Afrikaans is meer dan taal van onderdrukker Eindelijk recht Antjie Krog Poetry in teken van de aap Lotti van der Gaag PZC kunst cultuur VRIJDAG 12 JUNI 1992 Het thema van het 'Rotter damse poëziefestival Poe try International is dit jaar 'Het Jaar van de Aap'. Lang hebben festival-directeur Martin Mooij en zijn handlangers niet naar de ze noemer hoeven zoeken, want 1992 is volgens de Chinese astro logie het jaar van de Aap en er komen (als alles volgens plan verloopt) acht Chinese dichters naar de 23e editie van Poetry. Martin Mooij; „Het is voor het eerst dat Chinese dichters uit de Volksrepubliek en Taiwan en verschillende andere landen hier bij elkaar komen. We moe ten nog zieit of ze allemaal echt komen, maar daar ziet het wei naar uit. Er komt Overigens geen spéciale Chinese avond, dat zou te vermoeiend zijn, maar op 15 juni (de eerste internationale leesavond, red.) komen er wei re latief veel Chinezen, en verder hebben we het verdeeld over de hele week." Onder de Chinese gasten be vindt zich Bai Hua, die in 1990 en 1991 geen toestemming kreeg van de autoriteiten om naar Poe try International te komen. Bai Hua bouwt voort op de (nog pril le) traditie van de nieuwe poë zie, die niet uitsluitend meer de gruwelen van het China vlak na Mao als onderwerp heeft. Zijn voorgangers, bijvoorbeeld Bei Dao en Duo Duo, hebben op dat vlak baanbrekend werk ver richt. Verder worden onder meer Lo Fu, Mang Ke en de dich teres Zhai Yongming verwacht, De officiële opening van Poetry International op maandag 15 ju ni (door Remco Campert) staat ook in het kader van China: voor deze gelegeneheid is een Chinese volksdansgroep uitgenodigd om de Leeuwendans uit te voeren. Deze rituele dans is bedoeld om boze geesten te verdrijven, dus na maandag kan er nog weinig misgaan met Poetry. Vooraf gaand aan de officiële opening is er morgen, zaterdag, het Bai du Festival. Buiten het toch meestal zeer se rieuze Poetry-gebeuren om, is er volop feest in de vorm van ver schillende randprogramma's met zang, dans en muziek: zo zul len gedurende het festival onder meer de jazz-groep van René Vallentgöed (met gastoptreden van Jules Decider), de Big Eras mus Band, een dans- en a capel- la-groep uit Zimbabwe en The Magical Musicians uit Beijing optreden. Aap Een Van de vele Poetry-persbe- richten meldt: 'De aap is gesle pen, beweeglijk, grappig: de aap is een onthutsend dier. Hij blijft ons voortdurend verwonderen en in de war brengen. Springend van tak tot tak, symboliseert hij het, bewustzijn van de waar neembare wereld.' Dat had die aap zelf natuurlijk nóóit gedacht, maar wat daar over het beest gezegd wordt geldt zeker ook voor dichters. En daar komen er weer tientallen van, niet alleen uit China, maar ook uit het GOS, de Verenigde Staten, Chili, Egypte, Tsjecho- slovvakije; jong en oud, bekend en minder bekend. Zo zal, naast jonge dichters als Durs Grnbein (Duitsland), Maura Dooley (En geland) en Peter Ghyssaert (Bel gië) ook de inmiddels 85-jarige Franse nestor Eugéne Illewicz weer present zijn. Vertaalproject Het vertaalproject is dit jaar ge wijd aan het werk van de Russi sche dichter Gennadi Ajgi, tot 1987 'de minst gedrukte dichter van de Sovjetunie', die hiervoor zelf een keuze uit zijn" poëzie heeft gemaakt. Dit project wordt geleid door de slavist, vertaler en schrijver Arthur Langeveld. De lezingencyclus biedt buiten landse dichters en andere be langstellenden de mogelijkheid kennis te maken met andere dichters en vormen van poëzie dan hun 'eigen'. Anton Kèrteweg verzorgt een lezing over de in 1971 overleden dichter Jan Em- mens en prof dr A.L. Stemami spreekt over Marti nus Nijhoff. De slotavond van Poetry Inter national op zaterdag 20 juni heet dit jaar uiteraard 'De Nacht van de Aap'. Het gedicht 'De Aap' van C. Buddingh' zal op deze avond een belangrijke