zeeland, werpt in zijn pre
sentatierede olie op de golven: „Wij zijn
met vreugde naar Zeeland gekomen. Het
zou wel een geweldige pretentie van mij
zijn, als ik met mijn niet-Zeeuwse achter
grond nü al ging verklaren, dat ik Zeeuw
onder de Zeeuwen zal zijn. Het enige, wat
ik u op dit punt beloof, is dat wij ons uiter
ste best zullen doen om zó intensief met de
Zeeuwen samen te werken dat u mis
schien over een poosje zegt: ik heb er toch
moed op." Boertien onderstreept dat hij
zich als 'internationalist' vooral zal rich
ten op versterking van de positie van Zee
land in het grote (interInationale geheel.
Die belofte heeft hij afgelopen zeventien
jaar in elk geval gestand gedaan. Voor de
provincie is vandaag-de-dag een vooraan
staande rol weggelegd bij de uitreiking
van de Amerikaanse Four Freedom
Awards. De internationale uitstraling van
dit evenement neemt toe. De contacten
met Vlaanderen zijn verdiept, zowel op
het vlak van calamiteitenbestrijding als
cultuur. Echter: tot Zeeuw onder de Zeeu
wen heeft Boertien het niet gebracht - die
kritiek is wijd en zijd te vernemen. Té af
standelijk; moeilijk aanspreekbaar voor
de burger. Té weinig lobby in Den Haag;
onvoldoende op de bres voor het bedrijfs
leven. Teveel regent, te weinig mens. Echt
een vertegenwoordiger van Hare Majes
teit, de hoogste gezagsdrager in de provin
cie, met een geheim telefoonnummer en
afgeschermd door een cordon ambtena
ren.
De waardering waarmee nog altijd over
één van zijn illustere voorgangers jhr mr
A. F. C. de Casembroot wordt gesproken
- al dreigt dat wat mythische trekjes aan
te nemen - zal hem nooit ten deel vallen. Is
Bo'ertien zich ervan bewust dat hij weinig
gevoelens van genegenheid bij de Zeeu
wen heeft weten op te roepen? „Ik ben een
beetje afstandelijk type als ik in het open
baar optreed. Ik heb misschien een beetje
dat regent-achtige. Ik hou van opschie
ten, van op tijd zijn. De mensen moeten
wat dat betreft niet met smoezen aanko
men. Ik heb zo nu en dan ook iets afstan
delijks, omdat je er als commissaris van
de koningin vooral functioneel zit. Daar
moet je altijd rekening mee houden. Ik
ben ook nooit meer naar CDA-vergaderin-
gen gegaan met een duidelijk politiek ka
rakter."
Boertien trekt zich de meningsvorming
over zijn persoon wel aan, vooral omdat er
volgens hem weinig van klopt. Hij voelt
zich niet méér dan andere Zeeuwen. „Ik
ben er veel te calvinistisch voor om me bo
ven anderen verheven te voelen. Ik weet
wel dat men mij hooghartig vindt. Jam
mer - ik vind dat zelf niet. Ik zou de men
sen willen uitdagen met voorbeelden te
komen." Dr Boertien wil er niet al te diep
op ingaan. „Over mijn eigen karakter pra
ten is een beetje moeilijk." Zo houdt hij
naar buiten toe de boot af; insiders weten
dat de commissaris wel degelijk iemand
vol emoties is. De formalist Boertien zal ze
in het openbaar zoveel mogelijk uitban
nen.
Hij geniet ervan - 'maai- met gemengde ge
voelens' - als commissaris van de koningin
met egards te worden omgeven. „Het is
wel aan me besteed." Dat de provincie
wimpel in top gaat wanneer de commissa
ris met een boot van de Provinciale
Stoombootdiensten meevaart, be
schouwt hij als een leuke traditie, 'ik con
troleer niet of ze het doen.' De voorkeurs
behandeling heeft een keerzijde. „Voor ie
mand die op wil schieten, is het wel eens
vermoeiend. Dag-in, dag-uit in een zeker
keurslijf zitten. Overal zit je vooraan.
Weet je waar ik 's-zondags in de kerk zit?
Zover mogelijk achteraan. Dat is een vrije
keus. Het zal fijn zijn om straks als een ge
woon burger naar een concert te kunnen
gaan."
De christelijk-gereformeerde Kees Boer
tien, afkomstig uit een gezin met elf kinde
ren, is gepokt en gemazeld in een anti-re
volutionair milieu. Dat verklaart voor een
deel zijn opvattingen en handelwijzen.
Zijn politieke belangstelling kreeg voe
ding in de Tweede Wereldoorlog. „Ik was
sterk onder de indruk van de geweldig
brutale manier waarop de bezetters ons
burgers de mond snoerden. Wat me met
name kwetste was dat de Duitsers zware
straffen stelden op vrije meningsuiting.
Wat me toen heel duidelijk geworden is: je
moet politiek bewust leven en bewuste
keuzes maken. Dat heb ik mijn hele leven
gedaan."
ARJOS
De jonge Boertien legt in 1943 eindexa
men MULO-B af. Hij werkt daarna als be
diende op een drukkerijkantoor in Zwolle
en haalt in 1946 zijn HBS-diploma. Gaat
aan de Rijksuniversiteit Utrecht Indisch
recht studeren en doet in 1952 doctoraal
examen. Is tegelijk als werkstudent in
dienst van een verzekeringsmaatschappij
in de Domstad. Vindt een baan als ad
junct-secretaris van het Nederlands Insti
tuut van Accountants te Amsterdam.
Boertien is actiefin de ARJOS, de jonge
renorganisatie van de ARP. „De eerste
keer ging ik luisteren, de tweede keer
hield ik een lezing en de derde keer was ik
voorzitter." Hij wordt landelijk vice-voor-
zitter van de ARJOS, de grote kweekvij
ver voor veel politici en bestuurders.
In 1960 volgt een benoeming tot bedrijfs
jurist bij Philips in Eindhoven. Boertien
werkt intussen aan een proefschrift over
de civielrechtelijke aansprakelijkheid
van de accountant. Hij promoveert in 1962
aan de Vrije Universiteit te Amsterdam
tot doctor, bij professor De Gaay Fort
man. „Het zag ernaar uit dat ik een soort
wetenschappelijke carrière zou hebben."
De tijd bij Philips ervaart hij als 'zeer inte
ressant', met veel verantwoordelijkheden.
Ter voorbereiding op een leidinggevende
job, krijgt Boertien het verzoek over te
stappen naai- Philips Telecommunicatie
in Hilversum. Het is 1965 en hij staat voor
'een heel merkwaardige keus': bedrijfsle
ven of de politiek.
Boertien is doorgedrongen tot de kandi
datenlijst van de ARP voor de Tweede
Kamer. Niet-verkiesbaar, zo lijkt het. Het
kabinet Cals/Vondeling komt tot stand en
daarin wordt AR-kamerlid J. Smallen-
broek minister van Binnenlandse Zaken.
De eerste opvolger op de kandidatenlijst:
Kees Boertien. „Het is de beslissendste
keus in mijn leven geweest. Het bedrijfsle
ven met riante materiële vooruitzichten,
of de Tweede Kamer met veel meer onze
kerheden. Het was ingrijpend, maar ik
heb voor de politiek gekozen." Hij wordt
onder meer lid van het Europees Parle
ment (1967) en daar vice-voorzitter van de
christen-democratische fractie. „Daar
heb ik geleerd datje partijen kunt oprich
ten en scheidslijnen kunt aanbrengen,
maai- als je op elkaar aangewezen bent
vervallen de grenzen. Een soort politieke
oecumene."
In 1971 treedt hij als minister van Ontwik
kelingssamenwerking toe tot het kabinet
Biesheuvel. Dat valt in 1973 door toedoen
van DS '70. Boertien wordt weer kamerlid;
een plaats in het kabinet Den Uyl wenst
hij niet. „Ik hoorde er ook niet in; vond de
manier waarop het tot stand kwam niet
juist. Ik was in de fractie één van de tegen
stemmers. Daarna heb ik gezegd: we moe
ten het kabinet zakelijk beoordelen, op
grond van het programma." Mede gelet op
zijn gezin, wil Boertien een wat geregelder
leven. Een bestuurlijke functie buiten de
landspolitiek. Begin 1975 is het, tot ver
rassing van de Zeeuwen, zover: Harer Ma-
jesteits commissaris in Zeeland.