rol gaan spelen: alle gasten hebben dit gedicht toegestuurd gekregen als aanzet tot een eigen gedicht. De resultaten daarvan worden tijdens de slotavond ten gehore gebracht. Maar niet nadat, voor de vierde maal in successie, de C'. Buddingh'-prijs is uitgereikt aan één van de drie genomineer den: Paul van Cappelleveen, An na Enquist en Antoine A.R. de Kom voor hun respectievelijke bundels 'Altijd commentaar', 'Soldatenliederen' en 'Tropen'. Bernadette Neelissen Chinese poëzie heeft dit jaar een bijzondere plaats in het programma van Poetry International. De Chinese dichteres Zhai Yongming(foto) komt met een aantal landgenoten naar het Rotterdamse festival. foto Poetry International Een van de opvallendste dichters in het Rotterdamse festival Poetry International, van 15 tot en met 20 juni, is de Zuidafrikaanse Antjie Krog. Correspondent Peter van Nuijsenburg sprak met Krog (getrouwd, vier kinderen) in Kroonstad, in de oer conservatieve Oranje Vrijstaat, waar ze woont en les geeft aan een middelbare school. Toen Freek de Jonge in maart Zuid-Afrika veroverde met zijn humoristische blitzkrieg, had Antjie Krog haar klas mee genomen naar een optreden in Johannesburg. De 'Jonge's vir tuositeit, zijn onnavolgbare taal grappen waren een openbaring, niet alleen voor haar leerlingen, maar ook voor de dichteres. Het maakte haar opnieuw pijnlijk duidelijk hoe geïsoleerd Zuid- Afrika is geweest en hoe radicaal de culturele boycot de voedings- lijn tussen de Nederlandse en Afrikaanse cultuur heeft afgesne den. „Dat is een van de ergste dingen die het Afrikaans is overkomen. Er is een hele generatie opge groeid voor wie het Nederlands eigenlijk een vreemde taal is. Strips en jeugdboeken in het Ne derlands hadden we niet. Begrip pen uit bijvoorbeeld de hippie- en drugsscene kennen ze alleen maar in het Engels. Dat is een grote verarming geweest. Ik hoop dat dit nu voorbij is." Antjie Krog (geb. 1952) geldt als de belangrijkste Afrikaner dich teres van haar generatie. Ze is even omstreden als talentrijk, maar in een land en een gemeen schap waai' conformisme als een deugd wordt beschouwd, is dit een onvermijdelijke combinatie. Onomstreden zijn is hier het voorrecht van de talentloze. Krog formuleert bedachtzaam, strooit regelmatig Engelse ter men door het gesprek en relati veert mogelijk te zwaarwichtige uitspraken met een ironische glimlach. Van tijd tot tijd maant ze de verslaggever „dit niet op te schrijven. Want zo erg is het nu ook weer niet." Opmerkingen over literatuur wisselt ze af met anekdotes over haar ervaringen als lerares aan een middelbare school voor kleurlingen en het leven in een conservatieve stad als Kroon stad. sympathieën voor het ANC „Ik ben nu behoorlijk gedesillusio neerd" met de dood is bedreigd en hoe ze haar drie oudste kinde ren naar kostschool in Bloemfon tein heeft gestuurd om hen deze ellende te besparen. ..Maar het ergste is nu voorbij. Sinds de her vormingen van De Klerk is het al lemaal wel weer te verdragen." Bezorgdheid over de toekomst van het Afrikaans is een van de domineert het gesprek. Nu nog is het samen met het Engels de offi ciële taal van het land. Maar een andere, zwarte regering zou haar deze status kunnen ontnemen en dan is de verstarring van de taal een reëel gevaar. „In het begin van de achttiende eeuw hebben Franse missionarissen de bijbel in het Sotho (een zwarte taal - red.) vertaald. Nog voor er een vertaling in het Afrikaans was. Het Sotho bleek dus bijbelse be grippen te kunnen absorberen. Maar als gevolg van de apartheid Ze vertelt hoe ze pas in 1984 voor het eerst zwarten ontmoette die op de middelbare school waren geweest. Voor die tijd waren dat wezens geweest, waai' ze wel over gelezen had, maar die voor haar geen mensen van vlees en bloed waren. En hoe de politie nu regel matig razzia's