Directe politiek
De directe politiek wordt vaarwel gezegd.
Daar heeft Boertien geen moeite mee. „Ik
ben van mening dat een commissaris van
de koningin zich niet met de dagelijkse
politieke praktijk moet bezighouden. Hij
heeft een samenbindende functie en moet
ongelooflijk oppassen dat hij niet in par
tijpolitieke troebelen terecht komt." De
Zeeuwse staten vinden dat ook; ze willen -
anders dan in het verleden - geen politieke
portefeuilles meer voor de commissaris.
Daar ligt de PZEM-affaire aan ten grond
slag, die gedeputeerde A. J. Kaland nèt
niet de politieke kop kost, maar wel veel
prestige. Boertien accepteert de opstel
ling van de staten. „Ik kwam hier als out
sider. Ik had hier geen vrienden van na
ture. Ik heb me voorzichtig opgesteld, om
te voorkomen dat ik een politieke speel
bal zou worden."
Met diezelfde opstelling neemt hij ook af
scheid. Geen woord van kritiek op de sta
ten. die hij altijd met strakke hand door de
vergaderingen loodste. Tot opluchting
van menig toehoorder, tot wrevel van me
nig breedsprakig statenlid. „Er zijn er die
het schitterend vinden dat ik van opschie
ten houd. Anderen willen veel meer dis
cussie. Ik heb wel veel interrupties toege
staan, veel meer dan mijn voorganger. De
staten zouden de vrijmoedigheid moeten
opbrengen uit het hoofd voor te dragen. Ik
juich het ook toe als een statenlid zegt: ik
sluit me bij een vorige spreker aan. Lang
niet alles is partijpolitiek. Als een com
missie een blanco verslag inlevert, .dan
zou ik het op prijs stellen als men ook in de
statenvergadering blanco is."
De partijpolitiek komt, hoe dan ook, om
de hoek kijken bij de burgemeestersbe
noemingen. De commissaris adviseert de
minister van Binnenlandse Zaken. Tij
dens Boertiens ambtsperiode zijn de poli
tieke krachtsverhoudingen ingrijpend ge
wijzigd, maar het Zeeuwse burgemees
terskorps niet. Het CDA voert als immer
de boventoon. Hij vindt.dat hem in deze
geen schuld treft: de gemeenteraad heeft
een belangrijke stem. Kiest die unaniem
voor een bepaald persoon, dan moet de
commissaris van goeden huize komen
daarvan af te wijken, betoogt dr Boertien.
„Als in de profielschets onomwonden
staat: we laten het aan de commissaris
over uit welke partij de burgemeester
komt, dan kijk ik wel degelijk naar een af
spiegeling. Maar de raden komen heel
vaak bij een CDA-er terecht. Dan ga ik in
die politieke voorkeur verder, al sluit ik
een ander niet niet."
Terneuzen is voor Boertien voorbeeld van
een gemeente die onder invloed van de
raad van politieke kleur verschoot (van
CDA naar PvdA en weer terug naar CDA).
Dat zich van tijd tot tijd incidenten voor
doen - zoals affaires in Aardenburg en
Goes, die de burgemeester de kop kostten
- hoort erbij, meent de commissaris. Be
drijfsongevallen zijn ook op dat niveau
niet altijd te voorkomen. „Ik heb wel eens
de stelling verdedigd dat de burgemeester
in een kleine gemeente meer in zijn mars
moet hebben dan in een grotere. Daar
heeft hij meer steun van semi-professio-
nele bestuurders." Boertien is voorstan
der van de benoemde burgemeester, erbij
aantekenend dat de invloed van de raad
op de keus - 'mits men eensgezind is - te
genwoordig zeer groot kan zijn.
Uit de plooi
Als commissaris valt Boertien niet vaak
uit de plooi. Er is één gebeurtenis waarbij
hij zijn boosheid niet verborgen kan hou
den: het afketsen van de goedkeuring
voor een Westerschelde Oeververbinding
in 1983. De regering zegt op het laatste
moment nee. „Ik was echt boos toen. We
waren zover dat het contract getekend
kon worden. Ik had het zeer te kwaad, het
was heel vervelend. De WOV is dankzij het
taaie volhouden van de provincie weer op
de agenda gekomen. We zijn nu echt veel
verder. Ik acht de kans dat de WOV er
komt heel groot. Ik hoop dat mijn opvol
ger de kans krijgt de eerste steen te leg
gen."
Zijn ijveren voor een WOV is voor Boer
tien een voorbeeld van zijn inzet voor de
provincie. Hij begrijpt ook in het geheel
niet dat hem wordt verweten te weinig
lobbywerk te doen. „Hoe kunnen ze het
verzinnen. Ik kan alleen buitengewoon
weinig tegen die opvatting doen. Maar
mijn contacten zijn prima. Als ik een mi
nister nodig heb, dan heb ik hem binnen
een half uur aan de lijn. Dat is helemaal
geen punt. Over lobbywerk praat je niet.
Ik kom voor de belangen van de provincie
op; daar ga ik me niet voor op de borst
slaan. Neem het Rooseveltcenter en de
Four Freedoms. Die zijn in mijn tijd naar
Zeeland gekomen. Neem de actie voor be
houd van De Schelde. Een buitengewoon
succes."
Boertien vindt dat té snel kritiek wordt
geleverd en té weinig nadruk wordt gelegd
op positieve ontwikkelingen. „We moeten
proberen onze public relations te verbete
ren. Overbrengen waar we mee bezig zijn."
Minder politiek geharrewar, meer zaken
doen voor Zeeland. Daarom heeft de com
missaris zich altijd ver van politieke uit
spraken gehouden. „Ik heb wel eens een
enkele keer een uitspraak gedaan, maar
dan had ik tevoren overlegd met de be
trokken gedeputeerde. Ik denk niet dat ik
ooit een gedeputeerde verrast heb. Het is
een beetje moeilijk om met die beperking
je weg te vinden. Door de band genomen is
het wel gelukt."
Belastingaffaire
Kort voor Boertiens komst is Zeeland in
de PZEM-affaire gewikkeld, kort voor zijn
vertrek speelt de geruchtmakende belas
tingaffaire. Het optreden van de commis
saris is zowel in staten als kamer aan kri
tiek onderhevig. 'Tekortgeschoten zonder
nalatig te zijn geweest.' Boertien kan er
niet zonder emotie over praten, wil er ook
bij zijn afscheid niet op ingaan. Hij be
klemtoont dat de affaire vorig jaar is afge
sloten, waarbij hij zich van alle blaam ge
zuiverd voelt. „We hebben met een nieuw
college van gedeputeerde staten een
nieuw begin kunnen maken. Aan het eind
van mijn carrière zou ik alleen willen zeg
gen: ik hoop dat we er zoveel van geleerd
hebben, dat we in de toekomst in open
heid zullen werken."
Boertien wil kwijt dat hij zich de affaire
erg aangetrokken heeft. Hij voelt zich on
recht aangedaan, in het bijzonder ook
door de media, die hem ten onrechte aller
lei dingen in de schoenen schoven. „De
verwijten waren volkomen onterecht. Zie
het rapport van het ministerie van Bin
nenlandse Zaken. Daarin is gesteld dat ik
te goeder trouw en naar eer en geweten ge
handeld heb. Wat moet ik er dan nog ver
der over zeggen? Een grote meerderheid
van de staten heeft er een streep onder ge
zet. De sfeer van omgaan met elkaar is ver
anderd, is beter. We moeten nu verlost
worden van die belastingaffaire. Die is ge
weest. We hebben er positief op gerea
geerd, met al die openheid."
De scheidende commissaris ziet liever dat
de positieve kanten van Zeeland - als re
creatie, economisch potentieel langs
Scheldebekken - belicht worden. Geen
doemdenken, maar vooruit kijken. Zoals
hij ook nooit zal nalaten bezoekers de
stormvloedkering in de Oosterschelde te
laten bewonderen. „Ik heb heel de besluit
vorming meegemaakt. Elke keer als ik er
overheen kom, denk ik: tsjonge, tsjonge,
wat een volstrekt uniek kunstwerk."