op school uitvoert, de klaslokalen afsluit en vervol gens voldoende wapens, (kap- imessen, dolken, gebroken fles sen. voor een burgeroorlog in be slag neemt. Hoe' ze destijds vanwege haar werd het 'zwarte' Sotho als een tweede-rangstaal beschouwd. Er werd geen geld uitgetrokken voor het vernieuwen van de taal, zodat bijvoorbeeld begrippen uit de moderne technologie niet konden worden ingepast. Dat zou met het Afrikaans ook kun nen gebeuren en daarom is de band met het Nederlands zo be langrijk. Mijn vertaler had laatst bij een bezoek een krant uit Ne derland meegenomen. Die is door de klas stuk gelezen." Kritiek dat een schrijver niet in het Afrikaans, de 'taal van de on derdrukker'. zou kunnen werken, verwerpt ze uit alle macht. „Wie dat zegt, vergeet dat het Afri kaans ook de taal van de kleur lingen is en dat zij prachtige ge dichten hebben geschreven. Al les en iedereen is verminkt door de apartheid. Het Afrikaans is misbruikt, natuurlijk, maar het is ook de taal van het verzet ge worden." De apartheid, het onrecht, de morele corruptie, die 'blank en zwart aanvreet', zijn, meer dan het vermeende repressieve ka rakter van het Afrikaans en ook meer dan haar lief is, van invloed op haar werk. „Ik zou ook wel natuurlyriek wil len schrijven of over de liefde, maar dat kan ik nog niet. Als je vrijwel dagelijks geconfronteerd wordt met de gevolgen van de apartheid, gaat dat niet. Ande ren kunnen dat wel, maar mij is het nog steeds niet gelukt de ruimte te creëren die dat moge lijk maakt." Ze zou daarom dolgraag een tijd willen wonen en werken in een 'normaal' land, waar moord een uitzondering is en waar scholie ren bij een atletiekwedstrijd el kaar niet als bezetenen met le vensgevaarlijke wapens als ka pot geslagen flessen achterna zit ten. Vrij kunnen ademen, zoals de door haar bewonderde Afrikaner dichteres Elisabeth Eybers, die al tientallen jaren in Amsterdam woont, dat zou haar ideaal zijn. „Haar werk is van een ongeloof lijk hoog niveau. Ik ken. denk ik, al haar gedichten uit mijn hoofd. Zij is een koningin bij wie ik me heel, heel klein voel, soms net een barbaar." Grootmeester Van de moderne Nederlandse dichters vindt ze Judith Herz- berg en Rutger Kopland heel goed. maar de onbetwiste groot meester is voor haar Hugo Claus. „Die man is waanzinnig creatief. Hij schrijft romans, verhalen, to neelstukken, poëzie en het is bij na allemaal schitterend. En dan schildert hij ook nog. Echt, ik aanbid de grond waar hij op loopt." „Hermans en Reve zijn natuur lijk ook heel bijzonder. Vooral Reve, een hoop van zijn humor zal me ontgaan, maar uit zijn werk stijgt een unieke, heel per soonlijke geur op." Als ze me na het gesprek naar mijn auto begeleidt, ziet ze op de achterbank een bloemlezing met Afrikaner dichters liggen, die op de middelbare school wordt ge bruikt. „Die is absoluut waarde loos, die moet je weggooien". Ik open het portier om mijn koffer tje weg te zetten en in een flitsen de beweging grijpt ze het boek. Geërgerd bladert ze het door: zie je wel, geen enkele bruine of zwarte dichter. Ze slaat ongedul dig de bladzijden met haar eigen werk op. „Ze hebben alleen maar braaf en onschuldig werk opge nomen. Doe me een plezier en gooi het weg". Vol verachting slingert ze het terug op de achter bank- Peter van Nuijsenburg Scheppen is één ding. Jezelf als kunstenaar en je werk verkopen is iets heel anders. De nu 67-jarige schilder en beeldhouwer Lotti van der Gaag weet daar alles van. De afwisselend in Parijs en Den Haag wonende en werkende kunstenares heeft de afgelopen halve eeuw een indrukwekkend en veelzijdig oeuvre geschapen. Fascinerende en soms bizar aandoende sculpturen, tekeningen en schilderijen. Werk dat nauw verwant is aan dat van inmiddels wereldberoemde en steenrijke Cobra kunstenaars als Appel en Corneille. Dat is geen