Rinus Antonisse
Dat laten ze zich niet zeg
gen in Geraardsbergen,
het dorp ten Westen van
Brussel dat één keer per
jaar aan de vergetelheid
wordt ontrukt wanneer de
Ronde van Vlaanderen pas
seert en het peloton zich. de
benen kapottrapt op De
Muur. En dus ging er een
brief op poten uit naar de mi
nister voor Posterijen van
het Koninkrijk met als bo?i-
dige kern dat „de onze het
langst pist." Of meneer de
minister daar nu eindelijk
eens rekening mee wilde
houden?
De geadresseerde bewinds
man Colla heeft nog niet
geantwoord, mede omdat
het ze in Geraardsbergen
wellicht ontgaan is dat hij bij
de laatste kabinetswissel z'n
congé heeft gekregen. Maar
waarschijnlijk ook omdat de
Regie der Posterijen het
heuglijke feest niet ivil laten
bederven door de histori
sche vete tussen Geraards
bergen en Brussel opnieuw
op te rakelen. Want einde
lijk, na honderden jaren op
de hoek van de hoofdstede
lijke Stoofstraat/Eikstraat
te hebben staan wateren
wordt Manneken Pis ver
eerd met een heuse postze
gel.
Ooit voorzag het piepkleine
standbeeldje de buurt van
drinkwater, en volgens de
overlevering heeft het in de
Middeleeuwen de belegerde
hoofdstad van een ramp ge
red door de brandende lont
van een bom te doven. In de
loop der tijd groeide het in
1619 door FranQois Duques-
noy gemaakte beeldje uit tot
een symbool van de spot
zieke Brusselse geest. Heden
ten dage is het een trekpleis
ter voor duizenden toeristen,
die in de buurt als aanden
ken uitvoeringen in choco
lade, tin, suiker, glas en alle
andere gewenste vormen
aanschaffen.
Manneken heeft in de loop
der eeuwen alles gekregen
wat zijn hart begeerde: va
riërend van een vrouwelijke
collega tot een museum met
honderden kostuums van
hoogmogenden die het blote
ventje naar hun evenbeeld
wilden uitdossen. Wat ont
brak, was een postzegel.
Alleen de Hongaarse PTT
durfde die stap tot nu toe
aan. Ter gelegenheid van de
wereldtentoonstelling van
1958 kozen de Hongaren niet
voor het Atomium als sym
bool van Brussel, maar
drukten zij een levensechte,
uit de kluiten gewassen ver
sie van het pissende man
netje af De filatelie-commis
sie van de Belgische PTT
waagde niet te volgen. Eén
van de commissieleden vond
de afbeelding van het poe
delnaakte stenen kereltje te
pornografisch.
Dat laatste obstakel is nu na
lang studeren opgeruimd. In
de nieuwe reeks toeristische
zegels heeft de Belgische
PTT een plaats ingeruimd
voor een afbeelding van de
betreffende straathoek.
Daarop is een zwarte vlek
zichtbaar die, als men een
loep gebruikt, weieens Man
neken Pis zou kunnen voor
stellen. Tijderis een plechtige
ceremonie krijgt Manneken
volgende maand een nieuw
postbode-uniformpje aange
meten, want het oude was
wat sleets geworden. Het is
alles netjes en kuis, al ge
lieve men de achterkant zelf
te bevochtigen.
Alleen in Geraardsbergen
zijn ze ontevreden en gefru
streerd, en wel over het spe
ciaal uitgegeven eerstedags
-foldertje. Zij nemen geen
aanstoot aan de waterende
postbesteller op de omslag,
maar aan de tekst. Die ver
meldt immers dat Manneken
Pis in 1745 bij Geraardsber
gen door de Brusselse bevol
king terugveroverd werd op
Engelse soldaten die het ont
vreemd hadden. Als dank
zou het Vlaamse dorp een af
gietsel hebben gekregen.
Het van staatswege in stand
houden van deze mythe is de
'Geraardsbergse Orde van
het Manneken Pis' in het ver
keerde keelgat geschoten.
Hun Manneken immers
werd, zo blijkt uit diepgra
vend historisch onderzoek,
in 1459 geïnstalleerd. Het
staat daar sindsdien, een
zaam en vergeten, overscha
duwd door de net zo kleine
maar befaamde Brusselse
broer. Woedend hebben ze
zich tot de baas van de Post
gewend: of meneer de minis
ter er maar aan wil denken
dat de Geraardsbergse al
160 jaar langer pist.
Dr C. Boertien
foto Wim Riemens