toeval, want Lotti leefde en werkte eind jaren veertig, begin jaren vijftig samen met de nu zo gevierde kunstenaars in het roemruchte voormalige hui denpakhuis in de Rue Santeuil in Parijs. De sculpturen die ze in die periode maakte en ook haar teke ningen en schilderijen uit de jaren vijftig en zestig, zijn zo 'Cobra' als het maar zijn kan. Maar terwijl de mannen al snel hun weg vonden naar de grote galeries en een pro minente plaats kregen toegewezen in de kunstgeschiedenis, bleef het met Lotti altijd een beetje kwakke len. Pas nu, veertig jaar later lijkt ze definitief erkenning te krijgen als 'de beeldhouwster van Cobra'. De kunsthistorica Willemijn Stok vis die in de jaren zeventig het standaardwerk over de naoorloog- se rebelse beweging in de kunst schreef, heeft daartoe in 1990 de aanzet gegeven. In het nawoord bij de vierde druk van haar boek Co bra. Geschiedenis, voorspel en be tekenis van een beweging in de kunst van na de Tioeede Wereld oorlog erkent Stokvis ruiterlijk zich enorm vergist te hebben door Lotti van der Gaag niet al veel eer der tot de beweging te rekenen. „Een onvergeeflijke omissie", al dus Stokvis. Volwaardig De reden dat Lotti's rol binnen Co bra zo lang obscuur is gebleven, heeft volgens Stokvis enerzijds te maken met haar eigen onzeker heid, maar vooral met de egocen triciteit van haar voormalige huis genoten. Ze waardeerden Lotti als vrouw (ze heeft met diverse Cobra kunstenaars een relatie gehad) en als beeldhouwer, maar sloten haar consequent buiten bij gezamenlij ke exposities. Een houding die de Cobra-expert 'buitengewoon on sportief noemt. Dat Lotti van der Gaag niet alleen volwaardig lid van de Cobra-groep was en een verdienstelijk beeld houwer, maar ook als schilder en tekenaar haar sporen verdient heeft, wordt duidelijk op de expo sitie die nu in het Institut Néerlan- dais in Parijs is. De expositie bestaat uit een zeven tigtal werken. Naast een beperkt aantal sculpturen zijn in de fraaie expositieruimte van het Institut enkele tientallen tekeningen en schilderijen uit de vijftiger en zesti ger jaren te zien. De tentoonstel ling is ingericht door conservator Piet de Jonge van het Rotterdam se museum Boymans-van Beunin- gen dat in het bezit is van een be langrijke collectie tekeningen en schetsen van Lotti. Veel van het werk is nooit eerder tentoonge steld. Wie achtereenvolgens de tekenin gen, schilderijen en sculpturen van Lotti van der Gaag bekijkt, ont dekt een aantal opvallende con stanten. Net als in haar sculptu ren, die lijken te refereren aan een bizarre sprookjeswereld, aan het universum van Tolkien, zit er in haar tekeningen en schilderijen heel veel leegte, ruimte of wit. Een duidelijke invloed van de oplei ding die ze in Parijs bij Zadkine volgde. Wat er niet staat, wat weg gelaten is, is net zo wezenlijk als hetgeen er wel te zien is. Het geeft diepte, een extra dimensie aan haar werk. Of, zoals de dichter Bert Schierbeek het stelt in een spe ciaal voor de gelegenheid uitgege ven boekje over Lotti's tekenin gen: „Het is zoals in een tekst: ook het wit moet gelezen worden. In Lotti's tekeningen zit veel wit. Het wit. de leegte, houdt de vorm heel." Wie Lotti's werk wil zien, hoeft ove rigens niet speciaal daartoe een reis naar Parijs te ondernemen. De Cobra-beeldhouwster krijgt dit na jaar een grote overzichtstentoon stelling in het Rotterdamse mu seum Boymans-van Beuningen. De Parijse expositie is daartoe slechts de opmaat. Maar wel een heel aardige opmaat. Hans Gertsen Expositie: Lotti van der Gaag. Tekenin gen, schilderijen en sculpturen. Tot en met 12 juli 1992. In: Institut Néerlan- dais, 121 Rue de Lille, 75007 Parijs. De tentoonstelling is dagelijks, behalve op maandagen, geopend van 13.00 uur tot 19.00 uur.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1992 | | pagina 15